Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Uitwerkingsbesluit Parkeren Stadsdeel Oud-Zuid 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingUitwerkingsbesluit Parkeren Stadsdeel Oud-Zuid 2009
CiteertitelUitwerkingsbesluit parkeren Stadsdeel Oud-Zuid 2009
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpInfrastructuur, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Uitwerkingsbesluit Parkeren Stadsdeel Oud-Zuid 2008 is ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200931-12-2009nieuwe regeling

01-01-2009

Stadsdeelkrant 6 januari 2009, jaargang 7, nummer 1

-
01-01-200831-12-2008nieuwe regeling

01-01-2008

Stadsdeelkrant 11 december 2007, jrg. 5, nr. 50

-

Tekst van de regeling

Artikelen versie 1-1-2009

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • 1. In dit uitwerkingsbesluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Verordening: de Parkeerverordening 2009;

    • b.

      Stadsdeel: het stadsdeel Oud-Zuid;

    • c.

      Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oud-Zuid;

  • 2. De begrippen in dit uitwerkingsbesluit worden in dezelfde betekenis gebruikt als in de Parkeerverordening 2009.

Artikel 2 Vergunninggebieden
  • In het stadsdeel bestaan de volgende vergunninggebieden:

  • 1. Vergunninggebied Oud-Zuid 1 (OZ-01), waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het midden van de Singelgracht, (2) het midden van de Boerenwetering, (3) het midden van het Noorder Amstelkanaal, (4) het midden van de Stadiongracht tot aan het parkeiland, (5) het midden van de Schinkel,

    (6) de noordgrens van het Vondelpark tot aan de (Eerste) Constantijn Huygensstraat en (7) de zuidkant van het Zandpad.

    Een vergunning voor dit gebied is tevens geldig in vergunninggebied 5.

  • 2. Vergunninggebied Oud-Zuid 2 (OZ-02), waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het midden van de Singelgracht, (2) het midden van de Amstel, (3) het midden van het Amstelkanaal en (4) het midden van de Boerenwetering.

  • 3. Vergunninggebied Oud-Zuid 3 (OZ-03), waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het midden van het Zuideramstelkanaal, (2) de achterzijde van de gevels van de zuidelijke bebouwing van de Diepenbrockstraat, (3) het midden van de Boerenwetering, (4) het midden van het Noorder Amstelkanaal, (5) het midden van de Stadiongracht tot aan het parkeiland, (6) het midden van de Schinkel, (7) de ring A10, (8) het midden van de Amstelveenseweg tot aan het Zuider Amstelkanaal en uitgezonderd het gebied dat begrensd wordt door: de voorzijde van de gevels van de noordelijke wand van de Eosstraat, tussen de Amstelveenseweg en de Hestiastraat; de voorzijde van de gevels van de westelijke wand van de Hestiastraat, tussen de Eosstraat en de Laan der Hesperiden; de westelijke kant van het Stadionplein en het midden van de Stadiongracht; de westelijke kant van de Amstelveenseweg tot aan de Eosstraat.

  • 4. Vergunninggebied Oud-Zuid 4 (OZ-04), waarvan de grens wordt gevormd door (1) de voorzijde van de gevels van de noordelijke wand van de Eosstraat, tussen de Amstelveenseweg en de Hestiastraat, (2) de voorzijde van de gevels van de westelijke wand van de Hestiastraat, tussen de Eosstraat en de Laan der Hesperiden, (3) de westelijke kant van het Stadionplein, (4) het midden van de Stadiongracht en (5) de westelijke kant van de Amstelveenseweg tot aan de Eosstraat.

  • 5. Vergunninggebied Oud-Zuid 5 (OZ-05), waarvan de grens wordt gevormd door (1) de zuidelijke kant van de rijweg op het Surinameplein, (2) de zuidelijke kant van de Surinamestraat, (3) het midden van de Schinkel, tot en met de zuidkant van de Rijnsburgstraat (inclusief het Spijtellaantje en de woonblokken aan de Generaal Vetterstraat) (4) het Aalsmeerplein Zuidzijde en (5) het midden van de Westlandgracht.

