Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Marktreglement Albert Cuyp 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingMarktreglement Albert Cuyp 2009
CiteertitelMarktreglement Albert Cuyp 2002
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpEconomische zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wettelijke grondslag: zie stedelijke Verordening op de Straathandel 2008, artikel 1.5, lid 2

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-200829-04-2009nieuwe regeling

12-04-2008

Stadsdeelkrant, nr. 15, datum: 8 april 2008

-

Tekst van de regeling

Reglement 12-4-2008

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
  • 1. In dit reglement wordt verstaan onder:

    a) de verordening: de Verordening op de straathandel 2000;

    b) het Dagelijks Bestuur: Het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid;

    c) de Marktbeheerder: de door het Dagelijks Bestuur voor het beheer van de markt aangestelde ambtenaar; deze is bevoegd om namens het Dagelijks bestuur te beschikken ter zake van het beheer van de markt voor zover dit reglement daarin niet voorziet, met inachtneming van het aan hem verleende mandaat;

    d) de Marktmeester: de door het Dagelijks Bestuur voor het dagelijkse beheer van de markt aangestelde ambtenaar; deze is bevoegd namens het Dagelijks bestuur te beschikken ter zake van het dagelijks beheer van de markt voor zover dit reglement daarin niet voorziet, met inachtneming van het verleende mandaat;

    e) passen: het niet accepteren van een ingelote standwerkerplaats

    f) standwerkerspas: het door de marktbeheerder aan een standwerker verstrekte bewijs dat hij aan de 1e loting mag deelnemen.

  • 2. Voor het overige zijn van toepassing de begripsomschrijvingen van art. 1.1. van de verordening.

Artikel 1.2 Algemeen
  • 1. De Albert Cuypmarkt is een algemene warenmarkt die als dagmarkt van maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 18.00 uur, met uitzondering van de erkende feestdagen, wordt gehouden op het daartoe aangewezen marktterrein, het gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat.

  • 2. Het gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat is aangewezen als marktterrein van maandag tot en met zaterdag van 06.30 uur tot 20.00 uur.

  • 3. Het marktterrein, het gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat, is aangewezen als voetpad, geldende van maandag tot en met zaterdag van 06.30 – 20.00 uur, uitgezonderd laden en lossen van 06.30 – 11.00 en van 16.00 – 20.00 uur.

Hoofdstuk 2. Toewijzing van plaatsen op de markt
Artikel 2.1 Vergunningenbeleid
  • 1. De markt is in drie eenheden onderverdeeld, te weten:

    - 1e markt: het gedeelte tussen de Ferdinand Bolstraat en de 1e Van der Helststraat;

    - 2e markt: het gedeelte tussen de 1e Van der Helststraat en de 1e Sweelinckstraat;

    - 3e markt: het gedeelte tussen de 1e Sweelinckstraat en de Van Woustraat.

  • 2. Per aangewezen eenheid zal bij de dagelijkse indeling van plaatsen aan het bepaalde in artikel 2.7 en 2.8 van de verordening toepassing worden gegeven.

  • 3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op de maandagen.

Artikel 2.2 Vaste en losse plaatsen
  • 1. Vaste plaatsen op de 1e markt die om 9.00 uur niet door de rechthebbende zijn bezet, worden voor die dag als losse plaatsen uitgegeven.

  • 2. Vaste plaatsen op de 2e markt die om 9.15 uur niet de door de rechthebbende zijn bezet, worden voor die dag als losse plaatsen uitgegeven.

  • 3. Vaste plaatsen op de 3e markt die om 9.30 uur niet door de rechthebbende zijn bezet, worden voor die dag als losse plaatsen uitgegeven.

  • 4. De dagelijkse toewijzing van de losse plaatsen op de 1e markt vangt aan om 9.10 uur, op de 2e markt om 9.25 uur, en op de 3e markt om 9.40 uur. Om in aanmerking te komen voor een losse plaats dient men hierbij persoonlijk aanwezig te zijn.

Artikel 2.3 Stadwerkers
  • 1. De inloting voor een vergunning voor een standwerkerplaats vangt aan om 08.30 uur. Voor het overige gelden voor standwerkers de tijden als bedoeld in de artikelen 1.2, 3.1 en 4.2 van dit reglement.

  • 2. Standwerkers dienen voor de loting aan te geven met welk artikel zij op de markt willen staan, artikelwijziging is daarna niet meer toegestaan.

  • 3. Standwerkers die daadwerkelijk als standwerker hebben opgetreden, komen in aanmerking voor een ‘Standwerkerspas’, zulks ter beoordeling van de dienstdoende marktmeester(s) aan de hand van de wijze van werken van de standwerker.

