Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Bijzondere subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingBijzondere subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010
CiteertitelBijzondere subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-05-201001-07-2011Ingetrokken

 

Westerpost, 29 juni 2011

2011/INT Raad/064

Tekst van de regeling

Bijzondere subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010

Artikel 1 Relatie met de ASV

Deze subsidieregeling Jongereninitiatieven is een bijzondere regeling ingevolge artikel 2, vierde lid, van de Algemene Subsidieverordening stadsdeel Osdorp 2010 (ASV 2010).

Artikel 2 Doelstelling

Deze bijzondere subsidieregeling is bedoeld om initiatieven van jongeren te ondersteunen.

Artikel 3 Criteria voor de jongereninitiatieven

Jongereninitiatieven waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoen aan de volgende eisen:

  • de activiteiten uit de aanvraag passen binnen de doelstellingen inzake jongerenparticipatie van het stadsdeel;

  • de activiteiten komen ten goede aan Osdorpse jongeren;

  • de activiteiten worden grotendeels zelf door de jongeren uitgevoerd;

  • originaliteit en creativiteit wegen sterk mee in de beoordeling;

  • de kosten van activiteiten kunnen niet worden opgebracht door derden of door het stadsdeel gesubsidieerde organisaties.

Artikel 4 Subsidieplafond

Het budget voor jongereninitiatieven geldt als een subsidieplafond.

Artikel 5 Aanvraag subsidie
  • 1. Een aanvraag voor subsidie dient schriftelijk bij het dagelijks bestuur ingediend te worden.

  • 2. Bij de indiening van de subsidieaanvraag dient in ieder geval overlegd te worden:een beschrijving van de activiteit, waardoor toetsing aan de artikelen 2, 3 en 4 mogelijk is.

  • 3. In een nader uitgewerkt plan moet worden opgenomen:

    • een begroting;

    • een opgave van het aantal jongeren dat erbij betrokken is;

    • het aantal jongeren waarop de activiteit gericht is;

    • een draaiboek voor de uitvoering van de activiteit.

  • 4. Een aanvraag kan alleen door jongeren in de leeftijd van 11 tot en met 23 jaar worden ingediend.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan modellen of richtlijnen vaststellen voor de toepassing van de lidnummers 2, 3 en 4.

Artikel 6 Subsidieverlening
  • 1. De verlening van de subsidie door het dagelijks bestuur vindt plaats nadat daarover is geadviseerd door een toetsingscommissie.

  • 2. De verlening van de subsidie door het dagelijks bestuur vindt plaats uiterlijk 10 weken nadat de aanvraag is ingediend.

  • 3. Een subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien daarmee het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 4. De subsidie kan worden verleend aan zowel de aanvrager(s), bedoeld in artikel 5, vierde lid, als aan een nader te bepalen organisatie.

  • 5. Er kan overgegaan worden tot bevoorschotting van de te maken kosten, tot maximaal 90% van de verleende subsidie.

Artikel 7 Subsidiabele kosten
  • 1. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking: de kosten die direct toe te schrijven zijn aan de activiteit, zoals materiaalkosten, huur en organisatie- en publiciteitskosten.

  • 2. Kosten voor catering mogen maximaal 10% van de kosten bedragen.

  • 3. Per activiteit geldt een maximaal bedrag van € 2.000,--.

  • 4. Per periode kan de subsidieaanvrager slechts voor één activiteit subsidie ontvangen.

Artikel 8 Vaststelling subsidie
  • 1. Binnen tien weken na afloop van de activiteit dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, waarbij overlegd worden:

    • een verslag van de activiteit;

    • een financieel verslag, inclusief facturen van de gemaakte kosten.

  • 2. Op de bescheiden van het eerste lid is artikel 28 ASV 2010 van toepassing.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt binnen 20 weken de subsidie vast.

Artikel 9 Bepalingen ASV 2010 van overeenkomstige toepassing

De volgende bepalingen van de ASV 2010 zijn (voor zover relevant) van overeenkomstige toepassing: 1 t/m 5, 8, 11, 15 en 36.

Artikel 10 Overgangsbepaling
  • 1. Aanvragen om subsidieverlening die vóór de datum van inwerkingtreding van de ASV 2010 en deze Bijzondere Subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010 zijn ingediend en waarover bij de inwerkingtreding van de ASV 2010 en de Bijzondere Subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010 nog niet is beslist, worden geacht op basis van de ASV 2010 en de Bijzondere Subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010  te zijn ingediend.

  • 2. Op subsidies die vóór de inwerkingtreding van de ASV 2010 en de Bijzondere Subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010 zijn verleend en die nog niet zijn vastgesteld, blijven de bepalingen van toepassing van de verordening en de bijzondere subsidieregeling zoals die gold bij de primaire besluitvorming.

  • 3. Op bezwaarschriften wordt beslist met toepassing van de verordening en de bijzondere subsidieregeling zoals die gold bij de primaire besluitvorming.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2010.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als "Bijzondere Subsidieregeling Jongereninitiatieven 2010".