Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 15de December 1992 ter uitvoering van artikel 1, eerste lid, van de Experimenteerverordening comptabiliteitsvoorschriften (P.B. 1992, no. 99) voor de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Experimenteerbesluit comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 15de December 1992 ter uitvoering van artikel 1, eerste lid, van de Experimenteerverordening comptabiliteitsvoorschriften (P.B. 1992, no. 99) voor de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Experimenteerbesluit comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden)
CiteertitelExperimenteerbesluit comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingevolge artikel 13 in werking getreden met ingang van de dag waarop de Experimenteerverordening comptabiliteitsvoorschriften in werking trad. Die verordening is in werking getreden voor:

  • -

    Curaçao op 16-12-1992, met terugwerkende kracht t/m 1-1-1992 (zie landsbesluiten van 15-12-1992, P.B. 1992, no. 114 en van 20-9-1994, P.B. 1994, no. 126);

  • -

    Bonaire, Saba, St. Eustatius en St. Maarten op 23-10-1993 (zie landsbesluit van 27-9-1993, P.B. 1993, no. 97), met terugwerkende kracht voor:

  • -

    Saba t/m 1 april 1992 (bij landsbesluit van 20-9-1994, P.B. 127, is die datum gewijzigd in 1 april 1991);

  • -

    Bonaire t/m 30 april 1991;

  • -

    Sint Eustatius t/m 1 januari 1992;

  • -

    Sint Maarten t/m 30 april 1992.

De wijzigingsregeling van 29-4-1993 (P.B. 1993, no. 50) is ingevolge artikel 2 van die regeling eveneens in werking getreden met ingang van de dag waarop de Experimenteerverordening comptabiliteitsvoorschriften in werking trad.

De wijzigingsregeling van 16-9-1993 (P.B. 1993, no. 95) is in werking getreden met ingang van 27-8-1994 (zie landsbesluit van 23-7-1994, P.B. 1994, no. 90), met terugwerkende kracht voor:

  • -

    Saba t/m 1 april 1991;

  • -

    Bonaire t/m 30 april 1991;

  • -

    Curaçao t/m 1 januari 1992;

  • -

    Sint Eustatius t/m 1 januari 1992;

  • -

    Sint Maarten t/m 30 april 1992.

De bijlagen bij deze regeling zijn niet opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Experimenteerverordening comptabiliteitsvoorschriften

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-08-199401-04-1991hoofdstuk 2, bijlage 1

16-09-1993

P.B. 1993, no. 95

n.v.t.
23-10-199330-04-1992bijlage 2

29-04-1993

P.B. 1993, no. 50

n.v.t.
16-12-199201-01-1992Nieuwe regeling

15-12-1992

P.B. 1992, no. 113

n.v.t.

Tekst van de regeling

HOOFDSTUK 1 DE BEGROTING.

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 15de December 1992 ter uitvoering van artikel 1, eerste lid, van de Experimenteerverordening comptabiliteitsvoorschriften (P.B. 1992, no. 99) voor de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Experimenteerbesluit comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden)

Artikel 1
  • 1. In afwijking van artikel 1 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden (P.B. 1953, no. 174) kan de begroting van enig eilandgebied van de Nederlandse Antillen de volgende onderdelen bevatten:

    • -

      gewone dienst

    • -

      kapitaaldienst

    • -

      verdeeldienst

    • -

      recapitulatiestaat

  • 2. De begroting kan worden ingericht overeenkomstig het in 1 bij dit landbesluit opgenomen model A.

Artikel 2
  • 1. Bij de raming van de uitgaven en de inkomsten kunnen de functies en de categorieën, zoals opgenomen in de bij dit landsbesluit behorende bijlage 2, worden toegepast.

  • 2. De raming van de uitgaven en de inkomsten geschiedt voorts met inachtneming van de regels welke in de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden en in de artikel 11 en 12 zijn gegeven voor de verantwoording.

Artikel 3
  • 1. Op de gewone dienst en de kapitaaldienst worden de uitgaven en de inkomsten gerangschikt naar functies.

  • 2. De onderscheidene functies worden in de begroting op zodanige wijze gesplitst als nodig is ter verkrijging van een overzichtelijk beeld van het te voeren beleid.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde splitsing van de functies geschiedt in onderdelen daarvan of gespecificeerd naar categorieën.

  • 4. In kolom 5 van de gewone dienst onderscheidenlijk kolom 4 van de kapitaaldienst van model A worden de bedragen geraamd ten behoeve van de onderscheidene subfuncties.

