Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 27ste maart 2007, strekkende tot het stellen van regels ten aanzien van het aangaan van overeenkomsten tussen de Openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen en derden in het kader van het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen (PESP-NA 2006)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 27ste maart 2007, strekkende tot het stellen van regels ten aanzien van het aangaan van overeenkomsten tussen de Openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen en derden in het kader van het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen (PESP-NA 2006)
CiteertitelProgramma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen 2006 (PESP-NA 2006)
Vastgesteld door
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze ministeriële beschikking vervangt het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen (P.B. 2002, no. 43).

In de bijlage is in een voetnoot aangegeven dat de volgende landen buiten de doelstelling van het PESP-NA vallen: Australië, België, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Japan, Luxemburg, Nederland (incl. de Nederlandse Antillen en Aruba), Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika, IJsland, Zweden en Zwitserland.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Comptabiliteitslandsverordening, art. 27

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-06-2007Nieuwe regeling

27-03-2007

P.B. 2007, no. 24

n.v.t.

Tekst van de regeling

MINISTERIËLE BESCHIKKING, MET ALGEMENE WERKING, van de 27ste maart 2007, strekkende tot het stellen van regels ten aanzien van het aangaan van overeenkomsten tussen de Openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen en derden in het kader van het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen (PESP-NA 2006)

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

de Minister : de Minister van Economische en Arbeidszaken;

EVD : het agentschap van het Ministerie van Economische Zaken, gevestigd aan de Juliana van Stolberglaan 148, Den Haag, Nederland.

Artikel 2

  • 1. De Minister kan ter uitvoering van het Programma Economische Samenwerking Projecten -Nederlandse Antillen, overeenkomsten aangaan op de wijze en met de inhoud beschreven in bijlage 1 en 2.

  • 2. De Minister belast EVD om namens hem en onder de in deze beschikking te stellen voorwaarden het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen, uit te voeren.

  • 3. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de Minister en EVD over de uitvoering van deze beschikking.

  • 4. EVD brengt halfjaarlijks en zo dikwijls als de Minister hierom verzoekt, rapport uit over de uitvoering van deze beschikking.

Artikel 3

De Minister van Financiën verleent voor de uitvoering van deze beschikking, ingevolge artikel 27, tweede lid, van de Comptabiliteitslandsverordening (P.B. 1953, no. 1,) aan de Minister van Economische en Arbeidszaken ontheffing van de verplichting ingevolge artikel 27, eerste lid, van de Comptabiliteitslandsverordening, om de activiteiten die in het kader van het Programma Economische Samenwerking Nederlandse Antillen worden ontplooid, openbaar aan te besteden.

Artikel 4

Het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen (P.B. 2002, no. 43) wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze ministeriële beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst.

Artikel 6

Deze ministeriële beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad waarin deze geplaatst is.

Deze beschikking kan worden aangehaald als: Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen 2006 (PESP-NA 2006).

BIJLAGE 1 bij de Ministeriële beschikking met algemene werking van de 27ste maart 2007, strekkende tot het stellen van regels ten aanzien van het aangaan van overeenkomsten tussen de openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen en derden in het kader van het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen (PESP-NA 2006)

Programma Economische Samenwerking Projecten – Nederlandse

Antillen (PESP-NA 2006)

I.Doelstelling PESP-NA

Het PESP-NA beoogt de export door het Nederlands-Antilliaanse bedrijfsleven naar andere dan hoog geïndustrialiseerde Westerse landen te bevorderen met activiteiten die gericht zijn op bilaterale economische samenwerking met deze landen. Voorstellen voor activiteiten worden aan deze doelstelling getoetst.

