Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Exploitatieverordening gemeente Menterwolde 1996

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingExploitatieverordening gemeente Menterwolde 1996
CiteertitelExploitatie­verordening gemeente Menterwolde 1996
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
  2. artikel 222 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-12-199601-07-2008n.v.t.

10-10-1996

Digitaal

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Menterwolde;

gezien de ledenbrief van de Vereniging van NederlandseGemeenten Lbr. 96/46, kenmerk RVM/601307 d.d. 2 mei 1996;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;gehoord de beraadslagingen in de Commissie Algemene-, ‘Bestuurlijke-,,Financiêle- en Ruimtelijke Zaken, d.d. 30 september 1996;

gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 222 Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen:

DE VOLGENDE VERORDENING HOUDENDE DE VOORWAARDEN WAARONDER DE GEMEENTE MEDEWERKING ZAL VERLENEN AAN HET IN EXPLOITATIE BRENGEN VAN GRONDEN.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen.

  • 1 Algemene begripsbepalingen.In deze verordening wordt verstaan ondera. medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden: het door of­ met medewerking van de gemeente treffen van voorzieningen van open-baar nut, waardoor de in het exploitatiegebied gelegen onroerendezaken gebaat worden;b. exploitatiegebied: een als zodanig door de gemeenteraad aangewezen -- gebied, dat gebaat is door de aanleg van voorzieningen van openbaarnut; c. exploitant: de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperktrecht van een in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaak welke; door het treffen van voorzieningen van openbaar nut gebaat is;d. exploitatie­overeenkomst de overeenkomst, onder welke naam dan ookgesloten, waarin de gemeente met een exploitant de voorwaardenovereenkomt waaronder de gemeente voorzieningen van openbaar nut zaltreffen of daaraan medewerking zal verlenen;e. aangevuld bekostigingsbesluit: een besluit van de gemeenteraad waarinniet alleen overeenkomstig artikel 222 Gemeentewet, wordt besloten inwelke mate de aan de voorzieningen verbonden lasten zullen kunnenworden verhaald op een daarbij aangeduid gebied, maar waarin ook eenomschrijving van de voorzieningen van openbaar nut en een begrotingvan kosten en opbrengsten is'opgenomen;f. voorzieningen van openbaar nut, waardoor de in het exploitatiegebiedgelegen onroerende zaken gebaat worden: onder meer:1. riolering, met inbegrip van bijbehorende werken;2. wegen, parkeergelegenheden, pleinen, trottoirs, voet- en rij-wielpaden, straatmeubilair, waterpartijen, watergangen, bruggen,tunnels en andere rechtstreeks met de aanleg en inrichting vandeze voorzieningen en kunstwerken verband houdende werken;3. plantsoenen en andere groenvoorzieningen, waaronder begrepen deaanleg en inrichting van openbare speelplaatsen en speelweidenalsmede de sierende elementen welke rechtstreeks voortvloeienuit een juiste uitvoering van een verzorgd bestemmingsplan;4. openbare verlichting en brandkranen met de nodige aansluitingen;5. waterhuishoudkundige voorzieningen, met inbegrip van drainage-voorzieningen;-g. afstand van gronden aan de gemeente: eigendomsoverdracht van grondenaan de gemeente. 

Artikel 2 Kosten van exploitatie.

  • 1 Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten en ten behoevevan de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kosten,verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatiebrengen van grond begrepen:De inbrengwaarde van alle binnen het exploitatiegebied gelegengronden, zijnde:a. de waarde van de grond;b. de waarde van de opstallen, die voor de verwezenlijking van debestemming niet gehandhaafd kunnen worden;c. de kosten van het vrijmaken van de gronden van opstallen;d. de kosten van vrijmaken van de grond van zich in de grond bevin~dende resten, zoals funderingen, leidingen en kabels, en vanpersoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperktrecht, zakelijke lasten, alsmede de kosten van schadevergoedingen.

  • 2 Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten en ten behoevevan de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kosten,verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatiebrengen van grond begrepen:De kosten van aanleg binnen een exploitatiegebied door de gemeentevan de onder artikel 1, onder f omschreven voorzieningen van openbaarnut.

  • 3 Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten en ten behoevevan de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kosten,verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatiebrengen van grond begrepen:De kosten van aanleg van voorzieningen van openbaar nut buiten hetexploitatiegebied voor zover de binnen het exploitatiegebied liggendeonroerende zaken door deze voorzieningen direct dan wel indirectgebaat zijn. 

