Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Naarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingBoeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Naarden
CiteertitelBoeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Naarden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering nieuwkomers,art. 18, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2005onbekend

10-02-2005

Gemeenteblad, jrg 12, nr 7, 14 april 2005

geen.

Tekst van de regeling

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Naarden

Artikel 1 Begripsomschrijving

De begripsomschrijvingen in artikel 1 van de Wet inburgering nieuwkomers zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 Afstemming en dringende redenen

  • 1. Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.

  • 2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1. De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm, genoemd in hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 van de Wet werk en bijstand verhoogd met de toeslag genoemd in artikel 25, tweede lid Wet werk en bijstand gedurende een maand.

  • 2. Als de nieuwkomer geen belanghebbende is in de zin van de WWB, wordt bij toepassing van het eerste lid uitgegaan van de bijstandsnorm inclusief toeslag die voor hem zou gelden in het geval hij wel belanghebbende zou zijn.

  • 3. Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18 eerste lid van de WIN, binnen 12 maanden nadat aan de nieuwkomer ter zake van die gedraging een boete is opgelegd, bedraagt de boete 40% van de in het eerste en tweede lid bedoelde bijstandsnorm.

Artikel 4 Uitvoering

  • 1. Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Naarden".

Artikel 6 Inwerkingtreding en overgangsregeling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin zes weken na de bekendmaking is verstreken.

  • 2. Indien het tijdstip van inwerkingtreding op grond van het eerste lid eerder zou zijn dan 1 januari 2005, dan treedt deze verordening in werking op 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering der gemeente Naarden gehouden op 10 februari 2005,

De voorzitter,

 

De griffier,

 

1 Algemeen

De Wet inburgering nieuwkomers (WIN) bepaalt in artikel 18, eerste lid dat het college een boete oplegt als een nieuwkomer zich niet houdt aan een of meer van de volgende verplichtingen: * de meldingsplicht voor een inburgeringsonderzoek (artikel 2 WIN); * de plicht om medewerking te verlenen aan het inburgeringsonderzoek (artikel 4, vierde lid WIN); * de plicht zich te laten inschrijven bij een educatie-instelling (artikel 8 WIN); * de plicht aanwezig te zijn bij alle onderdelen van het voor hem geldende educatieprogramma (artikel 9 WIN); * de verplichting om een toets af te leggen (artikel 10, derde lid WIN); * de plicht om medewerking te verlenen aan de overige onderdelen van het voor hem vastgestelde inburgeringsprogramma (artikel 12, eerste lid WIN).

Naast de inburgeringsplicht is er voor uitkeringsgerechtigden, in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) ook sprake van de plicht om zich in te spannen om aan het werk te gaan (c.q. algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden). Als het inburgeringsprogramma een arbeidsaanbod doorkruist, gaat deelname aan betaald arbeid in principe voor en moet het inburgeringsprogramma worden verplaatst naar de avonduren. Daarnaast is het ook mogelijk dat delen van het inburgeringsprogramma worden opgenomen in het reintegratietraject voorzover dit noodzakelijk is voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt. Hiermee wordt het te volgen programma aangemerkt als een reïntegratietraject in het kader van artikel 9 WWB. Als een bijstandgerechtigde zijn verplichtingen op grond van de WWB niet of onvoldoende nakomt, wordt zijn bijstandsuitkering verlaagd (artikel 18 tweede lid WWB). Dit betekent dat er twee sanctiesystemen zijn:

  • 1.

    de bestuurlijke boete op grond van de WIN voor nieuwkomers die geen uitkering ontvangen op grond van de WWB;

  • 2.

    een verlaging van de bijstandsuitkering op grond van artikel 18 WWB en de verordening maatregelen gemeente Naarden voor nieuwkomers met een bijstandsuitkering op grond van de WWB die zich niet houden aan de inburgeringsverplichting als onderdeel van een reïntegratietraject.

Voor de invoering van de WWB werden zowel de hoogte van de maatregelen op grond van de Abw als de hoogte op grond van de WIN bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. De hoogte van de maatregelen waren vastgelegd in het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ en de hoogte van de bestuurlijke boete was geregeld in het Boetebesluit inburgering nieuwkomers.

