| Overheidsorganisatie | Gemeente Naarden |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening Individuele Subsidieregeling Voorzieningen |
| Citeertitel | Verordening Individuele Subsidieregeling Voorzieningen Naarden 2005 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-07-2005 | nieuwe regeling | 29-06-2005 Gemeenteblad, jrg 12, nr 11, 21 juli 2005 | nieuwe regeling |
De raad van de gemeente;
Gelezen het raadsvoorstel van 23 juni 2005 no. RV 05.63;
Gelet op de Wet werk en bijstand; gelet op raadsbesluit no. 04-118 gelet op agendapunt 18 van de raadsvergadering van 23 december 2004,
besluit:
vast te stellen de volgende Verordening Individuele Subsidieregeling Voorzieningen Naarden 2005;
doelstelling
doelgroep
uitsluiting
categoriale indeling
begrippen inkomen en vermogen
voorzieningen/activiteiten waarvoor een vergoeding mogelijk is
maximale vergoedingen
periode van toekenning
wijze van aanvragen, vaststellen verplichtingen;
controle en terugvordering
verantwoording en uitbetaling
uitvoering
als de regeling niet voorziet
inwerkingtreding
a. Doelstelling De regeling beoogt mensen met een laag inkomen te stimuleren tot deelname aan het maatschappelijk verkeer. Als zodanig wordt aan deze doelgroep op aanvrage een bijdrage verstrekt bij wijze van een korting op sociaal-culturele en sportieve activiteiten.
b. Doelgroep De regeling richt zich op inwoners van Naarden die op de datum van aanvraag een inkomen ontvangen ter hoogte van maximaal 115% van het voor hem/haar van toepassing zijnde uitkeringsniveau (exclusief vakantietoeslag).
c. Uitsluiting Geen recht op vergoeding heeft degene:
die rechtens zijn vrijheid is ontnomen op het moment van de aanvraag;
die een uitkering op grond van de Wet Studiefinanciering ontvangt op het moment van aanvraag;
die op de peildatum jonger is dan 21 jaar;
die op grond van artikel 13 van de Wet werk en bijstand geen recht op bijstand heeft.
d. Categoriale indeling Er is onderscheid tussen echtparen, alleenstaande ouders, alleenstaanden en personen verblijvende in bejaardenoorden.
Echtpaar De in gezinsverband levende gehuwden, alsmede de niet met elkaar gehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht van 21 jaar en ouder, die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren en over zelfstandige huisvesting beschikken.
Alleenstaande ouder De man of vrouw van 21 jaar of ouder met een of meer ten laste van hem/haar komende kinderen in de leeftijd tot 21 jaar, die niet duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een ander persoon, en die over zelfstandige huisvesting beschikt.
Alleenstaande Persoon van 21 jaar en ouder zonder kinderen, die niet duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een ander persoon, en die over zelfstandige huisvesting beschikt.
Alleenstaande ouder of alleenstaande van 18,19 en 20 jaar Persoon van 18 t/m 20 jaar met of zonder een of meer ten laste van hem/haar komende kinderen, die niet duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een ander persoon, en die over zelfstandige huisvesting beschikt.
Bejaarden in bejaardenoorden Voor personen in bejaardenoorden wordt het bewonen van een kamer in deze regeling gelijk gesteld met het voeren van een eigen huishouding en het beschikken over zelfstandige huisvesting.
Kind De persoon tot 21 jaar, die tot het huishouden van zijn/haar ouder(s) behoort. e. Begrippen inkomen en vermogen Het inkomen mag maximaal 115% bedragen van het voor aanvrager van toepassing zijnde uitkeringsniveau (exclusief vakantietoeslag). Voor bepaling van dit niveau wordt aangesloten bij het systeem van de Wet werk en bijstand, waarbij geldt: - de norm voor een echtpaar maximaal 100% van het netto-minimumloon; - de norm voor een alleenstaande ouder met een volledige gemeentelijke toeslag: maximaal 90% van het netto-minimumloon; - de norm voor een alleenstaande met een volledige gemeentelijke toeslag: maximaal 70% van het netto-minimumloon; - 35% van het inkomen boven de grens van 115% wordt gezien als draagkracht
Vermogen Eventueel vermogen blijft buiten beschouwing voor zover dat niet meer bedraagt, dan het op aanvrager van toepassing zijnde vrij te laten bescheiden vermogen als bedoeld in de Wwb.
f. Voorzieningen/activiteiten waarvoor een voorziening mogelijk is Binnen de doelstelling gaat het uitsluitend om sociaal-culturele en sportieve activiteiten, die in school-, vereniging-, of clubverband plaatsvinden. De voor vergoeding in aanmerking komende kosten kunnen betrekking hebben op lidmaatschapskosten en/of incidentele kosten.
Onder incidentele kosten worden verstaan:
de eenmalige kosten van sociaal-culturele en sportieve activiteiten zoals cursussen, museumjaarkaart, museumbezoek, bibliotheekkaart, Cultureel Jongeren Paspoort, tentoonstellingen, dierenpark en/of pretpark.
de eenmalige kosten van sociaal-culturele en sportieve activiteiten, die voortvloeien uit het lidmaatschap van een club of vereniging.
de zogenaamde kortingskaart van de Nederlandse Spoorwegen, waarmee men tegen gereduceerd tarief kan reizen.
kosten voor een kabel-tv-abonnement Kosten worden uitsluitend vergoed voor activiteiten binnen Nederland.
