Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil ZuiderAmstel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingVerordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil ZuiderAmstel
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil ZuiderAmstel 2008
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet milieubeheer, art. 15.33
  2. Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-01-200801-01-200801-01-2009intrekking

03-01-2008

Amsterdams Stadsblad, 02-01-2008

DIV nr. 08.433

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Heffingen

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing, dit wordt geregeld in hoofdstuk 2 en

  • b.

    een reinigingsrecht bedrijfsvuil, dit wordt geregeld in hoofdstuk 3.

Artikel 2 Begripsomschijving 

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens; afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen;

  • b.

    bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen niet-zijnde huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken of gevaarlijke stoffen;

  • c.

    meelifter: bedrijf dat minder dan 4 hectoliter afval per week aanbied en het recht heeft dit afval bij het afval van de huishoudens aan te bieden.

  • d.

    jaar: kalenderjaar

Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de heffing
  • 1. Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het feitelijk gebruik van een perceel, waaronder mede begrepen een sta-caravan, een woonboot en een woonwagen, ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Onder het begrip perceel wordt niet verstaan een volkstuintje, zomerhuisje of vakantiehuisje, tenzij een dergelijk huisje dient tot hoofdverblijf.

Artikel 4 Belastingplicht

Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene die naar de omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en jaarlijkse tarieven.
  • 1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, 245,04 euro, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon,

  • 2. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, 326,64 euro, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer personen.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan een jaar.

Artikel 7 Wijze van belastingheffing
  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De aanslagen kunnen met andere aanslagen op een zogenaamd combi-aanslagbiljet worden verenigd.

Artikel 8 Tijdstip ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling
  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede termijn één maand later.

  • 2. Indien op basis van artikel 7, lid 2, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Maatstaven en overige tarieven

Onverminderd het bepaalde in artikel 5 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof huisafval :

  • € 15,- per halve m3 voor grof vuil (behalve voor de eerste m3, die is gratis (zie ook artikel 1 sub e en artikel 32 van de Afvalstoffenverordening).

  • € 25,- per halve m3 voor puin (zie ook artikel 1 sub e en 32 van de Afvalstoffenverordening)

  • € 40,- per halve m3 voor vuilpuin (zie ook artikel 1 sub e en artikel 32 van de Afvalstoffenverordening).

Artikel 11 Wijze van belastingheffing

De belasting als bedoeld in artikel 10 wordt geheven bij wege van contante betaling op het moment van inzameling van het grof huisafval.

Hoofdstuk 3 Reinigingsrecht bedrijfsvuil

Artikel 12 Maatstaven van heffing en jaarlijkse tarieven

Onder de naam reinigingsrecht bedrijfsvuil wordt een recht geheven voor zowel het genot van de door of vanwege de gemeente verstrekte dienst als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 13 Belastingplicht

Belastingplichtig voor het reinigingsrecht bedrijfsvuil is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 14 Maatstaf en tarief
  • Terzake van het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen, voorzover dit kan geschieden tijdens het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedraagt de belasting,  bij de afgifte van afval van maximaal:

  • 1. 1,76 hectoliter per week, overeenkomend met maximaal 4 huisvuilzakken van 44 liter, indien de belastingplicht op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht: 394,68 euro per belastingjaar (exclusief BTW), 

  • 2. 4 hectoliter per week, overeenkomend met maximaal 9 huisvuilzakken van 44 liter, indien de belastingplicht op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht: 615,36 euro per belastingjaar (exclusief BTW).

Artikel 15 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan een jaar.

Artikel 16 Wijze van heffen
  • 1. Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De aanslagen kunnen met andere aanslagen op een zogenaamd combi-aanslagbiljet worden verenigd.

Artikel 17 Tijdstip ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 18 Termijnen van betaling
  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede termijn één maand later.

  • 2. Indien op basis van artikel 7, lid 2, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 19 Kwijtschelding

Van het reinigingsrecht wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen

Artikel 20 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel ZuiderAmstel kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht bedrijfsvuil.

Artikel 21 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
  • 1. Met ingang van de in het derde lid vermelde datum vervalt de "Verordening afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht Stadsdeel ZuiderAmstel, 2007", vastgesteld bij besluit van 31-10-2006 (06.13010), met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2008.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil ZuiderAmstel 2008.