Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening Uitvoering Wet kinderopvang Stadsdeel Slotervaart 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening Uitvoering Wet kinderopvang Stadsdeel Slotervaart 2005
CiteertitelVerordening Uitvoering Wet kinderopvang Stadsdeel Slotervaart 2005
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet kinderopvang, art. 6, 25 en 61
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2013Vervallen van rechtswege

 

n.v.t.

n.v.t.

Tekst van de regeling

verordening

§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 1  Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Slotervaart;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang;

  • c.

    de kinderopvangvoorziening: het kindercentrum of gastouderbureau, van waaruit kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    doelgroep van het stadsdeel: de categorieën van ouders zoals genoemd in artikel 22 van de wet, in combinatie met artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e (tienerouders) en j (studenten).

§ 2. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 2  Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
  • 1. Voor het doen van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld formulier.

  • 2. Bij de aanvraag wordt een offerte of contract overgelegd van het op 1 januari 2005 geregistreerde kindercentrum of gastouderbureau, dat tevens gegevens of een verwijzing naar gegevens bevat, waaruit blijkt dat de ouder behoort tot een doelgroep van het stadsdeel en eventueel andere bescheiden of documenten.

  • 3. De aanvraag kan slechts gedaan worden bij een door het Dagelijks Bestuur aangewezen instelling.

§ 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 3  Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming
  • 1. Het Dagelijks Bestuur besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan zijn beslissing met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4     Weigeringsgrond

Het Dagelijks Bestuur weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot een van de doelgroepen van het stadsdeel.

Artikel 5     Ingangsdatum van de tegemoetkoming
  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming is ontvangen.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de dag waarop de kinderopvang een aanvang neemt.

Artikel 6     De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend  
  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van maximaal een jaar, onder voorwaarde dat de ouder behoort tot een van de doelgroepen van het stadsdeel.

  • 2. Het recht op de tegemoetkoming vervalt, zodra de ouder niet meer behoort tot een van de doelgroepen van het stadsdeel. De beschikking tot verlening kan worden ingetrokkenen en de bevoorschotting kan worden gestopt. Na vaststelling kan het teveel betaalde worden teruggevorderd.

  • 3. Aan de tegemoetkoming wordt de plicht verbonden dat de ouder het Dagelijks Bestuur terstond in kennis stelt van een wijziging in zijn of haar situatie die voor de aanspraak op tegemoetkoming van belang kan zijn.

Artikel 7     Omvang van de kinderopvang 
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en z org.

  • 2. In afwijking tot het eerste lid kan het Dagelijks Bestuur bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming verlenen voor het aantal uren dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 8      Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de doelgroepen van het stadsdeel de ouder behoort;

  • b.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald.

  • g.

    Overige gegevens die het Dagelijks Bestuur nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

Artikel 9      De bevoorschotting van de tegemoetkoming
  • 1. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen verstrekt.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan nadere regels stellen over de wijze van bevoorschotting.

§ 4. VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 10    Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming
  • 1. De ouder of de exploitant van een kindercentrum of gastouderbureau verstrekt namens de ouder binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het Dagelijks Bestuur de factuur met het overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode. Afhankelijk van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend, kan dit een jaaroverzicht of een verzameling maandoverzichten zijn.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur stelt de tegemoetkoming vast binnen acht weken na ontvangst van de factuur met het overzicht van de kosten.  

Artikel 11    Betaling van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen zes weken na ontvangst van het in artikel 10, eerste lid bedoelde factuur met het overzicht van de kosten betaald onder verrekening van de betaalde voorschotten.

§ 5. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER
Artikel 12    Inlichtingenplicht
  • 1. De ouder of de partner doet het dagelijks bestuur onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van de inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2. De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het Dagelijks Bestuur, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

§ 6. INWERKINGTREDING
Artikel 14    Inwerkingtreding

Te bepalen dat deze verordening in werking treedt op 1 januari 2005.

§ 7. slotbepaling
Artikel 15    Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Uitvoering Wet Kinderopvang Stadsdeel Slotervaart 2005