Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening op het burgerinitiatief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening op het burgerinitiatief
CiteertitelVerordening op het burgerinitiatief Osdorp
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-200801-01-2013Vervallen van rechtswege

 

n.v.t.

n.v.t.

Tekst van de regeling

Verordening op het burgerinitiatief

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • In deze Verordening op het burgerinitiatief wordt verstaan onder

    • a.

      raad: stadsdeelraad van Osdorp;

    • b.

      commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

    • c.

      dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van stadsdeel Osdorp;

    • d.

      burgerinitiatiefvoorstel: een schriftelijke voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de stadsdeelraad te plaatsen;

    • e.

      kiesgerechtigde: persoon ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Amsterdam, woonachtig in stadsdeel Osdorp, die de kiesgerechtigde leeftijd heeft bereikt;

    • f.

      ingezetene: persoon ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Amsterdam en woonachtig in stadsdeelgebied Osdorp;

    • g.

      Initiatiefgerechtigde: degene die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van leden van de stadsdeelraad, alsmede ingezetenen van 16 jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de stadsdeelraad.

    • h.

      Initiatiefnemer: degene die het initiatief neemt om een burgerinitiatief bij de raadsvoorzitter in te dienen.

Toelichting
  • In deze verordening is ervoor gekozen de term “burgerinitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van een schriftelijk voorstel dat door een burger bij de stadsdeelraad kan worden ingediend. Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de deelraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B3 van de Kieswet. Er is hier gekozen voor een uitbreiding van de categorie initiatiefgerechtigden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar. Meer jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek.

Artikel 2 Plaatsing verzoek op raadsagenda
  • 1. De stadsdeelraad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend;

  • 2. Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      Niet door 100 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      Een onderwerp bedoeld als in artikel 3 bevat;

    • c.

      Niet aan de procedure is voldaan, zoals vermeld in artikel 4;

  • 3. Voor de beoordeling op aan de eisen van de initiatiefgerechtigden is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Toelichting
  • Voor de toetsing op aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment aan de vereisten wordt voldaan, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn is geregeld in artikel 2 en artikel 4.

  • Over het vereisten dat het verzoek door tenminste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, kan het volgende opgemerkt worden. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de stadsdeelraad. Het is daarmee een inbreuk op het uitgangspunt dat de stadsdeelraad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald deel van de inwoners van stadsdeel Osdorp wordt gedragen. Voor een burgerinitiatief in Osdorp wordt een aantal van 100 initiatiefgerechtigden als voldoende beschouwd.

Artikel 3 Beoordelingscriteria geldigheid verzoek
  • 1. Een burgerinitiatiefvoorstel kan niet worden ingediend over:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de stadsdeelraad of waaromtrent de stadsdeelraad geen beleidsvrijheid heeft;

    • b.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • c.

      handelingen en gedragingen van leden van het dagelijks bestuur, stadsdeelraadsleden of ambtenaren van het stadsdeel, waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht of de door de stadsdeelraad vastgestelde klachtenregeling;

    • d.

      de vaststelling en wijziging van de begroting;

    • e.

      een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de stadsdeelraad reeds een besluit is genomen.

Toelichting
  • De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is weinig efficiënt om de stadsdeelraad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de stadsdeelraad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures doorkruist (onder b, c). Met het oog hierop wordt voorgesteld dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het stadsdeelbestuur kan inhouden. Daarvoor staan andere wegen open. Verder is het niet de bedoeling dat een burgerinitiatief een voorstel inhoud over de vaststelling en wijziging van de begroting. Dit is voorbehouden aan de stadsdeelraad. Tenslotte worden zaken die reeds in de stadsdeelraad in aan de orde zijn geweest en waarover de stadsdeelraad in deze raadsperiode heeft besloten, niet opnieuw onderwerp van bespreking als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te veel kunnen frustreren.

Artikel 4 Procedurele voorwaarden indiening verzoek
  • 1. Het burgerinitiatiefvoorstel wordt schriftelijk ingediend bij de raadsvoorzitter;

  • 2. Het burgerinitiatiefvoorstel bestaat uit:

    • a.

