Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Handreiking (brand)veiligheid evenementen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingHandreiking (brand)veiligheid evenementen
CiteertitelHandreiking (brand)veiligheid evenementen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Brandweerwet, artikel 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-11-2008nieuwe regeling

07-10-2008

Tussenklappen, 12 november 2008

handreiking (brand)veiligheid evenementen

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Inleiding

Artikel 1.1 Algemeen

Jaarlijks vinden in de hele provincie Groningen een groot aantal kleine en groteevenementen plaats die bijdragen aan de gezelligheid en het culturele ensportieve klimaat. Om een evenement veilig te laten verlopen moet eenevenement aan een aantal regels voldoen. Deze voorwaarden zijn afhankelijk vanhet evenement dat georganiseerd wordt en wat voor activiteiten daarplaatsvinden. In de meeste APV’s is bepaald dat voor het houden van een voorpubliek toegankelijk evenement een vergunning is vereist. En aan dezevergunning kunnen voorwaarden verbonden worden, onder meer uit het oogpuntvan (brand)veiligheid.Er zijn echter geen eenduidige landelijke regels en of richtlijnen vastgesteld. Inverschillende wettelijke regelingen worden voorwaarden gesteld die debrandveiligheid moeten waarborgen. Vanuit de lokale korpsen - niet alleen inGroningen, maar in heel Nederland - is er een sterke roep om eenduidigeregelgeving. De centrale vergadering van het Landelijk Netwerk Brandpreventie(LNB) heeft in april 2007 ingestemd met een onderzoek om te komen tot eenlandelijke leidraad voor evenementen.Het kan echter nog enige tijd duren vooraleer er daadwerkelijk een landelijkeleidraad voorhanden is. Er is daarom besloten om, in navolging van andereregio’s, ook voor de regio Groningen een handreiking op te stellen.In deze handreiking is alle regelgeving samengevoegd die van toepassing is opbrandveiligheid bij evenementen. De formele grondslag, voor toepassing van dezehandreiking, blijft de oorspronkelijke wet- en regelgeving.De voorschriften zijn zowel voor kleine als grote evenementen te hanteren. Echterbij grote evenementen, of belastende evenementen zoals in hoofdstuk 3 naderuitgelegd zal worden, zullen er verdergaande, multidisciplinaire voorschriftengesteld moeten worden. Deze handreiking beperkt zich echter tot de kleineevenementen.De handreiking is deels gebaseerd op soortgelijke documenten van de RegionaleBrandweer Fryslân (RBF), de Brandweer Regio Utrechts Land (BRUL) en deRegionale Brandweer Gelderland-Zuid (RBGZ).

Artikel 1.2 Bestuurssamenvatting

In de dagelijkse praktijk blijken er in de regio verschillen te bestaan in de(brand)veiligheidsvoorschriften voor grote en kleine evenementen. In dezehandreiking is een zo compleet mogelijk overzicht opgenomen van dezevoorschriften, waarbij met behulp van een matrix voor ieder evenement eenspecifiek advies samengesteld kan worden. Bij deze handreiking is ook eeninstrument ontwikkeld om op eenvoudige wijze de voorschriften voor eenevenement op te stellen.Voor grotere evenementen is een methode beschikbaar om een risicoanalyse uitte voeren en aan de hand daarvan beheersmaatregelen voor te schrijven. Dezemethode is verder niet in deze handreiking opgenomen, maar zal later ingebrachtworden in een multidisciplinair evenementenbeleid wat in de komende periodeontwikkeld zal worden in het kader van het project “RB-multi”.

Artikel 1.3 Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten zijn bij het samenstellen van de handreiking in achtgenomen:• Er zijn uitsluitend voorschriften opgenomen ter voorkoming van brand enongevallen bij brand.• Aangezien de meeste gemeenten een eigen werkwijze hebben voor hetaanvragen van vergunningen zijn er geen voorschriften opgenomen metbetrekking tot de vergunningprocedure of leges.• Er zijn geen voorschriften of procedures opgenomen ten behoeve van dehandhaving. Het is gemeentelijk beleid om hier invulling aan te geven.• De voorschriften moeten begrijpelijk, toepasbaar en handhaafbaar zijn.• De voorschriften mogen niet in strijd zijn met enige landelijke wet- enregelgeving en zo veel mogelijk stroken met reeds bestaande lokaleregelgeving.

Artikel 1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt het wettelijk kader benoemd, waarbij ook kort stil wordtgestaan bij de ontwikkelingen in de nabije toekomst. Vervolgens zal inhoofdstuk 3 het begrip “Evenement” nader belicht worden. In hoofdstuk 4 wordtingegaan op de werkwijze die gevolgd wordt bij de verschillende soortenevenementen, waarbij er tevens een overzicht is opgenomen van de documentendie voor de brandweer van belang zijn in het kader van de vergunningaanvraag.Hoofdstuk 5 is gereserveerd voor de begripsomschrijvingen en tot slot is inhoofdstuk 6 een bronnen- en literatuuroverzicht opgenomen.In bijlage 1 komen de voorschriften aan bod en in bijlage 2 een toelichtingdaarop. In bijlage 3 is de matrix opgenomen om te bepalen welke voorschriften inwelk geval van toepassing zijn.Het totaal aantal brandveiligheidsvoorschriften in deze handreiking bedraagt bijna135 stuks. Het is te omslachtig en erg tijdrovend om per evenement de relevantevoorschriften over te zetten naar een specifiek document. Daarom is een “handighulpmiddel” ontwikkeld in de vorm van een Excel-bestand. Door middel van hetselecteren van enkele kenmerken van het evenement (zie afbeelding hieronder)kan vervolgens een compleet overzicht met de van toepassing zijndevoorschriften gegenereerd worden.

