Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2010
CiteertitelVerordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op primair onderwijs, art. 140, art. 141
  2. Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-07-201001-01-2010Nieuwe regeling

30-06-2009

Gemeenteblad, jrg 17, nr 6, 22 juli 2010

Nieuwe regeling
23-07-201001-01-2010Nieuwe regeling

30-06-2009

Gemeenteblad, jrg 17, nr 6, 22 juli 2010

Nieuwe regeling

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Naarden;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 mei 2010

Gelet op artikel 140/141 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 96g/96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;

Gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;

Gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen van de gemeente Naarden;

Overwegende dat het noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

Besluit vast te stellen de volgende:

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Naarden

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school: School voor basisonderwijs, school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs en voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs;

  • d.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage voorzieningen van deze verordening;

  • e.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • f.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • g.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • h.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • i.

    subsidieplafond: het door de raad of burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

  • j.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • k.

    subsidievaststelling: de beschikking van het college waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat;

  • l.

    subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels
  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening
  • 1. het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. het college stelt de toetsingscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indiening aanvraag
  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn
  • 1. het college beslist binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij de reden voor de verlenging aan.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 9 Indiening aanvraag
  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college;

  • 2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

Het college besluit binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag of binnen zes weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling
  • 1. De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidieverlening; of

    • c.

      een subsidievaststelling.

  • 2. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld; het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;

    • b.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening
  • 1. Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.

  • 3. Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening
  • 1. Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 13 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie.

  • 2. Het college stelt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling
  • 1. Het college kan een beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan het college bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;

    • b.

      indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • c.

      indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

  • 2. De intrekking of wijziging van een beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 16 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening
  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

    • a.

      het bepaalde in artikel 15, eerste lid, onder b en c van toepassing is;

    • b.

      de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;

    • c.

      het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 17 Terugvordering

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 15, eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 18 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 19 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 20 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze verordening, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot het met de verordening te dienen doel. In bijzondere gevallen kan het college derhalve afwijken van de verordening.

Artikel 22 Citteertitel; inwerkingtreding
  • 1. De verordening kan worden aangehaald als: verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2010.

  • 2. Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2010. Op dat tijdstip vervalt de verordening materiële en gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 juni 2010

De voorzitter, griffier,TWEE BIJLAGEN BIJ DE VERORDENING MATERIËLE EN FINANCIËLE GELIJKSTELLING ONDERWIJS GEMEENTE NAARDEN

Bij de Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2010 1

  • 1.

    Aanduiding van de voorziening Tegemoetkoming in de kosten ten behoeve van VAKONDERWIJS

  • 2.

    Indieningsdatum Schoolbesturen die in aanmerking willen komen voor toekenning van de voorziening dienen een aanvraag in voor 1 februari voorafgaande aan het schooljaar waarop de voorziening van toepassing is.

  • 3.

    Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend: de voorziening wordt per schooljaar toegekend.

  • 4.

    Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening.

  • 5.

    a. Schoolsoort Deze voorziening staat open voor alle in de gemeente Naarden gevestigde en door de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap erkende scholen voor basisonderwijs.b. Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening.- De voorziening wordt uitsluitend verstrekt voor het verzorgen van bewegingsonderwijs, van een daartoe volledig bevoegd vakleerkracht; - Scholen komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor het bewegingsonderwijs als de leerlingen van groep 3 t/m 8 van de school ten minste 1 keer per week bewegingsonderwijs krijgen door een bevoegd vakleerkracht. Indien één of meer groepen geen bewegingsonderwijs van een vakleerkracht ontvangen wordt dit naar rato van de tegemoetkoming afgetrokken; - De schoolbesturen dienen jaarlijks voor 15 oktober financiële en inhoudelijke verantwoording af te leggen over de besteding van de gemeentelijke subsidie in het voorafgaande schooljaar. Schoolbesturen dienen hiertoe de lestijden voor bewegingsonderwijs per groep aan te geven, de naam van de docent en het aantal uren aanstelling van de vakdocent; - Aan de gemeentelijke bijdrage wordt de volgende voorwaarde verbonden. De besturen van de Rehobothschool, de Tweemaster, de Godelinde en de Comenius hebben een gezamenlijke financiële verantwoordelijkheid voor de aanstelling van een docent bewegingsonderwijs voor minimaal 20 lesuren. (De docent bewegingsonderwijs was voorheen gemeenschappelijke vakleerkracht gymnastiek voor deze 4 scholen, in dienst bij de gemeente in het openbaar onderwijs. Toen het openbaar onderwijs is verzelfstandigd en naar de Stichting Primair is overgegaan, is de betrokken vakleerkracht voor zijn volledige benoeming overgegaan naar de Stichting Primair. Tussen de bovengenoemde schoolbesturen vond, tot op heden, een verrekening van de kosten plaats, bekostigd uit gemeentelijke subsidie voor vakonderwijs).

  • 6.

    Wijze van toekenning en berekening van de vergoedinga. De berekening van de vergoeding is gebaseerd op een bedrag van € 46,- per ongewogen leerling vermenigvuldigd met het aantal leerlingen volgens de officiële CFI-telling van het jaar voorafgaand aan het schooljaar.b. De subsidie wordt jaarlijks in augustus aan de scholen uitgekeerd.

Bij de Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Naarden 2010 2

  • 1.

    Aanduiding van de voorziening Tegemoetkoming in de kosten ten behoeve van SCHOOLBEGELEIDING

  • 2.

    Indieningsdatum Schoolbesturen die in aanmerking willen komen voor toekenning van de voorziening dienen een aanvraag in voor 1 februari voorafgaande aan het schooljaar waarop de voorziening van toepassing is.

  • 3.

    Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend: de voorziening wordt per schooljaar toegekend.

  • 4.

    Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening.a. Schoolsoort Deze voorziening staat open voor alle in de gemeente Naarden gevestigde en door de minister van OCW erkende scholen voor basisonderwijs.b.Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening.De voorziening wordt uitsluitend verstrekt voor vergoeding van de kosten van schoolbegeleidingsactiviteiten: activiteiten op het gebied van leerlingbegeleiding en schoolontwikkeling.De schoolbesturen dienen jaarlijks voor 15 oktober financiële en inhoudelijke verantwoording af te leggen over de besteding van de gemeentelijke subsidie in het voorafgaande schooljaar en dienen tevens aan te tonen minimaal eenzelfde bedrag uit eigen middelen in te zetten voor schoolbegeleidingAan de gemeentelijke bijdrage wordt de voorwaarde verbonden dat:- de schoolbesturen middelen uit het vrij te besteden rijksbudget en de gemeentelijke subsidie voor schoolbegeleiding daadwerkelijk voor activiteiten in het kader van schoolbegeleiding inzetten. Het niveau van de inzet uit eigen middelen is minimaal gelijk aan het niveau van de inzet van gemeentelijke middelen; - de schoolbesturen minimaal 50 % van het vrij te besteden rijksbudget en de gemeentelijke subsidie inzetten voor leerlingbegeleiding.Wanneer een schoolbestuur niet aan deze voorwaarden voldoet, behoudt de gemeente zich het recht voor de gemeentelijke subsidie schoolbegeleiding voor de desbetreffende school naar rato aan te passen.

  • 5.

    Wijze van toekenning en berekening van de vergoedinga. De berekening van de vergoeding is gebaseerd op een maximum bedrag van € 26,50 per ongewogen leerling vermenigvuldigd met het aantal leerlingen volgens de officiële CFI-telling van het jaar voorafgaand aan het schooljaar.b. De subsidie wordt jaarlijks in augustus aan de scholen uitgekeerd.