| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING van de 27ste December 1952 ter uitvoering van overgangsbepaling V der Eilandenregeling Nederlandse Antillen |
| Citeertitel | Overdrachtslandsverordening VIII: Haven- en Loodswezen |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | verkeer en vervoer; financiën en economie |
De datum van inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 29-12-1952 (P.B. 1952, no. 173).
Eilandenregeling Nederlandse Antillen, overgangsbepaling V
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-1953 | Nieuwe regeling | 27-12-1952 P.B. 1952, no. 167 | onbekend |
De zorg voor:
het haven- en loodswezen,
het seinwezen,
de havens, kaden en landingsplaatsen, en
de meerboeien,
wordt aan de eilandgebieden overgedragen met ingang van de dag, waarop deze landsverordening in werking treedt.
1. De uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de kustverlichting worden met ingang van de in artikel 1 genoemde datum aan de eilandgebieden overgedragen.
2. De kosten, verbonden aan de instandhouding en exploitatie der kustverlichting, worden door het Land gedragen.
3. De eilandgebieden zijn gehouden ten aanzien van de bevoegdheden in het eerste lid genoemd de door of namens de Gouverneur gegeven aanwijzingen op te volgen.
lndien de ambtenaar, op de in artikel 1 genoemde datum belast met het toezicht op dé kustverlichting in de Nederlandse Antillen, ter beschikking van het eilandgebied Curaçao wordt gesteld, blijft hij de tot dusver ten behoeve van de kustverlichting ia de andere eilandgebieden verrichte diensten vervullen zolang deze eilandgebieden dit verlangen.
[wijzigt
het Havenreglement Curaçao 1936 (P.B. 1936, no. 104)
de Loodsdienstverordening 1937 (P.B. 1937, no. 93)]
Aan de organen der eilandgebieden worden uitvoerende bevoegdheden toegekend door wijziging van de navolgende landsverordeningen:
[wijzigt de Verordening van de 13de December 1876 (P.B. 1877, no. 4), waarbij nieuwe bepalingen worden vastgesteld omtrent de meting en meetbrieven van zeeschepen in de kolonie Curaçao]
[wijzigt de Verordening van de 16de Maart 1920 (P.B. 1920, no. 51), houdende vaststelling van maatregelen van voorzorg in het belang der gezondheid en Veiligheid van personen, die anders dan als kajuitpassagiers overzee vervoerd worden]
[wijzigt de Vaartuigenverordening 1930 (P.B. 1930, no. 72)]
[wijzigt de Uitwateringsverordening (P.B. 1933, no. 67)]
Verdere in verband met de inwerkingtreding dezer landsverordening nodige regelingen van algemeen geldende aard worden getroffen bij landsbesluit houdende algemene maatregelen.
1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als „Overdrachtslandsverordening VIII: Haven- en Loodswezen".
2. Zij treedt in werking met ingang van een nader bij landsbesluit vast te stellen datum, welke niet later wordt gesteld dan op de laatste dag van de maand, volgende op die waarin zij wordt afgekondigd.