 

Artikel 1.5 Gevolgde procedure

Begin 2006 is een eerste aanzet gegeven om te komen tot een regionaalevenementenbeleid. Basis was de “Handreiking brandveiligheidsvoorschriften voorevenementen” van de BRUL uit 2005, waaruit een concept voor de regioGroningen werd ontwikkeld. In verband met onderbezetting en prioriteitstellingop de afdeling Risicobeheersing is het project daarna tijdelijk op “hold” gezet. Inapril 2007 is de draad weer opgepakt.Er is een klankbordgroep gevormd, met als deelnemers de heren Musch(Oldambt), Venema (Hoogezand-Sappemeer), Orsel (RBZG), Winter (Leek) enOldenhof (Stad Groningen). Tijdens een startbijeenkomst is besloten toch eenregionaal document te ontwikkelen, aangezien de verwachting was dat eenlandelijke leidraad voor evenementen niet voor 31 december 2007 het levenslichtzou gaan zien.Vervolgens is een nieuw concept opgesteld, voortbordurend op het concept uit2006, maar met verbeteringen op het gebied van leesbaarheid en overzicht.Daarnaast is er ook een matrix toegevoegd op basis van het document uit van deRBF. Tot slot zijn enkele aanvullingen gedaan met betrekking tot groteevenementen. Dit eerste concept is geëvalueerd met de klankbordgroep.Gedurende dit traject is er ook overleg geweest met de afdeling OperationeleVoorbereiding. In dit overleg heeft er onder meer afstemming plaatsgevondenmet de concept-handreiking Bereikbaarheid en bluswatervoorziening.Daarnaast is er overleg geweest met het cluster Conflict- en Crisisbeheersing vande politie regio Groningen en met de GHOR met betrekking tot demultidisciplinaire risico-analyse voor grotere evenementen. Deze wasaanvankelijk in de handreiking opgenomen, maar is er uit gehaald en zal in eenlater stadium geheel of gedeeltelijk worden opgenomen in een multidisciplinairevenementenbeleid.Het tweede concept is daarna voor commentaar voorgelegd aan de preventistenin de regio. Eventuele opmerkingen uit dit traject zijn verwerkt.De definitieve handreiking is op 23 oktober 2007 ingebracht in de vergaderingvan het MT en op 21 november 2007 vastgesteld in de vergadering van hetCCRG. Vervolgens is het ter informatie ingebracht in de BestuurscommissieRegionale Brandweer en GHOR op 14 december 2007.

Artikel 1.6 Communicatie

Het definitieve document - inclusief het hulpmiddel (Excel-bestand) - zal opRegionet Groningen worden geplaatst.Daarnaast wordt het ter info toegezonden aan de Regionale Brandweer Fryslân enRegionale Brandweer Drenthe. Tevens zal het op www.brandweerkennisnet.nlworden geplaatst.Tot slot zal het onder de aandacht worden gebracht van het LNB, om als input tedienen voor het nog te ontwikkelen landelijk beleid.

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader

Voor het organiseren van een evenement is in de meeste gevallen een ofmeerdere vergunningen of ontheffingen nodig. Daarnaast zal de organisator ookaan lokale en landelijke regels en richtlijnen moeten voldoen. Indien er bij hetverlenen van een vergunning naar - onderdelen uit - de bijlage van dezehandreiking wordt verwezen, zal in de meeste gevallen een voldoendebrandveiligheidniveau bereikt worden. In enkele bijzondere gevallen zal er echteraltijd maatwerk noodzakelijk zijn.De belangrijkste regelgeving wordt hieronder kort belicht.

Artikel 2.1 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)1

De basis voor het mogen organiseren van een evenement ligt in artikel 2.2.2 vande APV. Op grond van dit artikel is het verboden een evenement te organiserenzonder vergunning van de burgemeester.Iedereen die een evenement wil organiseren zal dus een vergunning aan moetenvragen, tenzij de burgemeester voor een bepaalde categorie vrijstelling heeftverleend.De burgemeester is bevoegd de vergunning te weigeren of, indien de vergunningverleend wordt, er voorschriften aan te verbinden op grond van artikel 1.4 van deAPV. Voor de toelaatbaarheid van de voorschriften gelden een aantalvoorwaarden:• De voorschriften mogen niet in strijd zijn met enige wettelijke regeling.• De voorschriften moeten redelijkerwijs nodig zijn in verband met hetvoorkomen van aantasting van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid ofgezondheid.• De voorschriften mogen niet in strijd komen met enig beginsel van behoorlijkbestuur.Er kunnen dus ook voorschriften op gebied van (brand)veiligheid wordenopgenomen in de vergunning.

