Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Harenkarspel

Reglement voor Personeelsbeoordeling 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Harenkarspel
Officiële naam regelingReglement voor Personeelsbeoordeling 2009
CiteertitelReglement voor personeelsbeoordeling 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpPersoneelsbeoordeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Harenkarspel. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Harenkarspel, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Artikel 15:1:15, lid 1 van de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) voor de sector Gemeenten biedt het college deze bevoegdheid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-201001-01-2015Nieuw

25-08-2009

Schager Weekblad, 22-12-2010

BCC/2009/8270

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement voor Personeelsbeoordeling 2009

Burgemeester en wethouders van de gemeente Harenkarspel;

gelezen de adviezen van het Bureau Concerncontrol d.d. 21 juli 2009, kenmerk BCC/2009/5450, en

19 augustus 2009, kenmerk BCC/2009/8270;

gelezen de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 19 augustus 2009, kenmerk BCC/2009/8284;

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet; artikel 15:1:15 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO); artikel 7, lid 1, van de Bezoldigingsverordening en artikel 27, lid 1, sub h, van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR);

overwegende dat het personeelsmanagementinstrument Personeelsbeoordeling inzicht geeft in het functioneren van de medewerker, een hulpmiddel is bij het nemen van rechtspositionele beslissingen en inzicht geeft in de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker;

besluiten: het "Reglement voor Personeelsbeoordeling 2009" als volgt vast te stellen: Reglement voor Personeelsbeoordeling 2009

Artikel 1 Definities

Dit reglement verstaat onder:

  • a.

    medewerker : degene die in dienst is van de gemeente Harenkarspel en op wie de CAR/UWO van toepassing is;

  • b.

    functie : de organieke functietypering;

  • c.

    beoordelaar : direct leidinggevende van de medewerker, die uit hoofde van de functie coördinator van de buitendienst, afdelingshoofd, of

    algemeen directeur/gemeentesecretaris bevoegd is;

  • d.

    vervanging : bij langdurige afwezigheid of een vacature van een beoordelaar geldt de afgesproken vervanging binnen het management;

  • e.

    personeelsbeoordelingsadviseur : de beleidsmedewerker P&O die wordt aangewezen om het management te ondersteunen en adviseren bij de uitvoering van deze regeling.

Artikel 2 Algemeen

De beoordeling van een medewerker betreft de wijze waarop deze de functie feitelijk heeft uitgeoefend gedurende het beoordelingstijdvak en geeft inzicht in de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker.

Artikel 3 Beoordelingslijst

Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van een beoordelingslijst waarvan het model wordt vastgesteld door het managementteam en dat als bijlage deel uitmaakt van dit reglement.

Artikel 4 Frequentie, tijdstip en tijdvak

  • 1. Over iedere medewerker wordt in principe ieder jaar een personeelsbeoordeling uitgebracht, maar in elk geval minimaal eens in de drie jaar én in de hierna genoemde situaties:

    • a.

      het management wil een beloningsmaatregel laten treffen;

    • b.

      voor de afloop van een tijdelijke aanstelling bij wijze van proef;

    • c.

      in alle gevallen waarbij de beoordelaar dit nodig acht;

    • d.

      de medewerker er schriftelijk om vraagt.

  • 2. Het beoordelingstijdvak omvat maximaal 18 maanden direct voorafgaand aan het moment waarop de beoordeling in concept wordt uitgebracht.

Artikel 5 Procedure opmaken van de beoordeling

  • 1. De beoordelingslijst wordt in concept opgemaakt door de beoordelaar na consultatie van de personeelsbeoordelingsadviseur.

  • 2. De concept beoordelingslijst wordt uitgereikt aan de medewerker.

  • 3. Het beoordelingsgesprek met de medewerker vindt plaats minimaal één week na de uitreiking van de concept-beoordelingslijst en uiterlijk drie weken daarna. De beoordelaaar en de medewerker kunnen in onderling overleg een afwijkend tijdstip overeenkomen voor het houden van het beoordelingsgesprek. Bij dit gesprek zijn aanwezig de beoordelaar, de medewerker en - indien één van beiden daarom verzoekt - de naasthogere leidinggevende en/of een beleidsmedewerker P&O.