II. Definiëring activiteiten in het kader van het PESP-NA

Voor de volgende activiteiten kunnen overeenkomsten in het kader van PESP-NA worden gesloten:

Haalbaarheidsonderzoek : een onderzoek waarmee - ten behoeve van een buitenlandse klant - wordt bepaald of het haalbaar is een project uit te voeren, waarin Nederlands-Antilliaanse export van kapitaalgoederen en/of diensten van substantiële omvang gerealiseerd wordt. Ook een haalbaarheidsonderzoek waarbij het om nog niet volledig, of slechts op laboratoriumschaal, bewezen technologie gaat, die na het PESP-NA onderzoek voor het eerst op grote schaal operationeel gemaakt kan worden, kan voor een opdracht uit het PESP-NA kwalificeren;

Investeringsvoorbereidingsstudie : een studie waarin de aspecten worden geanalyseerd die relevant zijn voor het nemen van een investeringsbeslissing, teneinde daarmee de kans op exportorders voor het Nederlands- Antilliaanse bedrijfsleven vanuit het land waar de investering plaatsvindt, te vergroten.

III. Voorwaarden waaraan voorstellen voor een PESP-NA activiteit moeten voldoen

Voorstellen voor activiteiten worden beoordeeld op de volgende aspecten:

1.De activiteit moet de bekendheid van de buitenlandse partij met het aanbod van het Nederlands-Antilliaanse bedrijfsleven vergroten.

Er moet sprake zijn van een reële kans op orderverwerving door het Nederlands-Antilliaanse bedrijfsleven in de uitvoeringsfase van het project, die door de uitvoering van de PESP-NA activiteit wordt vergroot.

2.Het specifieke doel van de PESP-NA activiteit dient zodanig te zijn geformuleerd, dat de resultaten van de PESP-NA activiteit daaraan kunnen worden getoetst.

Het voorstel moet een aantal duidelijke doelstellingen bevatten. Aan het einde van de activiteit zal een toetsing van deze doelstellingen worden opgenomen in de eindrapportage.

3.Het werkplan voor de uitvoering van de activiteit dient voldoende concreet te zijn.

Vóór aanvang van de PESP-NA activiteit moet bekend zijn:

  • a.

    wie de buitenlandse partij is die bij de desbetreffende activiteit betrokken zal zijn, en

  • b.

    op welke locatie(s) de PESP-NA activiteit zal worden uitgevoerd.

    • 4.

      De opdrachtnemer moet financieel, organisatorisch en technisch in staat zijn de opdracht uit te voeren.

De opdrachtnemer moet met financiële stukken onderbouwen dat er voor de uitvoering van de opdracht voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Dit met inbegrip van het door de Minister vast te stellen aandeel van de Nederlandse Antillen in de kosten van de PESP-NA activiteit.

5.Er dienen in het desbetreffende land reële mogelijkheden te zijn voor de realisatie van de projecten, waarbij Nederlands-Antilliaanse bedrijven door uitvoering van een PESP-NA activiteit betrokken willen worden.

Bij de beoordeling van dit aspect wordt met name gelet op:

  • a.

    de mate van prioriteit die door de overheid van het desbetreffende land wordt toegekend aan het project, waarmee de PESP-NA activiteit samenhangt. Deze prioriteit kan blijken uit plannen die er bestaan bij de overheid van het desbetreffende land voor de realisatie van het project (waarbij de overheid bijvoorbeeld middelen heeft gereserveerd voor de uitvoering van de PESP-NA activiteit of het daarna volgende project);

  • b.

    financieringsmogelijkheden: voorstellen voor een PESP-NA activiteit dienen een indicatie te geven van de wijze waarop het na de PESP-NA activiteit volgende project zal worden gefinancierd (bijvoorbeeld uit middelen van de overheid van het betrokken land, bilaterale/multilaterale fondsen of door commerciële financiering).

    • 6.

      De Minister wenst maatschappelijk verantwoord ondernemen te bevorderen.

Bij de beoordeling van ingediende projectvoorstellen zal derhalve worden gelet op de sociale en milieu aspecten van het voorstel. Ook zal er op worden gelet of er indicaties zijn van omkoping.