  • 4 Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten en ten behoevevan de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kosten,verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatiebrengen van grond begrepen:De kosten van:a. het dempen van sloten en het verrichten van grondwerken tenbehoeve van voorzieningen van openbaar nut met inbegrip van hetegaliseren, ophogen en afgraven;b. het verrichten van bodemonderzoek en ­sanering, voorzover het deondergrond van voorzieningen van openbaar nut betreft en voorzo-ver verhaal bij derden van de daarmee verband houdende kostenniet in de rede ligt;c. in verband met de milieuwetgeving of milieutechnisch noodzake­lijke maatregelen en voorzieningen ter uitvoering van eenbestemmingsplan; ·d. de verwerving van de ondergrond van voorzieningen van-openbaarnut buiten het exploitatiegebied;e. het slopen van opstallen op de ondergrond van voorzieningen vanopenbaar nut buiten het exploitatiegebied;f. alle overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor hetverlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen vangronden, in ieder geval:` 1. de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding en plan-beheer en plantoezicht. Onder deze kosten wordt tenminsteverstaan: de kosten verband houdende met het opstellen vanstructuurplannen en bestemmingsplannen, het opstellen vanplanmatige uitwerkingen of wijzigingen, het vervaardigenvan besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een be-stemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelenvoorzover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengenvan gronden binnen het exploitatiegebied;2. de kosten verband houdende met onderzoeken, voorbereidingen toezicht ten behoeve van de voorzieningen van openbaarnut voorzover deze verband houden met het in exploitatiebrengen van gronden binnen het exploitatiegebied;3. de kosten van het gemeentelijk apparaat, voorzover dierechtstreeks aan het in exploitatie brengen van grondenkunnen worden toegerekend;4. de rente van geïnvesteerde kapitalen en overige lasten,verminderd met rente-opbrengsten;5. de kosten van tijdelijk beheer van de ondergrond van voor-zieningen van openbaar nut, zijnde de kosten die tengevolge· van een noodzakelijk actief verwervingsbeleid worden ge-maakt en niet dan wel niet geheel door middel van tijdelij-ke verhuur worden gedekt;6. overige kosten, die in beginsel ten·laste van de grond-exploitatie behoren te worden gebracht.

Hoofdstuk 2 In exploitatie brengen op initiatief van de gemeente.

Artikel 3 Vaststelling aangevuld bekostigingsbesluit.

  • 1 Voordat op initiatief van de gemeente met het treffen van voorzie-ningen van openbaar nut in een exploitatiegebied wordt aangevangen,wordt door de gemeenteraad een aangevuld bekostigingsbesluit voor datexploitatiegebied vastgesteld en bekendgemaakt op de wijze zoalsbedoeld in artikel 139 Gemeentewet.

  • 2 Het aangevuld bekostigingsbesluit bevat in ieder geval de volgendeonderdelen:a. aanduiding van het exploitatiegebied en aanwijzing van de daarin` gelegen onroerende zaken die gebaat zijn door de aanleg vanvoorzieningen van openbaar nut;b. aanduiding van de mate waarin de kosten, verband houdende methet verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen vangronden, op de genothebbenden van de in het vorige lid bedoeldeonroerende zaken kunnen worden verhaald; ·c. omschrijving van de van gemeentewege uit te voeren voorzieningenvan openbaar nut en daarmee verband houdende werkzaamheden;d. een aankondiging dat betrokken exploitanten binnen een genoemdetermijn een·aanbod voor een exploitatie-overeenkomst zullenkunnen ontvangen; ·e. de bepaling dat, in geval met een exploitant niet tot overeen-stemming kan worden gekomen over een exploitatie­overeenkomst,kostenverhaal zal kunnen plaatsvinden door middel van heffingvan baat­belasting;f. een begroting van de ten laste van de onroerende zaken in het" exploitatiegebied komende kosten, verband houdende met hetverlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen vangrond, en van de ten gunste van het in exploitatie nemen vangronden komende opbrengsten. De opbrengsten bestaan uit:1. subsidies;2. verkoop van gronden; `3. bijdragen in de kosten van aanleg van voorzieningen vanopenbaar nut, hetzij via overeenkomst hetzij via baatbelas·ting;4. overige bijdragen.Van deze begroting maakt eveneens deel uit de wijze van toereke-ning van de totale kosten en opbrengsten aan de onroerende zakenin het exploitatiegebied, zoveel mogelijk naar de mate van hetprofijt dat de onroerende zaken hebben van het samenhangendgeheel van voorzieningen van openbaar nut.

  • 3 In het aangevuld bekostigingsbesluit kan worden bepaald dat debegroting als bedoeld in het tweede lid onder f later door de gemeen-teraad wordt vastgesteld. De begroting kan door de gemeenteraadperiodiek worden herzien. De begroting wordt bekendgemaakt op dewijze als bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.

  • 4 Voor de berekening van de in het tweede lid onder f bedoelde kostenwordt ervan uitgegaan dat het exploitatiegebied in zijn geheel doorde gemeente in exploitatie zal worden gebracht.

Artikel 4 Wijze van toerekening naar mate van profijt.

