Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening welke de voorwaarden bevat waaronder de gemeente Veghel medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden (Exploitatieverordening)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening welke de voorwaarden bevat waaronder de gemeente Veghel medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden (Exploitatieverordening)
CiteertitelExploitatieverordening 2006 gemeente Veghel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 42; Gemeentewet, art. 222; Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-2007nieuwe regeling

14-12-2006

Stadskrant Veghel,5 december 2007

Ag.nr :08 Volgnr: 2006-69 Raadsvoorstel d.d. 31 oktober 2006

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening welke de voorwaarden bevat waaronder de gemeente Veghel medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden (Exploitatieverordening)

De raad van de gemeente Veghel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2006;

gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 222 Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen : de hierna volgende verordening welke de voorwaarden bevatten waaronder de gemeente Veghel medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden (Exploitatieverordening).

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. (medewerking verlenen aan) het in exploitatie brengen van gronden: (medewerking verlenen aan) het treffen van voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente, waardoor onroerende zaken die in het gebied liggen gebaat worden, dat wil zeggen geschikt of beter geschikt voor  bebouwing worden, dan wel anderszins in een voordeliger positie komen te verkeren;

b. exploitatiegebied: een als zodanig door de gemeenteraad aangewezen gebied, dat gebaat is door de aanleg van voorzieningen van openbaar nut;

c. exploitant: de genothebbende krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of anderszins rechthebbende van een in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaak welke door het treffen van voorzieningen van openbaar nut gebaat is;

d. exploitatieovereenkomst: de overeenkomst, onder welke naam dan ook gesloten, waarin de gemeente met een exploitant de voorwaarden overeenkomt waaronder de gemeente voorzieningen van openbaar nut zal treffen of daaraan medewerking zal verlenen;

e. grondexploitatieopzet: de door de gemeente vastgelegde en dynamisch bij te houden gedetailleerde financieel economische onderbouwing en verantwoording van de ontwikkeling en realisatie van het exploitatiegebied die in eerste instantie voorcalculatorisch is  en lopende het exploitatieproces telkens wordt bijgewerkt en geactualiseerd. Aan de hand daarvan wordt de begroting die behoort bij het aangevulde bekostigingsbesluit  vastgesteld en op basis daarvan wordt een exploitatiebijdrage berekend

f. aangevuld bekostigingsbesluit: een besluit van de gemeenteraad waarin niet alleen overeenkomstig artikel 222 Gemeentewet, wordt besloten in welke mate de aan de voorzieningen verbonden lasten zullen kunnen worden verhaald op een daarbij aangeduid gebied, maar waarin ook een omschrijving van de voorzieningen van openbaar nut en een begroting van kosten en opbrengsten is opgenomen;

g. (treffen van) voorzieningen van openbaar nut: ( het verrichten van)  de werken en werkzaamheden waardoor de in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaken gebaat worden: onder meer:

1. de aanleg, vernieuwing en wijzigingen van riolering, met inbegrip van de daarbij behorende  bijbehorende werken;

2. de aanleg, vernieuwing en wijziging van alle weg- en waterbouwkundige werken waaronder wegen, parkeergelegenheden, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, straatmeubilair, waterpartijen, watergangen, bruggen, tunnels, viaducten en andere rechtstreeks met de aanleg en inrichting van deze voorzieningen en kunstwerken verband houdende werken;

3. de aanleg, vernieuwing en wijziging van plantsoenen en andere groenvoorzieningen, waaronder begrepen de aanleg en inrichting van openbare speelplaatsen en speelweiden alsmede de sierende elementen welke rechtstreeks voortvloeien uit een juiste uitvoering van een verzorgd bestemmingsplan;

4. de plaatsing van openbare verlichting, verkeers- en andere borden, verkeersregelinstallaties en brandkranen met de nodige aansluitingen;

5. waterhuishoudkundige voorzieningen, met inbegrip van drainagevoorzieningen;

h. afstand van gronden aan de gemeente: eigendomsoverdracht van gronden aan de gemeente.

Artikel 2 Kosten van exploitatie

Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten die dient voor de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van grond begrepen:

1. De inbrengwaarde van alle binnen het exploitatiegebied gelegen gronden, zijnde:

a. de waarde van de grond;

b. de waarde van de opstallen, die voor de verwezenlijking van de bestemming niet gehandhaafd kunnen worden;

c. de kosten van het vrijmaken van de gronden van opstallen;

d. de kosten van verwijdering van verhardingen

e. de kosten van verwijdering van  zich in de grond bevindende funderingen, leidingen, kabels of andere obstakels

2. De kosten van aanleg binnen een exploitatiegebied door de gemeente van de onder artikel 1, onder g omschreven voorzieningen van openbaar nut.