Bij de beoordeling van een PESP-NA-voorstel zal voorts worden bezien of:

  • -

    het te realiseren project, ter voorbereiding waarvan onder PESP-NA activiteiten worden verricht, geen belangrijke negatieve milieu-implicaties zal hebben;

  • -

    voor zover het ingediende projectvoorstel betrekking heeft op investeringsvoornemens, het risico dat bij de toepassing van de resultaten van het PESP-NA-project de fundamentele arbeidsnormen, zoals neergelegd in de verdragen van de ILO, waar de Nederlandse Antillen bij zijn aangesloten, zullen worden geschonden.

Indieners van voorstellen moeten verklaren dat er bij de verwerving of uitvoering van activiteiten, geen sprake is of zal zijn van omkoping.

De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen zullen bij de toetsing van deze aspecten maatgevend zijn.

IV. Procedure

  • 1.

    Alleen in de Nederlandse Antillen gevestigde bedrijven kunnen op eigen initiatief of op uitnodiging van de Minister een schriftelijk voorstel doen aan de Minister voor het uitvoeren van een activiteit in het kader van het PESP-NA. Bij voorkeur worden PESP-NA voorstellen door een consortium van minimaal twee exporterende of investerende bedrijven ingediend.

  • 2.

    Uit het voorstel, dat moet worden ingediend door invulling van een formulier dat bij het agentschap EVD, Juliana van Stolberglaan 148 te Den Haag, Nederland, verkrijgbaar is, moet onder meer blijken op welke wijze de voorgestelde activiteit past in de doelstelling van het PESP-NA, in hoeverre wordt voldaan aan de voorwaarden, wat de omvang en de aard van de kosten is die met de activiteit zijn gemoeid en hoe de activiteit zal worden gefinancierd. Het formulier is te downloaden op de website van de EVD; www.evd.nl/antillensubsidies

  • 3.

    De begroting van de kosten van de activiteit dient te worden opgesteld op basis van de kostenspecificatie en tariefstelling, zoals die in de toelichting bij het formulier worden uiteengezet. Alleen volledig ingevulde formulieren die compleet zijn met bijbehorende stukken, worden in behandeling genomen.

  • 4.

    Ingediende projectvoorstellen dienen vergezeld te gaan van een ondertekende inspanningsverklaring ten aanzien van de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen.

  • 5.

    Projectvoorstellen worden ter advisering aan een onafhankelijke commissie voorgelegd.

    • V.

      Het sluiten van overeenkomsten

  • 1.

    De Minister kan naar aanleiding van een voorstel voor een PESP-NA activiteit een overeenkomst sluiten namens de Nederlandse Antillen met een Nederlands- Antilliaans bedrijf of een Nederlands-Antilliaanse instelling, die daarmee opdrachtnemer wordt.

  • 2.

    Voorstellen, waarvan op voorhand kan worden vastgesteld dat deze niet voldoen aan de voorwaarden, komen niet in aanmerking voor het sluiten van een overeenkomst. De indiener van een dergelijk voorstel zal dan een schriftelijk bericht ontvangen dat het desbetreffende voorstel niet past in het kader van het PESP-NA en niet verder zal worden behandeld.

  • 3.

    Voorstellen, waarvan is vastgesteld dat ze passen in de doelstelling en voldoen aan de voorwaarden van het PESP-NA, worden voorgelegd aan de Minister, mits er voor de uitvoering daarvan financiële ruimte beschikbaar is binnen het PESP-NA-budget.

  • 4.

    De Minister zal tenslotte op basis van het actuele belang dat de PESP-NA activiteit heeft voor de ontwikkeling van de Nederlands-Antilliaanse export, besluiten wel dan niet in te gaan op een voorstel.

Deze laatste overweging kan betrekking hebben op aspecten als:

  • -

    de actuele politieke situatie in het land; en

  • -

    het exportpotentieel van de bedrijfstak waartoe de opdrachtnemer behoort.