De hoogte van de maatregelen zoals vastgelegd in het oude Maatregelenbesluit zijn thans verwoord in de Verordening Maatregelen van de gemeente Naarden. Om gemeenten in staat te stellen de hoogte van de boete op grond van de WIN af te stemmen op de hoogte van de maatregelen zoals vastgelegd in de Verordening Maatregelen is artikel 18 WIN gewijzigd. Deze wijziging heeft plaatsgevonden via artikel 47 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand. Het nieuwe artikel 18 zevende lid bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels dienen te worden gesteld over de hoogte van de boete. Het boetebesluit inburgering nieuwkomers komt te vervallen op 1 januari 2005. De gemeente moeten dus zelf de hoogte van de boete in een verordening vastleggen daarbij rekening houdend met de hoogte van de op te leggen maatregel die een bijstandsgerechtigde opgelegd krijgt die zijn plicht tot arbeidsinschakeling niet nakomt op grond van de Verordening Maatregelen (gedraging van de derde categorie). In dit geval dus 20%. Hieruit blijkt dat deze verordening geen materiele wijziging betreft ten opzicht van het Boetebesluit WIN. De boete blijft 20% van de bijstandsnorm inclusief toeslag. Deze verordening vormt vanaf inwerkingtreding de formele grondslag voor de bepaling van de hoogte van de boete. Dit betekent dat er geen bijzondere overgangsregelingen getroffen hoeven te worden omdat nieuwkomers als gevolg van deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren. Voor zover het gaat om nieuwkomers die bijstand ontvangen, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel in de vorm van verlaging van de bijstand is opgelegd mits het volgen van het inburgeringsprogramma als verplichting aan de bijstand is verbonden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering nieuwkomers. Volstaan kan worden met een verwijzing naar die wet, zodat bij een eventuele definitiewijziging in de wet de verordening niet heeft te worden aangepast.

Artikel 2. Artikel 18 tweede lid WIN bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. De boete mag met andere worden niet disproportioneel zijn. Verder kan het college op grond van artikel 18 vierde lid WIN afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Deze bepaling kan gezien worden als een hardheidsclausule. Gelet op de mogelijkheden om op grond van artikel 2 tweede lid van deze verordening genoemde criteria al een vergaande individualisering toe te passen, in het bijzonder doordat rekening gehouden kan worden met de persoonlijke omstandigheden van de klant, zal er slechts in zeer uitzonderlijke aanleiding zijn om toepassing aan deze bepaling te geven. De dringende redenen kunnen geen verband houden met de omstandigheden waaronder een verplichting niet is nagekomen, maar uitsluitend gelegen zijn in de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een maatregel voor een belanghebbende heeft. In het eerste lid is bepaald dat die uitgangspunten onverkort van kracht blijven bij toepassing van deze verordening. Het maakt het mogelijk maatwerk te leveren en af te wijken van de standaard boete als bijzondere omstandigheden daar aanleiding toe geven. In het tweede lid is om ieder mogelijk misverstand daarover uit te sluiten en in navolging van artikel 18 tweede lid WWB expliciet bepaald dat geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 3. Deze verordening beoogt geen wijziging te brengen in het materieel recht. In deze bepaling is dan ook vastgelegd dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm inclusief toeslag blijft. Dit percentage sluit aan bij de in de Verordening Maatregelen opgenomen maatregel die geldt voor gedragen van de derde categorie; gedragingen die uitstroom uit de uitkering belemmeren zoals bijvoorbeeld het niet volgen van noodzakelijk geachte scholing. In het tweede lid is geregeld dat bij recidive de boete 10% van de bijstandsnorm inclusief toeslag bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het in het Boetebesluit WIN gehanteerde begrip niet gewijzigd en sluit aan bij het gestelde in de Verordening Maatregelen onder artikel 4 lid 2 gehanteerde als recidive.

Artikel 4. De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 5. Deze verordening wordt aangehaald als: "Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Naarden".

Artikel 6. Omdat op 1 januari 2005 de wettelijke grondslag voor toepassing van het Boetebesluit WIN vervalt en de Invoeringswet WWB geen bijzondere overgangsrecht kent, is ervoor gekozen de Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Naarder aansluitend per genoemde datum in te laten gaan. Omdat deze verordening in vergelijking tot het Boetebesluit WIN materieel geen wijziging tot gevolg heeft behoeft er in deze verordening geen bijzondere overgangsregeling getroffen te worden nu nieuwkomers door deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren.