| Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Zuid |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening stadsdeel ZuiderAmstel 2008 |
| Citeertitel | ASVZA 2008 |
| Vastgesteld door | deelraad |
| Onderwerp | |
| Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-07-2009 | 01-01-2011 | art. 8 lid 3 en 4 nieuw | 01-07-2009 Amsterdams stadsblad, 01-07-2009 | DIV nr. 09.6949 | |
| 30-04-2009 | 04-09-2009 | art. 74, 75, 77(ingetrokken) |
| DIV nr. 09.4392 | |
| 10-01-2008 | 31-10-2008 | --- |
| DIV nr. 08.158 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
projectsubsidie: een subsidie voor al dan niet periodiek terugkerende, in de tijd begrensde activiteiten, niet zijnde een waarderingssubsidie;
waarderingssubsidie: een subsidie bedoeld om een activiteit aan te moedigen of te ondersteunen zonder direct verband met de exploitatiekosten of de kostprijs van de te subsidiëren activiteit;
budgetsubsidie: een subsidie aan een rechtspersoon voor structurele activiteiten in de vorm van een budget voor een periode van minimaal één en maximaal vier jaren, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van prestaties of activiteiten;
exploitatiesubsidie: een subsidie voor structurele activiteiten, die wordt verstrekt als een bijdrage in de exploitatiekosten van de subsidieontvanger;
investeringssubsidie: een subsidie voor het oprichten, herstellen, verbouwen, uitbreiden of verbeteren van gebouwen of inrichtingen;
prestatiesubsidie: een subsidie waarbij de subsidieverstrekker inhoudelijk wil sturen op prestaties en de hoogte van de te verstrekken subsidie wordt bepaald op basis van een bedrag per te verrichten prestatie;
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
vrijwilliger: iemand die onverplicht en onbetaald in enig georganiseerd verband werkzaamheden verricht ten behoeve van de samenleving.
Deze verordening is van toepassing op subsidiëring van activiteiten op de volgende beleidsterreinen:
welzijn;
sport, cultuur en recreatie;
milieu;
verkeer en vervoer;
openbare orde en veiligheid;
economie en werkgelegenheid;
onderwijs;
sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;
volksgezondheid;
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
Voor zover in de hoofdstukken II tot en met V en in bijzondere subsidieverordeningen van de bepalingen in dit hoofdstuk wordt afgeweken, gelden de bepalingen zoals opgenomen in de hoofdstukken II tot en met V en de bijzondere subsidieverordeningen.
Het Dagelijks Bestuur kan subsidies verstrekken aan:
rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, voor zover de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, niet bijdragen aan de winst;
rechtspersonen zonder volledige rechtsbevoegdheid, voor zover zij geen winstoogmerk hebben;
natuurlijke personen of groepen van natuurlijke personen;
1. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het vaststellen van:
subsidieplafonds;
de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verdeeld.
2. Voor zover de te subsidiëren activiteiten op de begroting van de Stadsdeelraad zijn vermeld, worden de subsidieplafonds vastgesteld op maximaal de bedragen die voor de betreffende activiteiten op de begroting van de Stadsdeelraad zijn gereserveerd.
Voor zover het Dagelijks Bestuur ten behoeve van een te subsidiëren activiteit een aanvraagformulier voor subsidieverlening of -vaststelling heeft vastgesteld, is de subsidieaanvrager verplicht zijn aanvraag in te dienen met behulp van het formulier.
Het Dagelijks Bestuur kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze van inrichting van de krachtens deze verordening door de aanvrager in te dienen gegevens.
1. De subsidie kan worden geweigerd indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:
de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zullen zijn op het stadsdeel of haar ingezetenen of niet of nauwelijks aanwijsbaar ten goede zullen komen aan het stadsdeel of haar ingezetenen;
de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden aan de activiteit waarvoor de subsidie is bedoeld;
de subsidie niet doeltreffend of doelmatig zal worden besteed;
de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;
de aanvrager doelstellingen nastreeft of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd van levensbeschouwelijke of politieke aard zijn.
2. Het Dagelijks Bestuur kan de subsidie weigeren wanneer voor in hoofdzaak dezelfde activiteiten een subsidie is of wordt toegekend op grond van een andere regeling dan deze verordening.
3. Het dagelijks bestuur kan een subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren dan wel intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, indien de officier van justitie gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid ingevolge artikel 26 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
4. Voordat toepassing wordt gegeven aan lid 3 kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Een aanvraag om een budgetsubsidie wordt uiterlijk 31 maart van het jaar voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.
1. Bij een aanvraag om een budgetsubsidie worden de volgende stukken overgelegd:
een offerte waarin is opgenomen een plan dat zowel kwalitatief als kwantitatief inzicht biedt in de activiteiten of prestaties waarvoor subsidie wordt aangevraagd en de daarmee nagestreefde doelen voor de betreffende budgetperiode;
een begroting met een overzicht van voor de budgetperiode geraamde inkomsten en uitgaven die verbonden zijn met de activiteiten of prestaties en waarbij de inkomsten en kosten zijn gespecificeerd per activiteit of prestatie of per cluster van activiteiten of prestaties;
een balans van het voorafgaande jaar met toelichting.
2. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat tevens de volgende gegevens worden overgelegd:
een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen om subsidie of vergoeding van kosten ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvragen;
een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over voldoende omvang of draagvlak binnen de gemeente voor de door hem te ondernemen activiteiten;
de samenhang van de te subsidiëren activiteiten met activiteiten van derden voor zover dit relevant is;
gegevens over eventuele organisatorische verbanden met andere rechtspersonen en van ventuele banden van financiële aard die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de kosten van subsidiabele activiteiten of op de inkomsten daaruit.
3. Voor zover de subsidie wordt aangevraagd door een rechtspersoon worden tevens de volgende gegevens overgelegd:
een afschrift van de statuten, het reglement of de notariële akte, tenzij het Dagelijks Bestuur reeds over het meest recente exemplaar beschikt;
een bewijs van inschrijving uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
een overzicht van de financiële situatie van de subsidieaanvrager op het moment van de aanvraag.
Het Dagelijks Bestuur beslist binnen acht weken na vaststelling van de stadsdeelbegroting op de aanvraag om verlening van een budgetsubsidie.
Een aanvraag om een exploitatiesubsidie wordt uiterlijk 31 maart van het jaar voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.
1. Bij een aanvraag om de verlening van een exploitatiesubsidie worden de volgende stukken overgelegd:
een activiteitenplan met een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelen alsmede een overzicht van de per activiteit benodigde personele en materiële middelen;
een begroting met een overzicht van de voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven en een toelichting per begrotingspost alsmede een toelichting op de geraamde exploitatiekosten inclusief een dekkingsvoorstel;
een balans van het voorafgaande jaar met toelichting.
2. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat tevens de volgende gegevens worden overgelegd:
een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen om subsidie of vergoeding van kosten ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvragen;
een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over voldoende omvang of draagvlak binnen de gemeente voor de door hem te ondernemen activiteiten;
de samenhang van de te subsidiëren activiteiten met activiteiten van derden voor zover dit relevant is;
gegevens over eventuele organisatorische verbanden met andere rechtspersonen en van eventuele banden van financiële aard die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de kosten van subsidiabele activiteiten of op de inkomsten daaruit.
3. Voor zover de subsidie wordt aangevraagd door een rechtspersoon worden tevens de volgende gegevens overgelegd:
een afschrift van de statuten, het reglement of de notariële akte, tenzij het Dagelijks Bestuur reeds over het meest recente exemplaar beschikt;
een bewijs van inschrijving uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
een overzicht van de financiële situatie van de subsidieaanvrager op het moment van de aanvraag.
Het Dagelijks Bestuur beslist binnen acht weken na vaststelling van de stadsdeelbegroting op de aanvraag om verlening van een exploitatiesubsidie.
Een aanvraag om een projectsubsidie wordt 8 weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteiten ingediend.
1. Bij een aanvraag om een projectsubsidie worden de volgende stukken overgelegd:
een activiteitenplan met een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelen;
een begroting met een overzicht van de voor de activiteit geraamde inkomsten en uitgaven en een toelichting per begrotingspost.
2. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat tevens de volgende gegevens worden overgelegd:
een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen om subsidie of vergoeding van kosten ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvragen;
een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over voldoende omvang of draagvlak binnen de gemeente voor de door hem te ondernemen activiteiten;
de samenhang van de te subsidiëren activiteiten met activiteiten van derden voor zover dit relevant is;
gegevens over eventuele organisatorische verbanden met andere rechtspersonen en van eventuele banden van financiële aard die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de kosten van subsidiabele activiteiten of op de inkomsten daaruit.
3. Voor zover de subsidie wordt aangevraagd door een rechtspersoon worden tevens de volgende gegevens overgelegd:
een afschrift van de statuten, het reglement of de notariële akte, tenzij het Dagelijks Bestuur reeds over het meest recente exemplaar beschikt;
een bewijs van inschrijving uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
een overzicht van de financiële situatie van de subsidieaanvrager op het moment van de aanvraag.
1. Het Dagelijks Bestuur beslist binnen acht weken na indiening op een aanvraag om verlening van een projectsubsidie.
2. Indien het Dagelijks Bestuur niet binnen de in het eerste of tweede lid genoemde termijn kan beslissen op de aanvraag om subsidieverlening, stelt het de aanvrager daarvan in kennis en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien.
1. Een aanvraag om een investeringssubsidie wordt 13 weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteiten ingediend.
2. Ten aanzien van een aanvraag voor een investeringssubsidie op grond van hoofdstuk 3 wordt de aanvraag voor aanvang van de te subsidiëren activiteiten ingediend.
3. Het Dagelijks Bestuur kan ten behoeve van een aanvraag of categorieën van aanvragen een andere indieningtermijn dan in het eerste lid bepaald, vaststellen.
1. Bij een aanvraag om een investeringssubsidie worden de volgende stukken overgelegd:
een kostenspecificatie of -raming van de voorgenomen investering;
een plan tot financiering van de investering en de raming van de gevolgen voor de exploitatie die uit de investering voortvloeien.
2. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat tevens de volgende gegevens worden overgelegd:
een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen om subsidie of vergoeding van kosten ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvragen;
een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over voldoende omvang of draagvlak binnen de gemeente voor de door hem te ondernemen activiteiten;
de samenhang van de te subsidiëren activiteiten met activiteiten van derden voor zover dit relevant is;
gegevens over eventuele organisatorische verbanden met andere rechtspersonen en van eventuele banden van financiële aard die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de kosten van subsidiabele activiteiten of op de inkomsten daaruit.
3. Voor zover de subsidie wordt aangevraagd door een rechtspersoon kunnen tevens de volgende gegevens overgelegd:
een afschrift van de statuten, het reglement of de notariële akte, tenzij het Dagelijks Bestuur reeds over het meest recente exemplaar beschikt;
een bewijs van inschrijving uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
4. Voor zover bij de aanvraag wordt verzocht om een bevoorschotting door natuurlijke of rechtpersoon wordt tevens een overzicht van de financiële situatie op moment van aanvraag overlegd.
Het Dagelijks Bestuur beslist binnen acht weken na indiening op een aanvraag om verlening van een investeringssubsidie.
Een aanvraag om een prestatiesubsidie wordt uiterlijk 12 weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteiten ingediend.
1. Bij een aanvraag om een prestatiesubsidie worden de volgende stukken overlegd;
een begroting die verband houden met de voorgestelde activiteiten;
inzicht in de opbouw van de interne kostprijs per uit te voeren activiteit;
overzicht te leveren activiteitenplan.
2. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat tevens de volgende gegevens worden overgelegd:
een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen om subsidie of vergoeding van kosten ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvragen;
een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over voldoende omvang of draagvlak binnen de gemeente voor de door hem te ondernemen activiteiten;
de samenhang van de te subsidiëren activiteiten met activiteiten van derden voorzover dit relevant is;
gegevens over eventuele organisatorische verbanden met andere rechtspersonen en van eventuele banden van financiële aard die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de kosten van subsidiabele activiteiten of op de inkomsten daaruit.
3. Voor zover de subsidie wordt aangevraagd door een rechtspersoon worden tevens de volgende gegevens overgelegd:
een afschrift van de statuten, het reglement of de notariële akte, tenzij het Dagelijks Bestuur reeds over het meest recente exemplaar beschikt;
een bewijs van inschrijving uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
een overzicht van de financiële situatie van de subsidieaanvrager op het moment van de aanvraag.
Het Dagelijks Bestuur beslist binnen 12 weken na indiening op een aanvraag om verlening van een prestatiesubsidie.
Een aanvraag tot vaststelling van een waarderingssubsidie wordt uiterlijk 8 weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteiten ingediend.
Aan de vaststelling van een waarderingssubsidie gaat geen subsidieverlening vooraf.
1. Bij een aanvraag om een waarderingssubsidie worden de volgende stukken overgelegd:
een begroting betrekking hebbende op de te subsidiëren activiteit, inclusief de geraamde inkomsten en uitgaven;
een inhoudelijke toelichting op de te subsidiëren activiteit;
een overzicht van de in het voorgaande jaar verrichte activiteiten en daaraan verbonden inkomsten en uitgaven dan wel het meeste recente exemplaar van een jaarverslag of jaarrekening.
2. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat tevens de volgende gegevens worden overgelegd:
een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen om subsidie of vergoeding van kosten ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvragen;
een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over voldoende omvang of draagvlak binnen de gemeente voor de door hem te ondernemen activiteiten;
de samenhang van de te subsidiëren activiteiten met activiteiten van derden voor zover dit relevant is;
gegevens over eventuele organisatorische verbanden met andere rechtspersonen en van eventuele banden van financiële aard die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de kosten van subsidiabele activiteiten of op de inkomsten daaruit.
3. Voor zover de subsidie wordt aangevraagd door een rechtspersoon worden tevens de volgende gegevens overgelegd:
een afschrift van de statuten, het reglement of de notariële akte, tenzij het Dagelijks Bestuur reeds over het meest recente exemplaar beschikt;
een bewijs van inschrijving uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
een overzicht van de financiële situatie van de subsidieaanvrager op het moment van de aanvraag.
Voor zover de subsidie activiteiten betreft waarvoor de gemeente Amsterdam gelden ter beschikking heeft gesteld aan het stadsdeel ZuiderAmstel, zijn deze verplichtingen van overeenkomstige toepassing op de verleende subsidie.
De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.
Het Dagelijks Bestuur verbindt aan de vaststelling van een waarderingssubsidie geen andere verplichtingen dan die welke betrekking hebben op de verantwoording van de besteding van de toegekende subsidie.
1. De ontvanger van een subsidie stelt het Dagelijks Bestuur terstond schriftelijk op de hoogte van:
subsidieverstrekkingen of bijdragen van andere overheden dan wel van derden;
feiten en omstandigheden die aanzienlijke gevolgen hebben of kunnen hebben voor de continuïteit van de gesubsidieerde activiteiten.
