Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Verordening op de raadscommissies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies
CiteertitelVerordening op de raadscommissies Stadsdeel Zuid
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Amsterdams Stadsblad, jaargang 88, nummer 19, editie 5, 12 mei 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-05-201014-12-2015nieuwe regeling

03-05-2010

Amsterdams Stadsblad, jaargang 88, nummer 19, editie 5, 12 mei 2010

-

Tekst van de regeling

Verordening op de raadscommissies

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    agendacommissie: overleg van de voorzitter van de deelraad met de voorzitters van de raadscommissies ten behoeve van het voorbereiden van agenda's van de deelraad en de raadscommissies;

  • b.

    buitengewoon commissielid: commissielid niet zijnde raadslid;

  • c.

    commissielid: lid van de raadscommissie zoals bedoeld in deze verordening;

  • d.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • e.

    lid: lid van een raadscommissie zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • f.

    raadscommissie: de raadscommissie zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • g.

    Reglement van Orde: het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de deelraad Zuid;

  • h.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • i.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies                                        

De deelraad stelt bij afzonderlijk besluit raadscommissies in.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het voorbereiden van de besluitvorming op de beleidsterreinen die bij hun instelling aan de raadscommissie zijn opgedragen;

  • b.

    het voeren van overleg met het dagelijks bestuur;

  • c.

    het uitbrengen van advies aan de deelraad uit eigener beweging.

Artikel 4 Samenstelling
  • 1. Een raadscommissie bestaat uit één en maximaal 3 leden per fractie.

  • 2. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 3. De deelraad kan, op voordracht van de fractie, maximaal vijf buitengewoon commissieleden benoemen.

  • 4. Per fractie mogen er per commissie maximaal twee buitengewoon commissieleden aan de vergadering deelnemen.

  • 5. De deelraad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie ten minste één plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid. Het plaatsvervangend lid voldoet aan het in het tweede lid, genoemde vereisten.

Artikel 5 Benoeming en aftreden van (buitengewoon) commissieleden
  • 1. De leden worden door de deelraad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 2. Een buitengewoon commissielid geeft schriftelijk aan de voorzitter van de deelraad te kennen of hij de benoeming aanvaardt.

  • 3. Zodra blijkt dat een buitengewoon commissielid één van de vereisten van het lidmaatschap niet bezit of met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op buitengewoon commissielid te zijn.

  • 4. De commissieleden en plaatsvervangend commissieleden treden af wanneer de deelraad aftreedt, behoudens eerdere schorsing of ontslag door de deelraad, evenals op eigen verzoek.

Artikel 6 Voorzitter
  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de deelraad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier
  • 1. De griffier wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie aan als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is iedere vergadering aanwezig. Bij verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een andere griffiemedewerker.

  • 3. De commissiegriffier is belast met het verlenen van bijstand aan de raadscommissie, het ondersteunen van de voorzitter en draagt zorg voor het maken van het verslag van de vergadering.

  • 4. De griffier kan iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderingen en voorbereiding

Artikel 8 Vergaderfrequentie
  • 1. De vergaderingen worden gehouden volgens het door de deelraad vastgestelde vergaderschema.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken

  • 3. De vergaderingen van de raadscommissies beginnen om 20.00 uur en eindigen uiterlijk om 23.00 uur, tenzij de raadscommissie anders beslist. De vergaderingen worden gehouden in het stadsdeelkantoor.

Artikel 9 Oproep en openbare kennisgeving
  • 1. Door of namens de voorzitter worden de leden van een raadscommissie uiterlijk op de vrijdag twee weekeinden vóór de vergadering schriftelijk opgeroepen tot het bijwonen van een vergadering behoudens spoedeisende situaties.

  • 2. Leden van het dagelijks bestuur kunnen worden uitgenodigd om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen, tenzij de agendacommissie anders besluit.

    De voorlopige agenda wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep verzonden. De bij de agenda behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden meegezonden met deze agenda. Stukken zoals bedoeld in artikel 86, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet worden aan de commissieleden onder couvert toegezonden met de vermelding "geheim". 

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de agendacommissie na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 36 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt door de voorzitter met de daarbij behorende stukken aan de commissieleden verzonden en digitaal ter beschikking gesteld.

  • 4. De openbare kennisgeving van de vergadering geschiedt tegelijk met de oproeping van de leden van de raadscommissie door middel van bekendmaking van de agenda en bijbehorende stukken in het plaatselijke huis-aan-huisblad c.q. stadsdeelkrant en door plaatsing op de website van het stadsdeel.

  • 5. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, de aanvangstijd en de plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot inspreken als bedoeld in artikel.

Artikel 10 De agenda
  • 1. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 2. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan aan de portefeuillehouder(s) nadere inlichtingen of advies worden gevraagd. De raadscommissie kan de agendacommissie verzoeken het onderwerp of voorstel opnieuw te agenderen.

  • 3. Op voorstel van een commissielid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden voor zover zij niet van vertrouwelijke aard zijn of bestemd voor een besloten vergadering, gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep, bij de griffie en in het stadsdeelkantoor, de wijkcentra en de bibliotheek ter inzage gelegd.

  • 2. De stukken zijn voor het publiek ter inzage gedurende kantooruren van het stadsdeelkantoor.

Paragraaf 2 Orde van de vergadering

Artikel 12 Presentie

Ieder lid tekent vóór hij aan de vergadering deelneemt de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt deze door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 13 Opening vergadering en quorum
  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan vijf van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 14 Spreekrecht burgers
  • 1. Burgers kunnen de raadscommissie toespreken over geagendeerde onderwerpen. Zij doen dit voorafgaand aan de beraadslaging door de raadscommissie over dat onderwerp.

  • 2. Burgers kunnen de raadscommissie toespreken over geagendeerde onderwerpen. Zij doen dit voorafgaand aan de beraadslagingen door de raadscommissie over de onderwerpen.

  • 3. Indien over een niet- geagendeerd onderwerp het woord wordt gevoerd, wijst de voorzitter twee leden van de commissie aan die de spreker bij de verdere afhandeling van het onderwerp begeleiden.

  • 4. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 5. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier.

  • 6. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang van de orde van de vergadering is.

  • 7. Iedere spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Naar oordeel van de voorzitter kan per onderwerp de spreektijd worden gelimiteerd.

  • 8. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

Artikel 15 Deelname aan de beraadslagingen door anderen
  • 1. De commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

  • 3. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

Artikel 16 Notulen
  • 1. Van elke vergadering van de raadscommissie wordt een verslag gemaakt. Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de (commissie-)griffier, de portefeuillehouders en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede de leden die afwezig waren;

    • b.

      de namen en hoedanigheid van de personen die zich mondeling tot de commissie gewend hebben;

    • c.

      een vermelding van zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voeren.

  • 2. Zo spoedig mogelijk na de vergadering worden de ontwerpnotulen aan de leden van de commissie toegezonden.

  • 3. Notulen worden geacht te zijn vastgesteld tenzij een commissielid of iemand anders die in de betreffende vergadering het woord heeft gevoerd, uiterlijk zeven dagen na ontvangst van de ontwerpnotulen, bij de commissiegriffier, aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden met de vergaderstukken van de eerstvolgende commissievergadering aan de leden van de commissie gestuurd.

  • 4. De voorgestelde wijzigingen worden besproken in de eerstvolgende raadscommissie. Bij aanvang van de bespreking zijn slechts nog kleine wijzigingsvoorstellen mogelijk. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststelling van de betreffende notulen inclusief goedgekeurde wijzigingsvoorstellen plaats.

    Vastgestelde wijzigingsvoorstellen worden als bijlage opgenomen in het verslag.

Artikel 17 Aantal spreektermijnen
  • 1. De beraadslagingen over een onderwerp geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Niemand voert in dezelfde termijn tweemaal het woord.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 18 Spreektijd

De deelraad kan op voorstel van de agendacommissie, de voorzitter of een van de leden besluiten regels te stellen omtrent de spreektijd tijdens een vergadering.

Artikel 19 Voorstellen van orde
  • 1. De voorzitter en ieder lid van de raadscommissie kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 20 Handhaving orde; schorsing
  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. Onder beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen worden in ieder geval begrepen uitingen of uitlatingen, in welke vorm dan ook, met een racistisch, seksistisch of anderszins discriminatoir karakter, dit ter beoordeling van de voorzitter.

  • 4. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 21 Beraadslagingen en advies
  • 1. De commissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het dagelijks bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3. Indien de voorzitter oordeelt dat een onderwerp voldoende is besproken stelt hij de commissie voor, de beraadslaging te sluiten. Zolang de vastgestelde eindtijd niet bereikt is en fracties nog beschikken over spreektijd, kan de raadscommissie besluiten de beraadslagingen voort te zetten.

  • 4. Wanneer de vastgestelde eindtijd is bereikt of geen der fracties nog beschikt over spreektijd, sluit de voorzitter de beraadslagingen.

  • 5. Na sluiting formuleert de voorzitter de eindconclusie of het advies aan de raad. Indien nodig vindt daarover peiling der meningen plaats.

Hoofdstuk 4 Besloten Vergaderingen

Artikel 22 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23 Notulen

De notulen van een besloten vergadering worden afzonderlijk gehouden. Voor de vaststelling geldt het bepaalde in artikel 15 van deze Verordening.

Artikel 24 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De geheimhouding van de stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de deelraad haar opheft.

Artikel 25 Opheffing geheimhouding

Indien de deelraad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 5 Toehoorders en pers

Artikel 26 Toehoorders en pers
  • 1. In de openbare vergaderingen van de raadscommissie worden op de voor het publiek gereserveerde tribune zoveel toehoorders toegelaten als de voorzitter bepaalt.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring is de toehoorders niet toegestaan. Zij mogen de orde en rust van de vergadering niet verstoren

  • 3. De voorzitter zorgt voor de handhaving van dit artikel. Zonodig kan de voorzitter in het kader van deze handhaving toehoorders uit de raadzaal laten verwijderen.

Artikel 27 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededing aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 28 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking een dag na publicatie.

Artikel 30 Intrekking

De ‘Verordening op de raadscommissies stadsdeel Zuideramstel', vastgesteld bij deelraadsbesluit op  op 16 december 2008 en gewijzigd op 26 mei 2009 en de ‘Verordening voor de raadscommissies', vastgesteld bij deelraadsbesluit van stadsdeel Oud-Zuid op 14 maart 2002, worden ingetrokken.

Artikel 31 Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de raadscommissies stadsdeel Zuid'.