    • 5.

      Ten behoeve van de beoordeling van deze actuele relevantie van de PESP-NA activiteit voor de Nederlands-Antilliaanse export naar het desbetreffende land kan advies worden ingewonnen bij de Nederlandse ambassade in het land waar de PESP-NA activiteit zal worden uitgevoerd of, indien nodig, bij een onafhankelijke deskundige.

    • 6.

      Wanneer de Minister heeft besloten in te gaan op een voorstel voor een PESP-NA activiteit, doet de Minister aan de beoogde opdrachtnemer een schriftelijk voorstel tot het sluiten van een overeenkomst door middel van een brief toekomen. Door ondertekening en retournering van deze opdrachtbrief verklaart de opdrachtnemer zich akkoord met de voorwaarden van de opdracht van de Minister.

    • 7.

      In de opdrachtbrief wordt onder meer bepaald:

  • -

    welke activiteit zal worden uitgevoerd;

  • -

    de hoogte van de voorlopige opdrachtsom;

  • -

    de eventuele specifieke voorwaarden die aan de opdracht worden verbonden; en

  • -

    het aandeel van de Nederlandse Antillen in de kosten van de uitvoering van de opdracht.

In de opdrachtbrief wordt tevens bepaald dat eventuele algemene voorwaarden van het bedrijf van de opdrachtnemer niet van toepassing zijn, tenzij deze uitdrukkelijk geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard.

  • 8.

    Bij de opdrachtverlening wordt de voorlopige opdrachtsom op basis van de door de Minister goedgekeurde begrote kosten vastgesteld. De voorlopige opdrachtsom is inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting.

  • 9.

    Het aandeel van de Nederlandse Antillen in de kosten van de opdracht wordt bij opdrachtverlening niet hoger vastgesteld dan 2/3 deel van de voorlopige opdrachtsom tot een maximum van NAF 230.000 en kan niet meer bedragen dan het verschil tussen de voorlopige opdrachtsom en de door opdrachtnemer en derden toegezegde financiële bijdragen ten behoeve van de uitvoering van de PESP-NA activiteit.

  • 10.

    Wijzigingen gedurende de uitvoering van de opdracht die leiden tot afwijking van de voorwaarden van de overeenkomst dienen ter voorafgaande goedkeuring aan de Minister te worden voorgelegd.

  • 11.

    Gelet op het feit dat de Minister van Economische en Arbeidszaken opdrachtgever is, ligt het in de rede dat de intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van de opdracht eigendom worden van de Nederlandse Antillen. Indien dat beleidsmatig van belang wordt geacht kunnen de resultaten door de Minister aan anderen worden verstrekt, zoals aan de overheid van het land waar de activiteit betrekking op heeft of aan het betrokken bedrijfsleven uit dat land.

VI. Eindafrekening

  • 1.

    Definitieve vaststelling van de opdrachtsom vindt plaats na afronding van de PESP-NA activiteit en na overlegging door de opdrachtnemer van een eindrapportage over de uitgevoerde PESP-NA activiteit.

  • 2.

    Het eindrapport wordt beoordeeld waarbij tevens dient te worden vastgesteld of de opdrachtnemer de opdracht conform de overeenkomst heeft uitgevoerd.

  • 3.