Artikel 2.2 Brandweerwet 1985

Burgemeester en wethouders hebben onder meer de zorg voor het voorkomen enbeperken van ongevallen bij brand en beperken en bestrijden van gevaar voormensen bij ongevallen anders dan brand. Zo staat het beschreven in artikel 1 lid4 van de Brandweerwet 1985. Om invulling te geven aan deze zorg hebben zij debeschikking over een aantal instrumenten, waaronder de mogelijkheid tot hetstellen van voorwaarden aan evenementen.

Artikel 2.3 Bouwverordening

Veel evenementen worden in gebouwen georganiseerd en deze gebouwenbeschikken reeds over een gebruiksvergunning op grond van artikel 6.1.1 van de(model-)bouwverordening. Aan deze vergunning kunnen voorschriften verbondenworden in het kader van de (brand)veiligheid.

Daarnaast staan er in de bijlagen 3 en 4 van de bouwverordening gebruikseisendie gelden voor vrijwel alle bouwwerken, dus ongeacht of dit bouwwerkgebruiksvergunningplichtig is. Indien er bij evenementen wordt voldaan aan debrandveiligheidsvoorschriften genoemd in bijlage 1 van deze handreiking, wordtook voldaan aan de algemene gebruiksvoorwaarden uit de bouwverordening.Vermoedelijk medio 2008 zal het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken(Gebruiksbesluit) in werking treden. Daarin staan een aantal algemeen geldendevoorschriften voor gebouwen, waaronder het gros van de gebruikseisen uit debijlagen 3 en 4. Met de inwerkingtreding van dit besluit vervalt degebruiksvergunningplicht voor de meeste gebouwen waarin evenementengeorganiseerd worden. Zij zullen dan allen moeten voldoen aan de algemeneregels uit het besluit. Aanvullende voorwaarden kunnen ook dan nog gesteldworden in de evenementenvergunning op basis van de APV, zolang deze niet instrijd zijn met de voorwaarden voor toelaatbaarheid.

Artikel 2.4 Brandbeveiligingsverordening

Waar op basis van de bouwverordening een gebruiksvergunning vereist is voorbepaalde bouwwerken, zo regelt de brandbeveiligingsverordening onder meer hetbrandveilig gebruik van inrichtingen. De categorieën van inrichtingen waar eengebruiksvergunning voor vereist is, zijn identiek aan de bouwwerken uit debouwverordening.Het is dus mogelijk een gebruiksvergunning te verlenen voor een evenement inde openlucht met daaraan verbonden voorschriften. Vaak wordt dat niet gedaan,omdat er reeds een evenementenvergunning verleend wordt op basis van de APVen daar ook al (brand)veiligheidsvoorschriften aan verbonden worden. Daarnaastzijn ook de bijlagen 3 en 4 van de bouwverordening te allen tijde van kracht.Na de implementatie van het gebruiksbesluit zal te zijner tijd ook debrandbeveiligingsverordening op de schop gaan. De gebruiksvergunning op basisvan deze verordening zal dan vermoedelijk ook verdwijnen en plaats maken voorde algemeen geldende voorschriften uit het besluit.

Artikel 2.5 Vuurwerkbesluit

Voor het afsteken van professioneel evenementenvuurwerk treedt gedeputeerdestaten op als bevoegd gezag. De regionale brandweer is daarbij wettelijkadviseur. Daarnaast moet de burgemeester een verklaring van geen bezwaarafgeven, waarbij deze zich vaak zal laten adviseren door de lokale brandweer.Daarbij zal hij zich echter moeten beperken tot de aspecten inzake de openbareorde. Daarnaast mogen er bij de verklaring van geen bezwaar geen voorschriftenopgenomen worden. Aangezien gedeputeerde staten voor het afsteken vanevenementenvuurwerk bevoegd gezag is, zal de handhaving ook doormedewerkers van de provincie gedaan worden. Daarom zijn voorschriften metbetrekking tot vuurwerk tijdens evenementen niet in dit beleid opgenomen.

Artikel 2.6 Overige regelgeving

De (regionale) brandweer heeft in bovenstaande gevallen rechtstreeks demogelijkheid aanvullende brandveiligheidsvoorwaarden te stellen aanevenementen. Meestal zal dit ten behoeve van een vergunning op basis van deAPV zijn. Er zijn daarnaast nog andere wetten die van toepassing kunnen zijn,waaronder de Wet milieubeheer en de Drank- en Horecawet. Deze geven weinigmogelijkheden om (brand)veiligheidseisen te stellen aan evenementen.