Artikel 4
  • 1. Op paragraf 1 van de verdeeldienst worden de kapitaallasten vermeld van de kostenplaatsen, de functies op de gewone dienst en de kapitaaldienst de rentekosten van de takken van dienst en de bedrijven.

  • 2. Op paragraaf 2 van de verdeeldienst worden de uitgaven en de onkomsten [bedoeld l zijn: inkomsten] van de door het land ingestelde kostenplaatsen vermeld.

  • 3. Op paragraaf 3 van de verdeeldienst worden de uitgaven en inkomsten van de in de huishouding van het Land voorkomende bedrijfsmatige activiteiten vermeld.

  • 4. De uitgaven en inkomsten van de kostenplaatsen en bedrijfsmatige activiteiten worden gespecificeerd naar activiteitengroepen of categorieën.

Artikel 5

In afwijking van artikel 6 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden kan de tot de begroting behorende toelichting worden onderscheiden naar het met de geraamde bedragen te voeren beleid en naar het bij de uitvoering van de begroting te voeren beheer.

artikel 6

De toelichting ten behoeve van het te voeren beleid bevat in elk geval:

a een uiteenzetting over de financiële toestand van het desbetreffende eilandgebied;

b.beschouwingen omtrent de uitgangspunten, die aan de geraamde bedragen ten grondslag liggen

Artikel 7

De toelichting ten behoeve van het beheer bevat in elk geval:

  • a.

    specificaties van de geraamde bedragen;

  • b.

    gegevens waarop de raming is gebaseerd en, ingeval van aanmerkelijk verschil met de raming van het vorig dienstjaar, de oorzaak daarvan;

  • c.

    voor de geraamde uitgaven, waarvoor dit mogelijk en van belang is, gegevens omtrent de prestaties die het resultaat zullen zijn van de activiteiten waarop de uitgaven betrekking hebben;

  • d.

    voor de in vorige dienstjaren geraamde investeringen die in het dienstjaar nog in uitvoering zijn, het totaal geraamde bedrag, de datum en het nummer van de besluiten tot raming van die investeringen alsmede het bedrag dat daarvan reeds is besteed en het bedrag dat behoort tot de volgende dienstjaren.

Artikel 8

Voorafgaand aan of bij de begroting worden ramingen van de uitgaven en inkomsten voor toekomstige jaren aan de eilandsraad overgelegd. Deze ramingen zijn gebaseerd op het lopende begrotingsjaar en hebben betrekking op het jaar waarvoor de begroting dient alsmede op tenminste de drie onmiddellijk daarop volgende jaren. De uitgaven- en inkomstenramingen worden daarbij voor de gewone dienst tenminste gerangschikt naar categorieën en voor de kapitaaldienst worden de uitgaven- en inkomstenramingen vermeld per te ramen krediet. De verwachte veranderingen in de beschouwde periode, die van invloed zijn op de gepresenteerde ramingen, worden nader toegelicht.

Artikel 9

Tot de begroting kunnen voorts behoren:

  • a.

    een staat waaruit per kostenplaats de verdeling van de desbetreffende uitgaven en inkomsten over de functies en andere kostendragers blijkt alsmede de wijze waarop deze plaatsvindt;

  • b.

    een staat van het te bezoldigen personeel, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model B;

  • c.

    een staat van geactiveerde kapitaaluitgaven, voor zover deze nog een boekwaarde bezitten, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model C;

  • d.

    een staat van de reserves en voorzieningen, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model D;

  • e.

    een staat van de opgenomen langlopende geldleningen, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model E;

  • f.

    een staat van gewaarborgde geldleningen en andere garantieverplichtingen, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model F;

  • g.

    een staat van in de begroting geraamde inkomensoverdrachten, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model G;

  • h.

    een verzamel- en consolidatiestaat, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model H;

  • i.

    een staat voor de wijziging van de geraamde bedragen van de gewone dienst, kapitaaldienst en verdeeldienst alsmede de investeringen in het dienstjaar, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model J;

  • j.

    een staat van af- en overschrijvingen uitsluitend betrekking hebbende op de gewone dienst van de algemene dienst geraamde lasten, welke is ingericht overeenkomstig het in bijlage 1 bij dit landsbesluit opgenomen model K.

