Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de Stadsdeelraad en ondersteuning van de raadsfracties

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingRegeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de Stadsdeelraad en ondersteuning van de raadsfracties
CiteertitelRegeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de Stadsdeelraad en de ondersteuning van de raadsfracties
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-200604-05-2010nieuwe regeling

30-05-2006

Stadsdeelkrant, Jaargang 4, nr. 22, datum 30 mei 2006

-

Tekst van de regeling

Artikelen versie 16-4-2008

Paragraaf I: Begripsomschrijvingen
Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    informatie: mondelinge inlichtingen alsmede inzage in of afschrift van openbare gegevens, neergelegd in schriftelijke stukken of op andere gegevensdragers ;

  • b.

    advies: het geven van een deskundig oordeel;

  • c.

    ambtelijke bijstand: het verzamelen en verwerken van gegevens en het verlenen van hulp bij het opstellen van mondelinge en schriftelijke vragen, voorstellen, amendementen, interpellaties en moties van afzonderlijke raadsleden en raadsfracties;

  • d.

    ondersteuning van een fractie: het ter beschikking stellen van een budget aan een in de Raad vertegenwoordigde groepering, ten behoeve van uitgaven voor het functioneren van de fractie.

Paragraaf 2: Informatie, advies, en ambtelijke bijstand
Artikel 2
  • 1. Een raadslid dat informatie, advies of ambtelijke bijstand wenst, kan zich daarvoor wenden tot de raadsgriffier.

  • 2. Op verzoek van en zo nodig in overleg met de raadsgriffier wijst de stadsdeelsecretaris één of meer ambtenaren aan, die het gevraagde leveren.

Artikel 3
  • 1. Ambtelijke bijstand wordt verleend, tenzij:

    • a.

      het raadslid of de raadsfractie niet aannemelijk hebben gemaakt, dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de Raad;

    • b.

      dit het belang van het stadsdeel kan schaden;

    • c.

      de taakuitoefening van de betreffende functionarissen hierdoor aanmerkelijk zou worden belemmerd en de bijstand niet tot geringere, meer aanvaardbare proporties kan worden teruggebracht;

    • d.

      er door het betrokken raadslid of de raadsfractie reeds volledig gebruik is gemaakt van de ingevolge artikel 4 toebedeelde uren ambtelijke bijstand.

Artikel 4
  • 1. Raadsfracties kunnen, in uren per kwartaal, aanspraak maken op ambtelijke bijstand volgens dezelfde verdeling naar aantallen zetels als in de spreektijdregeling, zoals deze laatste door de Raad is vastgesteld.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur doet in de Raadsvoordracht ter vaststelling van de Begroting voor de komende jaarschijf een voorstel voor het aantal uren ambtelijke bijstand per kwartaal per fractie.

  • 3. Verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 2 wordt afgeboekt op de in lid 1 bedoelde urenreserve van een raadsfractie. De stadsdeelsecretaris houdt dit in een register bij.

  • 4. Hij verstrekt de raadsgriffier desgewenst uit dat register een afschrift van het aantal verzoeken. 

Artikel 5
  • 1. Wanneer de stadsdeelsecretaris van mening is, dat zich een geval voordoet waarin géén ambtelijke bijstand kan of behoort te worden verleend, legt hij de aanvraag ter beoordeling voor aan het Dagelijks Bestuur. Hij doet daarvan met redenen omkleed mededeling aan de raadsgriffier en treedt met deze daarover in overleg. Het Dagelijks Bestuur beslist zo spoedig mogelijk.

  • 2. De stadsdeelsecretaris laat zich bij zijn beoordeling, zoals bedoeld in het voorgaande lid, eerste volzin, leiden door de criteria zoals genoemd in artikel 3 en de reservering van ambtelijke capaciteit zoals bedoeld in artikel 4.  

Paragraaf 3: fractie-ondersteuning
Artikel 6
  • 1. De raadsfracties hebben de beschikking over een budget van stadsdeelwege inzake fractie-ondersteuning. Deze bijdrage wordt over de fracties verdeeld volgens dezelfde verdeling naar aantallen zetels als in de spreektijdregeling.

  • 2. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 3. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven die bestreden dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen.

Artikel 7
  • 1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de Raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractie-ondersteuning, onder overlegging van een verslag.

  • 2. Controle van het verslag vindt plaats door een accountant. De accountant brengt verslag over zijn bevindingen uit aan de raad.

  • 3. De raad stelt na ontvangst van het verslag van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

  • 4. Indien het de Raad blijkt dat de bijdrage is gebruikt voor gevallen als bedoeld in artikel 6 lid 3 van deze verordening, beslist de Raad of, en zo ja in welke mate, de betreffende fractie de bijdrage dient terug te storten in de kas van het stadsdeel.

  • 5. De Raad kan voor een terugstorting als bedoeld in lid 4 de rechtsmaatregelen treffen die zij nodig acht.

Artikel 8 Reserve
  • 1. Een fractie kan een verzoek doen aan de raad om het in een jaar niet gebruikt gedeelte van de bijdrage toekomend aan die fractie te mogen reserveren ter besteding door die fractie in een volgend jaar.

  • 2. Het beroep op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de afrekening als    bedoeld in artikel 8.

Paragraaf 4: Algemene bepalingen
Artikel 9
  • 1. Wanneer een raadslid of een raadsfractie niet of niet geheel tevreden is over de verschafte informatie, advies, ambtelijke bijstand of fractie-ondersteuning kunnen zij de zaak met tussenkomst van de stadsdeelsecretaris voorleggen aan het Dagelijks Bestuur. De stadsdeelsecretaris overlegt hierover vooraf met de raadsgriffier. Het Dagelijks Bestuur beslist zo spoedig mogelijk.

Artikel 10
  • 1. De secretaris of de aangewezen ambtenaren geven van de door hen mondeling of schriftelijk verstrekte informatie, advies of ambtelijke bijstand, kennis aan de betreffende portefeuillehouder in het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Bij het vragen van informatie, advies of ambtelijke bijstand mag degene die deze hulp verleent, niet tot geheimhouding verplicht worden.

Paragraaf 4 Slotbepalingen
Artikel 11

Voor zover er behoefte bestaat aan andere hulp dan die welke valt onder de definitie van de begrippen informatie, advies, ambtelijke bijstand of fractie-ondersteuning, moet deze met tussenkomst van de Raad en/of de raadscommissies worden gevraagd.

Artikel 12

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking de dag waarop zij wordt vastgesteld en vervangt alsdan de Verordening op de ambtelijke bijstand van 16 april 2002.