Hoofdstuk 3 Definitie evenementen

Artikel 3.1 Het begrip “evenement”

In artikel 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening2 wordt de definitieomschreven van een evenement, deze luidt:Uitgaande van een algemeen geldend criterium in lid 1 (elke voor publiektoegankelijke verrichting van vermaak) worden vervolgens een aantalevenementen opgesomd welke niet onder de werking van de bepaling vallen.In de eerste plaats bioscoopvoorstellingen. Deze kunnen gevoeglijk alsevenement worden aangemerkt. De Wet op de filmvertoningen is echter mede inhet leven geroepen om het preventief toezicht van de burgemeester op de met dezedelijkheid strijdige vertoningen af te schaffen.Daarnaast gelden de evenementenbepalingen niet voor markten als bedoeld inartikel 160 van de Gemeentewet. Volgens de opvatting van de CentraleVereniging voor de ambulante handel, die door rechtelijke uitspraken isbevestigd, is er sprake van een markt als er zeven of meer standplaatsen zijn,waarbij sprake is van een optisch verband. Evenementen kunnen dus wel gepaardgaan met de uitgifte van standplaatsen gedurende het evenement en insamenhang met het evenement.Kansspelen dienen eveneens niet te worden aangemerkt als een evenement nude Wet op de kansspelen een eigen toezichtregime kent. Deevenementenbepaling is eveneens niet van toepassing op speelgelegenheden, dieingevolge artikel 2.3.3.1 APV vergunningplichtig zijn. Dit is bepaald in artikel2.2.1 lid 1 onder f van de APV. Ook activiteiten als dienstverlener of straatartiestop of aan de weg hebben een eigen regeling in de APV en kunnen ingevolgeartikel 2.2.1 lid 1 onder f, niet worden aangemerkt als evenement.

De Wet openbare manifestaties (WOM) beoogt een eenvormige regeling te gevenvoor activiteiten die onder de bescherming van de Grondwet (artikel 6 en 9)vallen. Het gaat daarbij om betogingen, vergaderingen, samenkomsten tot hetbelijden van godsdienst of levensovertuiging, voor zover die op openbareplaatsen worden gehouden.Omdat een herdenkingsdienst doorgaans wel voor publiek toegankelijk is, maaruiteraard niet als een verrichting van vermaak kan worden aangemerkt, wordtdeze expliciet als evenement genoemd in lid 2 van artikel 2.2.1 van de APV.Samenvattend kan dus worden gesteld dat iedere voor publiek toegankelijkeverrichting van vermaak onder de definiëring van het begrip evenement valt.Grensgevallen (zoals besloten buurtbarbecues) die echter wel op openbaar terreinworden gehouden, zullen conform hun publieke uitstraling worden geacht onderde definitie van het begrip “evenement” te vallen.Evenementen zijn er in verschillende soorten.Om een gebeuren een evenement te noemen moet worden voldaan aan devolgende criteria:• het moet een publiek toegankelijke gebeurtenis zijn;• het heeft een tijdelijk en incidenteel karakter;• het vindt plaats op een bekende en afgebakende locatie;• de gemeente heeft op grond van de APV een evenementenvergunningverleend;• of het vindt plaats in een inrichting, waarop een milieuvergunning rust, opgrond van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer en deze vergunning laat hetorganiseren van evenementen toe.Een evenement is een publieke gebeurtenis. Het aantal bezoekers zal sterkafhangen van:• het soort evenement;• de locatie waar het evenement plaatsvindt;• de bereikbaarheid van en de parkeermogelijkheden bij het evenement;• de weersomstandigheden.Er zijn daarnaast ook activiteiten, die niet direct een evenement zijn, maar weldaaraan gerelateerd kunnen worden, zoals• helikoptervluchten;• opstijgen heteluchtballonnen of kabelballonnen;• oplaten van kinderballonnen;• losse standplaatsen, waaronder marktkramen, anders dan tijdensevenementen.Voor deze activiteiten zijn eveneens voorschriften opgenomen.

Artikel 3.2 Categorieën evenementen

Uit het bovenstaande blijkt al dat het begrip “evenement” erg breed is. Het isdaarom goed een onderscheid te maken tussen verschillende soortenevenementen. Het ene evenement is immers het andere niet en je kunt nietdezelfde voorschriften hanteren voor een buurtfeestje en een grootschaligevenement als Delfsail.Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen “grote” en “kleine” evenementen. Eenscheidslijn tussen die twee is niet aan te geven. Wat in de ene gemeente als eenerg groot evenement ervaren wordt (bv. een braderie in de winkelstraat), kan voor de andere gemeente dagelijkse kost zijn, waar geen bijzondere aanvullendevoorschriften aan gesteld worden.Daarom is het beter een indeling te maken in belastende en niet- of nauwelijksbelastende evenementen.Belastende evenementenEen evenement kan worden aangemerkt als belastend wanneer de aard enomvang van het evenement en de te verwachten overlast, in zodanige mateaanwezig is dat verbinden van nadere, extra voorschriften aan deevenementvergunning noodzakelijk is. Blijkens ervaringen uit het verleden of degegevens die door de organisator van het evenement zijn verstrekt, kan wordenbepaald of er sprake is van een verhoogd risico op overlast voor de omgevingen/of een aannemelijke vrees voor verstoring van de openbare orde.Onderstaande elementen zijn van belang om het evenement al dan niet alsbelastend aan te merken.• de omvang: het evenement heeft invloed op de lokale verkeer- en/ofleefsituatie;• geluidsoverlast: er is geluidsoverlast te verwachten;• de eindtijd: het evenement duurt langer dan de in de APV opgenomensluitingstijden van de inrichting of de horecabedrijven inhet algemeen;• verhoogd risico: het evenement brengt een verhoogd risico voor verstoringvan de openbare orde met zich mee en verlangt daaromextra capaciteit en/of extra aandacht van de politie;• aantal bezoekers: de organisator verwacht een groot aantal bezoekers.Niet- of nauwelijks belastende evenementenDe niet- of nauwelijks belastende evenementen hebben geen specifiekebenadering nodig. Het gaat hierbij in het algemeen over evenementen die geringvan omvang zijn en weinig geluidsoverlast veroorzaken. De verscheidenheid aandeze evenementen is groot. Het gaat hierbij vaak om eenmalige of kleineactiviteiten. Deze evenementen worden maatschappelijk geaccepteerd en zorgenzelden voor klachten. De gemeente kan aan de hand van de aanvraag over hetalgemeen voorzien welke evenementen niet belastend zijn. Voorbeelden vankleine evenementen zijn: buurtfeesten, buurtbarbecues, straatspeeldagen,kleinschalige wandeltochten.

