Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
---|---|
Officiële naam regeling | Gedragscode voor de leden van de raad |
Citeertitel | Gedragscode voor de leden van de raad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen
Gemeentewet
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-02-2003 | 26-06-2013 | Nieuwe regeling | 13-02-2003 Stadskrant Veghel,27-02-2003 | Ag.nr. 10c Volgnr. 2003-6 | |
17-05-2007 | Wijziging: art. 3, lid 1: het daarin genoemde art. 15 is vervangen door art. 13 | 19-04-2007 Stadskrant Veghel, 16-05-2007 | 2007-16 |
De raad der gemeente Veghel;
Overwegende, dat er als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur een wettelijke verplichting bestaat tot het vaststellen van een gedragscode voor de leden van de raad;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2002
gezien het advies van de Commissie Bestuurszaken van 21 januari 2003,
gelet op artikel 15, derde lid van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
tot het vaststellen van de navolgende gedragscode voor de leden van de raad
1. Deze gedragscode geldt voor de leden van de raad.
2. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raad.
3. De code is openbaar en voor derden te raadplegen.
4. De raadsvoorzitter en de leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.
1. Een lid van de raad doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.
2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt een lid van de raad (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.
3. Een oud-lid van de raad wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.
4. Een lid van de raad neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die de positie van het gemeentebestuur ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.
1. In aanvulling op artikel 13 Gemeentewet vervult een lid van de raad geen nevenfuncties, waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.
2. Ingevolge artikel 12 Gemeentewet maakt een lid van de raad melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.
3. De kosten die een lid van de raad maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (qualitate-qua-nevenfunctie) worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.
4. Een lid van de raad die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, meldt voornemen aan de raad.
1. Een lid van de raad gaat zorgvuldig om met informatie, waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.
2. Een lid van de raad houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.
3. Een lid van de raad maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.
1. Geschenken die een lid van de raad uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.
2. Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld aan de raad, waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.
3. Indien een lid van de raad geschenken ontvangt die een waarde van minder dan € 50,-- vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het eerste lid, worden behouden. Zij dienen wel gemeld en geregistreerd te worden.
4. Een lid van de raad aanvaardt alleen dan uitnodigingen voor excursies, werkbezoeken, evenementen, etentjes, lunchbesprekingen e.d. wanneer het belang van de gemeente daarmee gediend en de uitnodiging voortvloeit uit de functie.
1. Een lid van de raad declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.
2. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.
3. Ingeval van twijfel omtrent een declaratie van een lid van de raad, wordt deze voorgelegd aan de raadsvoorzitter. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.
Gebruik van gemeentelijke voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.
Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 19 april 2007.
De raad voornoemd.
De griffier, De voorzitter,
Dr. W. Oosten. A. Frankfort.