Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van stadsdeel beleid worden betrokken (Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingVerordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van stadsdeel beleid worden betrokken (Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006)
CiteertitelVerordening inzake de wijze waarop ingezeten en belanghebbenden bij de voorbereiding van stadsdeel beleid worden betrokken (Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006)
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-200601-07-2008nieuwe regeling

 

Stadsdeelkrant, Jaargang 4, nummer 5, datum: 31 januari 2006

-

Tekst van de regeling

Artikelen versie 1-2-2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • De verordening verstaat onder:

    a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van beleid van het stadsdeel;

    b. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

    c. beleidsvoornemen: het voornemen tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak
  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van het vaststellen of wijzigen van beleid.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleid;

    b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bevoegde bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    d. inzake de begroting, de tarieven voor dienstverlening door het stadsdeel en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van het stadsdeel voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden
  • Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure
  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan bij het vaststellen van een inspraakprocedure als bedoeld in het vorige lid, in elk geval bepalen dat in afwijking van artikel 3:15 Algemene wet bestuursrecht, inspraakgerechtigden alleen schriftelijk hun zienswijze bij het bestuursorgaan naar voren kunnen brengen en dat in afwijking van artikel 3:16 Algemene wet bestuursrecht, de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen vier weken bedraagt.

Artikel 5 Eindverslag
  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het Dagelijks Bestuur een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur brengt het eindverslag onmiddellijk ter kennis van de insprekers en indien het beleidsvoornemen waarop de inspraak heeft plaatsgevonden een bevoegdheid van de stadsdeelraad betreft, eveneens van de stadsdeelraad.

Artikel 6 Intrekking oude verordening
  • De Inspraakverordening Stadsdeel Zuid / de Pijp wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding
  • Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 8 Citeertitel
  • Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006.