Hoofdstuk 4 Werkwijze

Artikel 4.1 Algemeen

De brandweer treedt op als een van de adviseurs van de afdeling die devergunningen voor de evenementen verleent. Welke afdeling dat is, verschilt pergemeente. Belangrijk is dat de brandweer wel om advies wordt gevraagd.Om een aanvraag voor een vergunning goed te kunnen beoordelen, zal de nodigeinformatie verstrekt moeten worden, welke waar mogelijk ook aangegeven moetworden op duidelijke tekeningen. Het onderstaande lijstje geeft een - niet eindig -overzicht van de informatie die gevraagd kan worden.• naam evenement, naam vergunninghouder;• soort evenement;• openingstijden;• de ingang(en) en uitgang(en) van het terreingedeelte;• situatie van het terrein;• de situatie van de tijdelijke inrichting en de indeling van de inrichting;• stoelenplan;• blusmiddelen;• ingang(en) met doorgangsbreedte;• uitgang(en) met doorgangsbreedte;• nooduitgang(en) met doorgangsbreedte;• aantal (te verwachten) bezoekers;• nood- en transparantverlichting;• eventueel aanwezige bluswatervoorzieningen;• de terreinindeling;• energiebron t.b.v. koken/bakken/braden;• elektriciteitsvoorziening;• noodstroomvoorziening;• verwarmingsbron van de tenten;• contactperso(o)n(en) met bereikbaarheid;• bewakingsopstelling met contactperso(o)n(en) en bereikbaarheid;• EHBO-post(en);• communicatiemiddelen (i.v.m. bereikbaarheid hulpverlenende diensten);• opslagplaats van gasflessen + de stofnaam;• draaiboek met betrekking tot opvang hulpverlenende diensten en ontruimingbij calamiteit;• verkeerscirculatieplan;• parkeervoorzieningen;• aan- en afvoer bezoekers;• aantal aanwezige bedrijfshulpverleners (BHV-ers);• ontruimingsplan;• opslag en afvoer van afval.

Artikel 4.2 Niet- of nauwelijks belastende evenementen

Zoals in het vorige hoofdstuk al aangegeven, hebben de niet- of nauwelijksbelastende evenementen weinig invloed op de openbare orde en veiligheid. Ookde aanvragen voor losse standplaatsen of kramen, het oplaten vankinderballonnen, het opstijgen van een heteluchtballon en helikoptervluchtenkunnen hieronder gerekend worden.Wanneer voor deze kleinschalige evenementen dezelfde procedure wordtgehanteerd als voor de belastende evenementen, zorgt dit voor een lange procedure en onnodig veel belasting voor zowel de organisatie als de gemeente.De gemeente kan voor niet belastende evenementen standaardvoorschriftenhanteren, eventueel aangevuld met enkele specifieke voorschriften, waarbij deaanvraag niet voor advies aan de brandweer hoeft te worden voorgelegd.Ten behoeve van deze niet- of nauwelijks belastende evenementen is in bijlage 3een matrix opgenomen, welke per evenementsoort verwijst naar de voorschriftenuit bijlage 1. In bijlage 2 staat een toelichting op deze voorschriften.Overigens is het vanuit repressief oogpunt wel van belang dat de brandweer opde hoogte is van eventuele wegafsluitingen et cetera, welke verband houden methet evenement. Daarnaast is het ook van belang voor het inplannen van controlesvan de brandweer tijdens het evenement. Het is dus dringend aan te bevelen dateen afschrift van de vergunning naar de brandweer verzonden wordt.

