Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Wijziging van de verordening leerlingenvervoer stadsdeel Zuideramstel 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingWijziging van de verordening leerlingenvervoer stadsdeel Zuideramstel 2002
CiteertitelVerordening Leerlingenvervoer stadsdeel Zuideramstel 2002
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpOnderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De regeling is per 21 juni 2010 vervallen; dan is de centrale stad (Gemeenteraad) bevoegd en geldt de Verordening leerlingenvervoer gemeente Amsterdam 2010 (Gemeenteblad 2010, afd. 3A, nr 111/237).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op het primair onderwijs, art. 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-07-200321-06-2010wijziging artikel(en)

03-07-2003

Amsterdams Stadsblad, 02-07-2003

DIV nr. 03/9551
04-07-200203-07-2003Ingetrokken

 

verwijzing

--

Tekst van de regeling

Het Dagelijks Bestuur bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging. De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school:

    • een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);

    • een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    • een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

    • een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

  • e.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • f.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • g.

    openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • h.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • i.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • j.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

  • k.

    toegankelijke school:

    • voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • l.

    inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar, voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • m.

    opstapplaats: plaats aangewezen door het Dagelijks Bestuur, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • n.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

  • o.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het Dagelijks Bestuur noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

    • de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • aanbieding van aangepast vervoer dat het stadsdeel verzorgt of doet verzorgen.

  • p.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • s.

    opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • t.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • u.

    commissie voor de indicatiestelling:de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Bekostiging van de door het Dagelijks Bestuur noodzakelijk te achten vervoerskosten
  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het Dagelijks Bestuur aan de ouders van in het stadsdeel verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het Dagelijks Bestuur toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering van of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor het stadsdeel minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 12 of 17 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichter bij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichter bij de woning zijn gelegen.

  • 3. Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtsbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebeid van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Artikel 5 Aanvraagprocedure
  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het Dagelijks Bestuur van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het Dagelijks Bestuur de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend, wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop bekostiging wordt verstrekt niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag door het Dagelijks Bestuur.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Indien er sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het Dagelijks Bestuur al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het Dagelijks Bestuur een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het Dagelijks Bestuur al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het Dagelijks Bestuur deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7 Verzorgd aangepast vervoer
  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen.

  • 2. Indien het Dagelijks Bestuur gebruik maakt van de bevoegdheid om het vervoer zelf te verzorgen dan wel te doen verzorgen stelt het gedragsregels op ter verzekering van een ordelijk en veilig verloop van het vervoer en zorgt het er voor, dat de ouders vóóraf worden geïnformeerd.

  • 3. Het niet naleven van de gedragsregels doet de aanspraak vervallen op elke vergoeding van het aangepast vervoer, tenzij het voorval terug te voeren is op een ernstig verstandelijke handicap van de leerling.

Artikel 8 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 13 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het  schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 9 Andere vergoedingen

Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 10 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 en het bepaalde over afstand in artikel 12 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a) bedoelde samenwerkingsverband indien het vervoer naar die school voor het stadsdeel minder kosten mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a).

Artikel 11 Permanente commissie leerlingenzorg
  • 1. Het Dagelijks Bestuur neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing van de permanente commissie leerlingenzorg in acht over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer bedraagt dan:

    • a.

      zes kilometer voor basisonderwijs;

      • a.

        twee kilometer voor speciaal basisonderwijs.

    • b.

      In afwijking van het eerste lid verstrekt het Dagelijks Bestuur de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets indien de leerling naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 13 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 12, bekostigt het Dagelijks Bestuur tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het Dagelijks Bestuur genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het Dagelijks bestuur verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 12,en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets. 

  • c.

    de leerling, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur, is aangewezen op openbaar vervoer onder begeleiding, doch waarvan door de ouders ten behoeve van het Dagelijks Bestuur genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, danwel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.

Artikel 15 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het Dagelijks Bestuur de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het Dagelijks Bestuur aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in artikel 16;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

    • a.

      Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het Dagelijks Bestuur aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

    • b.

      Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van stadsdeelwege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het Dagelijks Bestuur geen bekostiging verstrekt.