2. In aanvulling op het bepaalde in lid 1 stelt de ontvanger van het Dagelijks Bestuur terstond schriftelijk op de hoogte van:
wijzigingen in de algemene en financiële situatie dan wel in de financiële of organisatorische verhoudingen met derden;
wijzigingen in de stichtingsakte, statuten en reglementen, werk- en beleidsplannen, het adres of de samenstelling van het bestuur;
besluiten of procedures die zijn gericht op beëindiging van de activiteiten van de subsidieontvanger;
aanzienlijke verschillen tussen de gerealiseerde omvang van de gesubsidieerde activiteiten en de omvang van de gesubsidieerde activiteiten waarvan bij de verstrekking van de subsidie werd uitgegaan;
3. De subsidieontvanger verleent een toezichthouder als bedoeld in artikel 43 alle medewerking bij de uitoefening van hun bevoegdheden, waaronder het verlenen van toegang tot de betreffende accommodatie van de subsidieontvanger en het verlenen van inzage in de boekhouding en administratie van de subsidieontvanger.
4. De subsidieontvanger verstrekt desgevraagd aanvullende gegevens die het Dagelijks Bestuur nodig acht om te beoordelen of de activiteiten overeenkomstig de verplichtingen worden of zijn uitgevoerd.
5. Het Dagelijks Bestuur kan een subsidieontvanger ontheffing of categorieën subsidieontvangers vrijstelling verlenen van de in het eerste en tweede lid genoemde verplichtingen.
1. Wanneer dit bij subsidieverlening is bepaald, behoeft de ontvanger van een subsidie van meer dan € 45.000 de schriftelijke toestemming van het Dagelijks Bestuur voor:
het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;
het wijzigen van de statuten;
het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit de subsidiegelden;
het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;
het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening;
het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot zekerheidsstelling met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;
het vormen van fondsen en reserveringen;
het vaststellen of wijzigen van tarieven voor door de subsidieontvanger in de gewone uitoefening van zijn gesubsidieerde activiteiten te verrichten prestaties;
het ontbinden van de rechtspersoon;
het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling.
2. Het Dagelijks Bestuur beslist binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag omtrent de toestemming.
3. De beslissing als bedoeld in lid 2 kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd.
4. Indien omtrent de toestemming niet tijdig is beslist, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.
Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat het eigen vermogen van een subsidieontvanger aan het einde van het subsidietijdvak of na afloop van de gesubsidieerde activiteiten niet hoger mag zijn dan 15% van het voor dat subsidietijdvak of die activiteiten verstrekte subsidiebedrag.
Het Dagelijks Bestuur kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:
de hoogte van de contributie van de leden van de subsidieontvanger;
de hoogte van de tarieven of van de bijdragen van deelnemers aan de gesubsidieerde activiteiten.
Het Dagelijks Bestuur kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen ten aanzien van de wijze en tijdstippen waarop informatie wordt verstrekt over de gesubsidieerde activiteiten.
1. In de gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Awb kan het Dagelijks Bestuur een verplichting tot vergoeding van vermogensvoordeel opleggen.
2. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het moment waarop de vergoeding verschuldigd is, met dien verstande dat in geval van ontvangst van een schadevergoeding voor verlies of beschadiging van goederen wordt uitgegaan van het bedrag dat aan de subsidieontvanger daartoe wordt uitgekeerd.
3. Indien het onroerende zaken betreft, wordt de waardebepaling door een onafhankelijke deskundige verricht.
4. Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten door een derde partij worden voortgezet en de activa en passiva van de subsidieontvanger met toestemming van het Dagelijks Bestuur tegen boekwaarde aan de derde partij worden overgedragen.
Het Dagelijks Bestuur kan de subsidieontvanger verplichten:
personeel, vrijwilligers en gebruikers in de gelegenheid te stellen invloed op het activiteitenaanbod uit te oefenen;
een klachtenregeling voor de deelnemers aan de activiteiten vast te stellen;
de accommodatie waarin de activiteiten worden uitgevoerd toegankelijk te maken voor gehandicapten.
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd andere doelgebonden verplichtingen dan de in deze verordening genoemde, op te leggen.
Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven dient de subsidieontvanger uiterlijk op 31 mei na afloop van het boekjaar dan wel binnen 12 weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.
1. Het Dagelijks Bestuur stelt een waarderingssubsidie binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag vast.
2. Het bepaalde in artikel 8 is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van waarderingssubsidies.
3. Indien het Dagelijks Bestuur niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan beslissen op de aanvraag om subsidievaststelling, stelt het de aanvrager daarvan in kennis en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien.
1. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient door de subsidieontvanger een inhoudelijke en financiële verantwoording verstrekt te worden, waaronder in ieder geval een activiteitenoverzicht of activiteitenverslag waarin inzicht wordt gegeven in de aard en de omvang van de verrichte activiteiten en een financieel verslag inhoudende een verantwoording van inkomsten en uitgaven.
2. Indien de aanvraag tot vaststelling van een subsidie betreft, geeft het financiële jaarverslag een precies inzicht in de besteding van de subsidiegelden.
3. Indien een subsidie is verleend van € 45.000 of meer, omvat het financiële verslag zoals bedoeld in het eerste lid:
een verantwoording van inkomsten en uitgaven (rekening) op dezelfde wijze ingericht als de begroting;
een balans per ultimo het afgelopen jaar;
een toelichting op het gestelde onder a. en b. van dit artikellid.
4. Indien een subsidie is verleend van € 45.000 of meer dan overlegt de subsidieontvanger naast het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel tevens een rapport van een accountant zoals bedoeld in artikel 393, eerste lid van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het rapport omvat tevens een verklaring omtrent de rechtmatige besteding van de subsidie.
