| Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Delegatieregeling 2004 |
| Citeertitel | Delegatieregeling 2004 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
register bij besluit van 10-12-2009 gewijzigd, inwerking getreden op 17 december 2010
Gemeentewet, art. 156
geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 27-02-2004 | 01-01-2017 | bevoegdheden aangepast (wet dwangsom en rechtstreeks beroep bij niet tijdig beslissen en artikel 19, lid 1 WRO ) | 19-02-2004 Stadskrant Veghel 26-02-2004 | Agendanr:15 Volgnr: 2004-09 Datum voorstel: 6 januari 2004 |
De raad van de gemeente Veghel;
overwegende, dat het met name in verband met de Wet dualisering gemeentebestuur en de daarmee samenhangende wijziging van de Gemeentewet wenselijk is de delegatieregeling met bijbehorend register aan te passen;
gezien het advies van de commissie Bestuurszaken van 27 januari 2004;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 januari 2004;
gelet op het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de navolgende Verordening, regelende de delegatie van bevoegdheden van de raad aan het college van burgemeester en wethouders (Delegatieregeling).
1. De bevoegdheden van de raad, opgesomd in het bij dit besluit behorend register, worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders.
2. Het college van burgemeester en wethouders oefent deze gedelegeerde bevoegdheden uit overeenkomstig de in het register aangegeven voorwaarden en aanwijzingen. Voorts neemt het college de wettelijke voorschriften in acht.
3. Het college is bevoegd de gedelegeerde bevoegdheden te mandateren en te laten ondermandateren.
1. Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad op de hoogte van de krachtens delegatie genomen besluiten door toezending van de besluitenlijst van het college.
2. Ingeval een gedelegeerde bevoegdheid is gemandateerd behoeft van een krachtens deze bevoegdheid genomen besluit geen mededeling te worden gedaan aan de raad
1. Deze verordening met bijbehorend register treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
2. Op dat tijdstip vervalt de Delegatieregeling met bijbehorend register, vastgesteld bij besluit van 28 april 1994.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Delegatieregeling 2004".
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 19 februari 2004.
De raad voornoemd.
De griffier, De voorzitter,
drs. A.J. Verschoor. A. Frankfort
I Gedelegeerde bevoegdheden:
Algemeen
1. Bevoegdheden opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en overige wetgeving met soortgelijke bevoegdheden met betrekking tot voorbereiding van besluiten en besluiten op bezwaar- en beroep (voor zover dit niet reeds valt onder de algemene bevoegdheid van het college tot voorbereiding van besluiten van de raad c.q. het voeren van rechtsgedingen e.d. als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet)
Onder deze bevoegdheden zijn in ieder geval begrepen:
a. het doorzenden van geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is;
b. het bieden van de gelegenheid tot het herstel van vormverzuim (aanvulling aanvraag/motivering e.d.);
c. het horen van aanvrager en belanghebbenden om hun zienswijze naar voren te brengen,
d. het verdagen van een beslissing op aanvraag of op een bezwaarschrift;
e. het besluiten tot toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb;
f. overige niet nader genoemde voorbereidingshandelingen;
g. het vaststellen van de verschuldigdheid en hoogte van dwangsommen als bedoeld in artikel 4:17 e.v. van de Awb.
2. Besluiten met betrekking tot verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur.
Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening
3. De bevoegdheid m.b.t. het nemen van projectbesluiten op grond van artikel 3.10, eerste lid van de Wet Ruimtelijke Ordening en vrijstellingen als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (zoals deze gold tot 1 juli 2008), onder de volgende voorwaarden:
a. alle aanvragen worden zo spoedig mogelijk kenbaar gemaakt aan en ter visie gelegd voor de leden van de raad en de commissie Ruimte en Milieu;
b. indien de leden van de raad of de commissie opmerkingen of bezwaren hebben kunnen zij deze op het daartoe bestemde formulier binnen een week na datum van tervisielegging kenbaar maken aan het college.
c. het college betrekt de opmerkingen of bezwaren van de leden van de raad of de commissie bij de besluitvorming omtrent het projectbesluit c.q. de vrijstelling.
het college stelt de leden van de raad en de commissie schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte van de wijze waarop aan de gemaakte opmerkingen bij de besluitvorming zijn betrokken.
II Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 19 februari 2004
De raad voornoemd
De griffier, drs. A.J. Verschoor
De voorzitter, A. Frankfort.