Artikel 16 Bekostiging vervoerskosten fiets

Het Dagelijks Bestuur bekostigt aan de ouders  een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het Dagelijks Bestuur desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per (brom)fiets.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor

    • a.

      speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan twee kilometer bedraagt;

    • b.

      voortgetzet sepciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt; 

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het Dagelijks Bestuur de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets indien de leerling naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 18 Commissie voor de begeleiding
  • 1. Indien het Dagelijks Bestuur de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het  advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 2. vervalt (bij wijz. d.d. 24 juni 2003)

  • 3. Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het Dagelijks Bestuur het besluit  genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 19 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17, bekostigt het Dagelijks Bestuur tevens de daarin bedoelde kosten ten  behoeve van een begeleider indien door de ouders ten behoeve van het Dagelijks Bestuur genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets  gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 3. Indien het Dagelijks Bestuur de in het eerste lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 20 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 17, en

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken, of

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets, of 

    • d.

      in het geval door de ouders tegenover het Dagelijks Bestuur genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken èn het begeleiden van de leerling onmogelijk blijkt dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden.

  • 2. Indien het Dagelijks Bestuur de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie van onderzoek of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 21 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten,  kan het Dagelijks Bestuur de ouders op aanvraag toestaan een of meer  leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het Dagelijks Bestuur aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in lid 5;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het Dagelijks Bestuur aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van stadsdeelwege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het Dagelijks Bestuur geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur bekostigt aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het Dagelijsk Bestuur desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per (brom)fiets.

Artikel 22 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 17,  indien het Dagelijks Bestuur van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.

  • 2. Indien het Dagelijks Bestuur de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of de regionale verwijzingscommissie of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 23 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in het stadsdeel wonende ouders

Het Dagelijks Bestuur bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in het stadsdeel wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 24 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de  vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing,  met uitzondering van artikel 18, artikel 19 tweede lid; artikel 20 eerste lid, onder b, artikel 20 tweede lid en artikel 22.

Titel 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 25 Drempelbedrag
  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 17.700,- wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 12 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. Ingeval het Dagelijks Bestuur in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 12 bepaalde afstand indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 17.700,-.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die gebaseerd is op artikel 30, eerste lid van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4. Het bedrag van € 17.700,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 17.700,-.

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling:

     - waarvoor  ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 26 Financiële draagkracht
  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging per gezin verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2. Ingeval het Dagelijks Bestuur in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doen verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

    0 - 22.700nihil
    23.700 - 27.20080
    27.200 - 31.800340
    31.800 - 36.300635
    36.300 - 40.800930
    40.800 - 45.4001.225

    Bij € 45.400,- en verder per € 4.500,- extra inkomen wordt de eigen bijdrage steeds opgehoogd met € 300.

  • 4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-

  • 5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzicht van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Titel 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 27 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het Dagelijks Bestuur artikel 10 in acht.

  • 2. Indien het Dagelijks Bestuur de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het Dagelijks Bestuur de ouders bekostiging op basis van kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 28 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
  • 1. Het Dagelijks Bestuur verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt indien

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het Dagelijks Bestuur artikel 10 in acht, of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 27 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      c. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 27 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het Dagelijks Bestuur de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 29 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het Dagelijks Bestuur de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het Dagelijks Bestuur aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het Dagelijks Bestuur aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van stadsdeelwege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het Dagelijks Bestuur geen bekostiging verstrekt.

    • a.

      Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het Dagelijks Bestuur desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het Dagelijks Bestuur aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 7 Slotbepalingen

Artikel 30 Beslissing Dagelijks Bestuur in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 31 Afwijken van bepalingen

Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 32 Intrekking oude regeling

De verordening leerlingenvervoer stadsdeel Zuideramstel 1999 wordt ingetrokken.

Artikel 33 Overgangsregeling
  • 1. Aanvragen die zijn ontvangen vóór inwerkingtreding van deze verordening waarop nog niet is beschikt, worden - met in achtneming van leden 1 tot en met 4 - afgehandeld op basis van de onderhavige verordening.

  • 2. Voor een leerling als bedoeld in titel 6 voor wie in het schooljaar 2001-2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 4. De bepalingen in titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening luiden van toepassing.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Leerlingenvervoer stadsdeel Zuideramstel 2002.