Ook voor vergoeding komt in aanmerking de abonnementskosten voor de telefoon. Hierbij wordt uitgegaan van een aansluiting per huishouden en van de kosten van een reguliere aansluiting van KPN of een andere reguliere aanbieder.
De volgende kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking: - consumpties - algemene reis- en verblijfkosten - gesprekskosten en aansluiting telefoon - meerkosten voor andere dan de reguliere aansluiting, zoals bijvoorbeeld ISDN-aansluitingen.
Indien op basis van wettelijke regelingen een vergoeding uit andere hoofde kan worden verkregen, wordt geen subsidie op basis van deze gemeentelijke regeling verstrekt.
g. Maximale vergoedingen Maximaal bedrag per kalenderjaar: Voor een echtpaar € 200,00, voor het jaar 2005 € 270,00 Voor ieder volgend kind tot 21 jaar dat tot het huishouden van zijn/haar ouders behoort € 100,00 tot een totaal maximum van € 500,00. Voor een alleenstaande ouder (ouder + 1 kind) € 200,00, voor het jaar 2005 € 270,00 Voor ieder volgend kind tot 21 jaar dat tot het huishouden van zijn/haar ouder behoort € 100,00 tot een totaal maximum van € 400,00. Voor een alleenstaande € 129,00. voor het iaar 2005 € 199,00
De subsidie wordt niet in mindering gebracht op een uitkering als zijnde inkomsten in het kader van de uitvoering van de Wet werk en bijstand. Door de overheid verstrekte premies, eventueel toekomstige toegestane vrijlatingbedragen (wegens inkomsten uit arbeid), koudetoeslagen etc. worden niet in mindering gebracht op de verstrekte subsidie.
h. Periode van toekenning De verordening treedt in werking op 1 juli 2005. De verordening blijft vooralsnog van kracht, tenzij wet en regelgeving aanleiding geven om de verordening te wijzigen. Toekenning geschiedt voor de duur van een jaar. Bij toewijzing van de aanvraag kan men t/m uiterlijk 31 december van het betreffende jaar de gemaakte kosten over dat jaar bij de gemeente declareren. Bij toewijzing van de aanvraag, zal de totale vergoeding de maximumsubsidie genoemd onder g niet overschrijden. De onderstreepte bedragen genoemd onder g. gelden over het gehele jaar 2005 en derhalve eveneens voor de aanvragen onder de oude regeling, ingediend voor 1 juli 2005.
i. Wijze van aanvragen, vaststellen verplichtingen - Om voor de subsidieregeling in aanmerking te komen, dient bij de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening een aanvraag te worden ingediend door middel van een daartoe bestemd formulier. - Aanvrager is verplicht inlichtingen te verstrekken, danwel inzage te verlenen in al die zaken die van belang zijn om het recht op subsidie te kunnen vaststellen. - De persoonlijke situatie in de maand van aanvraag, het inkomen in de maand van aanvraag en het inkomen over de peilmaand, de maand 12 maanden voorafgaand aan de dag van aanvraag, is maatgevend voor het recht op en de hoogte van de te verstrekken maximale subsidie. Het voorgaande is niet van toepassing indien voorzienbaar is, dat de persoonlijke situatie en/of het inkomen in de resterende periode van het kalenderjaar een wijziging zal ondergaan die tot gevolg zou hebben, dat geen recht meer zou bestaan op subsidie. - Het vermogen op de datum van aanvraag is mede bepalend voor het recht op en de hoogte van de subsidie. - Aanvrager is uit eigen beweging verplicht aan de gemeente die wijzigingen in persoonlijke en financiële omstandigheden door te geven, waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed, dat deze wijzigingen gevolgen hebben voor het recht op subsidie. - Om voor de regeling in aanmerking te komen dient men:
bij de afdeling Burgerzaken als ingezetene van de gemeente ingeschreven te staan;
te beschikken over zelfstandige huisvesting. Dit moet blijken uit aantoonbare betaling van huur, onderhuur, dan wel kostgeld aan personen, die niet behoren tot personen in de eerste en/of tweede graad van de aanvrager, dan wel uit het overleggen van een daartoe bestemde huur/onderhuur overeenkomst dan wel een kostgangersverklaring.
j. Controle en terugvordering De uitkerende instantie is bevoegd de verstrekte inlichtingen te controleren op volledigheid en juistheid door het laten overleggen van bewijsstukken en eventueel door het inwinnen van inlichtingen bij belastingdienst/bedrijfsvereniging en/of andere uitkerende instanties. Bij gebleken opzettelijk vermelden van onjuiste gegevens wordt de reeds verstrekte subsidie van aanvrager teruggevorderd.I. Uitvoering
Burgemeester en Wethouders zijn met de uitvoering van deze regeling belast.
Burgemeester en wethouders verlenen voor de uitvoering van deze regeling mandaat aan het hoofd van de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening.
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de bedragen indexeren.
n. Inwerkingtreding De regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2005.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering der gemeente, gehouden op 29 juni 2005
de voorzitter,
de griffier,