  • 4. De verloting van de standwerkerplaatsen geschiedt door drie lotingen, te weten:

    a) de 1e loting, waarbij 1 plaats beschikbaar is voor standwerkers die in het bezit zijn van de zogenoemde B-status. Indien er geen gegadigden zijn komt deze plaats ter beschikking voor de loting, zoals bedoeld onder c;

    b) de 2e loting waarbij 5 plaatsen beschikbaar zijn voor standwerkers die in het bezit zijn van een standwerkerspas;

    c) de derde loting waarbij 3 plaatsen beschikbaar zijn voor de standwerkers die in de tweede loting zijn uitgeloot en de overige standwerkers.

  • 5. Bij het verloten van de standwerkerplaatsen is passen niet toegestaan.

  • 6. Het is een standwerker niet toegestaan gebruik te maken van meet- en weegapparatuur.

Hoofdstuk 3. Regels betreffende plaatsbezetting
Artikel 3.1 Persoonsgebonden vergunning
  • 1. De marktplaatsen dienen door de vergunninghouder of zijn/haar partner te zijn ingenomen vanaf 10.00 uur tot 16.30 uur en met voldoende koopwaar te zijn ingericht.

Artikel 3.2 Plaatsbezetting
  • 1. Ontheffing van de verplichting tot plaatsbezetting wordt aan vasteplaatshouders en voorkeurskaarthouders verleend:

    a) in geval van vakantie, voor maximaal zes weken per kalenderjaar, al dan niet aaneengesloten;

    b) in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden voor een periode van drie maanden, welke periode maximaal zeven maal voor een periode van drie maanden kan worden verlengd.

  • 2. Een aanvraag voor een ontheffing van de verplichting tot plaatsbezetting in geval van vakantie dient te worden ingediend met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier, minimaal een week voor de ingangsdatum.

Artikel 3.3. Vervanging
  • 1. Ontheffing van het verbod zich te doen vervangen wordt aan vasteplaatshouders en voorkeurskaarthouders verleend:

    a) In een geval van vakantie, voor maximaal zes weken per kalenderjaar, al dan niet aaneengesloten;

    b) in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden, voor een periode van maximaal drie maanden, welke periode maximaal zeven maal voor een periode van drie maanden kan worden verlengd.

  • 2. Per vergunninghouder kan slechts één persoon als vervanger optreden.

  • 3. De persoon die als vervanger optreedt kan slechts één vergunninghouder vervangen, en kan gedurende die periode niet van zijn/haar eigen rechten gebruik maken.

  • 4. Gedurende de vervangingsperiode dient de vervanger hetzelfde artikel te voeren als de vergunninghouder.

  • 5. Een aanvraag voor ontheffing van het verbod zich te doen vervangen in geval van vakantie, dient te worden ingediend met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier, gelijktijdig met de aanvraag als bedoeld in artikel 3.2 lid 2, minimaal een week voor de ingangsdatum.

Hoofdstuk 4. De orde op de markt
Artikel 4.1 Bijzondere omstandigheden
  • 1. Bij extreme weersomstandigheden of verwachting daarvan, kan de marktbeheerder, in het belang van de veiligheid van personen en zaken op de markt, besluiten de markt die dag geen doorgang te laten vinden, dan wel een ieder te gelasten zich ogenblikkelijk van de markt te verwijderen. Hierbij is de bij het HWS (Holland Weer Station) opgevraagde weersverwachting voor die dag maatgevend.

Artikel 4.2 Aanvoer en opslag van zaken en waren; plaatsen van voertuigen
  • 1. De kramen dienen van af 10.00 uur te zijn gericht. De marktplaatshouders dienen hun transportmiddelen daarna zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval uiterlijk om 11.00 uur, van de markt te verwijderen.

  • 2. Het is de marktplaatshouders niet toegestaan hun handel voor 16.30 in te pakken.

  • 3. De kramen dienen leeg te zijn en de kooplieden dienen de markt te hebben verlaten vanaf 18.00 uur, tenzij in de vergunning eigen kraam of verkoopinrichting hiervan ontheffing is verleend.

  • 4. Het is de marktplaatshouders verboden tussen 11.00 en 16.00 uur zaken of waren aan en af te voeren en voertuigen te plaatsen of te hebben. Dit verbod geldt niet ten aanzien van aan- en afvoer met steekwagens e.d.

  • 5. Kramenzet- en verhuurvergunninghouders dienen zaken die direct of indirect met te markt te maken hebben, zoals onder andere kramen, karren en aanhangers, uiterlijk om 19.30 uur van de markt te verwijderen.

Artikel 4.3 Uitstallingen van de handelswaar, de maatvoering van aanvoerwagens en het gebruik van schermen of zeilen op de vergunde marktplaats
  • 1. Het gebruik van een achterzeil of zijzeilen ter afscherming tegen wind en regen is toegestaan, voor zover deze vanaf 1,50 meter, gemeten vanaf het straatniveau, vervaardigd zijn van doorzichtig materiaal.