Artikel 4.3 Belastende evenementen

Als basis voor de vergunningverlening van belastende evenementen geldendezelfde voorschriften uit bijlage 1. Maar deze categorie evenementenonderscheid zich verder door de aard van de activiteiten, de omvang qua ruimteen qua publiek en het soort publiek. Gezien de mogelijke risico’s vereisen dezedan ook een specifieke benadering.RisicoanalyseAan de hand van onderstaande korte risicomatrix kan bepaald worden of eenrisicoanalyse noodzakelijk is. Wanneer de som van de scores hoger uitvalt dan 4punten, kan er sprake zijn van een belastend evenement en is een risicoanalysenoodzakelijk.

puntenaantal bezoekersdoelgroepopenbaarvervoerbereikbaarheidhulpdienstenbereikbaarheidpubliekna 18.00 ualcohol en drugsbuiteneerste maalvaste risico’somgeving0 kleiner dan 150 normaal goed goed goed nee nee nee nee nee1 groter dan150kleiner dan 500matig matig matig ja ja2 groter dan 500kleiner dan 1000risicovolslecht slecht slecht ja ja4 groter dan 1000 nietzelfredzaamjaDeze risicoanalyse wordt bij voorkeur in een multidisciplinair verband uitgevoerd.Momenteel is deze methode nog niet in gebruik bij de andere veiligheidspartners.In de toekomst zal gewerkt worden aan een multidisciplinair evenementenbeleiden zal deze methode wellicht toegepast gaan worden. Daarom wordt in dezehandreiking verder niet op deze methode ingegaan.Het verdient echter wel de voorkeur om bij belastende de hulp in te roepen vande HVD om vervolgens gezamenlijk de risico-analyse toe te passen. Daardoorwordt eenduidigheid in het toepassen van de methode verkregen en kan ervaringworden opgedaan om deze in de toekomst vaker toe te passen.Handreiking (brand)veiligheid evenementen 13VooroverlegHet vooroverleg vormt een erg belangrijk onderdeel bij belastende evenementen.Ruim voor het indienen van de vergunningaanvraag zal gestart moeten wordenmet het vooroverleg, waarin naast de organisator en de vergunningverlenendeafdeling ook andere belanghebbende gemeentelijke afdelingen en zowel debrandweer, politie als de GHOR betrokken zijn.EvenementenplanTijdens de periode van het vooroverleg zal de organisator tevens eenevenementenplan moeten overhandigen, met daarin minimaal alle voor dehulpdiensten en gemeente relevante informatie. Als hulpmiddel kan onderstaandelijst met aandachtspunten gebruikt worden:• beschrijving van het evenement;• openings-, aanvangs- en sluitingsstijden;• indeling en afbakening van het terrein;• omgevingstekening;• beschrijving van de activiteiten;• namen en (mobiele) telefoonnummers van de eindverantwoordelijke(n);• namen en (mobiele) telefoonnummers van de deelverantwoordelijke(n);• voorzieningen voor eerste hulp bij ongevallen en brand;• in te zetten beveiligingsdiensten, inclusief bereikbaarheid;• bedrijfshulpverleners;• crowd control;• verboden middelen op het terrein en wijze van bewaring;• communicatiemiddelen;• ontruimingsplan;• te verwachten aantallen bezoekers en voertuigen;• verkeerscirculatieplan, inclusief aparte rijroutes voor de hulpdiensten;• parkeervoorzieningen, parkeerbegeleiding;• in te zetten openbaar vervoer en/of pendelbussen;• aan en afvoer van bezoekers;• opslag en afvoer afvalstoffen;• niet in de laatste plaats: een draaiboek;• et ceteraEen evenementenplan is dus iets anders dan een draaiboek. Dat laatste is een -al dan niet chronologische - opsomming van alle feiten en afspraken die gemaaktzijn in het kader van een bepaald evenement. In feite een programma vanwanneer, waar, wie en wat. Maar dit draaiboek maakt wel onderdeel uit van hettotale plan.Het evenementenplan moet ter goedkeuring aan onder meer de brandweer (maarook de andere hulpdiensten) worden voorgelegd.

Artikel 4.4 Schema

Hieronder is het traject van advisering op de vergunningaanvraag nog eensschematisch weergegeven.activiteit geenevenementgeenevenementenvergunningwelevenement ofvergelijkbaarnietbelastendevenementbelastendevenementgeenaanvullendadviesrisico-matrixadviesbrandweerstandaardvoorschriftenrisicoanalyseuitvoerenbeheersmaatregelenvoorschrijven

Hoofdstuk 5 Begrippen

BereikbaarheidOnder bereikbaarheid wordt in het algemeen verstaan, de mate waarin eenbepaald doel snel en/of eenvoudig te bereiken is. Bij de brandweer gaat het omhet goed kunnen bereiken van het incidentadres door het eigen materieel enpersoneel.BouwconstructieOnderdeel van een bouwwerk dat bestemd is om belasting te dragen. Dit kanbijvoorbeeld zijn een dragende wand, een vloer, een trap of hellingbaan, een ruitof een dakconstructie. Onder “belasting” wordt in dit verband verstaan elkeoorzaak van krachtens op of vervormingen in de bouwconstructie.BouwwerkElke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal,die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grondverbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt onder of op de grond, bedoeldom ter plaatse te functioneren.BrandklasseEen groep van, naar aard van de brandende stoffen, gelijksoortige branden (vanbelang voor de bestrijding van branden met kleine blusmiddelen):Brandklasse A branden van vaste stoffen van hoofdzakelijk organischeoorsprong, die in het algemeen onder gloedvorming verbranden;Brandklasse B branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen;Brandklasse C branden van gassen;Brandklasse D branden van metalen.BrandwachtEen persoon die continu beschikbaar is voor zijn taak en minimaal beschikt overhet rijksdiploma Brandwacht of Manschap.BrandwerendheidDe tijd gerekend vanaf het begin van de verhitting tot aan het tijdstip waarop eenconstructie niet meer voldoet aan de relevante criteria, bepaald volgens de normNEN 6069.FriturenBakken door onderdompeling in hete olie of vet (conform Van Dale).GebruiksoppervlakteGebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580 (ruimte tussen verticalescheidingsconstructies m.u.v. verticale verkeersruimten, technische ruimtene.d.).Gevaarlijke stoffenStoffen of preparaten als bedoeld in de Wet Vervoer gevaarlijke stoffen (volgensADR) en de Wet Milieugevaarlijke Stoffen (Wms).Gemakkelijk brandbaar• eigenschap van een vaste stof om door een kleine warmtebron te kunnenworden ontstoken waarbij een vlam optreedt;• vloeistof met een vlampunt van 55 °C of lager;• brandbaar gas.