Artikel 10
  • 1. In afwijking van de artikelen 5 en 17 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden kan het bestuurscollege bij eilandsbesluit machtiging worden verleend om de op de onderscheidene functie geraamde bedragen door overschrijving aan te vullen; deze kunnen uitsluitend betrekking hebben op overschrijving van:

    • a.

      de geraamde onvoorziene uitgaven naar de op de onderscheidene functie van de gewone dienst geraamde bedragen, met uitzondering van de bedragen ten behoeve van de uitgavencategorie 1.0 salarissen en sociale lasten;

    • b.

      de op de onderscheidene functies van de gewone dienst geraamde bedragen naar dezelfde categorieën van andere functies op die dienst.

  • 2. Eilandsbesluiten als bedoeld in het eerste lid worden terstond gevolgd door een ontwerpeilandsverordening ten einde de vereiste goedkeuring van de Eilandsraad te verwerven. Deze goedkeuring is niet vereist indien de over te schrijven bedragen, met inbegrip van de overschrijvingen warvoor in hetzelfde dienstjaar reeds machtiging is verleend, niet meer bedragen dan vijf ten honderd van het bij de oorspronkelijke begroting geraamde bedrag van de categorie van de desbetreffende functie waarnaar wordt overgeschreven.

Artikel 11
  • 1. In afwijking van de artikelen 9, 10, 11 en 12 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden behoren behoudens het bepaalde in het tweede tot en met vierde lid tot enig dienstjaar de op dat jaar betrekking hebbende uitgaven en inkomsten.

  • 2. De uitgaven wegens salarissen en sociale lasten worden in het dienstjaar verantwoord overeenkomstig de bedragen welke dienen als grondslag voor de aan de Inspectie der Belastingen te verstrekken opgaven ten behoeve van de inkomstenbelasting.

  • 3. De uitgaven en inkomsten waarvan het bestaan blijkt nadat de rekening is opgemaakt behoren tot het dienstjaar waarin van het bestaan is gebleken.

  • 4. Verschillen tussen in de rekening opgenomen bedragen wegens nog te betalen uitgaven en nog te ontvangen inkomsten en de werkelijke betaling onderscheidenlijk ontvangst daarvan dan wel de nadere raming behoren tot het dienstjaar waarin die verschillen blijken

Artikel 12

Eilandsbesluiten als bedoeld in artikel 10 van dit landsbesluit dienen vóór 1 april van het jaar volgend op het desbetreffende dienstjaar te zijn vastgesteld.

HOOFDSTUK 2 DE ADMINISTRATIE

Artikel 13

In afwijking van de artikelen 25 tot en met 27, 29 tot en met 32, 37 en 39 van de Comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden wordt de administratie zodanig gevoerd dat zij dienstbaar is aan de in artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen (P.B. 1951, no. 39) aan het bestuurscollege opgedragen taak. De administratie omvat daartoe in elk geval:

  • a.

    gegevens met betrekking tot het ontstaan, het verloop en de afwikkeling van rechten en verplichtingen, mede in relatie tot de uitvoering van de begroting en met het oog op de verslaggeving in de rekening;

  • b.

    gegevens ten behoeve van de samenstelling van de in artikel 9 bedoelde staten;

  • c.

    de op de kapitaaldienst verantwoorde voorraden;

  • d.

    gegevens inzake de onroerende goederen en belangrijke roerende goederen die eigendom van het eilandgebied zijn en de hiermede verband houdende rechten en verplichtingen.

Artikel 14

Voor de dagelijkse registratie van mutaties op de in artikel 13, onderdelen a, b en c, genoemde onderdelen van de administratie wordt gebruik gemaakt van de methode van dubbel boekhouden.

Artikel 15

Bij het beheer van de geldmiddelen wordt gewaarborgd dat:

  • a.

    ontvangsten en betalingen zoveel mogelijk via bank- of girorekeningen geschieden;

  • b.

    betalingen door de rechthebbenden worden ontvangen;

  • c.

    bij beschikking over bank- of girotegoeden misbruik wordt voorkomen;

  • d.

    tenminste wekelijks wordt nagegaan of de saldi van de onderscheidene betaalmiddelen overeenstemmen met de bedragen die daarvoor zijn opgenomen in de administratie.

Artikel 16

Bij of krachtens eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen ter uitvoering van de artikelen 12 tot en met 15 regels worden gesteld die afwijken van de artikelen 25 tot en met 27, 29 tot en met 32, 37 en 39 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden alsmede van de ter uitvoering daarvan bij of krachtens eilandsverordening gegeven voorschriften.