  • 4. De beoordelaar of de medewerker kunnen een informant uitnodigen het beoordelingsgesprek geheel of gedeeltelijk bij te wonen. Als informant kunnen in de regel alleen diegenen worden uitgenodigd die een functionele werkrelatie hebben met de medewerker.

  • 5. Na het beoordelingsgesprek wordt de beoordelingslijst door de beoordelaar zo nodig aangepast en namens het college van burgemeester en wethouders ondertekend en vastgesteld.

  • 6. De beoordelaar overhandigt de vastgestelde beoordelingslijst direct aan P&O ter verzending aan de medewerker en verstrekt tegelijkertijd een kopie aan de naasthogere leidinggevende.

Artikel 6 Bezwaar

  • 1. Binnen zes weken na uitreiking van de vastgestelde beoordelingslijst kan de medewerker schriftelijk en gemotiveerd hiertegen bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders nemen binnen 10 weken na ontvangst van het bezwaarschrift een gemotiveerde beslissing en delen deze schriftelijk mede aan de medewerker en de beoordelaar.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen beslissen de beoordeling ongewijzigd te laten, de beoordeling te wijzigen of de beoordeling vervallen te verklaren. Bij een vervallen verklaring wordt tevens vastgesteld wanneer een nieuwe beoordeling moet worden uitgebracht.

  • 4. De beslissing als bedoeld in het vorige lid wordt pas genomen nadat daarover advies is uitgebracht door de bezwarencommissie.

Artikel 7 Bezwarencommissie Beoordeling Ambtenaren

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een "Bezwarencommissie Beoordeling Ambtenaren" in welke tot taak heeft te adviseren met betrekking tot de ingediende bezwaarschriften en de daarop te nemen beslissingen.

  • 2. De bezwarencommissie bestaat uit drie leden, te weten:

    • a.

      de portefeuillehouder Personeel & Organisatie;

    • b.

      de Algemeen Directeur/gemeentesecretaris;

    • c.

      een beleidsmedewerker Personeel & Organisatie.

      Indien een der voornoemde leden bij de betreffende beoordeling betrokken is geweest, maakt een

      plaatsvanger deel uit van de bezwarencommissie.

  • 3. Een administratief medewerker kan worden aangewezen als secretaris/notulist van de commissie.

  • 4. De commissie kan kennis nemen van alle op de beoordeling betrekking hebbende stukken.

  • 5. De commissie hoort, alvorens advies uit te brengen, in ieder geval de beoordelaar en de medewerker. De medewerker kan zich daarbij laten bijstaan door een raadsman of raadsvrouw.

  • 6. Het gemotiveerde advies van de commissie wordt aan het college van burgemeester en wethouders ter besluitvorming voorgelegd.

  • 7. De zittingen van de commissie zijn niet openbaar. De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen met betrekking tot de beoordeling bekend is geworden.

  • 8. De commissie draagt er zorg voor dat het advies zodanig tijdig wordt uitgebracht dat burgemeester en wethouders kunnen beslissen binnen de termijn als bedoeld in artikel 6, lid 2.

  • 9. Een afschrift van het uitgebrachte advies wordt toegezonden aan de medewerker.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, op advies van de personeelsbeoordelingsadviseur.

  • 2.

    Dit reglement, dat kan worden aangehaald als "Reglement voor personeelsbeoordeling 2009", treedt in werking op 1 september 2009. Hiermede wordt het “Reglement voor personeelsbeoordeling 2007", zoals eerder vastgesteld op 20 november 2007, gewijzigd vastgesteld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Harenkarspel d.d. 25 augustus 2009

Burgemeester en wethouders voornoemd;

de secretaris, de burgemeester,

J.Perton E.J. Brommet