  • 1 Voor de toerekening van het profijt wordt als rekeneenheid gebruikthet gemiddelde bedrag van de ten nutte van het exploitatiegebiedgemaakte of te maken kosten per m2 grondoppervlakte.

  • 2 Onder de grondoppervlakte wordt verstaan de kadastrale oppervlaktevan de onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in eenbestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, verme-nigvuldigd met factoren voor ligging en bestemming en objectievegebruiksmogelijkheid, waarin het profijt van de van gemeentewegegetroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.

  • 3 Ingeval de toerekening op basis van m2 grondoppervlakte geen geschik-te grondslag blijkt te zijn, geschiedt de toerekening op basis vaneen nader door de gemeenteraad te bepalen grondslag, welke voorzietin de aanwezige verschillen in profijt.

Artikel 5 Vaststelling exploitatiebijdrage.

  • 1 De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten verband houdende methet verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen vangronden het bedrag dat volgens de in de begroting als bedoeld inartikel 3, tweede lid onder f uitgewerkte wijze aan zijn onroerendezaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten op de afstand vande_gronden bestemd voor de aanleg en/of aanpassing van voorzieningenvan openbaar nut vallende en de kosten van kadastrale uitmeting, enverminderd met de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendomzijnde en voor exp1oitatie·bedoelde gronden en van de gronden welke ·zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut endoor exploitant aan de gemeente worden afgestaan.

  • 2 De waarde van de in het eerste lid bedoelde grond die door de exploi-tant is ingebracht wordt door de gemeente en de exploitant gezamen-lijk door middel van taxatie vastgesteld. Indien hierover geenovereenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgestelddoor een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzendoor de gemeente, één door de exploitant en een derde door de beide.reeds aangewezen deskundigen of, indien zij het daarover niet eenskunnen worden, door de terzake bevoegde kantonrechter.

  • 3 Indien de exploitant zelf conform artikel 6, derde lid, onder evoorzieningen van openbaar nut aanlegt bestaat de exploitatiebijdrageuit de bijdrage, zoals deze op grond van het eerste lid van ditartikel wordt bepaald, verminderd met de kosten van de door exploi-tant uit te voeren werkzaamheden, voorzover deze kosten correspon-deren met de begroting van kosten zoals bedoeld in artikel 3, tweedelid, onder f.

Artikel 6 Inhoud exploitatie­overeenkomst.

  • 1 Het verhaal van kosten verband houdende met het verlenen van medewer-king aan het in exploitatie brengen van gronden vindt plaats metinachtneming van de voorgaande artikelen. Van·de exploitatie-overeen-r komst wordt een akte opgemaakt. Indien de exploitatie-overeenkomstmede een grondtransactie betreft, is dit een notariële akte.

  • 2 Burgemeester en wethouders besluiten tot het aangaan van een exploi-tatie-overeenkomst op initiatief van de gemeente slechts nadat eenaangevuld bekostigingsbesluit is vastgesteld.

  • 3 De exploitatie­overeenkomst bevat in ieder geval bepalingen over:a. de aard, omvang en kwaliteit van de door de gemeente of exploi-tant aan te leggen voorzieningen van openbaar nut;b. het tijdvak waarbinnen deze voorzieningen worden uitgevoerd;c. de ten laste van de exploitant komende bijdrage als bedoeld inartikel 5, eerste lid;d. in voorkomende gevallen de afstand van gronden aan de gemeente,voorzover die gronden zijn bestemd voor de aanleg of aanpassingvan voorzieningen van openbaar nut, en in deze gevallen hetverrichten van onderzoek naar bodemverontreiniging op kosten vanexploitant;e. in gevallen waarbij burgemeester en wethouders besluiten degehele of gedeeltelijke uitvoering van de door·de gemeente aante leggen voorzieningen van openbaar nut aan de exploitant op tedragen: deze opdracht en de waarborging van een tijdige enkwalitatief goede uitvoering; .f. een betalingsregeling; .g. in voorkomende gevallen een taakverdeling;h. in voorkomende gevallen een regeling voor gewijzigde omstandig-heden, wanprestatie, aansprakelijkheid en faillissement.

Hoofdstuk 3 In exploitatie brengen op verzoek van exploitant.

Artikel 7 Indiening aanvraag voor medewerking.

  • 1 Een belanghebbende kan bij burgemeester en wethouders een aanvraagindienen voor medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden.

  • 2 Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan het opaanvraag van exploitant in exploitatie brengen van gronden krachtenseen exploitatie­overeenkomst als bedoeld in artikel 6, met dienverstande dat artikel 6, tweede lid in dat geval niet van toepassingis.

