Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Verordening op de raadscommissies stadsdeel Zuideramstel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies stadsdeel Zuideramstel
CiteertitelVerordening op de Raadscommissie 2006
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-05-200731-12-2008intrekking

17-05-2007

Amsterdams Stadsblad, 09-05-2007

DIV nr. 07.5243

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder 

  • a.

    raadscommissie:de raadscommissie zoals ingesteld in artikel 2.

  • b.

    raadssessie: deelvergadering van de raadscommissie

  • c.

    commissievoorzitter: de voorzitter van de raadscommissie

  • d.

    voorzitter: de voorzitter van een raadssessie of diens vervanger

  • e.

    lid: een lid van de raadscommissie

  • f.

    griffier: de griffier van de deelraad of diens vervanger

  • g.

    raadssessiegriffier: ambtelijk secretaris van een raadssessie

  • h.

    presidium: het presidium zoals benoemd door de deelraad

  • i.

    wet: de Gemeentewet

  • j.

    vergadering: commissieleden die deelnemen aan een raadssessie

  • k.

    schriftelijk: schriftelijk of per e-mail

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissie

De deelraad stelt conform art. 82 van de Gemeentewet en art. 19 van de Verordening op de stadsdelen een raadscommissie in, die in raadssessies kan vergaderen

Artikel 3. Raadssessies

Raadssessies hebben tot taak:

  • a.

    het voorbereiden van het raadsdebat

  • b.

    voorstellen die niet in aanmerking komen voor een raadsdebat, voorbereiden voor stemming

  • c.

    onderwerpen die niet in aanmerking komen voor raadsdebat of stemming, maar waarover wel discussie nodig is, onderling of met het dagelijks bestuur te bespreken.

Artikel 4. Samenstelling
  • 1. Elk lid van de deelraad is lid van de raadscommissie.

  • 2. De deelraad kan buitengewoon commissieleden benoemen

  • 3. De buitengewoon commissieleden zijn lid van de raadscommissie. De artikelen 88, 89 en 91 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie. Elk lid dient daarnaast tijdens de laatstgehouden verkiezingen van de deelraad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie.

    Eenpersoonsfracties kunnen maximaal drie en overige fracties kunnen maximaal twee buitengewoon commissieleden voordragen voor benoeming.

  • 4. Leden als bedoeld in lid 1 en 2 worden benoemd door de raad, waarbij leden als bedoeld in lid 2 alleen benoemd en ontslagen kunnen worden op voordracht van een fractie. 

  • 5. Per fractie kunnen maximaal twee leden per agendapunt deelnemen aan de raadssessie.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures
  • 1. De leden van de commissie worden door de deelraad benoemd uit leden van de raad of uit door de fracties voor te dragen kandidaten, die geen lid zijn van de raad.

  • 2. De leden treden af wanneer de deelraad aftreedt, behoudens eerdere schorsing of ontslag door de deelraad.

  • 3. Een lid houdt op lid te zijn van de raadscommissie indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 4 derde lid, gestelde eisen.

  • 4. Een buitengewoon commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in.

Artikel 6. Voorzitter en plaatsvervangerschap
  • 1. De raad benoemt uit zijn midden een commissievoorzitter en een plaatsvervangend commissievoorzitter van de raadscommissie.

  • 2. Het presidium wijst voor elke raadssessie uit de volgens lid 1 benoemde commissievoorzitter en plaatsvervangend voorzitter een voorzitter aan.

  • 3. De voorzitter is belast met

    • a.

      het leiden van de raadssessie

    • b.

      het handhaven van de orde

    • c.

      het doen naleven van deze verordening

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt

    • e.

      een besluit te nemen over de orde van de vergadering voor zover dit niet in deze verordening is geregeld.

  • 4. De zittingsperiode van een commissievoorzitter of zijn plaatsvervanger eindigt in ieder geval aan het eind van de zittingsperiode van de deelraad en indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 5. De raad kan de commissievoorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 6. De commissievoorzitter of zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat in een maand na de schriftelijke mededeling of zoveel eerder als in hun opvolging is voorzien.