3. De kosten van:

a. het dempen van sloten en het verrichten van grondwerken ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut met inbegrip van het egaliseren, ophogen en afgraven;

b. het verrichten van bodemonderzoek en -sanering, voorzover het de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut betreft en voor zover deze niet op andere wijze  bij derden verhaald of gesubsidieerd kunnen worden;

c. in verband met de milieuwetgeving of milieutechnisch noodzakelijke maatregelen en voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan;

d. de kosten van aanleg van voorzieningen van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 1 lid g,  buiten het exploitatiegebied inclusief de verwerving van de ondergrond van deze voorzieningen van openbaar nut die zijn bedoeld in artikel 1. onder lid g, en artikel 2. onder lid 1. en buiten het exploitatiegebied worden gemaakt, voor zover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen direct dan wel indirect zijn gebaat;

e. de kosten van planschade en overige schadevergoedingen en schadeloosstellingen en de kosten van het teniet doen gaan van persoonlijke en zakelijke rechten

f. het treffen van ecologisch en milieutechnisch noodzakelijke maatregelen en voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan, waaronder bos- en natuurcompensatie, geluidsvoorzieningen en noodzakelijke verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven buiten het exploitatiegebied

g. alle overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, in ieder geval:

1) de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding en planbeheer en plantoezicht in de verschillende fasen van een ruimtelijk ontwikkelings­project. Daaronder wordt ten minste verstaan: de interne en externe kosten verband houdende met het opstellen of vervaardigen van structuurplannen en bestemmingsplannen,  planmatige uitwerkingen of wijzigingen, besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied;

2) de interne en externe kosten verband houdende met onderzoeken, voorbereiding en toezicht ten behoeve van de voorzieningen van openbaar nut voor zover deze verband houden met het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied;

3) de interne en externe kosten van het sluiten van exploitatieovereenkomsten, alsmede de overige kosten van het gemeentelijk apparaat in de verschillende fasen van een ruimtelijk ontwikkelingsproject, voorzover die kosten rechtstreeks aan het in exploitatie brengen van gronden kunnen worden toegerekend;

4) de rente van geïnvesteerde kapitalen en overige lasten, verminderd met rente- opbrengsten;

5) de kosten van tijdelijk beheer van de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut, zijnde de kosten die tengevolge van een noodzakelijk actief verwervingsbeleid worden gemaakt en niet dan wel niet geheel door middel van tijdelijke verhuur of verpachting worden gedekt;

6) overige kosten, die in beginsel ten laste van de grondexploitatie behoren te worden gebracht, waaronder de bij de gemeente bestendig gebruikelijke omslagfondsen, met inbegrip van  de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen  voor zover deze aan het plangebied kunnen worden toegerekend.

Artikel 3 Rolverdeling

Voorzieningen van openbaar nut worden door de gemeente aangelegd tenzij de aanleg behoort tot de taken van een ander overheidslichaam, of tenzij het College van Burgemeester en Wethouders heeft ingestemd met een gehele of gedeeltelijke aanleg door de exploitant. Het college neemt geen besluit om aanleg door de exploitant toe te staan dan nadat gebleken is, dat een kwalitatief goede uitvoering zowel qua voorbereiding of qua feitelijke aanleg financieel is gewaarborgd, daartoe voldoende garantie is gesteld, de door de gemeente noodzakelijk geachte regierol voldoende kan worden uitgeoefend en ook overigens geen zwaarwegende of beleidsmatige belemmeringen voor de uitvoering door de exploitant bestaan.De gemeente kan besluiten om de openbare voorzieningen in samenwerking met een marktpartij te ontwikkelen en realiseren, in welk geval de gemeente kan besluiten de regierol in samenwerking met die marktpartij te voeren, of door die marktpartij te laten uitvoeren.

Hoofdstuk 2 In exploitatie brengen op intitiatief van de gemeente

Artikel 4 Vaststelling aangevuld bekostigingsbesluit
  • 1. Voordat op initiatief van de gemeente met het treffen van voorzieningen van openbaar nut in een exploitatiegebied wordt begonnen, wordt door de gemeenteraad een aangevuld bekostigingsbesluit voor dat exploitatiegebied vastgesteld en bekendgemaakt op de wijze zoals bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.