      Een plan van aanpak;

    • b.

      Een lijst met naam, adres, geboortedatum en handtekening van de initiatiefnemer en zijn plaatsvervanger;

    • c.

      Een lijst met naam, adres, geboortedatum en handtekening van de initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen.

  • 3. In het plan van aanpak wordt een beschrijving gegeven van:

    • a.

      Het doel en de verwachte resultaten;

    • b.

      De manier waarop het doel wordt bereikt;

    • c.

      De middelen die daarvoor moeten worden ingezet;

    • d.

      De termijn waarbinnen het voorstel uitgevoerd kan worden.

  • 4. Voor de indiening van het burgerinitiatiefvoorstel wordt gebruik gemaakt van officiële standaardformulieren van stadsdeel Osdorp.

Toelichting
  • Omdat de stadsdeelraad een eigen raadsvoorzitter heeft, ligt het voor de hand om een burgerinitiatiefvoorstel bij hem in te dienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Omwille van de uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid is het raadzaam de indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van standaardformulieren voor burgerinitiatieven, zoals een formulier “Verzoek burgerinitiatiefvoorstel”, een formulier “ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel” en een “Plan van aanpak burgerinitiatiefvoorstel”. Om fraude met namen te voorkomen wordt naar personalia gevraagd, zoals adressen en geboortedata van de initiatiefnemers en de ondersteuners van het initiatief. Op grond van deze gegevens kan het stadsdeel onderzoeken of het verzoek door voldoende initiatiefgerechtigden wordt ondersteund.

Artikel 5 Procedure afhandeling ingediende verzoeken
  • 1. De stadsdeelraad plaatst op de eerstvolgende vergadering het burgerinitiatief op de agenda, met dien verstande dat er tenminste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening en de raadsvergadering waarin over het voorstel wordt beslist;

  • 2. Indien de stadsdeelraad het burgerinitiatiefvoorstel afwijst, omdat dit in strijd is met artikel 3, lid 1 onder a, kan de stadsdeelraad besluiten het voorstel door te sturen naar het dagelijks bestuur;

  • 3. De raadsvoorzitter nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit om tijdens de behandeling in de raadsvergadering een toelichting op het voorstel te geven;

  • 4. Zo spoedig mogelijk nadat de raad een besluit heeft genomen over het burgerinitiatiefvoorstel, wordt dit bekend gemaakt door kennisgeving van dit besluit in de lokale huis-aan-huisbladen;

  • 5. De initiatiefnemer wordt tegelijkertijd schriftelijk geïnformeerd over de afhandeling en uitvoering van het burgerinitiatiefvoorstel.

Toelichting
  • De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de stadsdeelraad zijn voorstel spoedig toetst en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de stadsdeelraad doorzenden naar het dagelijks bestuur. Dat zal met name gebeuren als het dagelijks bestuur wel bevoegd is. Met het derde en vijfde lid worden waarborgen ingebouwd voor doorzichtigheid bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Dit gebeurt schriftelijk. Een besluit om een voorstel te agenderen kan als voorbereidingsbeslissing worden gezien. Een dergelijke beslissing is niet vatbaar voor bezwaar en beroep. Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene Wet bestuursrecht, die wel vatbaar is voor bezwaar en beroep.

Artikel 6 Verantwoording in burgerjaarverslag
  • De stadsdeelvoorzitter brengt in het burgerjaarverslag jaarlijks verslag uit over de werking van het recht op burgerinitiatief in de praktijk.

Toelichting
  • De stadsdeelraad kan ervoor kiezen om in een regeling over het burgerinitiatief de stadsdeelvoorzitter te verplichten om jaarlijks een verslag uit te brengen. Daarbij valt te denken aan getalsmatige gegevens, een beknopt overzicht van het aantal ingediende voorstellen en de besluiten van de raad.

Artikel 7 Slotbepalingen
  • 1. De verordening treedt in werking met ingang van de dag een week na publicatie;

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het burgerinitiatief Osdorp.