  • 7. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat met betrekking tot de commissievoorzitter of zijn plaatsvervanger, beslist de deelraad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 8. Voor zowel de commissievoorzitter als de plaatsvervangend commissievoorzitter wijst de raad uit zijn midden een vaste vervanger aan.

Artikel 7. Rol griffie
  • 1. De griffier wijst voor elke raadssessie een medewerker van de griffie aan als raadssessiegriffier.

  • 2. De raadssessiegriffier zoals aangewezen in lid 1, is bij de raadssessie aanwezig en ondersteunt de voorzitter bij diens taken als bedoeld in artikel 6 lid 3.

  • 3. De griffier kan in elke raadssessie aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Artikel 8. Frequentie
  • 1. De raadscommissie vergadert elke vier weken op een dinsdag, met uitzondering van de vakantieperioden, op basis van een vergaderschema. Conform artikel 2 van deze Verordening kan de raadscommissie is sessies vergaderen.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissie beginnen om 19.00 uur en eindigen om 22.30 uur. Informatieve onderwerpen worden in het eerste vergaderuur geagendeerd.

  • 3. Een raadssessie kan parallel aan een andere raadssessie worden ingepland.

Artikel 9. Vergaderplaats
  • 1. De raadssessies vinden in beginsel plaats in het stadsdeelkantoor.

  • 2. Raadssessies kunnen worden belegd buiten het stadsdeelkantoor. Hiertoe dient een fractie een gemotiveerd verzoek in bij het presidium. Het presidium beslist vervolgens of het verzoek ingewilligd wordt.

Artikel 10. Uitnodiging en vergaderstukken
  • 1. Het presidium zendt tenminste 10 dagen voor een raadssessie de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de raadssessie. 

  • 2. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het presidium de voorlopige agenda's van de raadssessies vast. Hij stelt daarbij tevens de begin- en uiterste eindtijd van de onderscheiden agendapunten vast.

  • 3. De voorlopige agenda's worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden. De bij de agenda's behorende stukken worden, zodra zij beschikbaar zijn en op een agenda zijn geplaatst, meegezonden met deze agenda.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan het presidium in overleg met de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een raadssessie een aanvullende agenda aan de leden verzenden.

Artikel 11. Vaststellen van agenda's
  • 1. Het presidium stelt een voorlopige raadssessieagenda op en stuurt deze aan de commissieleden.

  • 2. Wijzigingsvoorstellen op de voorlopige agenda dienen schriftelijk ingediend te worden bij het presidium, via de griffie, uiterlijk om 12.00 uur op de dag voorafgaand aan de raadssessie.

  • 3. De voorzitter van de raadssessie bekijkt op de vergaderdag de voorgestelde wijzigingen. Wijzigingen die door een meerderheid gesteund worden, worden ingewilligd. Daarnaast kan de voorzitter op inhoudelijke gronden een wijzigingsvoorstel overnemen.

  • 4. Aan het begin van de raadssessie vindt, na mededeling van de overgenomen wijzigingsvoorstellen, vaststelling van de agenda plaats.

Artikel 12. Openbare kennisgeving en ter inzage leggen van stukken
  • 1. Een raadssessie wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep ter openbare kennis gebracht door bekendmaking van de agenda en de bijbehorende stukken in het plaatselijke huis-aan-huisblad en door plaatsing op de website van het stadsdeel; bovendien wordt de kennisgeving ter inzage neergelegd in het stadsdeelkantoor, de wijkcentra en de bibliotheek. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden eveneens ter inzage gelegd.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd, geplande eindtijd en de plaats van de raadssessie;

    • b.

      de agenda

    • c.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • d.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 23.

Artikel 13. Notulen
  • 1. Van het verhandelde in een raadssessie wordt een samenvattend verslag gemaakt waarin genomen besluiten duidelijk worden verwoord. 

