Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Verordening Rekeningencommissie 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingVerordening Rekeningencommissie 2006
CiteertitelVerordening Rekeningencommissie 2006
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vastgesteld door de Stadsdeelraad op 29 november 2006

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant 5 december 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-200608-07-2010nieuwe regeling

29-11-2006

Stadsdeelkrant 5 december 2006

-

Tekst van de regeling

Verordening Rekeningencommissie 2006

Artikel 1 Taak van de commissie

  • 1. Er is een commissie die door de stadsdeelraad wordt ingesteld en wordt aangeduid als Rekeningencommissie.

  • 2. De commissie houdt toezicht op de interne beheersing, financiële verslaggeving en de accountantscontrole ten behoeve van haar advisering richting de raad over de jaarrekening.

  • 3. De commissie doet onderzoek naar de getrouwheid en de rechtmatigheid van de door het Dagelijks Bestuur opgestelde jaarrekeningen. De commissie kan tevens, voor zover zij dit in verband met het in de eerste volzin bedoelde onderzoek noodzakelijk acht, de jaarrekeningen behandelen van participaties in lichamen, waarbij het stadsdeel financieel en/of bestuurlijk betrokken is.

  • 4. De commissie maakt hierbij mede gebruik van de uitkomsten van de wettelijke controle   van de accountant (ACAM).

  • 5. De commissie brengt advies uit aan de stadsdeelraad ten aanzien van de (voorlopige) vaststelling van de rekening.

  • 6. De commissie kan in het licht van de taak zoals genoemd in lid 2 zelfstandig een opdracht verstrekken aan de accountant.

  • 7. De commissie informeert de stadsdeelraad en het Dagelijks Bestuur over die aangelegenheden die zij in het licht van haar taakstelling van belang acht.

  • 8. De commissie is belast met de coördinatie en afstemming van onderzoeken volgens artikel 213a Gemeentewet, rekenkameronderzoeken en accountantscontrole.

Artikel 2 Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1. De commissie bestaat ten hoogste uit het aantal leden - waaronder inbegrepen de voorzitter -, overeenkomend met het aantal fracties in de stadsdeelraad en ten minste uit drie leden.

  • 2. De leden worden door raad uit zijn midden benoemd, met inachtneming van het bepaalde in lid 9 van dit artikel.

  • 3. Indien gewenst benoemt de stadsdeelraad voor elk commissielid een plaatsvervangend lid. Debepalingen in deze verordening die van toepassing zijn op leden van de commissie, zijn van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangende commissieleden.

  • 4. De benoeming geschiedt zo spoedig mogelijk na het tijdstip waarop de bij de verkiezing wegens periodieke aftreding gekozen leden van de gemeenteraad hun betrekking hebben aanvaard en wel voor een zittingsduur gelijk aan die van de zittende raad.

  • 5. Bij de benoeming bepaalt de raad wie van de leden als voorzitter zal optreden. Bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter wordt de voorzitter vervangen door de plaatsvervangend voorzitter, door de commissie uit haar midden aan te wijzen. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de plaatsvervangend voorzitter voorziet de commissie eveneens in vervanging.

  • 6. Degene die ophoudt lid van de stadsdeelraad te zijn, houdt tevens op lid van de commissie te zijn.

  • 7. De stadsdeelraad kan aan een lid op diens verzoek ontheffing uit zijn lidmaatschap van de commissie verlenen. De ontheffing gaat in op het tijdstip waarop de opvolger is benoemd.

  • 8. Een op grond van de laatst gehouden stadsdeelraadsverkiezingen gevormde politieke partij bestaande uit één persoon, kan een voordracht indienen tot benoeming van een niet-raadslid (duo-lid) tot lid of plaatsvervangend lid van de commissie.

Artikel 3 Werkwijze algemeen

  • 1. De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden.

  • 2. De deuren van een openbare vergadering worden gesloten, wanneer één der aanwezige leden dit verlangt of de voorzitter het nodig acht. De commissie besluit vervolgens dat met gesloten deuren (verder) zal worden vergaderd, wanneer haar blijkt dat bij de (verdere) beraadslaging in het openbaar private of openbare belangen wezenlijk zouden kunnen worden geschaad.

