Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Reglement van orde van de deelraad van het stadsdeel Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingReglement van orde van de deelraad van het stadsdeel Zuid
CiteertitelReglement van orde stadsdeel Zuid
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant, jaargang 2, nummer 19, 6 oktober 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 16

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-201127-03-2014Artikel 4 is gewijzigd

27-09-2011

Stadsdeelkrant, jaargang 2, nummer 19, 6 oktober 2011

-
20-05-201007-10-2011nieuwe regeling

20-05-2010

Amsterdams Stadsblad, jaargang 88, nummer 20, editie 5, 19 mei 2010

-

Tekst van de regeling

Reglement van orde van de deelraad van het Stadsdeel Zuid

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het Reglement van Orde wordt verstaan onder:

  • a.

    amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpbesluit of ontwerpverordening, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • b.

    geloofsbrieven: de schriftelijke bewijsstukken die een nieuw te benoemen lid aan de deelraad moet overleggen om te bewijzen dat hij op wettige wijze is gekozen en dat er tegen zijn verkiezing geen bezwaren bestaan;

  • c.

    hoofdelijke oproeping: stemming, waarbij de aanwezige deelraadsleden ieder afzonderlijk hun stem uitbrengen;

  • d.

    initiatiefvoorstel: een voorstel van één of meerdere deelraadsleden aan de deelraad, uitmondend in een ontwerpbesluit;

  • e.

    interpellatie: het vragen van inlichtingen aan het dagelijks bestuur (in de vorm van een debat) over actuele zaken van substantieel politiek en/of maatschappelijk belang die niet voor komende vergadering gepland staat;

  • f.

    motie: korte en gemotiveerde uitspraak over een onderwerp, waarin een oordeel of verzoek wordt uitgesproken;

  • g.

    mondelinge vragen: het stellen van vragen aan het dagelijks bestuur over urgente zaken van substantieel politiek en/of maatschappelijk belang die niet voorkomende vergadering gepland staan;

  • h.

    raadscommissie: commissie zoals bij de Verordening op de raadscommissie ingesteld door de deelraad;

  • i.

    schriftelijk: per brief of digitaal;

  • j.

    subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;

  • k.

    termijnagenda: door de deelraad jaarlijks voor een nieuw kalenderjaar vast te stellen agenda met aan termijnen gebonden in de raadscommissie en/of deelraad te behandelen onderwerpen;

  • l.

    voordracht: voorstel van het dagelijks bestuur of het presidium aan de deelraad, uitmondend in een ontwerpbesluit;

  • m.

    voorzitter: de voorzitter van de deelraad als bedoeld in artikelen 13, vijfde en zesde lid, van de Verordening op de stadsdelen, of diens vervanger.

Artikel 2 De voorzitter
  • 1. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van het reglement van orde;

    • d.

      hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 2. De voorzitter verleent het woord, formuleert de conclusies waarover zal worden gestemd en deelt de uitslag van de stemmingen mee.

  • 3. Bij verhindering van de voorzitter, wordt het voorzitterschap van de deelraad waargenomen door een daartoe door de deelraad uit zijn midden aangewezen vervanger.

Artikel 3 De griffier
  • 1. De griffier is elke vergadering van de deelraad aanwezig.

  • 2. De deelraad wijst een plaatsvervangend griffier aan om de griffier in geval van verhindering of afwezigheid te vervangen.

  • 3. De griffier kan, indien hij daartoe door de voorzitter wordt uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

  • 4. De deelraad stelt in een instructie nadere regels over de taak en bevoegdheden van de griffier.

Artikel 4 Het presidium
  • 1. De deelraad heeft een presidium dat bestaat uit maximaal 10 leden.

  • 2. Het presidium bestaat uit: de voorzitter van de deelraad en de voorzitters van de fracties van de politieke partijen die in de deelraad vertegenwoordigd zijn. De griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van het presidium aanwezig.

  • 3. De voorzitter van de deelraad is de voorzitter van het presidium.;

  • 4. Elk lid heeft één stem in het presidium. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter van het presidium van doorslaggevende betekenis..

  • 5. Het presidium stelt de voorlopige agenda van de eerstkomende raadsvergadering vast, draagt zorg voor de termijnagenda van de raad en houdt deze bij; het presidium is verder belast met de volgende werkzaamheden:

    • het coördineren van de besteding van budgetten die in de begroting voor het functioneren van de raad gereserveerd zijn;

    • het regelen van de huishoudelijke gang van zaken rond de raad, zoals de inrichting van de raadzaal, de vergaderlocaties en dergelijke;

    • het vervullen van taken op het gebied van integriteit, die het krijgt toebedeeld in een door de deelraad vast te stellen gedragscode voor deelraadsleden.

  • 6. De leden van het presidium worden bij verhindering vervangen door hun vaste plaatsvervangers, zoals deze door de deelraad (voorzitter) of fracties (overige leden) zijn aangewezen.

  • 7. De stukken of onderwerpen in het presidium te bespreken of te behandelen zijn in beginsel vertrouwelijk tenzij anders wordt besloten. Leden van het presidium die stukken en/of onderwerpen in het presidium te bespreken overdragen aan derden worden uitgesloten van deelname aan de presidiumbijeenkomsten.

Artikel 5 De werkgeverscommissie
  • 1. De werkgeverscommissie bestaat uit de raadsvoorzitter, die optreedt als voorzitter, één door de deelraad te benoemen lid van een coalitiepartij en één door de deelraad te benoemen lid van een oppositiepartij.

  • 2. De werkgeverscommissie voor de griffie heeft de volgende taken:

    • a.

      het nemen van besluiten over de rechtspositie van de griffier;

    • b.

      het doen van voorstellen aan de raad inzake benoeming, schorsing en ontslag van de griffier;

    • c.

      het voeren van functionerings- c.q. beoordelingsgesprekken met de griffier;

    • d.

      de afhandeling - conform de daartoe geldende regeling - van klachten ingediend tegen de griffier.

Artikel 6 Het fractievoorzitteroverleg
  • 1. De deelraad heeft een fractievoorzitteroverleg;

  • 2. Het fractievoorzitteroverleg komt bijeen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van minimaal vier fractievoorzitters.

    • a.

      Het fractievoorzitteroverleg bestaat uit de voorzitter van de raad, de plaatsvervangend voorzitter van de raad en de fractievoorzitters. De griffier of diens vervanger is in elke vergadering van het fractievoorzitteroverleg aanwezig.

    • b.

      Het fractievoorzitteroverleg vindt plaats in beslotenheid over de volgende onderwerpen: informatie van vertrouwelijke aard gericht op de openbare besluitvorming; alle niet politieke zaken met betrekking tot het functioneren van de deelraad;

    • c.

      De voorzitter kan voorstellen de stadsdeelsecretaris uit te nodigen voor het fractievoorzitteroverleg;

    • d.

      Elke fractievoorzitter wijst een raads- of buitengewoon commissielid van zijn fractie aan, dat hem bij zijn afwezigheid in het fractievoorzitteroverleg vervangt.

Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden, fracties

Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven
  • 1. Het onderzoek der geloofsbrieven en de daarbij behorende bescheiden alsmede van de stukken die naar aanleiding van de verkiezing bij de deelraad zijn ingekomen, geschiedt zo spoedig mogelijk nadat ze zijn ontvangen. Ze worden in de eerstvolgende vergadering behandeld, alvorens tot andere werkzaamheden wordt overgegaan.

  • 2. De voorzitter benoemt daartoe uit de deelraad een commissie van drie leden om aan de deelraad rapport over de ingekomen geloofsbrieven uit te brengen. De commissie benoemt uit haar midden een rapporteur en vangt onverwijld het onderzoek aan.