    Een vergunning voor dit gebied is tevens geldig in vergunninggebied 1

  • 6. Vergunninggebied Oud-Zuid 6 (OZ-06), waarvan de grens wordt gevormd door (1) de zuidelijke teen van het talud van de Henk Sneevlietweg, (2) de zuidkant van de Rijnsburgstraat exclusief het Spijtellaantje en de woonblokken aan de Generaal Vetterstraat, (3) het midden van de Schinkel, (4) de noordelijke teen van het talud van de A10 zuid en (5) de oostelijke teen van het talud van de A10 west.

Artikel 3 Deelvergunninggebieden

Binnen de in artikel 2 genoemde vergunninggebieden bestaan geen deelvergunninggebieden in stadsdeel Oud-Zuid.

Artikel 4 Vergunningenplafond per vergunninggebied.
  • a.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 1, 12.000 vergunningen;

  • b.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 2, 8.400 vergunningen;

  • c.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 3, 8.500 vergunningen;

  • d.

     Vergunninggebied Oud-Zuid 4, 50 vergunningen, (alleen bedrijfsvergunningen)

  • e.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 5, 3.650 vergunningen

  • f.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 6, 1.300 vergunningen                                      

Artikel 5 Milieuparkeervergunningenplafond per vergunninggebied

Het milieuparkeervergunningenplafond voor milieuparkeervergunningen voor bewoners en milieuparkeervergunningen voor bedrijven gezamenlijk bedraagt: 1695 (totaal is 5% van het totale vergunningenplafond van artikel 4)

  • a.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 1, 600 milieuparkeervergunningen;

  • b.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 2, 420 milieuparkeervergunningen;

  • c.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 3, 425 milieuparkeervergunningen;

  • d.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 4, 2 milieuparkeervergunningen (alleen bedrijfsvergunningen);

  • e.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 5, 182 milieuparkeervergunningen;

  • f.

    Vergunninggebied Oud-Zuid 6, 65 milieuparkeervergunningen;           

Artikel 6 Meeverhuisregeling
  • 1. Het vergunningenplafond, dan wel milieuparkeervergunningenplafond wordt bij een aanvraag om een bewonersvergunning, dan wel milieuparkeervergunning voor bewoners, van een bewoner die op grond van artikel 34 lid 4 van de Parkeerverordening 2009 recht heeft op een parkeervergunning met één verhoogd;

  • 2. Na verlening van een bewonersvergunning, dan wel milieuparkeervergunning voor bewoners als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt het vergunningenplafond dan wel milieuparkeervergunningenplafond terstond met één verlaagd tot het oorspronkelijke niveau, zoals genoemd in artikel 4.

  • 3. De leden 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op een vergunninggebied, waar het vergunningenplafond, dan wel milieuparkeervergunningenplafond krachtens artikel 4 of artikel 5 op 0 (nul) is vastgesteld.

  • 4. De eerste drie leden van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing bij een aanvraag voor een bedrijfsvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bedrijven.

Artikel 7 (Blok)tijden betaald parkeren
  • Binnen het stadsdeel wordt parkeerbelasting geheven gedurende de volgende (blok)tijden:

  • a (1) In het deel van het vergunninggebied Oud-Zuid 1 (OZ-01), waarvan de grenzen gevormd worden door:

    Koninginneweg westzijde, Emmastraat westzijde, het midden van het Noorder Amstelkanaal, (4) het midden van de Stadiongracht, het midden van het Zuideramstelkanaal, Amstelveenseweg westzijde, tot talud A10, het midden van de Schinkel, noordgrens stadsdeel, Amstelveenseweg oostzijde, zuidgrens van het Vondelpark:

    van maandag tot en met zaterdag van 0.900 uur – 21.00 uur.

  • a (2) In het deel van het vergunninggebied Oud-Zuid 1 (OZ-01), waarvan de grenzen gevormd worden door:

    het Zandpad zuidzijde, het midden van de Singelgracht, het midden van de Boerenwetering, het midden van het Noorder Amstelkanaal, Emmastraat westzijde, Koninginneweg westzijde, zuidzijde Vondelpark:

    van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur – 24.00 uur.

  • b. In vergunninggebied Oud-Zuid 2 (OZ-02),

    van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur – 24.00 uur.

  • c. In vergunninggebied Oud-Zuid 3 (OZ-03),

    van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur – 21.00 uur.

  • d. In vergunninggebied Oud-Zuid 4 (OZ-04),

    van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur – 24.00 uur.

