Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening bezwaarschriften Geuzenveld-Slotermeer 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening bezwaarschriften Geuzenveld-Slotermeer 2006
CiteertitelVerordening bezwaarschriften 2006
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is met ingang van 1 mei 2010 van rechtswege vervallen (op grond van artikel 12 van de Bijzondere verordening stadsdeelherindeling 2010). Met ingang van 1 mei 2010 is Geuzenveld-Slotermeer, samen met Osdorp en Slotervaart, opgegaan in het nieuwe stadsdeel Nieuw-West.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-10-200601-05-2010nieuwe regeling

03-10-2006

Westerpost 4-10-2006

-

Tekst van de regeling

Verordening

1 Inleidende bepalingen

Art. 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    algemene commissie: de algemene commissie van advies voor de bezwaarschriften die is in-gesteld op basis van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • c.

    commissie rechtspositie: de commissie van advies voor de bezwaarschriften, ingesteld op ba-sis van artikel 7:13 Awb, die zich uitsluitend bezighoudt met bezwaarschriften tegen besluiten inzake de rechtspositie van ambtenaren werkzaam bij het stadsdeel Geuzenveld Slotermeer;

  • d.

    interne commissie: een commissie die bestaat uit minimaal één ambtenaar van het Stadsdeel Geuzenveld Slotermeer. De voorzitter en geen van de leden van de interne commissie is op enige wijze bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken geweest:

  • e.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld Slotermeer;

  • f.

    voorzitter: de voorzitter van de in de artikelen 2, lid 1, 2 en 3 van deze verordening bedoelde commissies.

Art. 2 Commissies
  • 1. Er is een algemene commissie die adviseert ter voorbereiding op de beslissingen op bezwaar tegen besluiten van het verwerend orgaan.

  • 2. Er is een commissie rechtspositie die adviseert ter voorbereiding op de beslissing op bezwa-ren tegen rechtspositionele besluiten van het verwerend orgaan;

  • 3. Er is een interne commissie die in beginsel adviseert ter voorbereiding op de beslissing op bezwaren:

    • a.

      tegen besluiten van het verwerend orgaan op het gebied van de Verordening Leerlin-genvervoer stadsdeel Geuzenveld Slotermeer;

    • b.

      tegen besluiten van het verwerend orgaan op grond van artikel 49 van het Besluit ad-ministratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), te weten gehandicaptenpar-keerkaarten, alsmede tegen verkeersbesluiten zoals bedoeld in artikel 12 van het Be-sluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), te weten gehandi-captenparkeerplaatsen:

    • c.

      tegen besluiten van het verwerend orgaan die zijn genomen op grond van Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met de Gemeentewet en bijzon-dere wetgeving (Handhavingsbesluiten);

    • d.

      tegen besluiten van het verwerend orgaan die zijn genomen op basis van de Leer-plichtwet 1969.

  • 4. De commissies zijn niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de Verordening Procedureregeling Sociale Zekerheid 1995 (raadsbesluit d.d. 12 sep-tember 1995 GB95-19g) en de daarop aangebrachte wijzigingen (1e wijziging d.d. 19 maart 1996 GB96-05 & 2e wijziging d.d. 9 oktober 2001 GB01-32);

    • c.

      de Wet Werk en Bijstand (2004) en de daarop gebaseerde regelingen;

    • d.

      de Wet Milieubeheer en de daarop gebaseerde regelingen.

  • 5. De commissies zijn bevoegd tot het adviseren ten aanzien van verzoeken om vergoeding van proceskosten, zoals bedoeld in artikel 7:15 Algemene wet bestuursrecht.

Art. 3 Samenstelling van de algemene commissie
  • 1. De algemene commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de algemene commissie worden door het dagelijks bestuur be-noemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het dagelijks bestuur benoemt een aantal plaatsvervangende voorzitters en plaatsvervangen-de leden.

  • 4. De algemene commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. Het dagelijks bestuur stelt de vergoeding vast voor de voorzitter, de plaatsvervangend voorzit-ters, en de (plaatsvervangende) leden van deze commissie.

Art. 4 Samenstelling van de commissie rechtspositie
  • 1. De commissie rechtspositie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2. Geen van de leden van de commissie rechtspositie noch de voorzitter van de commissie rechtspositie maakt deel uit van de algemene commissie zoals bedoeld in artikel 2, lid 1.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie rechtspositie worden door het dagelijks bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. Het dagelijks bestuur benoemt een aantal plaatsvervangende voorzitters en plaatsvervangen-de leden.

