| Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Bijzondere subsidieregeling Bewonersondersteuning en -initiatieven 2010 |
| Citeertitel | Bijzondere subsidieregeling Bewonersondersteuning en -initiatieven 2010 |
| Vastgesteld door | deelraad |
| Onderwerp | |
| Eigen onderwerp |
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 06-05-2010 | 01-07-2011 | Ingetrokken |
| 2011/INT Raad/064 |
Deze subsidieregeling Bewonersondersteuning / Bewonersinitiatieven is een bijzondere regeling ingevolge artikel 2, vierde lid, van de Algemene Subsidieverordening stadsdeel Osdorp 2010 (ASV 2010).
Deze bijzondere subsidieregeling is bedoeld om initiatieven van bewonersgroepen te ondersteunen, die gericht zijn op het verbeteren van de sociale cohesie (relaties tussen buurtbewoners) in de buurten (‘buurtinitiatieven') of op bewonersparticipatie en meningvorming. De subsidieregeling ondersteunt daarbij primair de (zelf)werkzaamheid van buurtbewoners.
Bewonersinitiatieven waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoen aan de volgende eisen:
zij worden georganiseerd ten behoeve van en staan open voor Osdorpse bewoners;
zij worden georganiseerd door groepen bewoners of organisaties uit Osdorp die geheel of voornamelijk uit vrijwilligers bestaan;
zij zijn gericht op het verbeteren van de relaties tussen bewoners of op participatie en meningvorming van bewoners, al dan niet rond het thema leefbaarheid;
zij zijn niet gericht op culturele activiteiten.
innovatieve initiatieven worden met voorrang gehonoreerd.
vervolgactiviteiten met soortgelijke inhoud waarvoor al eerder subsidie is verkregen, kunnen opnieuw voor subsidie in aanmerking komen wanneer de eerdere activiteiten succesvol zijn geweest. Hierbij wordt gelet op de gerealiseerde doelen en het aantal bewoners dat is bereikt.
1. De verlening van subsidie vindt maximaal 4 maal per jaar plaats, waarbij voor het 2e en 3e kwartaal 60% van het totale budget beschikbaar is, het restant is voor het 1e en 4e kwartaal. Dit budget geldt als een subsidieplafond.
2. Een aanvraag voor subsidie dient schriftelijk bij het dagelijks bestuur ingediend te worden:
voor de eerste periode (januari t/m maart): vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode;
voor de tweede periode (april t/m juni): vóór 1 februari van het subsidiejaar;
voor de derde periode (juli t/m september vóór 1mei van het subsidiejaar en
voor de vierde periode (oktober t/m december vóór 1 augustus van het subsidiejaar).
3. Bij de indiening van de subsidieaanvraag dient in ieder geval overlegd te worden:
een beschrijving van de activiteit, waardoor toetsing aan de artikelen 2 en 3 mogelijk is;
een begroting;
een opgave van het aantal vrijwilligers dat erbij betrokken is, dan wel een aanduiding dat de activiteit draagvlak heeft in de wijk.
4. Een aanvraag kan ook door natuurlijke personen worden ingediend.
5. Het dagelijks bestuur kan modellen of richtlijnen vaststellen voor de toepassing van de lidnumers 3 en 4.
6. De verlening van de subsidie door het dagelijks bestuur vindt plaats binnen zes weken na de uiterste indieningdatum per subsidieperiode.
7. Er kan overgegaan worden tot bevoorschotting van de te maken kosten, tot maximaal 90% van de verleende subsidie.
1. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking: de kosten die direct toe te schrijven zijn aan de activiteit of het evenement, zoals materiaalkosten, huur en organisatiekosten en kosten die in verband staan met professionele ondersteuning
2. Kosten voor catering mogen maximaal 10% van de kosten bedragen.
3. Per activiteit geldt een maximaal bedrag van € 1.500,--.
4. Per periode kan de subsidieaanvrager slechts voor één activiteit subsidie ontvangen.
1. Binnen tien weken na afloop van de activiteit dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, waarbij overlegd worden:
een verslag van de activiteit;
een financieel verslag, inclusief facturen van de gemaakte kosten.
2. Op de bescheiden van het eerste lid is artikel 28 ASV 2010 van toepassing.
3. Het dagelijks bestuur stelt binnen 20 weken de subsidie vast.
De volgende bepalingen van de ASV 2010 zijn (voor zover relevant) van overeenkomstige toepassing: 1 t/m 5, 8, 11, 15 en 36.
1. Aanvragen om subsidieverlening die vóór de datum van inwerkingtreding van de ASV 2010 en deze Bijzondere Subsidieregeling Bewonersondersteuning / - initiatieven 2010 zijn ingediend en waarover bij de inwerkingtreding van de ASV 2010 en de Bijzondere Subsidieregeling Bewonersondersteuning / - initiatieven 2010 nog niet is beslist, worden geacht op basis van de ASV 2010 en de Bijzondere Subsidieregeling Bewonersondersteuning / - initiatieven 2010 te zijn ingediend.
2. Op subsidies die vóór de inwerkingtreding van de ASV 2010 en de Bijzondere Subsidieregeling Bewonersondersteuning / - initiatieven 2010 zijn verleend en die nog niet zijn vastgesteld, blijven de bepalingen van toepassing van de verordening en de bijzondere subsidieregeling zoals die gold bij de primaire besluitvorming.
3. Op bezwaarschriften wordt beslist met toepassing van de verordening en de bijzondere subsidieregeling zoals die gold bij de primaire besluitvorming.
Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2010.
Deze regeling kan aangehaald worden als "Bijzondere Subsidieregeling Bewonersondersteuning / -initiatieven 2010".