  • e. In vergunninggebied Oud-Zuid 5 (OZ-05),

    van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur – 24.00 uur.

  • f. In vergunninggebied Oud-Zuid 6 (OZ-06),

    van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur – 19.00 uur.

Artikel 8 Overloopgebieden
  • 1. Binnen het stadsdeel geldt het vergunninggebied Oud-Zuid 3 (OZ-03) als overloopgebied voor het vergunninggebied Oud-Zuid 2 (OZ-02) en Vergunninggebied Oud-Zuid 6 (OZ-06) als overloopgebied voor Oud-Zuid 5 (OZ-05).

  • 2. De vergunninggebieden Oud-Zuid 3 en 6 gelden niet langer als overloopgebieden indien het vergunningplafond van het betreffende vergunninggebied is bereikt.

Artikel 9 Aantal te verlenen bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners
  • 1. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen bedraagt per zelfstandige woning maximaal in:

    • a.

      Vergunninggebieden Oud-Zuid 1, 2, 5: één bewonersvergunning, dan wel één milieuparkeervergunning voor bewoners;

    • b.

      Oud-Zuid 3: twee bewonersvergunningen; dan wel twee milieuparkeervergunningen voor bewoners, dan wel één bewonersvergunning en één milieuparkeervergunning voor bewoners;

    • c.

      Oud-Zuid 4: geen bewonersvergunning en geen milieuparkeervergunning voor bewoners;

    • d.

      Oud-Zuid 6: één bewonersvergunning dan wel één milieuparkeervergunning voor bewoners.

  • 2. In afwijking van het eerste lid onder b. wordt in vergunninggebied Oud-Zuid 3 geen tweede vergunning voor bewoners dan wel tweede milieuparkeervergunning voor bewoners verleend indien het vergunningplafond in dat gebied is bereikt;

  • 3. In afwijking van het eerste lid onder d. wordt het voor bewoners die op 31 december 2009 als inwoner van het vergunninggebied OZ-06 (Hoofddorppleinbuurt) staan ingeschreven het mogelijk gemaakt maximaal twee bewonersvergunningen op één adres dan wel twee milieuparkeervergunningen op dat adres aan te vragen (overgangsregeling);

  • 4. Er wordt per persoon maximaal één bewonersvergunning op dezelfde naam verleend;

  • 5. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen dan wel milieuparkeervergunningen voor bewoners per zelfstandige woning wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven;

  • 6. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal bij de woning behorende of zich op het grondgebied van de woning bevindende  stallingplaatsen en/of belanghebbendenparkeerplaatsen. Dit geldt ook indien er stallingplaatsen in hetzelfde vergunninggebied worden gehuurd of gekocht;

  • 7. Het aantal bewonersvergunningen voor bewoners wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende milieuparkeervergunningen voor bewoners (conform artikel 9, lid 5 van de Parkeerverordening);

  • 8. Het aantal milieuparkeervergunningen voor bewoners wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bewonersvergunningen (conform artikel 16, lid 4 van de Parkeerverordening);

Artikel 10 Aantal te verlenen bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven
  • 1. Het aantal te verlenen bedrijfsvergunningen dan wel milieuparkeervergunningen voor bedrijven bedraagt per bedrijf in alle vergunninggebieden uitgezonderd bedrijventerrein Schinkel (OZ-06) maximaal één per 10 werknemers, waarbij bedrijven tot en met 10 werknemers één vergunning krijgen, 11 tot en met 20 werknemers twee vergunningen, enz.;

  • 2. Het aantal uit te geven bedrijfsvergunningen op het bedrijventerrein Schinkel (OZ-06) hetzij kentekengebonden, hetzij niet-kentekengebonden (op code), dan wel milieuparkeervergunningen bedraagt één per 4 werknemers, waarbij bedrijven tot en met 4 werknemers één vergunning krijgen, 5 tot en met 8 werknemers twee vergunningen, enz.;

  • 3. Het aantal op basis van dit artikel te verlenen bedrijfsvergunningen wordt verminderd met het aantal verleende bedrijfsvergunningen op code, het aantal verleende hulpverlenervergunningen en het aantal verleende milieuparkeervergunningen voor bedrijven (artikel 10 lid 8 Parkeerverordening 2009);