  • 2. Het aangevuld bekostigingsbesluit bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

    a. Een kaart of aanduiding van het exploitatiegebied en aanwijzing van de daarin gelegen onroerende zaken die gebaat zijn door de aanleg van voorzieningen van openbaar nut;

    b. aanduiding van de mate waarin de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, op de exploitanten kunnen worden verhaald;

    c. omschrijving van de van gemeentewege uit te voeren voorzieningen van openbaar nut en daarmee verband houdende werkzaamheden;

    d. de bepaling dat, in geval met een exploitant niet tot overeenstemming kan worden gekomen over een exploitatieovereenkomst, kostenverhaal zal kunnen plaatsvinden door middel van heffing van baatbelasting;

    e. een begroting van de ten laste van de onroerende zaken in het exploitatiegebied komende kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van grond, en van de ten gunste van het in exploitatie nemen van gronden komende opbrengsten. De opbrengsten bestaan uit:

    i subsidies

    ii de verwachte verkoopopbrengsten van gronden;

    iii bijdragen in de kosten van aanleg van voorzieningen van openbaar nut; hetzij via overeenkomst hetzij via baatbelasting

    iv overige bijdragen.

    f. Van deze begroting maakt eveneens deel uit de wijze van toerekening van de totale kosten en opbrengsten aan de onroerende zaken in het exploitatiegebied of een bepaling waarin is opgenomen wanneer en op welke wijze de toerekening zal worden vastgesteld. Die toerekening zal zoveel mogelijk naar de mate van het profijt dat de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut plaatsvinden.

  • 3. In het aangevuld bekostigingsbesluit kan worden bepaald dat de begroting als bedoeld in het tweede lid onder e later door de gemeenteraad wordt vastgesteld, echter niet later dan noodzakelijk is om aan de vereisten van lid 1 van dit artikel te voldoen.  De begroting kan door de gemeenteraad periodiek worden herzien. De begroting wordt bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.

  • 4. Voor de berekening van de in het tweede lid onder e bedoelde kosten wordt ervan uitgegaan dat het exploitatiegebied in zijn geheel door de gemeente in exploitatie kan of zal worden gebracht.

Artikel 5 Wijze van toerekening naar mate van profijt
  • 1. Voor de berekening van de in het tweede lid onder e bedoelde kosten wordt ervan uitgegaan dat het exploitatiegebied in zijn geheel door de gemeente in exploitatie kan of zal worden gebracht.

  • 2. Onder de grondoppervlakte wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in een bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, vermenigvuldigd met factoren voor ligging en bestemming en objectieve gebruiksmogelijkheid, waarin het profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.

  • 3. Ingeval de toerekening op basis van m2 grondoppervlakte geen geschikte grondslag blijkt te zijn, geschiedt de toerekening op basis van een nader door de gemeenteraad te bepalen grondslag, welke beter uitdrukking geeft aan de aanwezige verschillen in profijt.

Artikel 6 Vaststelling exploitatiebijdrage
  • 1.De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden het bedrag dat volgens de in de begroting als bedoeld in artikel 4, tweede lid onder e uitgewerkte wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend.

    Daarbij wordt rekening gehouden met noodzakelijke periodieke bijstellingen van deze exploitatieopzet.

    Deze bijdrage wordt vermeerderd met de kosten in verband met  de afstand van de gronden aan de gemeente die zijn bestemd voor de aanleg en/of aanpassing van voorzieningen van openbaar nut vallende en de kosten van kadastrale uitmeting.Deze bijdrage wordt verminderd met de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de inbrengwaarde van de gronden welke zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.

  • 2. De waarde van de in het eerste lid bedoelde grond die door de exploitant is ingebracht wordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld. Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen of, indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de ter zake bevoegde kantonrechter.

  • 3. Indien de exploitant zelf conform artikel 7, derde lid, onder e voorzieningen van openbaar nut aanlegt bestaat de exploitatiebijdrage uit de bijdrage, zoals deze op grond van het eerste lid van dit artikel wordt bepaald, verminderd met de kosten van de door exploitant uit te voeren werkzaamheden, voor zover deze kosten corresponderen met de begroting van kosten zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder e.

Artikel 7 Inhoud exploitatieovereenkomst
  • 1. Het verhaal van kosten verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden vindt plaats op basis van een exploitatieovereenkomst die is opgesteld met inachtneming van de voorgaande artikelen. Van de exploitatieovereenkomst wordt een akte opgemaakt. Indien de exploitatieovereenkomst mede een grondtransactie betreft, is dit een notariële akte.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen pas besluiten tot het aangaan van een exploitatieovereenkomst op initiatief van de gemeente  nadat een aangevuld bekostigingsbesluit door de gemeenteraad is vastgesteld.

  • 3. De exploitatieovereenkomst bevat in ieder geval bepalingen over:

    a. de aard, omvang en kwaliteit van de door de gemeente of exploitant aan te leggen voorzieningen van openbaar nuten de mate waarin van principes van duurzaam bouwen sprake zal zijn;

    b. het tijdvak waarbinnen deze voorzieningen worden uitgevoerd;

    c. de ten laste van de exploitant komende bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste lid ;

    d. in voorkomende gevallen de afstand van gronden aan de gemeente, voor zover die gronden zijn bestemd voor de aanleg of aanpassing van voorzieningen van openbaar nut, en in deze gevallen het verrichten van onderzoek naar bodemverontreiniging op kosten van exploitant;

    e. in gevallen waarbij burgemeester en wethouders besluiten de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de door de gemeente aan te leggen voorzieningen van openbaar nut conform de exploitatieopzet aan de exploitant op te dragen: de opdracht dan wel aanlegverplichting  en de waarborging van een tijdige en kwalitatief goede en duurzame uitvoering en nakoming van de financiële verplichtingen van de exploitant;

    f. de exploitant dient voor eigen rekening een planscha­de­risicoanalyse te ma­ken. De kosten van eventuele planschade zijn voor rekening van exploitant;

    g. de wijze waarop de gemeente desgewenst regie voert

    h. de mate waarin door de exploitant grond ter beschikking wordt gesteld voor particulier opdrachtgeverschap en woningbouw voor de verhuur tot aan de huursubsidiegrens;

    i. een betalingsregeling;

    j. in voorkomende gevallen een betalingsregeling;

    k. in voorkomende gevallen een regeling voor gewijzigde omstandigheden, wanprestatie, aansprakelijkheid en faillissement;

    l. indien aan de orde: een verklaring zoals bedoeld in artikel 11;

    m. indien aan de orde: afspraken die hun basis vinden in het door de raad vastgestelde gemeentelijke grondbeleid;

    n. indien aan de orde: afspraken over de betaling van kosten die de gemeente heeft gemaakt na het sluiten van een exploitatieovereenkomst terwijl het in exploita­tie brengen door de exploitant niet wordt voltooid; het gaat daarbij om plan­voor­bereidingskosten in een situatie die valt onder  hoofdstuk 3;

Hoofdstuk 3 In exploitatie brengen op verzoek van de exploitant

Artikel 8 Indiening aanvraag voor medewerking
  • 1. Een belanghebbende (de exploitant) kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan het op aanvraag van exploitant in exploitatie brengen van gronden krachtens een exploitatieovereenkomst als bedoeld in artikel 7.

  • 3. Bij de aanvraag dient in ieder geval te worden gevoegd:

    a. een nauwkeurige omschrijving van de in exploitatie te brengen onroerende zaken;

    b. gegevens, waaruit afdoende blijkt  dat de belanghebbende (de exploitant) de eigendom van of het erfpachtrecht op de in exploitatie te brengen onroerende goederen onherroepelijk heeft verkregen of kan verkrijgen;

    c. gegevens omtrent de door belanghebbende (de exploitant) te treffen (bouw)werkzaamheden;

    d. gegevens waaruit blijkt dat de exploitant financieel in staat is tot exploitatie over te gaan en de benodigde zekerheden te stellen.

  • 4. Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning, eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstelling, wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden, worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking.

