Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Regeling omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van Stadsdeel Oud-Zuid 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingRegeling omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van Stadsdeel Oud-Zuid 2006
CiteertitelRegeling omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van Stadsdeel Oud-Zuid 2006
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpAmbtelijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Per 1 mei 2010 zijn de stadsdelen Zuideramstel en Oud-Zuid gefuseerd tot stadsdeel Zuid. Gelet op de aard van de regeling omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van Stadsdeel Oud-Zuid 2006 is deze per 1 mei komen te vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 160, lid 1, sub c

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-04-200801-05-2010nieuwe regeling

08-04-2008

Stadsdeelkrant 8 april 2008

-

Tekst van de regeling

Artikelen versie 8-4-2008

Paragraaf 1: Relatie bestuur- ambtelijk apparaat
Artikel 1
  • 1. Het Dagelijks Bestuur houdt geregeld overleg met het Directieteam over ontwikkelingen in de hoofdlijnen van het beleid, de beleidsuitvoering en de betekenis daarvan voor het functioneren van het stadsdeelbestuur en de ambtelijke dienst.

  • 2. Ter uitvoering van het vastgestelde en ter voorbereiding van het voorgenomen beleid sluit het Dagelijks Bestuur een overeenkomst met de Algemeen Directeur. Als onderdeel van die overeenkomst komen Dagelijks Bestuur en Algemeen Directeur steeds per begrotingsjaar overeen:

    a. de producten en resultaten die de dienst zal leveren;

    b. de middelen die aan de dienst daarvoor ter beschikking worden gesteld.

  • 3. De Algemeen Directeur is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de overeengekomen efficiency en kwaliteit van alle producten van de dienst.

  • 4. De Algemeen Directeur sluit op basis van de overeenkomst met het Dagelijks Bestuur op onderdelen overeenkomsten met de Directeuren van de Resultaat verantwoordelijke eenheden over de te bereiken resultaten.

Paragraaf 2: De structuur van het ambtelijk apparaat
Artikel 2
  • 1. Het ambtelijk apparaat van het stadsdeel Oud-Zuid is ingedeeld in Resultaat Verantwoordelijke Eenheden.

  • 2. De Algemeen Directeur, gehoord het Directeurenoverleg, kan besluiten tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen RVE’en /afdelingen, t.b.v. de totstandkoming van producten waaraan meerdere RVE’en/ afdelingen bijdragen. Het beheer van zo'n verband wordt opgedragen aan een projectleider.

Artikel 3
  • Als Resultaat Verantwoordelijke Eenheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden ingesteld:

    a. de Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Beleid en Communicatie;

    b. de Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Middelen en Control;

    c. de Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Publieke en Maatschappelijke Dienstverlening;

    d. de Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Openbare Ruimte;

  • Naast de vier Resultaat Verantwoordelijke Eenheden is er het Bureau Management Ondersteuning die direct onder de stadsdeelsecretaris valt. De plaats van deze Resultaat Verantwoordelijke Eenheden en het Bureau Management Ondersteuning in de ambtelijke organisatie wordt aangegeven als bijlage bij deze regeling gevoegd organigram.

Artikel 4
  • 1. Op basis van de vastgestelde doelstellingen en taakopdrachten kan de Algemeen Directeur, gehoord het Directieteam, de hoofdstructuur van iedere Resultaat Verantwoordelijke Eenheid zoals neergelegd in artikel 3, eerste lid, onder a t/m e, onderverdelen in afdelingen.

  • 2. De Algemeen Directeur kan van de in lid 1 bedoelde indeling afwijken, gehoord het Directeurenoverleg.

Artikel 5
  • De directeuren van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden worden benoemd en ontslagen door de Algemeen Directeur.

Paragraaf 3: Uitvoerende bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het ambtelijke apparaat
Artikel 6
  • 1. Onder toezicht van de Algemeen Directeur is het dagelijkse beheer van een Resultaat Verantwoordelijke Eenheid opgedragen aan de directeur.

  • 2. Het aan de directeuren van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden opgedragen dagelijks beheer van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheid omvat de verantwoordelijkheid voor het in alle opzichten optimaal functioneren van die Resultaat Verantwoordelijke Eenheid.

  • 3. Tot het dagelijkse beheer van een Resultaat Verantwoordelijke Eenheid wordt gerekend het realiseren van de met de Algemeen Directeur overeengekomen omvang en kwaliteit van de dienstverlening, en de verantwoordelijkheid voor de daartoe ter beschikking te stellen middelen.

  • 4. De directeur van een RVE draagt zorg voor de ontwikkeling van de aan hem toegewezen RVE overeenkomstig het streefbeeld van de organisatie, zoals vastgelegd in de missie.

Artikel 7
  • 1. Tot de middelen als bedoeld in artikel 6 worden in ieder geval gerekend:

    • het personeel;

    • de financiën;

    • de (administratieve) organisatie;

    • de informatisering;

    • de aanschaffen;

    • de huisvesting.

  • 2. De Algemeen Directeur, gehoord het Directeurenoverleg stelt kaders en richtlijnen vast t.b.v. de inzet van de in lid 1 genoemde middelen.

  • 3. De Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Middelen en Control is belast met de advisering aan (onderdelen van) de dienst over en evaluatie van de inzet van middelen, alsmede met de toetsing van deze inzet aan de in het Directeurenoverleg door de Algemeen Directeur vastgestelde kaders.

Paragraaf 4: Het Directieteam
Artikel 8
  • 1. De Algemeen Directeur en de directeuren van de in artikel 3 genoemde Resultaat Verantwoordelijke Eenheden vormen tezamen het ‘Directieteam’. Het Directieteam voert regelmatig gezamenlijk overleg. Dit overleg wordt aangeduid met de benaming 'Directeurenoverleg'.

  • 2. Het Directieteam draagt zorg voor:

    a. Resultaat Verantwoordelijke Eenheid overschrijdende coördinatie van beleidsvoorbereiding en -uitvoering en integrale advisering op hoofdlijnen;

    b. Resultaat Verantwoordelijke Eenheid overschrijdende vormgeving van het middelenbeleid;

    c. bevordering van een cultuur die bevorderlijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de organisatie en de stadsdeelmissie;

Artikel 9
  • Het Directieteam stelt ten behoeve van zijn functioneren een reglement op.

Paragraaf 5: Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 10
  • 1. De Algemeen Directeur brengt via de rekening (met name via de bedrijfsvoeringsparagraaf) en het sociaal jaarverslag, jaarlijks verslag uit over de situatie en ontwikkelingen binnen de organisatie, en voorts op ieder tijdstip, wanneer deze zulks nodig acht.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde verslagen vormen, voordat zij ter kennis van de raad worden gebracht, onderwerp van bespreking in de Ondernemingsraad .

Artikel 11
  • 1. Dit stuk ‘Regeling omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van stadsdeel Oud-Zuid’ treedt in werking op de dag dat zij wordt bekend gemaakt. Op dat moment vervalt de ‘Organisatieverordening stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid van 2003’.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling omtrent de inrichting van de ambtelijke organisatie van stadsdeel Oud-Zuid’.