  • 2. Conceptverslagen worden uiterlijk de dinsdag na de vergadering voor 12.00 uur per email toegezonden aan alle commissieleden en anderen die het woord hebben gevoerd tijdens de raadssessie.

  • 3. Verslagen worden geacht te zijn vastgesteld, tenzij een commissielid of iemand anders die in de betreffende raadssessie het woord heeft gevoerd, uiterlijk de donderdag voor de eerstvolgende deelraadsvergadering voor 12.00 per email, bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden voor het daarop volgende weekend per email aan de leden van de raadscommissie gestuurd en besproken in de eerstvolgende deelraadsvergadering na het aflopen van de hiervoor aangegeven termijn. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststelling van het verslag plaats.

  • 4. Het verslag moet tenminste inhouden: de namen van de voorzitter, de aanwezige leden, aanwezige leden van het dagelijks bestuur, alsmede van de overige personen die het woord hebben gevoerd.

  • 5. De verslagen worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de griffier.

Artikel 14. Zitplaatsen
  • 1. De voorzitter en de raadssessiegriffier hebben een vaste zitplaats.

  • 2. Als de voorzitter dat voor de orde of de werkwijze van de raadssessie nodig acht, wijst hij deelnemers aan de raadssessie zitplaatsen toe.

Artikel 15. Opening raadssessie
  • 1. De voorzitter opent de raadssessie op het vastgestelde tijdstip.

  • 2. Als geen andere deelnemers aanwezig zijn, constateert de voorzitter ten behoeve van de verslaglegging dat de procedure conform besluit presidium, eventueel gewijzigd door de raad, wordt voortgezet en sluit de raadssessie.

Artikel 16. Volgorde sprekers
  • 1. Niemand voert het woord dan na het aan de voorzitter verzocht en van deze verkregen te hebben. De voorzitter verleent het woord in de volgorde waarin het is gevraagd.

  • 2. Van de volgorde kan worden afgeweken, indien een lid het woord vraagt over de orde van de raadssessie.

Artikel 17. Aantal spreektermijnen
  • 1. Tenzij het presidium anders besluit worden raadssessies opgedeeld in twee spreektermijnen.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Niemand voert in dezelfde termijn tweemaal het woord.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op:  

    • a.

      de rapporteur van een commissie of werkgroep van de deelraad

    • b.

      het lid dat een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat voorstel.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 18. Spreektijd
  • 1. Het presidium kan per raadssessie of deel daarvan spreektijden vaststellen. Spreektijden worden uitsluitend gehanteerd in raadssessies van de categorieën voorbereiden debat en voorbereiden stemming. Elke fractie krijgt een gelijk aantal basisminuten. De resterende tijd wordt naar rato van het aantal deelraadsleden per fractie aan fracties toegekend. Het dagelijks bestuur krijgt, indien betrokken in de beraadslagingen, evenveel spreektijd als de grootste fractie.

  • 2. Indien het een raadssessie betreft waarin een stuk aan de orde is dat door een fractie ter behandeling in de raadssessie is voorgelegd, krijgt de fractie die hiertoe het initiatief heeft genomen vijf minuten spreektijd ter inleiding op het onderwerp.

  • 3. Het presidium bepaalt hoeveel spreektijd wordt toegekend aan de indiener(s) van een (initiatief)voorstel.

  • 4. Voor zover niet door het presidium bepaald, kan de voorzitter een voorstel doen over de spreektijd van de aanwezigen.

Hoofdstuk 4 Hoorzittingen

Artikel 24. Hoorzittingen

Het presidium kan op eigen initiatief of op voorstel van een vergadering van raadssessie of raad een raadssessie beleggen als hoorzitting, om de opvattingen onder de bevolking te peilen, dan wel om nadere informatie in te winnen. Hiertoe wijst het presidium een voorzitter of vervangend voorzitter aan, die in overleg met het presidium de hoorzitting organiseert en personen en organisatie uitnodigt, die in verband met het aan de orde stellen onderwerp, voldoende gekwalificeerd en representatief zijn.