    Na acceptatie van het eindrapport door de Minister en indiening van de einddeclaratie door de opdrachtnemer gaat de Minister over tot eindafrekening. Bij de eindafrekening wordt eerst de definitieve opdrachtsom vastgesteld, op grond waarvan de Minister vervolgens het door de Nederlandse Antillen te vergoeden aandeel in de definitieve opdrachtsom vaststelt conform de overeenkomst. De definitieve opdrachtsom wordt vastgesteld op basis van de totale werkelijk gemaakte en betaalde kosten tijdens de overeengekomen uitvoeringsperiode voor de PESP-NA activiteit. Het aandeel van de Nederlandse Antillen in de definitieve opdrachtsom wordt vastgesteld met inachtneming van het met de Minister overeengekomen percentuele aandeel in de opdrachtsom, doch maximaal ter hoogte van het aandeel van de Nederlandse Antillen in de voorlopige opdrachtsom en maximaal ter hoogte van het verschil tussen de definitieve opdrachtsom en de ten behoeve van de uitvoering van de PESP-NA activiteit door opdrachtnemer en derden toegezegde of verkregen financiële bijdragen. Uitgangspositie is dat bij de einddeclaratie een accountantsverklaring wordt verlangd.

VII. Publicatie PESP-NA

De regeling zal met toelichting en de algemene voorwaarden PESP-NA in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen worden geplaatst. De algemene voorwaarden PESP-NA, het voorstel formulier en het accountantsprotocol kunnen ook worden opgevraagd bij EVD, Juliana van Stolberglaan 148 te Den Haag, Nederland of worden gedownload op de EVD internetsite: www.evd.nl/antillensubsidies.

BIJLAGE 2 bij de Ministeriële beschikking met algemene werking van de 27ste maart 2007, strekkende tot het stellen van regels ten aanzien van het aangaan van overeenkomsten tussen de openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen en derden in het kader van het Programma Economische Samenwerking Projecten - Nederlandse Antillen (PESP-NA 2006)

AAN DE OPDRACHT VERBONDEN VOORWAARDEN

ALGEMEEN

1.0. Op deze opdracht zijn uitsluitend de in de opdrachtbrief met bijlagen vermelde voorwaarden van toepassing. Van deze voorwaarden afwijkende bepalingen zijn slechts dan bindend, indien zij schriftelijk zijn overeengekomen. Eventuele door opdrachtnemer gehanteerde voorwaarden zijn niet van toepassing.

2.0. Opdrachtnemer dient alle werkzaamheden te verrichten waartoe door opdrachtgever opdracht is verleend. Alle eventuele wijzigingen in de te verrichten werkzaamheden dienen voorafgaand schriftelijk door opdrachtgever te worden goedgekeurd.

2.1. Wijzigingen binnen de begrotingsposten 1 t/m 8 van de goedgekeurde begroting (zie bijlage 1) en onderlinge wijzigingen tussen de genoemde begrotingsposten van 10% of minder per begrotingspost zijn toegestaan.

2.2. Op voorafgaand met redenen omkleed schriftelijk verzoek van opdrachtnemer kunnen de in de opdrachtbrief en deze voorwaarden bedoelde termijnen door opdrachtgever worden verlengd. Een dergelijk verzoek dient ten minste een maand vóór afloop van de betreffende termijn schriftelijk bij opdrachtgever te worden ingediend. Aan het verlengen van de termijn kunnen door opdrachtgever nadere voorwaarden worden verbonden.

2.3. Opdrachtnemer dient een zodanige administratie bij te houden dat daaruit te allen tijde op eenvoudige wijze alle projectkosten kunnen worden afgelezen, gespecificeerd overeenkomstig de door de opdrachtgever goedgekeurde begroting, met dien verstande dat ter zake van werkzaamheden welke worden verricht op urenbasis, een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording per werknemer aanwezig dient te zijn.

2.4. Opdrachtnemer is verplicht aan de door de Minister aangewezen personen:

a) inzage te verlenen in al zijn boeken en bescheiden, en hen de gelegenheid te bieden daarvan afschrift te nemen;

b) toegang te verlenen tot alle plaatsen, niet zijnde woningen;

c) alle inlichtingen te verstrekken en door zijn externe accountant te doen verstrekken;

d) anderszins alle door hen gewenste medewerking te verlenen.

DECLARATIES EN VOORSCHOTTEN

3.0. Alleen werkelijk gemaakte en betaalde kosten komen voor vergoeding in aanmerking tenzij opdrachtgever in de overeenkomst anders heeft bepaald of partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.

3.1. Opdrachtnemer kan tijdens de looptijd van het project één of meerdere keren de tot dan toe gemaakte en betaalde projectkosten declareren, waarbij iedere declaratie vergezeld dient te gaan van een door de opdrachtgever goed te keuren voortgangsrapportage die inzicht verschaft over de resultaten van de studie met betrekking tot de periode waarover gedeclareerd wordt.

3.2. De declaratie dient opgesteld te worden conform het format van de goedgekeurde begroting (bijlage 1).

3.3. Op basis van declaraties die voldoen aan artikel 3.0. van deze voorwaarden, verstrekt opdrachtgever voorschotten op de einddeclaratie tot ten hoogste 80% van de in de overeenkomst vastgestelde opdrachtsom.

EINDAFREKENING

4.0. Nadat de opdracht volledig door opdrachtnemer is uitgevoerd dient opdrachtnemer een verzoek tot eindafrekening in.

4.1. Het verzoek tot eindafrekening wordt binnen drie maanden na de in de opdrachtbrief genoemde datum van afronding van de uitvoering van de opdracht bij EVD ingediend.

4.2. Het verzoek tot eindafrekening gaat vergezeld van:

  • a.

    een einddeclaratie;

  • b.

    een door opdrachtnemer in tweevoud op te leveren eindrapport. Dit eindrapport dient te voldoen aan het gestelde in voorwaarde 6.1;

  • c.

    een overzicht van de totale werkelijk gemaakte en betaalde kosten voor de gehele opdracht, opgesteld conform de goedgekeurde begroting (zie bijlage 1, onder IV);

  • d.

    een overzicht van de ten behoeve van de uitvoering van de PESP-NA activiteit door derden toegezegde en/of verkregen financiële bijdragen;

  • e.

    een door een externe registeraccountant of accountant- administratieconsulent gewaarmerkte accountantsverklaring (zie bijlage 1, onder VII), die een uitspraak doet over de gehele opdracht.

4.3. Indien de onder 4.2 genoemde stukken in goede orde zijn ontvangen en akkoord bevonden, stelt opdrachtgever uiterlijk zes weken na ontvangst van deze stukken de definitieve opdrachtsom en het aandeel van de opdrachtgever daarin vast. Indien door opdrachtgever niet akkoord wordt gegaan met de onder 4.2 genoemde stukken wordt dit eveneens uiterlijk zes weken na ontvangst van de declaratie met redenen omkleed aan opdrachtnemer kenbaar gemaakt.

4.4. De betaling van het restantbedrag, zijnde het verschil tussen het aan opdrachtnemer tot dan toe uitbetaalde bedrag en het krachtens voorwaarde 4.3 vastgestelde aandeel van de opdrachtgever in de definitieve opdrachtsom, vindt, indien het laatstgenoemde bedrag hoger is dan het reeds uitbetaalde bedrag, plaats uiterlijk twee weken na vaststelling van de definitieve opdrachtsom en het aandeel van de opdrachtgever daarin.

4.5. Indien het vastgestelde aandeel van de opdrachtgever in de definitieve opdrachtsom lager is dan het reeds aan opdrachtnemer uitbetaalde bedrag, betaalt opdrachtnemer het verschil uiterlijk zes weken na datum van de brief waarin opdrachtnemer dit wordt medegedeeld aan opdrachtgever terug.