  • 4. Het aantal op basis van dit artikel te verlenen milieuparkeervergunningen voor bedrijven wordt verminderd met het aantal verleende bedrijfsvergunningen, het aantal verleende bedrijfsvergunningen op code en het aantal verleende hulpverlenervergunningen;

  • 5. Het aantal te verlenen bedrijfsvergunningen wordt verminderd met het aantal bij het bedrijf behorende of zich op het grondgebied van het bedrijf bevindende stallingplaatsen en belanghebbendenparkeerplaatsen;

  • 6. Indien het bedrijfswagens met een grijs kenteken betreft kan aan een bedrijf met 10 of minder werknemers in dienstverband op gemotiveerd verzoek, maximaal twee extra parkeervergunningen worden verleend, aan een bedrijf met 15 of minder werknemers kan maximaal één extra bedrijfsvergunning dan wel milieuparkeervergunning voor bedrijven worden verleend;

  • 7. Het aantal per bedrijf te verlenen bedrijfsvergunningen dan wel milieuparkeervergunningen voor bedrijven wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners;

Artikel 11 (Bedrijfs)vergunningen op code

Op verzoek van de aanvrager kunnen de volgende vergunningen op code verleend (niet kentekengebonden i.p.v. op kenteken) worden, met inachtneming van artikel 10 van dit Uitwerkingsbesluit:

de bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 10 eerste lid van de Parkeerverordening 2009 en artikel 11 onder a of b van deze verordening;

  • a.

    de hulpverlenervergunning als bedoeld in artikel 15 van de Parkeerverordening 2009;

  • b.

    de milieuparkeervergunning voor bedrijven als bedoeld in artikel 17, indien is voldaan aan het eerste lid onder a of b van artikel 18 van de Verordening;

  • c.

    de autodeelvergunning als bedoeld in artikel 20 van de Verordening;

Artikel 12 Sportverenigingvergunningen.

Onverminderd het tweede lid van artikel 13 van de Verordening bedraagt het aantal te verlenen sportverenigingvergunningen in alle vergunninggebieden maximaal tien per sportorganisatie, waarbij het aantal af te geven vergunningen gerelateerd is aan het aantal leden met een uitgiftenorm mimimaal 1 parkeervergunning op 10 ingeschreven en betalende leden.

Artikel 13 De volkstuinvergunning
  • 1. Het dagelijks bestuur verleent een volkstuinvergunning aan een rechtspersoon die blijkens zijn statuten tot doel heeft een volkstuincomplex te beheren en tevens ook over een volkstuincomplex beschikt in een vergunninggebied.

  • 2. Het aantal te verlenen volkstuinvergunningen bedraagt per volkstuincomplex maximaal één per 3 percelen.

Artikel 14 De maatschappelijke vergunning

Stadsdeel Oud-Zuid geeft geen maatschappelijke vergunningen uit.

Artikel 15 De mantelzorgvergunning
  • 1. Een mantelzorgvergunning wordt verleend aan een bewoner die mantelzorg behoeft, en waarbij de noodzaak tot mantelzorg op objectieve wijze is aangetoond.

  • 2. Een mantelzorgvergunning wordt verleend voor een motorrijtuig van degene die mantelzorg verleent en die volgens de gemeentelijke basisadministratie woonachtig is buiten het vergunninggebied van de bewoner die mantelzorg behoeft.

  • 3. Per zelfstandige woning kan slechts één mantelzorgvergunning worden verleend, met dien verstande dat op de vergunning drie kentekens kunnen worden vermeld.

Artikel 16 Ambulante handelaar

De ambulante handelaar komt op basis van artikel 10 van de Verordening slechts voor een bedrijfsvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bedrijven in aanmerking indien hij minimaal drie dagen werkzaam is in het vergunninggebied waarvoor de bedrijfsvergunning wordt gevraagd.

Artikel 17 Beperking geldigheid parkeervergunningen

Een bewonersvergunning, bedrijfsvergunning, overloopvergunning, sportverenigingsver-gunning, volkstuinvergunning, autodeelvergunning en mantelzorgvergunning zijn niet geldig gedurende maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 uur en 18.00 uur in de volgende gebieden:

  • a.

    Pieter Corneliszoon Hooftstraat, tussen de Van Baerlestraat en de Hobbemastraat;

  • b.

    Van Baerlestraat, tussen de Vossiusstraat en de De Lairessestraat;

  • c.