  • 3 Bij de aanvraag dient in ieder geval te worden gevoegd:a. een nauwkeurige omschrijving van de in exploitatie te brengenonroerende zaken;b. gegevens, waaruit blijkt dat de belanghebbende genothebbendekrachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de in exploitatiete brengen onroerende zaken is of kan worden;c. gegevens omtrent de door belanghebbende te treffen (bouw)werk-zaamheden.

  • 4 Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouw-vergunning, eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstel-ling, wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrij-stelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen vanopenbaar nut moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedigmogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op de aanvraag· mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurigmogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komendekosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden,worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid` worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking.

  • 5 Burgemeester en wethouders reageren op de aanvraag voor medewerking,hetzij met een weigering hetzij met de aanbieding van een concept-overeenkomst, binnen zes maanden na de dag waarop het verzoek isontvangen.

Artikel 8 Aanhouding verzoek.

De reactie op een aanvraag kan worden aangehouden:a. ingeval de procedure tot goedkeuring van een van toepassing zijndbestemmingsplan of een herziening daarvan nog niet is afgerond, totvier weken na het onherroepelijk worden van (het betreffende deelvan) het bestemmingsplan of de herziening daarvan; -b. ingeval voorzienbaar is dat de in artikel B genoemde belemmeringenbinnen afzienbare tijd zullen kunnen worden weggenomen, tot vierweken nadat deze belemmeringen zijn weggenomen.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen.

Artikel 9 Weigeringsgronden voor een exploitatie-overeenkomst.

De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft in iedergeval niet te worden verleend, indien:a. de in exploitatie te brengen grond niet is gelegen in een gebiedwaarvoor een bestemmingsplan geldt;b. de door de exploitant aangegeven (bouw)werkzaamheden of de daartoebenodigde voorzieningen van openbaar nut zouden leiden tot strijd methet bestemmingsplan of de Woningwet;c. het treffen van de voorzieningen, hoewel overeenkomstig een bestem?mingsplan, anderszins zou leiden tot strijd met belangen van eendoeltreffende uitbreiding van bebouwing of herinrichting; `` d. het in exploitatie brengen van grond anderszins zou leiden tot tenlaste van de gemeente blijvende kosten van voorzieningen van openbaar ‘_ nut of tot bezwaren ten aanzien van het doeltreffend voorzien inwatervo0rziening,_openbare verlichting, riolering en andere voorzie-ningen van openbaar nut;e. exploitant geen afstand wil doen van gronden ten behoeve van aanlegvan voorzieningen van openbaar nut;f. exploitant de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut niet wilonderzoeken op de aanwezigheid van bodemverontreiniging, dan wel debodem niet wil saneren wanneer dat noodzakelijk is.

Artikel 10 Relatie baatbelasting.

­In een gebied waarvoor een aangevuld bekostigingsbesluit is genomen, zal,indien de exploitant een exploitatie-overeenkomst aangaat, in de overeen~komst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in·dezeovereenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullendkostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de betreffendeonroerende zaak zal plaatsvinden.

Artikel 11 Uitzonderingsbepalingen.

  • 1 De artikelen 2, eerste lid, 3, 5, en 6 van deze verordening zijn nietvan toepassing voor voorzieningen van openbaar nut van ondergeschiktbelang, zoals een uitweg op de openbare weg of een aansluiting op hetopenbare riool. In dergelijke gevallen besluiten burgemeester enwethouders onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaarnut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd.

  • 2 Het bepaalde in artikel 2, eerste lid en artikel 5, eerste en tweedelid van deze verordening kan buiten toepassing blijven ten aanzienvan:a. een exploitatiegebied dat in de naaste toekomst niet of nietgeheel voor bebouwing in aanmerking komt;b. de in een exploitatiegebied gelegen gronden die in de naastetoekomst niet voor bebouwing in aanmerking komen. 

Hoofdstuk 5 Overgangs­ en slotbepalingen.

Artikel 12 Overgangsbepalingen.

Ingeval vóór het moment van inwerkingtreding van deze verordening eenaangevuld bekostigingsbesluit is genomen danwel een aanvraag als bedoeldin artikel 7 is ingediend, kan de exploitatie-overeenkomst worden geba-seerd op de Exploitatieverordening gemeente Menterwolde 1994, zoalsvastgesteld bij raadsbesluit van 10 februari 1994.

Artikel 13 Inwerkingtreding.

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadie van bekendmaking op de wijze als bedoeld in artikel 139 Gemeente-wet. De verordening wordt bekend gemaakt nadat Gedeputeerde Staten deverordening hebben goedgekeurd.

  • 2 Op hetzelfde tijdstip vervalt de ‘Exploitatie~verordening gemeenteMenterwolde', zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 10 februari1994 .

Artikel 14 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Exploitatie­verordeninggemeente Menterwolde 1996".

Ondertekening

Muntendam, 10 oktober 1996.

De raad voornoemd,

, De secretaris ( K. Nieland)                        , De voorzitter (N. Boddema)