5. Het in het vierde lid bedoelde rapport van de accountant omvat tevens een weergave van een onderzoek naar de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
6. Indien een exploitatie- of budgetsubsidie is verleend voor meerdere jaren, dient de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling vóór aanvang van het laatste jaar een evaluatieverslag in waarin verantwoording wordt afgelegd over de inzet van de middelen, de verrichte activiteiten, de gevolgde werkwijze en een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelen.
7. In de gevallen waarin afdeling 4.2.8 Awb van toepassing is verklaard en de subsidieontvanger zijn inkomsten in overwegende mate ontleent aan gemeentelijke subsidie, is artikel 4:76 Awb van overeenkomstige toepassing.
8. Van het in het derde lid van dit artikel bepaalde kan het Dagelijks Bestuur ontheffing verlenen.
9. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op waarderingssubsidies.
1. Het Dagelijks Bestuur beslist op een aanvraag tot subsidievaststelling van een verleende subsidie voor 1 november van het jaar volgend op het jaar waarover de subsidie is verleend. Bij een project- en investeringssubsidie beslist het Dagelijks Bestuur binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
2. Het Dagelijks Bestuur kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.
3. Het Dagelijks Bestuur doet van de verdaging vóór afloop van de in het eerste en tweede lid vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.
In afwijking van het bepaalde in artikel 41 beslist het Dagelijks Bestuur op een aanvraag tot vaststelling van een budget- of exploitatiesubsidie voor 1 november van het jaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
Bij de vaststelling van de subsidie kan het Dagelijks Bestuur na de subsidieverlening verworven subsidies of bijdragen van andere overheden of van derden voor in hoofdzaak dezelfde activiteiten, in mindering brengen op de subsidie.
1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling binnen zes weken na de subsidievaststelling betaald.
2. Het Dagelijks Bestuur kan een geldschuld, ontstaan op grond van de toepassing van enige bepaling van deze verordening, verrekenen met een vordering van de subsidieontvanger op het stadsdeel ZuiderAmstel.
1. Het Dagelijks Bestuur kan een voorschot verlenen tot 100% van het bedrag vermeld in de beschikking tot subsidieverlening.
2. Het Dagelijks Bestuur kan de voorschotten betalen in termijnen.
1. Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van het Dagelijks Bestuur aangewezen personen.
2. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden vermeld in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Awb.
3. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in het Amsterdam Stadsblad en op de website www. zuideramstel.amsterdam.nl.
Het Dagelijks Bestuur kan de artikelen 9, 12, 15, 18, 19, 27 tot en met 34, 37, 48, 52, 56, 57, 58, 68, 64, 68 en 70 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van een doelmatige en doeltreffende subsidiëring leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
bouwkosten: het bedrag dat gemoeid is met de bouw of verbouw van een onroerende zaak, gebaseerd op een met de afdeling Vergunningen & Subsidies besproken plan, met alle bijkomende kosten en de verschuldigde en niet verrekenbare BTW;
zelfstandige woonruimte: woonruimte, die een eigen toegang heeft en die bestemd en/of geschikt is voor bewoning door een huishouden;
onzelfstandige woonruimte:woonruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft of welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat die daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet;
BAR: Bewoonde Andere Ruimte, dat wil zeggen een woonruimte die niet voldoet aan de minimale eisen van het bouwbesluit;
Woningcorporatie: een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet.
1. Het Dagelijks Bestuur kan een projectsubsidie verstekken aan de eigenaar van een onroerende zaak, ten laste van het Fonds Woningonttrekking ZuiderAmstel ten behoeve van:
het tot stand brengen van zelfstandige woonruimte vanuit een niet- woonbestemming;
het omzetten van onzelfstandige woonruimte in zelfstandige woonruimte;
het omzetten van een Bewoonbare zolder tot zelfstandige woning, waarbij de woonruimte zodanig wordt aangepast dat wordt voldaan aan de minimale eisen van het Bouwbesluit;
het tot stand brengen van onzelfstandige woonruimte ten behoeve van maatschappelijke opvang vanuit een niet- woonbestemming.
2. Het Dagelijks Bestuur kan een grens stellen aan de hoogte van koopsom of huurprijs van een onroerend zaak waarvoor een subsidie wordt verleend op basis van artikel 49 lid 1.
1. Aanvragen om subsidie worden afgehandeld in volgorde van indiening.
2. Een aanvraag wordt geacht te zijn ingediend op het moment dat alle benodigde gegevens en bescheiden door het Dagelijks Bestuur zijn ontvangen.
Bij de aanvraag voor de subsidie op grond van dit hoofdstuk worden in ieder geval de volgende stukken overgelegd:
het bewijs van eigendom van de onroerende zaak door middel van een gewaarmerkt recent uittreksel uit de Openbare Registers;
een taxatierapport, opgesteld door een daartoe bevoegd persoon, op basis van de waarde in het vrije verkeer na aanpassing van de onroerende zaak overeenkomstig artikel 45;
een volledige en gespecificeerde opgestelde kostenbegroting van de bouwkundige werkzaamheden op basis van het voorafgaand aan de indiening van de subsidieaanvraag overgelegd en met de afdeling Vergunningen & Subsidies besproken plan;
een volledige opgave van alle bijdragen die uit hoofde van andere regelingen zijn of worden verleend of toegezegd;
afschriften van aanvragen om uit hoofde van andere regelingen subsidie te verkrijgen, alsmede van de afwijzingen daarop;
een huurberekening volgens het woningwaarderingstelsel als bedoeld in het Besluit Huurprijzen Woonruimte;
schriftelijke instemming van de huurders, indien het een Bewoonde zolderruimte betreft die wordt verhuurd;
alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.