    Cornelis Schuytstraat, tussen de Willemsparkweg tot en met het pleintje ter hoogte van de Johannes Verhulststraat;

  • d.

    Beethovenstraat, tussen de Apollolaan en de Stadionweg;

  • e.

    Ferdinand Bolstraat, tussen de Stadhouderskade tot en met het Cornelis Troostplein;

  • f.

    De Ceintuurbaan tussen de Ruysdaelkade en het Sarphatipark;

  • g.

    Albert Cuypstraat;

  • h.

    Hoofddorpweg;

  • i.

    Zeilstraat;

  • j.

    Van Woustraat.

Artikel 18 Parkeerduurbeperking

Binnen het stadsdeel geldt een parkeerduurbeperking als bedoeld in artikel 31 van de Verordening in de volgende gebieden, gedurende de volgende tijden:

1. Van Woustraat, van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 16.00 uur, en zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur;

2. Zeilstraat, van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 16.00 uur en zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur;

3. Hoofddorpweg, van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 16.00 uur en zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur;

4. Ceintuurbaan, tussen de Ruysdaelkade en het Sarphatipark, van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur;

5. Ferdinand Bolstraat, tussen de Ceintuurbaan en tot het Cornelis Troostplein, van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur;

6. Beethovenstraat, tussen de Apollolaan en de Stadionweg, van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur.

De parkeerduurbeperking geldt niet voor hulpverlenervergunningen .

Artikel 19 Belanghebbendenparkeerplaatsen en vergunningen

Een belanghebbendenparkeerplaats wordt op aanvraag, toegekend aan:

  • a.

    Hulpverleners in de eerstelijnszorg (huisartsen en verloskundigen);

  • b.

    Autodeelorganisaties;

  • c.

    Beroepsconsuls.

Per belanghebbendenparkeerplaats worden maximaal drie belanghebbenden-vergunningen verleend.

Artikel 20 Ingangsdatum parkeervergunningen en bijzondere vergunningen

De ingangsdatum van parkeervergunningen en bijzondere vergunningen is altijd de eerste van de maand.

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur is bevoegd, in gevallen waarin toepassing van dit uitwerkingsbesluit naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het bepaalde in dit uitwerkingsbesluit.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2009.

Artikel 22 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Uitwerkingsbesluit Parkeren Stadsdeel Oud-Zuid 2009.