4.6. Bij het opstellen van de einddeclaratie door opdrachtnemer dient voor de met name genoemde medewerkers te worden uitgegaan van voor deze medewerkers afgesproken tarieven, conform de goedgekeurde begroting. De dagtarieven voor tijdbesteding in de Nederlandse Antillen worden berekend door het bruto-maandsalaris van de medewerkers te vermenigvuldigen met een faktor 3,25 en te delen door 21,67 dagen. Het maximum-tarief voor tijdbesteding in de Nederlandse Antillen is NAF 1.800,- per werkdag. De tarifering van tijdbesteding in de Nederlandse Antillen is gebaseerd op een maximum van 5 declarabele werkdagen per week en een maximum van 8 declarabele uren per werkdag. Het bruto-maandsalaris dient te worden gespecificeerd conform de opgave van de (verzamel)loonstaat aan de Belastingdienst. De dagtarieven voor tijdbesteding in het buitenland worden berekend door het brutomaandsalaris van de medewerkers te vermenigvuldigen met een faktor 3,45 en te delen door 30,42 dagen. Het maximum-tarief voor tijdbesteding in het buitenland is NAF 1.360,- per kalenderdag (zie bijlage 1). De tarifering van tijdbesteding in het buitenland is gebaseerd op een maximum van 7 declarabele kalenderdagen per week en een maximum van 8 declarabele uren per kalenderdag. De tarieven voor in te zetten medewerkers, die niet met name zijn genoemd, zijn in de goedgekeurde begroting gesteld op de voor de betreffende functie geschatte tarieven. Kosten voor de inzet van deze medewerkers zijn pas te declareren, nadat de bruto-maandsalarissen van de betreffende medewerkers alsmede de bijbehorende tarieven, schriftelijk aan opdrachtgever zijn voorgelegd en door opdrachtgever schriftelijk toestemming is verleend voor de inzet van deze personen.

4.7. Indien het eindrapport niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in voorwaarde 6.1, kan opdrachtgever eenzijdig de definitieve opdrachtsom lager dan wel op nihil vaststellen en eventueel betaalde voorschotten als onverschuldigd betaald terugvorderen.

OVERIGE VERPLICHTINGEN

5.0. De opdrachtnemer zal de uit deze opdracht voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel noch gedeeltelijk aan derden overdragen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. Aan deze toestemming kunnen door de opdrachtgever (aanvullende) voorwaarden worden verbonden. In ieder geval worden de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid, samenhangende met de overdracht, geregeld.

5.1. Indien uit deze opdracht een vervolgopdracht voortvloeit kan de opdrachtnemer aan deze opdracht geen enkel recht ontlenen voor het verkrijgen van die vervolgopdracht.

5.2. De opdrachtnemer dient aan een eventuele evaluatie van deze opdracht mede te werken.

INTELLECTUELE EIGENDOM EN EINDRAPPORT

6.0. Alle intellectuele eigendomsrechten, welke - waar en wanneer dan ook - op de resultaten van de door de opdrachtnemer op basis van deze opdracht verrichte werkzaamheden bestaan of kunnen worden gevestigd, berusten bij de opdrachtgever. Voorzover daartoe overdracht van deze rechten van de opdrachtnemer aan de opdrachtgever noodzakelijk zal zijn, verbindt de opdrachtnemer zich hieraan mee te zullen werken.

6.1. Het eindrapport dient in ieder geval de volgende elementen te bevatten:

  • a.

    een uitgebreide beschrijving van de verrichte activiteiten en resultaten. Deze beschrijving dient zodanig te zijn opgesteld dat deze toetsbaar is aan deze opdracht en de hieraan verbonden voorwaarden;

  • b.

    een'executive summary' met daarin een samenvatting van de onder a genoemde activiteiten en resultaten. Hierin dient aandacht te worden besteed aan in hoeverre de opdracht heeft geleid tot:

• reële mogelijkheden voor de realisatie van de vervolg/uitvoeringsfase, waarbij wordt aangegeven wanneer een eventuele vervolg/uitvoeringsfase zal plaatsvinden;

• een verbetering van de bilaterale economische samenwerking;

• een vergroting van de bekendheid (van de buitenlandse partij) met het aanbod van het Nederlands-Antilliaanse bedrijfsleven;

