Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Verordening op het burgerinitiatief stadsdeel Zuideramstel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingVerordening op het burgerinitiatief stadsdeel Zuideramstel
CiteertitelVerordening Burgerinitiatief stadsdeel Zuideramstel
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-11-200418-12-2008nieuwe regeling

17-11-2004

Amsterdams Stadsblad, 06-10-2004

DIV nr.04/14074

Tekst van de regeling

Verordening

Artikel 1

De doelstelling van de Verordening op het burgerinitiatief is de participatie en betrokkenheid van de bewoners van ZuiderAmstel te vergroten en de bewoners de mogelijkheid te bieden om direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda.

Artikel 2

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de deelraad ZuiderAmstel;

  • b.

    commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel ZuiderAmstel;

  • d.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de stadsdeelraad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel dat betrekking heeft op een aangelegenheid op stadsdeelniveau;

  • e.

    ingezetenen: personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam en woonachtig in ZuiderAmstel.

Artikel 3
  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn ingezetenen van het stadsdeel van veertien jaar en ouder die, met uitzondering van hun leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de stadsdeelraad.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend

Artikel 4

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

  • a.

    een onderwerp dat indruist tegen hogere wet- en regelgeving;

  • b.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de deelraad;

  • c.

    procedures van het stadsdeel;

  • d.

    de organisatie en interne bedrijfsvoering van het stadsdeel;

  • e.

    vaststelling en wijziging van de begroting;

  • f.

    belastingen en tarieven van het stadsdeel;

  • g.

    onderwerpen waarover de deelraad in de 2 jaar voorafgaand aan het moment waarop de indiening van het burgerinitiatief zou plaatsvinden, een besluit heeft genomen;

  • h.

    handelingen en gedragingen van leden van het Dagelijks Bestuur, leden van de stadsdeelraad, buitengewoon commissieleden of ambtenaren, waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door de stadsdeelraad of het Dagelijks Bestuur vastgestelde klachtenregeling;

  • i.

    benoemingen van personen en functioneren van personen;

  • j.

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

Artikel 5
  • 1. Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de stadsdeelraad. De griffie levert aan de indiener van een burgerinitiatief een modelformulier met een helder overzicht van criteria waaraan het voorstel wordt getoetst.

  • 2. Het burgerinitiatief dient te worden ondersteund door tenminste 100 ingezetenen van veertien jaar en ouder.

  • 3. De ondersteuning als bedoeld in het vorige lid blijkt uit ondertekening door de ondersteuner van een aan het burgerinitiatief gehechte, door de griffie van het stadsdeel verstrekte, lijst.

  • 4. Een ondertekening bedoeld in het vorige lid is geldig als naast de handtekening tevens de naam, het adres en de geboortedatum van de ondersteuner worden vermeld.

Artikel 6
  • 1. Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een toelichting.

  • 2. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 3. Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van tenminste één en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 7
  • 1. De voorzitter van de raad bericht de raad binnen twee weken na ontvangst van een burgerinitiatief of het burgerinitiatief voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 5 en 6, of sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 4 stelt de voorzitter van de raad de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 6, derde lid, in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3. De voorzitter van de raad doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de vertegenwoordigers en aan de raad.

Artikel 8
  • 1. De raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering na ontvangst van het bericht van de voorzitter als bedoeld in artikel 7, eerste lid, over de behandeling van het burgerinitiatief.

  • 2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder b, kan de raad beslissen het verzoek in handen van het Dagelijks Bestuur te stellen.

  • 3. Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid genoemd in het vierde lid van dit artikel en in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaatsvinden.

  • 4. De raad kan een burgerinitiatief om advies voorleggen aan het Dagelijks Bestuur. Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 5. De raad legt het burgerinitiatief in elk geval voor aan de raadscommissie die is belast met de portefeuille waarover het initiatief handelt. Het vierde lid, tweede volzin, van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vinden plaats binnen twaalf weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen.

  • 7. Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli of augustus worden de termijn genoemd in het zesde lid met acht respectievelijk vier weken verlengd.

  • 8. Van alle beslissingen als bedoeld in voorgaande leden, worden de indieners schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 9
  • 1. Bij de behandeling in de raadscommissie worden een of meer van de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 6, derde lid, in de gelegenheid gesteld het burgerinitiatief toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden.

  • 2. De voorzitter van de raadscommissie kan een of meer van de vertegenwoordigers als bedoeld in het eerste lid toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de commissie over het burgerinitiatief.

Artikel 10
  • 1. De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 6, derde lid, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het Dagelijks Bestuur de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van het stadsdeel Zuideramstel de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

Artikel 11

De stadsdeelvoorzitter brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk. Dit verslag is onderdeel van het burgerjaarverslag.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking.

Artikel 13

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening burgerinitiatief stadsdeel Zuideramstel.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 2

Deze bepaling gaat er van uit dat een burger bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad. Een voorbeeld hiervan is het voorstel om de winkels op

bepaalde zondagen open op te stellen.

Artikel 3

Het initiatiefrecht wordt toegekend aan kiesgerechtigden voor de stadsdeelraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in de Kieswet. De categorie initiatiefgerechtigden is uitgebreid door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar veertien jaar. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de politiek. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is het moment van indiening van het verzoek bepaald. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig  efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor  deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt  dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het stadsdeelbestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Ten slotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een  burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt acht. In deze verordening is gekozen voor de lopende raadsperiode. Daardoor hoeft de raad niet opnieuw in dezelfde bestuursperiode over een onderwerp te besluiten.

Artikel 5

Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de stadsdeelraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De omvang van de drempel biedt een zekere garantie dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking.

Uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid vindt indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats door middel van een door de griffie beschikbaar te stellen standaardformulier voor burgerinitiatieven. Om fraude met namen te voorkomen wordt naar personalia gevraagd. Met name geboortedata kunnen niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan het stadsdeel onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6

Aan het verzoek wordt een aantal minimumvereisten gesteld. Hierin zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting en indien noodzakelijk een globale raming van de kosten, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger(s) moeten aangeven.

Artikel 7

De indiener moet erop kunnen vertrouwen dat zijn voorstel spoedig wordt getoetst aan de vereisten en een besluit wordt genomen over de behandeling. Als verzuimen worden geconstateerd zijn indiener(s) van een burgerinitiatief in de gelegenheid die te herstellen.

Artikel 8

Met dit artikel worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van dit artikel wordt de indiener(s) altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Als het verzoek wordt afgewezen omdat de raad niet bevoegd is, kan de raad besluiten het verzoek door te zenden naar het Dagelijks Bestuur. Dat zal met name gebeuren als het Dagelijks Bestuur wel bevoegd is. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb).

Artikel 9

Dit artikel geeft indiener(s) van een burgerinitiatief gelegenheid om hun voorstel toe te lichten, vragen te beantwoorden en aan de beraadslagingen in de raadscommissie deel te nemen.

Artikel 10

Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). De uitvoering van het raadsbesluit zal in de meeste gevallen worden opgedragen aan het Dagelijks Bestuur. Daarom is het tweede lid van dit artikel opgenomen.

Artikel 11

De stadsdeelvoorzitter is verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. Dit artikel bepaalt uit praktische overwegingen dat een jaarlijks verslag over het burgerinitiatief onderdeel uitmaakt van het burgerjaarverslag. Het verslag bevat in elk geval getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.