Toelichting Uitwerkingsbesluit Parkeren 2009

1


Noot
1[Toelichting: AlgemeenOp 1 januari 2009 is de Parkeerverordening 2009 in werking getreden. De uitvoering van de Parkeerverordening ligt bij de stadsdelen. Op het terrein van vergunningenuitgifte en op welke locaties precies wel en niet geparkeerd kan worden laat de Parkeerverordening de stadsdelen vrij om maatwerk te leveren. De Parkeerverordening hangt samen met de Verordening Parkeerbelastingen. In de Verordening Parkeerbelastingen worden zaken geregeld als de wijze van betaling, de parkeertarieven en tariefgebieden.In dit uitwerkingsbesluit is de volgorde aangehouden van de artikelen in de Parkeerverordening.Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 BegripsbepalingenIn dit uitwerkingsbesluit worden de in de Parkeerverordening 2009 gehanteerde begrippen eenzelfde betekenis toegekend. Artikel 2 VergunninggebiedenBinnen het stadsdeel zijn 6 vergunninggebieden.             De vergunninggebieden zijn de gebieden waar op basis van de Verordening Parkeerbelastingen 2009 betaald parkeren van kracht is. Artikel 3 DeelvergunninggebiedenGeen toelichting Artikel 4 Vergunningplafond per vergunninggebiedDe vergunningenplafonds zijn vastgesteld met het oog op de bereikbaarheid voor het noodzakelijke autoverkeer. Op basis van artikel 4 van de Parkeerverordening moet bij het vaststellen van het vergunningenplafond en het aantal te verlenen vergunningen in ieder geval rekening worden gehouden met minimaal 10% noodzakelijke leegstand overdag per vergunninggebied. Dat betekent dat minimaal 10% van het aantal bruikbare parkeer-plaatsen overdag op de openbare weg beschikbaar moet zijn.Artikel 5 Milieuparkeervergunningenplafond per vergunninggebiedAan autobezitters die een woonadres hebben in Amsterdam en die voor de eerste maal een parkeervergunning aanvragen, wordt de mogelijkheid geboden om voorrang te krijgen op de wachtlijsten als ze een parkeervergunning voor een milieuvriendelijke auto aanvragen (hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij landelijk gehanteerde categorieën bijvoorbeeld euronorm 5/6)Het milieuparkeervergunningenplafond bedraagt voor de vergunninggebieden binnen de ring A10, exclusief Amsterdam Noord, in ieder geval 5 % van het gecombineerde aantal te verlenen vergunningen binnen het vergunningenplafond en het milieuparkeerver-gunningenplafond (artikel 4, lid 3 van de Parkeerverordening) Artikel 6 MeeverhuisregelingMet dit artikel worden autobezitters in de gelegenheid gesteld hun parkeervergunning te behouden na verhuizing binnen Amsterdam.Artikel 7 Bloktijden betaald parkerenHet nieuwe beleid vastgelegd in de nota “Voorrang voor een gezonde stad” voorziet in een reeks maatregelen met als doel een schoner verkeer en lucht te bevorderen in de gemeente. Een van de maatregelen houdt in dat in alle gebieden binnen de ring A10 onder betaald parkeren gebracht worden en dat de periode waarvoor betaald moet worden voor het straatparkeren minimaal geldt van 09.00 uur tot 21.00 uur.Er zijn in Oud-Zuid vergunninggebieden (of delen daarvan) waarvoor in 2008 al tot 24.00 uur betaald parkeren gold, deze gebieden blijven ongewijzigd. In de Hoofddorppleinbuurt wordt het betaald parkeren van 19.00 uur tot 24.00 uur uitgebreid. Artikel 8 Overloopvergunning Binnen het stadsdeel bestaan er verschillen in parkeerdruk tussen verschillende vergunninggebieden. Zo is er in vergunninggebied Oud-Zuid 3 nog geen wachtlijst en er worden daar ook nog twee vergunningen per woonadres uitgegeven. In het verleden is daarom besloten om dit vergunninggebied als overloopgebied aan te wijzen voor diegenen die op de wachtlijst staan voor een vergunning in vergunninggebied 2 (is de Pijp) (artikel 12 van de Parkeerverordening). Een overloopvergunning is een bewoners- of bedrijfsvergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorrijtuig te parkeren op een parkeerapparatuurplaats in een overloopgebied (artikel 1 onder v. van de Parkeerverordening 2009).Bedrijventerrein Schinkel (vergunninggebied 6) is aangewezen als overloopgebied voor de Hoofddorppleinbuurt (vergunninggebied 5). Dit omdat er nu ook al veel geparkeerd wordt door bewoners uit de Hoofddorppleinbuurt. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de behoefte van bewoners die nu al hun auto in het Schinkelgebied hebben staan zonder vergunning. In artikel 12 van de Parkeerverordening is bepaald onder welke omstandigheden een aanvrager in aanmerking komt voor een overloopvergunning. Overloopvergunningen kunnen worden ingetrokken indien het vergunningenplafond binnen het vergunninggebied dat als over overloopgebied is aangewezen is bereikt (artikel 32, lid 2 en 3 van de Parkeerverordening).Artikel 9 Aantal te verlenen bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners Onder een zelfstandige woning wordt in de Parkeerverordening verstaan een woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning. Onder een woning wordt mede verstaan een woonwagen op een daartoe aangewezen centrum en woonboot op een reguliere of gedoogde ligplaats.Bij het vaststellen van de vergunningplafonds is het principe gehanteerd dat er voor elke beschikbare parkeerplek een bewonersvergunning uitgegeven kan worden. Uit de jaren-lange reeks van parkeerdrukmetingen is gebleken dat nooit alle (bewoners)vergunning- houders op hetzelfde moment in de wijk aanwezig zijn. Vervolgens is er per wijk gekeken naar de verdeling tussen bewoners- en bedrijfsvergunningen. Houders van een bedrijfsvergunning zijn voornamelijk ’s middags in de wijk aanwezig en houders van een bewonersvergunning ’s avonds en ’s nachts. In de wijken met veel bedrijven kan het vergunningplafond hoger liggen dan in een wijk met weinig bedrijven. Voorts is er bij de vaststelling van het vergunningplafond gekeken naar de parkeerdruk op het drukste moment van het etmaal. In het hele stadsdeel geldt dat jaarlijks 10 % van de vergun-ningen worden ingeleverd.Lid 4.    Per persoon wordt er maar één vergunning verstrekt. Dit betekent voor het vergunninggebied Oud-Zuid 3 dat, hoewel er twee bewonersvergunningen per zelfstan-dige woning verstrekt kunnen worden, dit niet op één naam kan. De reden hiervoor is dat, tweeverdieners die allebei een auto nodig hebben ook een vergunning kunnen krijgen. Het is niet de bedoeling om personen die meerdere auto’s op hun naam hebben staan tegemoet te komen. Lid 5. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen wordt afgetrokken van het aantal reeds verleende bedrijfsvergunningen. Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat er een opstapeling van vergunningen plaatsvindt. Mensen die een bedrijf aan huis hebben kunnen een bewoners- of bedrijfsvergunning aanschaffen, maar niet beide. Zo wordt de ongelijkheid tussen mensen die thuis werken en mensen die buitenshuis werken ongedaan gemaakt.Lid 6. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal bij de woning behorende of zich op het grondgebied van de woning bevindende stallingplaatsen en belanghebbendenparkeerplaatsen. Hierbij moet gedacht worden aan een garage in of bij de woning, een carport of een parkeerplaats op eigen erf.Ook als bewoners een stallingsplaats in hetzelfde vergunninggebied huren of kopen, zal deze in mindering worden gebracht op het aantal te verlenen bewonersvergunningen. Is er sprake van een gekochte of gehuurde parkeerplaats in een parkeergarage die bij de woning of het wooncomplex behoort, dan worden bewoners geacht daar te parkeren. Als men uit eigen wil geen gebruik maakt van de mogelijkheid een plek in de parkeergarage te huren of te kopen, of als men een gekochte plek voor andere doeleinden gebruikt of onderverhuurt, ontstaat daarop niet het recht op het verkrijgen van een bewonersvergunning. Artikel 10 Aantal te verlenen bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijvenDe uitgebreide definitie van een bedrijf staat verwoord in art 1 lid b van de Parkeerverordening 2009. Lid 6     Extra vergunningen voor grijze kentekens In beginsel is het stadsdeel terughoudend in het verstrekken van extra parkeer-vergunningen. Met name bouw- en installatiebedrijven kunnen voor deze regeling in aan-merking komen. De reden hiervoor is dat dit soort bedrijven vaak werken vanuit het voertuig. Omdat het hierbij vaak gaat om materialen die een dusdanige omvang dan wel zwaarte hebben, is het niet redelijk te veronderstellen dat zij een andere mogelijkheid hebben dan de auto in de buurt van het werk te parkeren. Artikel 11 (Bedrijfs)vergunningen op code (niet kentekengebonden)De verlening van niet-kenteken gebonden parkeervergunningen (codevergunningen) is niet langer meer beperkt tot de Politie, Brandweer en Zorginstellingen. Er moet sprake zijn van een volcontinue bedrijfsproces (24 uurdiensten) òf dat naar het oordeel van het stadsdeel sprake is van een voordurend en onvermijdelijk wisselend bestand aan auto’s.Voor de niet-kenteken gebonden bedrijfsvergunningen gelden verder dezelfde voorwaarden als voor de wel op kenteken gestelde vergunningen. Artikel 12 De sportverenigingsvergunningDe sportverenigingen dienen te voldoen aan de voorwaarden van artikel 13 van de Parkeerverordening. Deze vergunning is in het leven geroepen voor deze verenigingen omdat men afhankelijk is van de inzet van vrijwilligers. Het aantal vergunningen per sportorganisatie is afhankelijk van het aantal leden en