1. Het Dagelijks Bestuur beslist omtrent de aanvraag tot subsidieverlening binnen vier maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.
2. Indien het Dagelijks Bestuur niet binnen de genoemde termijn kan beslissen op de aanvraag om subsidieverlening, stelt het de aanvrager daarvan in kennis en kan het Dagelijks Bestuur zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.
De subsidie bedraagt 40 % van de bouwkosten met een maximum van €15.000 voor een zelfstandige woning en een maximum van € 7.500 voor een onzelfstandige woonruimte.
De subsidieontvanger is verplicht:
binnen de in de beschikking genoemde termijn een begin te maken met de werkzaamheden. De start van de werkzaamheden wordt vooraf gemeld aan het Dagelijks Bestuur op een door of namens het Dagelijks Bestuur beschikbaar gesteld formulier;
binnen een in de beschikking genoemde termijn de werkzaamheden te voltooien;
volgens het bij de subsidieverlening goedgekeurde plan de werkzaamheden uit te voeren;
de werkzaamheden uit te laten voeren door een aannemer die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken en het Sociaal Fonds Bouwnijverheid.
1. Onmiddellijk na het gereedkomen van de te treffen voorzieningen meldt de eigenaar op een door of namens het Dagelijks Bestuur beschikbaar gesteld formulier dat de werkzaamheden zijn voltooid.
2. De in lid 1 bedoelde melding bevat de rekeningen en betaalbewijzen van deze rekeningen inzake de uitgevoerde werkzaamheden, inclusief een lijst van meer- en minderwerk.
3. Een melding die voldoet aan de in de leden 1 en 2 vermelde voorwaarden, wordt tevens aangemerkt als een verzoek om vaststelling van de subsidie.
4. Op een verzoek om vaststelling van de subsidie wordt beslist nadat:
de werkzaamheden zijn gecontroleerd;
de rekeningen en betaalbewijzen genoemd in lid 2 zijn gecontroleerd;
een eventuele lijst van meer- en minderwerk is gecontroleerd en akkoord bevonden.
eigenaar: natuurlijke of rechtspersoon die de juridische of het economische eigendom heeft van een onroerende zaak;
gevelverbetering woonblokken: het treffen van technische voorzieningen aan een woongebouw gericht op het behouden of terugbrengen van de oorspronkelijke detaillering van het aangezicht van een woongebouw waarvan gevelverbetering deel uit kan maken.
Het Dagelijks Bestuur kan een investeringssubsidie verstrekken aan eigenaren voor:
de gevelverbetering van woonblokken voor zover het betreft woningen die gebouwd zijn voor 1940 en gelegen zijn in de gordel ’20 – ’40.
het uit een oogpunt van welstand treffen van voorzieningen aan een architectonisch belangrijke winkelpui gelegen in één van de deelgebieden die zijn aangewezen in de notitie Stedelijke Vernieuwing 2005 – 2009 ZuiderAmstel, waaronder reiniging.
Aanvragen om subsidie kunnen voor de peildata 1 april en 1 oktober worden ingediend.
De subsidie bedraagt maximaal € 3.000 per woning.
1. De subsidie voor het treffen van voorzieningen aan winkelpuien bedraagt 50% van de goedgekeurde kosten van de voorziening.
2. In bijzondere gevallen kan het Dagelijks Bestuur van het in lid 1 genoemd percentage afwijken.
3. Onder de kosten van voorzieningen worden begrepen de bedragen van:
de bouwtechnische werkzaamheden;
het architectenhonorarium;
het toezicht op de uitvoering;
de aansluiting op de nutsvoorzieningen;
de verschuldigde en niet verrekenbare BTW;
renteverlies, voorzover dit verband houdt met het treffen van de voorzieningen;
technisch onderzoek aan het gebouw, voorzover volgens het Stadsdeel noodzakelijk;
adviezen van deskundigen op het gebied van constructies of op installatietechnisch of bouwfysisch gebied voor zover volgens het stadsdeel noodzakelijk;
de kosten van administratieve begeleiding;
een bouwtechnisch garantiecertificaat.
1. Het subsidieplafond voor de voorzieningen aan winkelpuien en de gevelverbetering van woonblokken voor zover deze zijn gelegen in één van de deelgebieden die zijn aangewezen in de notitie Stedelijke Vernieuwing 2005 – 2007 ZuiderAmstel komt overeen met het bedrag genoemd in het verdeelbesluit Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing.
2. Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks het subsidieplafond voor de gevelverbetering van woonblokken voor zover deze niet zijn gelegen in één van de in het eerste lid genoemde deelgebieden, vast.