HoofdbrandwachtEen persoon die continu beschikbaar is voor zijn taak en minimaal beschikt overhet rijksdiploma Hoofdbrandwacht, bij voorkeur aangevuld met de keuzemodulepreventiecontrolefunctionaris.InrichtingOnder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijkbegrensde plaats.Kleine blusmiddelenVerzamelnaam voor blusmiddelen die bestemd zijn voor het blussen van eenbeginbrand en andere branden van beperkte omvang (draagbaar blustoestel ofslanghaspel).OpstelplaatsVeilige, doelmatige en goed bereikbare plaats voor brandweervoertuigen vanwaaruit de inzet veilig kan plaatsvinden.NENEen door de Stichting Nederlands Normalisatie Instituut gegeven nationale norm.NEN-ENEuropese norm die als nationale norm is overgenomen.NTAEen door de Stichting Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven nationaletechnische afspraak.Verkeers(circulatie)planPlan waarin wordt beschreven hoe de verschillende verkeersstromen naar, op envan het evenement worden geleid. Hierbij wordt beschreven hoe voor elkeverkeersstroom, ook die voor de hulpdiensten, de optimale oplossing is gezocht,hoe overlast en opstoppingen worden voorkomen en hoe dit met betrokkenpartijen,waaronder de hulpdiensten, is afgestemd. (Dit plan is in allerlei vormenen benamingen te vinden, waaronder mobiliteitsplan, vervoersplan et cetera.)

 

Hoofdstuk 6 Bronnen

Voor het opstellen van deze handreiking is dankbaar gebruik gemaakt van deonderstaande literatuur:• Leidraad Veiligheid publieksevenementenNIBRA - 2001• Naar een handreiking PublieksevenementenNIBRA - maart 2002• Handreiking brandveiligheidsvoorschriften voor evenementenBrandweer Regio Utrechts Land - 4 april 2005• Handreiking uniformering brandveiligheid evenementenRegionale Brandweer Fryslân - 20 september 2006• Handreiking buitenevenementenRegionale Brandweer Gelderland-Zuid - april 2006• Standaardvoorschriften voor evenementenBrandweer Beuningen - mei 2006