van het gebied waar de club gevestigd is. In alle vergunninggebieden is er voor gekozen om het maximale aantal vergunningen per sportclub te beperken tot 10.Artikel 13 De volkstuinvergunningLid 1. De Volkstuinvergunning is een specifieke parkeervergunning. Voorwaarde voor toepassing van artikel 14 in de Parkeerverordening is dat in de nadere regels expliciet is bepaald dat binnen een stadsdeel dergelijke vergunningen verleend worden. Artikel 14 Binnen het stadsdeel worden geen maatschappelijke vergunningen verleend De afweging om dit niet te  doen heeft te maken met de reeds hoge parkeerdruk in het stadsdeel. Zorginstellingen en politie worden al tegemoet gekomen doordat aan hen, op verzoek, bedrijfsvergunningen op code verleend worden. Artikel 15 De mantelzorgvergunning1. De term “objectieve wijze” houdt in dat men een verklaring kan overleggen van bijvoorbeeld de huisarts of van een andere professionele instantie. Indien men beschikt over een indicatie voor thuiszorg of een verpleeghuis kan met overlegging van die indicatie worden volstaan. 2. Deze regeling geldt ook voor mantelzorgers van buiten Amsterdam.3. In beginsel wordt één parkeervergunning verleend. Hiervan kan worden afgeweken als naar oordeel van het stadsdeel zwaarwegende redenen zijn.Artikel 16 Ambulante handelaar Hieronder wordt verstaan in de parkeerverordening 2009 (artikel 1): hij die beroepsmatig ambulante handel uitoefent in de zin van de vigerende verordening op de straathandel.Artikel 17 Beperking geldigheid parkeervergunningenDe geldigheid van alle parkeervergunningen, behalve de hulpverlenersvergunning, is beperkt in een aantal winkelstraten. Dit is gebeurd om in de drukke winkelstraten tijdens de winkeltijden voldoende parkeerruimte beschikbaar te houden voor bezoekers. De parkeerduurbeperking geldt in beginsel van 09.00 uur tot 18.00 uur. Een uitzondering hierop zijn de Zeilstraat, de Hoofddorpweg en het grootste deel van de Van Woustraat. Hier geldt een spitsstopverbod in de ochtend en avonduren. Dit houdt in dat er sprake is van een parkeerduurbeperking tussen 09.00 uur en 16.00 uur. Na 16.00 uur geldt het spitsstopverbod tot 19.00 uur. Artikel 18 ParkeerduurbeperkingHet invoeren van een parkeerduurbeperking heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de hulpverlenervergunning.Artikel 19 Belanghebbendenparkeerplaatsen en vergunningenVolgens artikel 1 van de Parkeerverordening 2009 is een belanghebbendenparkeerplaats een parkeerplaats die is aangeduid door bord E9 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd dergelijke plaatsen aan te wijzen op basis van de verkeerswetgeving.Indien men beschikt over een dergelijke vergunning is men gerechtigd te parkeren op de in de vergunning omschreven belanghebbendenparkeerplaats. Een belanghebben-denvergunning is geen fiscale parkeervergunning (zoals bijvoorbeeld de bewoners-vergunning) , maar een vergunning voor een gereserveerde parkeerplaats. Op grond van artikel 25 van de Parkeerverordening 2009 wordt een belanghebbendenvergunning verleend aan de belanghebbende vermeld op de in het vierde lid van dit artikel genoemde lijst.Binnen het stadsdeel betekent dit dat de belanghebbendenvergunningen worden verleend aan:1. de huisarts en aan de verloskundige; met inachtneming van de overige hier gestelde regels wordt op aanvraag een belanghebbendenparkeerplaats toegekend in de directe nabijheid van het (praktijk)adres.- De hierboven bedoelde belanghebbendenparkeerplaats wordt niet toegekend indien de aanvrager kan beschikken over een bij het praktijkadres, respectievelijk huisadres, behorende stallingsplaats.- De belanghebbendenparkeerplaats wordt niet toegekend indien aan de aanvrager reeds elders een belanghebbendenparkeerplaats ter beschikking is gesteld, al dan niet binnen het stadsdeel Oud-Zuid.2. iedere beroepsconsul; met inachtneming van de overige hier gestelde regels, wordt op aanvraag een belanghebbendenparkeerplaats toegekend in de directe nabijheid van het consulaat.- De belanghebbendenparkeerplaats wordt niet toegekend indien de aanvrager kan beschikken over een bij het consulaat behorende stallingsplaats.- Per consulaat wordt maximaal één parkeerplaats gereserveerd.3. een autodeelorganisatie.Artikel 20 Ingangsdatum parkeervergunningen en bijzondere vergunningenGeen toelichtingArtikel 21 HardheidsclausuleDit artikel maakt het mogelijk om, in gevallen waarin toepassing van het uitwerkingsbesluit (gegeven het doel en de strekking van het uitwerkingsbesluit en de Parkeerverordening) een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren, een onderdeel van het uitwerkingsbesluit buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. ]