HOOFDSTUK 3 DE REKENING

§ 1. De algemene dienst

Artikel 17
  • 1. In afwijking van de artikelen 40 tot en met 45 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden bevat de rekening van de algemene dienst een gewone dienst, een kapitaaldienst, een verdeeldienst, een recapitulatie van de totaalbedragen per hoofdfunctie alsmede een balans en de daartoe behorende toelichtingen.

  • 2. De rekening wordt ingericht overeenkomstig het in de bijlage bij dit landsbesluit opgenomen model L.

  • 3. De balans wordt ingericht overeenkomstig het in de bijlage bij dit landsbesluit opgenomen model M.

  • 4. De op de balans opgenomen activa worden gewaardeerd op het bedrag aan kosten dat daaraan is besteed verminderd met de daarvoor ontvangen bijdragen en het bedrag van de gecumuleerde afschrijvingen.

Artikel 18

In de rekening worden de uitgaven en de inkomsten van de onderscheiden functies, kostenplaatsen en bedrijfsmatige activiteiten alsmede de nadere splitsing daarvan op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting met de daarbij behorende wijzigingen.

Artikel 19

Bij het samenstellen van de rekening worden de nog te betalen en nog te ontvangen bedragen gebaseerd op de kennis die omtrent deze bedragen bestaat op uiterlijk 31 maart van het jaar volgende op het dienstjaar.

Artikel 20
  • 1. Het saldo van de gewone dienst van het dienstjaar wordt tot uitdrukking gebracht op functie 992 "Saldo gewone dienst".

  • 2. Het in het eerste lid bedoeld saldo wordt in het desbetreffende dienstjaar overgebracht naar de "Algemene reserves" van de functie 910 "Reserves en voorzieningen" van de kapitaaldienst.

  • 3. Indien in enig jaar na overbrenging van het in het eerste lid bedoelde saldo op de "Algemene reserves" van de functie 910 "Reserves en voorzieningen" een nadelig saldo ontstaat, wordt uiterlijk bij de begroting van het tweede daarop volgende dienstjaar in de regeling van de dekking van het nadelig saldo voorzien.

Artikel 21

De eilandsraad stelt de rekening vast vóór 1 november van het jaar volgend op het dienstjaar.

Artikel 22
  • 1. De tot de rekening behorende toelichting geeft aan in hoeverre het bij de begroting vastgestelde te voeren beleid is gerealiseerd.

  • 2. De tot de rekening behorende toelichting bevat een analyse van de belangrijke afwijkingen tussen de oorspronkelijke begroting en de rekening. Voorts worden de belangrijke afwijkingen tussen de uitkomst van de rekening over het vorig dienstjaar en die van het dienstjaar toegelicht.

  • 3. De tot de rekening behorende toelichting bevat in elk geval een overzicht van de uitgaven, waarvoor deze bij de begroting mogelijk en van belang werden geacht en de gegevens omtrent de prestaties die het resultaat zijn van de activiteiten waarop de uitgaven betrekking hebben.

  • 4. De tot de rekening behorende toelichting bevat een overzicht van de voor het dienstjaar beschikbare bedragen ten behoeve van investeringen. Daarbij wordt per investering aangegegven het totaal geraamde bedrag en de datum en het nummer van de besluiten tot raming van de investeringen. Voorts wordt daarbij vermeld het bedrag dat daarvan in vorige dienstjaren is besteed alsmede het bedrag dat in volgende dienstjaren zal worden besteed.

Artikel 23

Tot de rekening behoren voorts:

  • a.

    de staten welke zijn ingericht overeenkomstig de in artikel 9 genoemde modellen en bovendien de onder letter a van dat artikel bedoelde staat waaruit de verdeling van de uitgaven en inkomsten van de kostenplaatsen blijkt alsmede de wijze waarop deze plaatsvindt;

  • b.

    een staat van nog te betalen bedragen, welke is ingericht overeenkomstig het in de bijlage bij dit landsbesluit opgenomen model N;

  • c.

    een staat van nog te ontvangen bedragen, welke is ingericht overeenkomstig het in de bijlage bij dit landsbesluit opgenomen model O.

§ 2. De eilandsdiensten sector overheid

Artikel 24
  • 1. In afwijking van de artikelen 40 tot en met 45 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden bevat de rekening van een eilandsdienst sector overheid een gewone dienst, een kapitaaldienst, een balans en de daartoe behorende toelichtingen.