Hoofdstuk 5 Beslotenheid en geheimhouding

Artikel 25. Algemeen
  • Een raadssessie vindt plaats in beslotenheid indien de raad bij het vaststellen van de agenda hiertoe besluit.

  • 1. Tijdens een raadssessie kunnen de deuren worden gesloten wanneer ten minste een vijfde der aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dat noodzakelijk acht. De beslotenheid van de raadssessie dient vervolgens door een meerderheid van de aanwezige leden te worden bekrachtigd.

  • 2. Op een besloten raadssessie zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing, voorzover ze niet strijdig zijn met het besloten karakter van de raadssessie.

  • 3. De vergadering besluit of anderen dan leden bij een besloten raadssessie aanwezig mogen zijn als toehoorder of deelnemer op grond van artikel 22.

Artikel 26. Notulen
  • 1. De notulen van een besloten raadssessie worden uitsluitend aan de leden en eventuele andere deelnemers van de raadssessie vertrouwelijk toegezonden.

  • 2. Verslagen worden geacht te zijn vastgesteld, tenzij een deelnemer aan de raadssessie, uiterlijk de donderdag na de week van de raadsessie schriftelijk bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden onder geheimhouding schriftelijk aan de leden van de deelraad gestuurd en besproken in een besloten deel van de eerstvolgende raadsvergadering na het aflopen van de hiervoor genoemde termijn. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststelling van het verslag plaats.

Artikel 27. Geheimhouding
  • 1. Geheimhouding op de inhoud van de in de besloten sessie behandelde stukken kan worden opgelegd door de vergadering en door het orgaan dat de stukken overlegt.

  • 2. De vergadering beslist voor afloop van de besloten raadssessie in overeenstemming met art. 86 1e lid, van de Gemeentewet of over het behandelde geheimhouding zal gelden. 

  • 3. De geheimhouding omtrent de inhoud van stukken kan uitsluitend worden opgeheven door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, dan wel door de deelraad.

  • 4. Als een raadssessie zich, ter zake van het behandelde waarop geheimhouding ligt, tot de raad heeft gericht, kan alleen de raad de geheimhouding opheffen.

  • 5. De vergadering kan op grond van art. 25 lid 2 van de Gemeentewet besluiten geheimhouding op te leggen op stukken die hij aan de raad of leden van de raad overlegt. Daar wordt op de stukken melding van gemaakt.

  • 6. Deze geheimhouding dient in de eerstvolgende vergadering van de deelraad te worden bekrachtigd. Deze geheimhouding geldt voor allen die bij de behandeling aanwezig zijn en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 28. Toehoorders en pers
  • 1. Tijdens de raadssessies worden op de voor het publiek gereserveerde tribune zoveel toehoorders toegelaten als de voorzitter bepaalt.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring is de toehoorders niet toegestaan. Zij mogen de orde en rust van de vergadering niet verstoren. Het bepaalde in art. 20 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De voorzitter zorgt voor de handhaving van het in lid 2 bedoelde voorschrift. Zonodig kan de voorzitter in het kader van deze handhaving toehoorders uit de vergaderruimte laten verwijderen.

Artikel 29. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal, tijdens de raadssessie geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 30. Uitleg verordening
  • 1. In de gevallen gedurende een raadssessie waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing, beslist de vergadering op voorstel van de voorzitter.

  • 2. In de gevallen buiten een raadssessie waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing, beslist het presidium.

Artikel 31. Inwerkingtreding
  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de Raadscommissie 2006.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na vaststelling.

  • 3. Deze verordening vervangt de Verordening op de Raadscommissies stadsdeel Zuideramstel, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 juni 2002, inclusief de sindsdien vastgestelde wijzigingen.