• exportorders voor het Nederlands-Antilliaanse bedrijfsleven dan wel reële kansen op orderverwerving door het Nederlands-Antilliaanse bedrijfsleven, waarbij wordt aangegeven wat de omvang van de (eventuele) orders is en welke Nederlands-Antilliaanse bedrijven deze orders hebben verworven dan wel eventueel zullen verwerven;

• inzicht in financieringsmogelijkheden, waarbij wordt aangegeven in hoeverre deze mogelijkheden reëel zijn en in hoeverre deze mogelijkheden kansen bieden voor het Nederlands-Antilliaanse bedrijfsleven.

c.Indien de opdrachtnemer het noodzakelijk acht het eindrapport in een taal anders dan het Nederlands of het Engels op te stellen, dient de opdrachtnemer minimaal een uitgebreide samenvatting in de Nederlandse of Engelse taal bij te voegen.

VRIJWARING

7.0. De opdrachtnemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden ter zake van schade die dezen lijden of pretenderen tengevolge van het zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever openbaar maken van gegevens die in het kader van deze opdracht verkregen zijn.

UITVOERING VAN DE OPDRACHT

8.0. Indien tijdens de uitvoering van deze opdracht blijkt dat niet voorziene omstandigheden een behoorlijke uitvoering belemmeren of dreigen te

belemmeren, danwel bij één van de partijen gerede twijfel rijst aan het in redelijkheid te verwachten kwalitatieve resultaat binnen het voor deze opdracht overeengekomen bedrag en de overeengekomen doorlooptijd, stelt deze partij de wederpartij hiervan onverwijld schriftelijk in kennis.

8.1. Indien het onder voorwaarde 8.0. gestelde van toepassing is, zal tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever overleg plaatsvinden. Indien het resultaat van het overleg wijzigingen in de oorspronkelijke opdracht inhouden, dienen deze door beide partijen schriftelijk te worden overeengekomen.

TUSSENTIJDSE BEEINDIGING VAN DE OPDRACHT

9.0. In geval van beëindiging van de opdracht heeft de opdrachtnemer, behoudens in het geval bedoeld in het tweede lid, aanspraak op vergoeding van de tot dan toe verrichte werkzaamheden plus een in redelijkheid, in overleg tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer, vast te stellen vergoeding van kosten in verband met reeds gemaakte en schriftelijk vastgelegde afspraken met derden. Verrekening vindt in dit geval plaats op basis van de werkelijk gemaakte en betaalde kosten tot maximaal het in de opdrachtbrief genoemde aandeel van de Nederlandse Antillen.

9.1. De opdrachtnemer heeft geen aanspraak op de in het eerste lid bedoelde vergoeding, indien de opdracht ontbonden is als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van de opdrachtnemer.

9.2. De opdrachtnemer doet onverwijld, nadat bij het Gerecht in Eerste Aanleg is verzocht om aan hem surséance van betaling te verlenen of om hem failliet te verklaren, daarvan schriftelijk mededeling aan de opdrachtgever.

9.3. Deze opdracht eindigt van rechtswege op het moment dat aan de opdrachtnemer surséance van betaling is verleend of de opdrachtnemer onherroepelijk in staat van faillissement is verklaard. In dat geval zal de opdrachtnemer al datgene verrichten dat redelijkerwijs, gelet op de omstandigheden, van de opdrachtnemer kan worden gevergd.

TOEPASSELIJK RECHT EN GESCHILLENREGELING

10.0. Op deze overeenkomst is het Nederlands-Antilliaanse recht van toepassing.

10.1. Eventuele geschillen die niet in onderling overleg kunnen worden opgelost zullen ter beslechting worden voorgelegd aan het Gerecht in Eerste Aanleg te Curaçao. Van een geschil is sprake zodra een van de partijen dit bij aangetekende brief aan de andere partij bij deze overeenkomst te kennen geeft.