  • 2. De balans wordt voor zoveel mogelijk ingericht overeenkomstig het in de bijlage bij dit landsbesluit opgenomen model P.

  • 3. De rekening van een eilandsdienst sector overheid wordt ingericht overeenkomstig het in artikel 17, derde lid, bedoelde model M.

Artikel 25

Tot de rekening van een eilandsdienst sector overheid behoren voorts:

  • a.

    de staten welke zijn ingericht overeenkomstig de in artikel 9, onderdelen b, c, en g, onderscheidenlijk (2x) bedoelde modellen B, C en G;

  • b.

    de staten welke zijn ingericht overeenkomstig de in artikel 23, onderdelen b en c, onderscheidenlijk (2x) bedoelde modellen N en O.

Artikel 26

In de rekening worden de uitgaven en de inkomsten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting van een eilandsdienst sector overheid met de daarbij behorende wijzigingen.

Artikel 27

Bij de rekening van een eilandsdienst sector overheid wordt een staat overgelegd waaruit de verdeling van de uitgaven en inkomsten van de gewone dienst over de functies en andere kostendragers blijkt alsmede de wijze waarop deze plaatsvindt.

Artikel 28

Op de rekening van een eilandsdienst sector overheid zijn voorts van overeenkomstige toepassing de artikelen 17, vierde lid, 19, 21 en 22, tweede tot en met vierde lid.

§ 3. De eilandsdiensten sector bedrijven

Artikel 29
  • 1. In afwijking van artikel 50 van de Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden bevat de jaarrekening van een eilandsdienst sector bedrijven een rekening van lasten en baten, een rekening van kapitaaluitgaven en -inkomsten, een balans en de daarbij behorende toelichtingen.

  • 2. De balans wordt ingericht overeenkomstig het in artikel 17, tweede lid, bedoelde model L.

  • 3. De rekening van een eilandsdienst sector bedrijven wordt ingericht overeenkomstig het in artikel 17, derde lid, bedoelde model M.

Artikel 30

Tot de jaarrekening van een eilandsdienst sector bedrijven behoren voorts:

  • a.

    de staat welke is ingericht overeenkomstig het in artikel 9, onderdeel b, bedoelde model B;

  • b.

    de staat welke is ingericht overeenkomstig het in de bijlage bij dit landsbesluit opgenomen model Q.

Artikel 31

De jaarrekening geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat van de eilandsdienst sector bedrijven.

Artikel 32
  • 1. De balans met de toelichting geeft getrouw en stelselmatig de grootte en de samenstelling van het vermogen van de eilandsdienst sector bedrijven op het einde van het dienstjaar weer.

  • 2. Bij toepassing van een andere waarderingsgrondslag dan die gebaseerd op het beginsel van de aanschaffings- en vervaardigingskosten wordt dit in de toelichting vermeld.

Artikel 33
  • 1. De rekening van lasten en baten met de toelichting geeft getrouw en stelselmatig de grootte en samenstelling van het resultaat van de eilandsdienst sector bedrijven over het dienstjaar weer.

  • 2. Indien bij de bepaling van de grootte van het resultaat een andere waarderingsgrondslag wordt gehanteerd dan die, welke is gebaseerd op het beginsel van de aanschaffings- of vervaardigingskosten, wordt dit in de toelichting vermeld. Daarbij wordt aangegeven wat de invloed van die andere waarderingsgrondslag op de grootte van het resultaat is.

Artikel 34

In de jaarrekening worden de uitgaven en de inkomsten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting van een eilandsdienst sector bedrijven met de daarbij behorende wijzigingen.

Artikel 35

Bij de aanbieding van de jaarrekening aan het bestuurscollege brengt het hoofd van de eilandsdienst sector bedrijven schriftelijk verslag uit omtrent de toestand en de werkzaamheden van die eilandsdienst in het afgelopen dienstjaar. Daarbij wordt onder andere door middel van verhoudingscijfers en kengetallen inzicht gegeven in de omvang van de werkzaamheden.

Artikel 36

Op de jaarrekening van een eilandsdienst sector bedrijven zijn voorts van overeenkomstige toepassing de artikelen 19, 21 en 22, tweede tot en met vierde lid.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN.

Artikel 37

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Experimenteerverordening comptabiliteitsvoorschriften (P.B. 1992, no. 99) in werking treedt, welke datum voor de onderscheiden eilandgebieden verschillend kan zijn.

Artikel 38

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Experimenteerbesluit comptabiliteitsvoorschriften eilandgebieden.