  • 5. De commissie rechtspositie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 6. Het dagelijks bestuur stelt de vergoeding vast voor de voorzitter, de plaatsvervangend voorzit-ters en de (plaatsvervangende) leden van deze commissie.

Art. 5 Secretaris
  • 1. De algemene commissie en de commissie rechtspositie worden ondersteund door een secre-taris. De secretaris is een door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar.

  • 2. De secretaris maakt geen deel uit van de algemene commissie of de commissie rechtspositie.

Art. 6 Zittingsduur
  • 1. De voorzitter en leden van de in de artikelen 2, lid 1 en 2 bedoelde commissies treden af op de dag van het aftreden van de stadsdeelraad.

  • 2. De voorzitter en leden van de in de artikelen 2, lid 1 en 2 bedoelde commissies kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de op-volging is voorzien.

Art. 7 Samenstelling van de interne commissie
  • 1. De interne commissie bestaat uit één of meer door het dagelijks bestuur aangewezen ambte-naren.

  • 2. De voorzitter en geen van de leden van de interne commissie is op enige wijze bij de voorbe-reiding van het bestreden besluit betrokken geweest.

  • 3. De interne commissie kan de behandeling van bezwaren tegen besluiten zoals bedoeld in ar-tikel 2 lid 3 onder a., b., c. en d. overdragen aan de algemene commissie.

  • 4. De interne commissie heeft een reglement waarin haar werkwijze is geregeld.

II. Behandeling bezwaarschriften

Art. 8  Ingediend bezwaarschrift
  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken , alsmede de eventueel daarbij beho-rende enveloppen wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Art. 9 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter:

artikel 2:1,        tweede lid (vragen schriftelijke machtiging aan gemachtigde);

artikel 6:6,        wat betreft het de indiener stellen van een termijn:

artikel 6:17,       voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

artikel 7:4,        tweede lid;

artikel 7:6,        vierde lid.

Art. 10 Vooronderzoek
  • 1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwin-nen.

  • 2. Zonodig laat de voorzitter ter plaatse een bezichtiging houden ten overstaan van belangheb-benden. Van deze plaatsopneming ontvangen belanghebbenden tijdig bericht.

  • 3. De voorzitter kan uit eigener beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen ad-vies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschij-nen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het dagelijks bestuur vereist.

Art. 11 Hoorzitting
  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het ver-werend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb (afzien van het horen).

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daar-van mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Art. 12 Uitnodiging hoorzitting
  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste lid tot en met het derde lid.

Art. 13 Quorum

Voor het houden van een zitting door de commissies bedoeld in de artikelen 2, lid 1 en 2 is vereist dat tenminste de voorzitter, of diens plaatsvervanger en twee (plaatsvervangende) leden aanwezig zijn.

Art. 14 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter, diens plaatsvervanger en de (plaatsvervangende) leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Art. 15 Openbaarheid zitting
  • 1. De zittingen van de in de artikelen 2, lid 1 en 2, lid 3 bedoelde commissies zijn openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aan-wezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. De zittingen van de commissie rechtspositie zijn niet openbaar.

Art. 16 Schriftelijke verslaglegging
  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belangheb-benden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kun-nen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de in de artikelen 2, lid 1 en 2, lid 2 bedoelde commissies. Het verslag van de in artikel 2, lid 3 bedoelde commissie wordt ondertekend door de voorzitter.

Art. 17 Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter is bevoegd op een dergelijk verzoek te beslissen.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Art. 18 Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te bren-gen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het be-zwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de in de artikelen 2, lid 1 en 2, lid 2 bedoelde commissies ondertekend. Het advies van de in artikel 2, lid 3 bedoelde commissie wordt ondertekend door de voorzitter.

Art. 19 Uitbrengen van het advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en van eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het verwerend or-gaan.

III. Slotbepalingen

Art. 20

De verordening behandeling bezwaarschriften Stadsdeel Geuzenveld Slotermeer 2005, zoals vastge-steld op 8 maart 2005, wordt bij de inwerkingtreding van de onderhavige verordening ingetrokken.

Art. 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgende op die waarop de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Art. 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bezwaarschriften 2006.