  • 5. Burgemeester en wethouders reageren op de aanvraag voor medewerking, hetzij met een weigering op grond van artikel 10, hetzij met een aanhouding op grond van artikel 9, hetzij met de aanbieding van een conceptovereenkomst, binnen zes maanden na de dag waarop deze aanvraag is ontvangen. De bepalingen in hoofdstuk 2 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Aanhouding verzoek

De reactie op een aanvraag kan worden aangehouden:

a ingeval de procedure tot goedkeuring van een van toepassing zijnd bestemmingsplan of een herziening daarvan nog niet is afgerond, tot vier weken na het onherroepelijk worden van (het betreffende deel van) het bestemmingsplan of de herziening daarvan; b ingeval voorzienbaar is dat de in artikel 10 genoemde belemmeringen binnen afzienbare tijd zullen kunnen worden weggenomen, tot vier weken nadat deze belemmeringen zijn weggenomen.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 10 Weigeringsgronden voor een exploitatieovereenkomst

De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft in ieder geval niet te worden verleend, indien:

a. de in exploitatie te brengen grond niet is gelegen in een gebied waarvoor een bestemmingsplan geldt;

b. de door de exploitant aangegeven (bouw)werkzaamheden of de daartoe benodigde voorzieningen van openbaar nut zouden leiden tot strijd met het bestemmingsplan, de Woningwet of andere wet- en regelgeving;

c. het treffen van de voorzieningen, hoewel overeenkomstig een bestemmingsplan, anderszins zou leiden tot strijd met belangen van een doeltreffende uitbreiding van bebouwing, herinrichting of het gewenste ruimtelijke structuurbeeld van de gemeente zou frustreren

d. het in exploitatie brengen van grond anderszins zou leiden tot ten laste van de gemeente blijvende kosten van voorzieningen van openbaar nut of tot bezwaren ten aanzien van het doeltreffend voorzien in watervoorziening, openbare verlichting, riolering en andere voorzieningen van openbaar nut

e. exploitant geen afstand wil doen van gronden ten behoeve van aanleg van voorzieningen van openbaar nut;

f. exploitant de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut niet wil onderzoeken op de aanwezigheid van bodemverontreiniging, dan wel de bodem niet wil saneren wanneer dat noodzakelijk is;

g. de exploitant niet bereid is of in staat is om sluitende waarborgen te stellen voor tijdige, kwalitatief goede en duurzame uitvoering, c.q. nakoming van zijn feitelijke en financiële verplichtingen

h. de exploitant niet bereid is de voorzieningen van openbaar nut door de gemeente te laten aanleggen

i. de door de gemeente noodzakelijk geachte regie niet kan worden uitgeoefend

j. de exploitant niet bereid is grond ter beschikking te stellen voor particulier opdrachtgeverschap of woningbouw voor de verhuur tot aan de huur­subsi­diegrens;

k. indien het voornemen van de exploitant de ruimtelijke en/of sociale dorpsstruc­tuur van een van de kleinere kernen van de gemeente Veghel frustreert.

Artikel 11 Relatie baatbelasting

In een gebied waarvoor een aangevuld bekostigingsbesluit is genomen, zal, indien de exploitant een exploitatieovereenkomst aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de betreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.

Artikel 12 Uitzonderingsbepalingen
  • 1. Het bepaalde in artikel 2, onder 1, en de artikelen 4, 6 en 7 van deze verordening is niet van toepassing voor voorzieningen van openbaar nut van ondergeschikt be­lang, zoals een uitweg op de openbare weg of een huisaansluiting op het openbare riool tussen erfgrens en straatriool. In dergelijke gevallen besluiten burgemeester en wethouders onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd.

  • 2. Het bepaalde in artikel 2, onder 1, voor zover geen betrekking hebbend op de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut, en artikel 5, eerste en tweede lid van deze verordening kan buiten toepassing blijven ten aanzien van

    a. een exploitatiegebied dat in de naaste toekomst niet of niet geheel voor bebouwing in aanmerking komt;

    b. de in een exploitatiegebied gelegen gronden die in de naaste toekomst niet voor bebouwing in aanmerking komen.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Overgangsbepalingen

Ten aanzien van exploitatiegebieden waarvoor geldt dat vóór het moment van inwerkingtreding van deze verordening een (aangevuld) bekostigingsbesluit is genomen of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voor zover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing. In ieder geval stelt de gemeenteraad in die gevallen een begroting van kosten en opbrengsten als bedoeld in artikel 4, tweede lid onder e, vast, en wordt deze begroting bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking op de wijze als bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.

  • 2. Op hetzelfde tijdstip vervalt de 'Exploitatieverordening 1997 gemeente Veghel', zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 10 juli 1997.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Exploitatieverordening 2006 gemeente Veghel'.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 14 december 2006

 

De raad voornoemd.

De griffier,       De voorzitter,

 

 

 

WJ. Oosten.    A. Frankfort.