1. Aanvragen om subsidie worden afgehandeld in navolgende rangorde.
architectonisch orde 1
architectonisch orde 2
architectonisch orde 3
2. Binnen de categorieën genoemd onder lid 1 geldt de volgorde van indiening.
3. Een aanvraag wordt geacht te zijn ingediend op het moment dat alle benodigde gegevens en bescheiden door het Dagelijks Bestuur zijn ontvangen.
De aanvraag om subsidie dient te bevatten:
een compleet ingevuld aanvraagformulier, dat verstrekt is door het stadsdeel;
het bewijs van eigendom van de onroerende zaak door middel van een gewaarmerkt recent uittreksel uit de Openbare Registers;
tekeningen, aangevende de bestaande toestand en de toestand na het treffen van de voorzieningen;
alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.
1. Het Dagelijks Bestuur beslist omtrent de aanvraag tot subsidieverlening binnen vier maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.
2. Indien het Dagelijks Bestuur niet binnen de genoemde termijn kan beslissen op de aanvraag om subsidieverlening, stelt het de aanvrager daarvan in kennis en kan het Dagelijks Bestuur zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.
1. Aan de subsidieverlening zijn de verplichtingen verbonden dat
binnen de in de beschikking genoemde termijn een begin wordt gemaakt met de werkzaamheden. De start van de werkzaamheden wordt vooraf gemeld aan het Dagelijks Bestuur op een door of namens het Dagelijks Bestuur beschikbaar gesteld formulier;
binnen een in de beschikking genoemde termijn de werkzaamheden voltooid zijn;
aan de door het Dagelijks Bestuur met controle belaste personen:
inzage wordt verleend in de op de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;
gelegenheid wordt gegeven tot het controleren, waaronder mede wordt verstaan het maken van afschriften van de op de werkzaamheden betrekking hebbende gegevens;
alle inlichtingen worden verstrekt, die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor het beoordelen of de verordening juist wordt toegepast en de voorschriften bij de subsidieverlening worden nageleefd;
toegang wordt verleend tot de gebouwd onroerende zaak, waarvoor subsidie is verleend;
het vervangen en/of uitbreiden van de elektrische installaties wordt uitgevoerd door een erkend installateur. De installatie dient na vernieuwing te voldoen aan de voorschriften NEN 1010;
alle overige gegevens worden verstrekt die het Dagelijks Bestuur nodig oordeelt om de kosten van de voorzieningen te kunnen beoordelen;
de getroffen voorzieningen voldoen aan redelijke eisen van welstand, conform de welstandsnota en de voor de voorziening relevante richtlijnen.
2. Aan een subsidie voor de gevelverbetering van woonblokken is tevens de verplichting verbonden dat alle woningen in het pand na verbetering voldoen aan de richtlijnen.
1. De subsidie wordt geweigerd indien:
het gebouw, waaraan de voorziening wordt getroffen, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur in termen van welstandszorg geen plus-kwaliteit heeft, waarbij wordt getoetst aan de welstandsnota ZuiderAmstel 2004;
de voorzieningen aan de gevel naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur niet wezenlijk bijdragen aan een structureel verbeterd aangezicht van het gebouw of de straatwand, waarvan het gebouw deel uitmaakt;
het reinigen van de gevel naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur leidt tot een onaanvaardbare beschadiging van bestanddelen in en aan de gevel;
de bouwkundige staat van het gebouw naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur zodanig is dat de kosten van de voorzieningen niet gerechtvaardigd zijn;
niet gereinigd wordt volgens de geldende milieuvoorschriften.
2. De subsidie wordt voorts geweigerd indien:
de stadsdeelraad heeft besloten het gebouw, waarin de woning waarop de aanvraag betrekking heeft, zich bevindt, voor sloop/nieuwbouw aan te wijzen;
de stadsdeelraad heeft besloten het gebouw, waarin de woning waarop de aanvraag betrekking heeft, zich bevindt, te onteigenen dan wel ten aanzien van dat gebouw de erfpacht te beëindigen.
3. Subsidie wordt tenslotte geweigerd indien:
de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden in redelijke verhouding te staan tot het te bereiken kwaliteitsniveau na de verbetering;
bouwtechnisch gezien niet voldoende aannemelijk is dat het pand na het treffen van de voorzieningen nog tenminste 15 jaar in stand zal blijven;
met het treffen van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, wordt begonnen voordat op de aanvraag schriftelijk door het Dagelijks Bestuur is beslist;
de voorgenomen voorzieningen niet voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit dan wel de Bouwverordening zoals deze gelden ten tijde van de aanvraag;
met het treffen van de voorzieningen het belang van de stedelijke vernieuwing niet of niet voldoende is gediend.
1. Onmiddellijk na de oplevering van de te treffen voorzieningen meldt de eigenaar op een door of namens het Dagelijks Bestuur beschikbaar gesteld formulier dat de werkzaamheden zijn voltooid.
2. De in lid 1 bedoelde melding bevat de rekeningen en betaalbewijzen van deze rekeningen inzake de uitgevoerde werkzaamheden, inclusief een lijst van meer- en minderwerk.
3. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat bij de in het eerste lid bedoelde melding een accountantsverklaring moet worden overgelegd.
