Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Regeling behandeling bezwaren stadsdeel Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingRegeling behandeling bezwaren stadsdeel Zuid
CiteertitelRegeling behandeling bezwaren Stadsdeel Oud-Zuid
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 12 van de Bijzondere verordening op de stadsdeelherinrichting 2010 geldt de Regeling behandeling bezwaren Stadsdeel Oud-Zuid per 1 mei 2010 voor stadsdeel Zuid. In artikel 18a is een overgangsbepaling opgenomen.

Op dinsdag 15 februari 2011 heeft het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuid besloten:

- de Regeling behandeling bezwaren stadsdeel Oud-Zuid mede van toepassing te verklaren op bezwaren gericht tegen besluiten tot het verlenen, intrekken of weigeren van belanghebbendenvergunningen en autodeelvergunningen;

- dit besluit, met terugwerkende kracht, in werking te laten treden op 1 oktober 2010

Dit besluit is gepubliceerd in de Stadsdeelkrant, jaargang 2, nummer 5, 10 maart 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201001-01-2013nieuwe regeling

01-05-2010

Stadsdeel Oud-Zuid: Stadsdeelkrant Jaargang 5, nummer 14, 3 april 2007 Stadsdeel Zuid: Amsterdams stadsblad, jaargang 88, nummer 20, editie 5, 19 mei 2010

-

Tekst van de regeling

Artikelen versie 11-4-2007

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan van het stadsdeel dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: externe commissie van advies voor bezwaren als bedoeld in artikel 3;

  • c.

    de voorzitter: een van de voorzitters in de zin van artikel 4, eerste lid, welke als voorzitter in de zin van artikel 7:13 van de wet, is belast met de voorbereiding van een beslissing op bezwaar;

  • d.

    ambtelijke commissie: ambtelijke commissie van advies voor bezwaren als bedoeld in artikel 7;

  • e.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Regeling niet van toepassing

Deze regeling is niet van toepassing op bezwaren welke zijn gericht tegen besluiten op grond van:

  • a.

    de Parkeerverordening 2005, de Verordening Parkeerbelasting 2006 of daaropvolgende verordeningen;

  • b.

    de Verordening Precariobelasting Amsterdam Oud Zuid 2006 of een daaropvolgende verordening;

  • c.

    de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil Amsterdam Oud Zuid 2006 of een daaropvolgende verordening.

Artikel 3 Adviescommissie Bezwaarschriften

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren welke zijn gericht tegen besluiten genomen door een bestuursorgaan van het stadsdeel.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaren waarvan het verwerend orgaan heeft beslist dat:

    a. met toepassing van artikel 7:3 van de wet van het horen wordt afgezien, of

    b. voorbereiding en advisering plaatsvinden door de ambtelijke commissie, of

    c. voorbereiding en advisering plaatsvinden door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming Adviescommissie Bezwaarschriften

  • 1. De commissie bestaat uit ten minste een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitters en leden van de commissie worden door het Dagelijks Bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Personen die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van de stadsdeelraad of het Dagelijks Bestuur, zijn niet benoembaar tot voorzitter respectievelijk lid van de commissie.

Artikel 5 Secretariaat

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor voldoende secretariële ondersteuning van de commissie.

Artikel 6 Enkelvoudige behandeling

  • 1. Het verwerend orgaan kan beslissen om in afwijking van het bepaalde in artikel 2, een voorzitter of een lid van de commissie te belasten met de voorbereiding van de beslissing op bezwaren, indien de aard van de bezwaren zich daartegen niet verzet.

  • 2. Degene die op grond van het eerste lid is belast met de voorbereiding van de beslissing op bezwaren kan beslissen dat de behandeling door de commissie zal geschieden.

  • 3. Degene die op grond van het eerste lid is belast met de voorbereiding van de beslissing op bezwaren oefent in naam van het verwerend orgaan de bevoegdheden uit die op grond van deze regeling toekomen aan de voorzitter en de bevoegdheid van artikel 7:4, zesde lid van de wet.

  • 4. Met betrekking tot de werkwijze van degene die op grond van het eerste lid is belast met de voorbereiding van de beslissing op bezwaren is het bepaalde in de artikelen 5, 9, 11, 12, 13, 14, 15, met uitzondering van het tweede lid, en 16 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Ambtelijke commissie

  • 1. Het verwerend orgaan kan beslissen om de ambtelijke commissie te belasten met de voorbereiding van de beslissing op bezwaren, indien de aard van de bezwaren zich daartegen niet verzet.

  • 2. De aard van bezwaren verzet zich in ieder geval tegen behandeling door de ambtelijke commissie indien deze gericht zijn tegen besluiten betreffende de rechtspositie van medewerkers van het stadsdeel.

  • 3. De ambtelijke commissie bestaat uit ten minste een voorzitter en ten hoogste een voorzitter en een lid, met dien verstande dat noch de voorzitter, noch het lid betrokken is geweest bij de totstandkoming van het besluit waartegen de bezwaren zich richten.

  • 4. De voorzitter en het lid van de ambtelijke commissie worden door het Dagelijks Bestuur aangewezen.

  • 5. De voorzitter van de ambtelijke commissie oefent in naam van het verwerend orgaan, de bevoegdheden uit die op grond van deze regeling toekomen aan de voorzitter en de bevoegdheden van artikel 7:4, zesde lid van de wet en 7:5, tweede lid van de wet.

  • 6. Met betrekking tot de ambtelijke commissie is het bepaalde in de artikelen 5, 8, 9, 11, 13, 14, 15, met uitzondering van het tweede lid, en 16 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de op de bezwaren betrekking hebbende stukken, wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van bezwaren bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van een lid van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe ter zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van het Dagelijks Bestuur vereist.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • c.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • d.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens deze zitting.

  • 3. Binnen drie dagen na de in het tweede lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 4. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het derde lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 5. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het vierde lid.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitters en leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van bezwaren indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden van de commissie het nodig oordeelt, of indien een belanghebbende een daartoe strekkend verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van een lid van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

Artikel 15 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid zulks verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op bezwaar.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 16 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan.

  • 2. Indien het verwerend orgaan besluit tot verdaging van de beslissing op bezwaren welke ter voorbereiding van die beslissing in handen van de commissie is gesteld, brengt het verwerend orgaan de commissie van deze verdaging op de hoogte.

Artikel 17 Intrekking oude Verordening

De Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Stadsdeel Zuid / De Pijp wordt ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na de dag van haar bekendmaking.

Artikel 18a Overgangsrecht

  • 1. De Adviescommissie bezwaarschriften is bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die voor 1 mei 2010 zijn ingediend bij de voormalige stadsdelen Oud-Zuid en Zuideramstel en waarover nog niet is gehoord.

  • 2. De Adviescommissie bezwaarschriften is bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die voor 1 mei 2010 zijn ingediend bij het voormalige stadsdeel Oud-Zuid en waarover belanghebbenden zijn gehoord.

  • 3. De ambtenaren belast met het ambtelijk horen zijn bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die voor 1 mei 2010 zijn ingediend bij het voormalige stadsdeel Zuideramstel en waarover belanghebbenden zijn  gehoord.

  • 4. In de gehele Regeling dient "voorzitter(s)" gevolgd te worden door "plaatsvervangend voorzitter(s)".

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling behandeling bezwaren Stadsdeel Oud-Zuid.