  • 2. Het gebruik van aan- en afvoermateriaal is toegestaan, voor zover dat niet hoger is dan 1,50 meter, gemeten vanaf het straatniveau.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van de verplichtingen als bedoeld in het eerste en tweede lid:

    a. ingeval Arbonormen of andere wettelijke voorschriften daartoe aanleiding geven;

    b. bij het verlenen van een vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting.

Artikel 4.4 Voorzieningen
  • 1. Elektriciteit en water worden door het stadsdeel geleverd.

  • 2. Het beheer over de electriciteitskasen en de watertappunten wordt gevoerd door het stadsdeel.

  • 3. Het is de koopman verboden de watertappunten te gebruiken bij een temperatuur beneden 0 Cº.

  • 4. Bij het gebruik van de watertappunten dienen de hierin aangegeven gebruiksvoorschriften in acht te worden genomen.

  • 5. Het stadsdeel aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ten gevolge van stroomuitval en van schade door ondeskundig gebruik.

  • 6. Een ontheffing ten aanzien van lid 1 wordt slechts verstrekt bij calamiteiten.

Artikel 4.5 Kramen op de marktplaats
  • 1. Door het Dagelijks Bestuur zijn kramenzet-verhuurvergunningen verleend voor de daarin aangegeven plaatsnummers op de markt.

  • 2. De marktplaatshouder dient er zelf voor zorg te dragen dat zijn/haar kraam verankerd is aan de daarvoor bestemde ankerblokken.

  • 3. De vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting kan alleen worden worden verleend:

    a) indien er ten aanzien van de bewaring, bereiding, behandeling of verkoop van het gevoerde artikel wettelijke regelgeving geldt;

    b) indien de medische noodzaak daartoe is gebleken;

    c) indien op grond van Arbonormen de noodzaak daartoe is gebleken.

  • 4. Een aanvraag voor een eigen kraam of verkoopinrichting dient te worden ingediend met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier.

  • 5. Standwerkers hebben geen verplichting een kraam te gebruiken van de bedrijven aan wie een kramenzet- en verhuurvergunning is verleend.

Artikel 4.6 Reclame
  • 1. Van het verbod als bedoeld in artikel 5.7 van de Verordening (verbod reclame te maken door middel van folders e.d.) zal geen ontheffing worden verleend.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de marktplaatshouder
Artikel 5.1 Verboden gedragingen
  • 1. Van het verbod als bedoeld in art. 6.1 aanhef en onder d van de verordening (verbod wijzigingen aan te brengen aan de kraam of de verkoopinrichting) wordt ontheffing verleend in die zin dat het voorzeil van de kraam maximaal 20 cm mag worden verhoogd.

Artikel 5.2 Uiterlijk aanzien en verontreiniging
  • 1. De marktplaatshouder is gehouden het marktafval van zijn kraam af te leveren op een daarvoor door het Dagelijks Bestuur aangegeven:

    - plaats

    - wjjze, en

    - scheiding in soorten.

Artikel 5.3 Gebruik maken van geluidsapparatuur
  • 1. Van het verbod als bedoeld in artikel 6.4 van de Verordening (verbod gebruik te maken van geluidsapparatuur) zal geen ontheffing worden verleend.

Artikel 5.4 Verwarmingstoestellen
  • 1. Van het verbod als bedoeld in artikel 6.5 lid 1 van de verordening (verbod verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken) wordt ontheffing verleend in die zin dat het gebruik van verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties is toegestaan op de bijzondere aangewezen bak- en wildplaatsen, en plaatsen voor verkoopwagens.

Hoofdstuk 6. Intrekking vergunning vaste plaats of voorkeurskaart
Artikel 6.1 Intrekken vergunning
  • 1. Bij overlijden van de vergunninghouder kan de intrekking van de vergunning op verzoek van de erven worden opgeschort worden tot maximaal drie maanden na het overlijden van de vergunninghouder.

  • 2. De erven krijgen binnen deze periode de gelegenheid de in voorraad zijnde handelswaar te verkopen door henzelf of door een door hen aan te wijzen zaakwaarnemer.

Hoofdstuk 7. Overgangsbepaling
Het Marktreglement Albert Cuyp, vastgesteld door de toenmalige stadsdeelraad De Pijp bij besluit van 20 december 1994, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit d.d. 30 augustus 2001 van het Dagelijks Bestuur, vervalt met ingang van de dag waarop dit reglement in werking treedt.

Hoofdstuk 8. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking vier dagen na de bekendmaking in het Amsterdams Stadsblad.

Hoofdstuk 9. Citeertitel
Dit reglement kan worden aangehaald als Marktreglement Albert Cuyp 2002.