4. Een melding die voldoet aan de in lid 1 en 2 vermelde voorwaarden, wordt tevens aangemerkt als een verzoek om vaststelling van de subsidie.
Het Dagelijks Bestuur kan een waarderingssubsidie verstrekken voor het organiseren van periodiek terugkerende activiteiten zonder winstoogmerk, die zijn gericht op het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement van zelfstandig wonende 55-plussers in stadsdeel ZuiderAmstel.
Een aanvraag om subsidie wordt uiterlijk ingediend op 30 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
1. De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de werkelijke kosten van de activiteit.
2. Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een maximumbedrag vast dat per aanvraag kan worden verstrekt.
Een aanvraag om subsidie wordt uiterlijk 31 januari van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, vastgesteld.
Voor zover de toe te kennen aanvragen om subsidie het subsidieplafond overschrijden, wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid verdeeld.
1. De subsidieontvanger draagt zorg voor een zodanige inrichting van de administratie dat op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in het exploitatieresultaat, de vermogenspositie en de mate waarin zij door leden, contribuanten, donateurs of anderen wordt gesteund.
2. Binnen acht weken na afloop van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, overlegt de subsidieontvanger een uitgaven- en activiteitenoverzicht.
Het Dagelijks Bestuur kan een waarderingssubsidie verstrekken voor activiteiten die worden georganiseerd door vrijwilligers voor inwoners van het stadsdeel;
en de sociale samenhang tussen de inwoners van het stadsdeel bevorderen of versterken;
en de directe leefomgeving van burgers, instellingen en bedrijven verbeteren.
In aanvulling op artikel 8 wordt een aanvraag geweigerd indien:
de aanvrager eerder een subsidie op grond van deze verordening is verleend voor een in hoofdzaak dezelfde activiteit in hetzelfde subsidiejaar;
de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd geen bijdrage levert aan het realiseren van één of meerdere van de in het beleid vastgelegde doelen;
de aanvrager in het kalenderjaar al tweemaal een (waarderings)subsidie heeft ontvangen voor vrijwilligers en bewonersactiviteiten;
de aanvraag hoofdzakelijk betrekking heeft op aanschaf van materiaal voor algemeen gebruik.
1. Het subsidiebedrag voor activiteiten door bewoners en/of vrijwilligers voor bewoners van het Stadsdeel Zuideramstel is maximaal € 3.000 per aanvraag.
2. De precieze omvang van de subsidie wordt bepaald aan de hand van:
aantal inwoners van Zuideramstel dat met de activiteit(en) bereikt wordt;
aantal vrijwilligers dat deelneemt aan de activiteit;
de hoogte van het aangevraagde bedrag;
de mate waarin het doel dat met de subsidie wordt beoogd, wordt bereikt.
1. Aanvragen om subsidie worden afgehandeld in volgorde van indiening.
2. Een aanvraag wordt geacht te zijn ingediend op het moment dat alle benodigde gegevens en bescheiden door het Dagelijks Bestuur zijn ontvangen.
schoolbestuur:Bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra bekostigde in het stadsdeel gelegen openbare of bijzondere school, of zover in deze verordening is bepaald van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een ander stadsdeel of andere gemeente;
school: school voor basisonderwijs en school voor (voortgezet) speciaal onderwijs- school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs- school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
Nevenvestiging : deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 76a of artikel 76b van Wet op de expertisecentra voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
Consensusvoorziening: De consensusvoorzieningen zijn algemeen toegankelijke voorzieningen voor het primair en speciaal onderwijs. De inhoud van deze voorzieningen wordt door het Dagelijks Bestuur bepaald na overleg met de betreffende schoolbesturen.
1. Het Dagelijks Bestuur kan een subsidie verlenen aan een schoolbestuur of aan een door het schoolbestuur aangewezen bevoegd orgaan, dat belast is met de uitvoering van de consensusvoorzieningen.
2. Consensusvoorzieningen zijn:
Schoolmaatschappelijk werk
Schoolbegeleiding
Schoolzwemmen
Schooltuinwerk
Theoretisch en praktisch verkeersexamen
Kunstkijkuren
Muziekluisterlessen
Overschrijding personele en materiele instandhouding
Anne Frankkrant
Schooltoets
1. Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat de verordening wordt aangevuld met een voorziening.
2. Het Dagelijks Bestuur stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op een voorziening.
1. Het Dagelijks Bestuur weigert de subsidie in ieder geval indien de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening.
2. Het Dagelijks Bestuur kan de subsidie weigeren indien niet is voldaan aan één of meerdere toekenningscriteria.
1. Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in Algemeen wet bestuur 4: 49 lid 1 heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.
2. Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het Dagelijks Bestuur tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
De regeling Algemene Subsidieverordening Stadsdeel Zuideramstel 2007 (ASVZA 2007) komt te vervallen bij het vaststellen van de Algemene Subsidieverordening Stadsdeel Zuideramstel 2008 (ASVZA 2008).
Nog niet behandelde aanvragen, ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van de ASVZA 2008, worden afgehandeld overeenkomstig de nieuwe verordening. Ten aanzien van aanvragen waarbij voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening is verleend, blijven de bepalingen van de oude regeling van toepassing.
Deze verordening treedt in werking 1 januari 2008.
Deze verordening wordt aangehaald als ASVZA 2008.