  • 3. Indien de commissie in deze besloten vergadering blijk geeft van oordeel te zijn dat de aard van een of meer dezer aangelegenheden beraadslaging in beslotenheid niet vordert, plaatst de voorzitter deze aangelegenheid c.q. aangelegenheden op de agenda van de eerstvolgende openbare vergadering,tenzij de behandeling naar zijn oordeel geen uitstel gedoogt.

  • 4. Er wordt van elke vergadering een verslag gemaakt. De commissie stelt het verslag vast in de eerstvolgende vergadering. De commissie kan een verslag van een besloten vergadering geheel of gedeeltelijk openbaar maken.

  • 5. Een besluit als bedoeld in het tweede en vierde lid, laatste volzin van dit artikel wordt genomen bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen in een voltallige vergadering, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij het staken van de stemmen in een niet voltallige vergadering heeft de voorzitter een doorslaggevende stem.

  • 6. Op grond van belangen genoemd in artikel 10 Wet openbaarheid bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden uitgebracht of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7. De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde van de vergaderingen en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door (een der) toehoorders wordt verstoord, hen die dit doen of alle toehoorders te doen vertrekken.

  • 8. Indien de voorzitter van de commissie dit dienstig acht, kan de rekeningencommissie gezamenlijk vergaderen met een andere vaste raadscommissie. Een gezamenlijke vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de rekeningencommissie.

  • 9. De publicatie van de agenda en de verzending van de stukken zijn de procedures en de termijnen genoemd in de verordening van de raadscommissie Oud Zuid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Werkwijze onderzoeken ex artikel 1, lid 2

  • 1. Het Dagelijks Bestuur doet de commissie de voor het onderzoek van de rekeningen als bedoeld in artikel 1, lid 2, naar zijn oordeel benodigde stukken toekomen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan daaraan toevoegen een nadere toelichting die het ter zijner verantwoording dienstig acht.

  • 3. Het dagelijks bestuur geeft de informatie die voortvloeien uit de verordeningen ingevolge artkel 212, 213 en 213a gemeentewet.

  • 4. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 5. De commissie is bevoegd de accountant(s) uit te nodigen de vergadering van de commissie bij te wonen voor het geven van toelichting.

  • 6. De commissie is bevoegd een of meer leden van het Dagelijks Bestuur uit te nodigen de vergadering van de commissie bij te wonen voor het geven van inlichtingen.

  • 7. De commissie brengt na het beëindigen van haar onderzoek van de rekeningen een schriftelijk rapport uit aan de deelraad, rekening houdend met de in de Gemeentewet gestelde termijn voor de vaststelling van de rekeningen.

  • 8. De voorzitter of het door de commissie daartoe aangewezen lid wordt in de gelegenheid gesteld in de vergadering van de stadsdeelraad het rapport met advies van de commissie toe te lichten.

Artikel 5 Werkwijze onderzoeken ex artikel 1, lid 3

  • 1. De commissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De commissie zendt de in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet ter kennisneming naar de raad.

  • 3. De stadsdeelraad kan aan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de stadsdeelraad binnen één maand in hoeverre aan dit verzoek zal worden voldaan.

  • 4. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, deskundigheid inschakelen.

  • 5. De commissie kan besluiten de stadsdeelraad tussentijds te informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 6. De commissie is bevoegd bij de leden van het Dagelijks Bestuur die mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken.

  • 7. De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval diegenen, van wie de taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 8. Na vaststelling door de commissie wordt het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en de aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het (concept)onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk onder toezending van een afschrift aan het Dagelijks Bestuur en de betrokkenen, aan de stadsdeelraad aangeboden.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. De griffier is verantwoordelijk en draagt zorg voor de personele inzet ter vervulling van het secretariaat van de rekeningencommissie

  • 2. De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter van de rekeningencommissie en de griffier.

Artikel 7 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de uitgaven gebracht betreffende :

    • a.

      de eventueel door de griffie ingehuurde capaciteit bij de Accountantsdienst Amsterdam;

    • b.

      de deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag nadat zij is vastgesteld.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Rekeningencommissie 2006".