Voorschriften 1

Specifieke voorschriften 2

Onderstaande voorschriften worden ALTIJD en UITSLUITEND in deze specifiekegevallen gehanteerd en zijn dus ook niet opgenomen in de matrix.Artikel 21 Heteluchtballonnen, kabelballonnen21.1 Voor het oplaten van een heteluchtballon of kabelballon moet een‘verklaring van geen bezwaar’ worden afgegeven door de burgemeester.21.2 De houder van deze ‘verklaring van geen bezwaar’ dient zich te houdenaan de voorschriften opgenomen in het “Besluit inrichting en gebruik nietaangewezen luchtvaartterreinen”.21.3 De te gebruiken gasflessen met vloeibaar gas dienen op een veilige plaats,buiten bereik van onbevoegden en goed geventileerd te worden opgesteld.21.4 Gasflessen waarvan de goedkeuring door de Dienst voor het Stoomwezenniet, of volgens de ingeponste datum meer dan 10 jaar geleden heeftplaatsgevonden, mogen niet aanwezig zijn.21.5 De brander dient door middel van een verbindingsslang die is vervaardigdvan synthetisch rubber met een of meer staaldraad- en/of textielinlagen(NEN 3143) met behulp van deugdelijk bevestigde slangklemmen aan dedrukhouders te zijn aangesloten.21.6 Bij het verwarmen van lucht voor het opstijgen van de ballon dient eengoedgekeurd draagbaar blusapparaat met een inhoud van ten minste 9kilogram aanwezig te zijn. Indien meerdere ballonen worden opgelatendient bij elke ballon een blusapparaat aanwezig te zijn.21.7 Het verkeer mag op geen enkele wijze in gevaar worden gebracht.21.8 De aanwijzingen van functionarissen van de brandweer, de politie enandere overheidsdiensten moeten stipt en direct worden opgevolgd.21.9 In verband met de brandveiligheid en in het belang van de veiligheid vanhet publiek kan de commandant van de brandweer bepalen dat op hetballonterrein personeel en materieel van zijn dienst aanwezig zijn. Deomvang van deze bewaking is ter beoordeling van de commandant van debrandweer. De kosten van deze bewaking zijn voor rekening van dehouder van deze verklaring.21.10 Alle mogelijke moeite moet worden gedaan om te voorkomen datomwonenden hinder ondervinden van deze activiteit.21.11 Alle schade die mocht ontstaan aan gemeente-eigendommen als gevolgvan het doel oplaten van de hete luchtballonnen, dient op eersteaanzegging voor rekening van de houder van deze verklaring te wordenhersteld.Handreiking (brand)veiligheid evenementen Bijlage 1 XVI21.12 De houder van deze verklaring vrijwaart de gemeente voor alleaanspraken van derden tot vergoeding van schade die mocht ontstaan alsgevolg van het gebruik van deze verklaring.21.13 Onverminderd het bovenstaande dienen voorts alle maatregelen getroffente worden om ontstaan en uitbreiding van brand, het ontstaan vanongevallen of onveilige situaties zo goed als redelijkerwijs mogelijk tevoorkomen.21.14 Een kabelballon moet zijn voorzien van een inrichting om het gas op snellewijze te kunnen laten ontsnappen bij onverhoopt losraken van de ballonvan de grondverankering.21.15 Aan boord van een kabelballon mogen zich geen personen bevinden.21.16 Kabelballonnen mogen niet of slechts beperkt opgelaten worden in eenvan de luchtverkeersleidingsgebied:• burgerlaagvlieggebied Noord-Groningen (globaal het hele gebied vanLauwersmeer tot Delfzijl);• militaire laagvliegroute Link 10 (gehele strook ten zuidoosten vanBellingwedde en Stadskanaal);• gebied rondom vliegveld Eelde en• het gebied rond de zweef/ultralightvliegvelden Veendam enStadskanaal/Onstwedde.(zie www.lvnl-ohd.nl)Het bovenstaande geldt tevens voor een gebied met een straal van3 kilometer rond het vliegveld Oostwold, hoewel deze niet explicietvermeld staat op deze website.Artikel 22 Helicoptervluchten, ultralight-vluchten22.1 Voor het gebruik van een terrein als heliterrein moet een ‘verklaring vangeen bezwaar’ worden afgegeven door de burgemeester.22.2 De houder van deze ‘verklaring van geen bezwaar’ dient zich te houdenaan de bepalingen zoals deze zijn opgenomen in het “Besluit inrichting engebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen”.22.3 Het verkeer mag op geen enkele wijze in gevaar worden gebracht.22.4 In verband met de brandveiligheid en in het belang van de veiligheid vanhet publiek kan de commandant van de brandweer bepalen dat op hetheli- of ulv-terrein personeel en materieel van zijn dienst aanwezig zijn.De omvang van deze bewaking is ter beoordeling van de commandant vande brandweer. De kosten van deze bewaking zijn voor rekening van dehouder van deze verklaring.22.5 Alle schade die mocht ontstaan aan gemeente-eigendommen als gevolgvan het opstijgen en landen van de helikopter, dient op eerste aanzeggingvoor rekening van de houder van deze verklaring te worden hersteld.Handreiking (brand)veiligheid evenementen Bijlage 1 XVII22.6 Indien het heliterrein ligt binnen het luchtverkeersleidingsgebied vanvliegveld Eelde, is vooraf toestemming vereist van de luchtverkeersleidingvan dit vliegveld. Zie ook www.lvnl-ohd.nl.Artikel 23 Oplaten (kinder)ballonnen23.1 De ballonnen mogen alleen worden gevuld met helium.23.2 De met helium gevulde gasflessen moeten tegen opwarming doorzonnestraling en tegen omvallen zijn beschermd. Op de niet in gebruikzijnde gasflessen moet de beschermkap aangebracht zijn.23.3 Het vullen van de ballonnen moet in de open lucht plaatsvinden.23.4 Gevulde ballonnen mogen niet binnen een gebouw worden opgeslagen.23.5 Na het vullen van de ballonnen dienen de daarvoor gebruikte drukvaten teworden afgevoerd.23.6 De ballonnen mogen niet in trossen worden losgelaten.23.7 In of aan de ballonnen mogen geen metalen voorwerpen bevestigdworden. Ook geen aluminiumfolie of soortgelijk.23.8 Indien er 1000 of meer ballonnen worden opgelaten in een gebied met eenstraal van 8 kilometer rond vliegveld Eelde, moet er vooraf toestemminggevraagd worden aan de verkeersleiding van dit vliegveld. Zie ookwww.lvnl-ohd.nl.23.9 Indien er 1000 of meer ballonnen worden opgelaten in een gebied met eenstraal van 3 kilometer rond de zweef/ultralightvliegvelden Veendam ofStadskanaal/Onstwedde moet dit tevoren gemeld worden aan dehavenmeester of beheerder. Zie ook www.lvnl-ohd.nl. Dit geldt tevensvoor een gebied met een straal van 3 kilometer rond het vliegveldOostwold. 

3