  • 3. Ook wanneer slechts bij een van de leden van de commissie bezwaren zijn gerezen tegen een geloofsbrief of de verkiezing, wordt daarvan melding gemaakt.

  • 4. De deelraad beslist direct nadat de commissie rapport heeft uitgebracht over de toelating. Indien de zaak echter uitstel vordert, zo spoedig mogelijk daarna.

  • 5. De voorzitter roept een toegelaten lid op om in de eerste vergadering, waarin hij zijn betrekking volgens de Gemeentewet kan aanvaarden, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte, af te leggen.

Artikel 8 Fracties
  • 1. De leden van de deelraad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als afzonderlijke fractie beschouwd.

  • 2. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de deelraad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de deelraad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de deelraad wil voeren.

  • 3. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Indien één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden, twee of meer fracties als één fractie gaan optreden of één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5. Met de onder het vierde lid beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de deelraad na de mededeling daarvan.

Hoofdstuk 3 Vergaderen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen, voorbereiding, stukken

Artikel 9 Vergaderfrequentie en -tijden
  • 1. De deelraad vergadert in de regel eenmaal per maand op de woensdag, met uitzondering van de school-vakantieperioden en verder zo vaak als de voorzitter dat, na overleg met het presidium, noodzakelijk acht of het door minimaal een vijfde deel van de leden van de deelraad schriftelijk, met opgave van redenen, aan de deelraad wordt gevraagd.

  • 2. De deelraad stelt op voorstel van het presidium het vergaderschema vast.

  • 3. De vergaderingen van de deelraad beginnen om 20.00 uur en worden in de regel gehouden in het stadsdeelkantoor. De vergaderingen worden uiterlijk om 23.00 uur beëindigd, tenzij de deelraad anders beslist.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover, tenzij sprake is van een spoedeisende situatie, overleg met de fractievoorzitters.

Artikel 10 Oproep en openbare kennisgeving
  • 1. Door of namens de voorzitter worden de leden van de deelraad uiterlijk op de vrijdag twee weekeinden vóór de vergadering schriftelijk opgeroepen tot het bijwonen van een vergadering behoudens spoedeisende situaties.

  • 2. Door of namens de voorzitter worden leden van het dagelijks bestuur uitgenodigd om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproeping aan de deelraad verzonden. Stukken zoals bedoeld in artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet worden aan de raadsleden onder couvert toegezonden met de vermelding "geheim". 

  • 4. In spoedeisende gevallen kan het presidium na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 36 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt door de voorzitter met de daarbij behorende stukken digitaal ter beschikking gesteld.

  • 5. De openbare kennisgeving van de vergadering geschiedt tegelijk met de oproeping van de leden van de deelraad door middel van publicatie van de agenda en de bijbehorende stukken.

  • 6. De openbare kennisgeving zoals bedoeld in het vijfde lid, vermeldt:

    • a.

      de datum, de aanvangstijd,  de plaats en de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot inspreken als bedoeld in artikel 25 van deze verordening.

Artikel 11 Agenda
  • 1. Wijzigingsvoorstellen op de voorlopige agenda dienen bij aanvang van de vergadering bij de voorzitter te worden ingediend.

  • 2. Wijzigingen die door tenminste een vijfde deel van de leden van de deelraad worden gesteund, worden ingewilligd. 

  • 3. Aan het begin van de raadsvergadering vindt, na mededeling van de overgenomen wijzigingsvoorstellen, vaststelling van de agenda plaats.

  • 4. Op voorstel van een lid van de deelraad of van de voorzitter kan de deelraad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ingekomen stukken
  • 1. Bij de deelraad ingekomen stukken, waaronder brieven van het dagelijks bestuur aan de deelraad, worden wekelijks op een lijst geplaatst, waarbij een voorstel wordt gedaan voor de wijze van afdoening van de ingekomen stukken. Deze lijst wordt, indien mogelijk digitaal, aan de leden van de deelraad toegezonden en de brieven worden ter inzage gelegd;

  • 2. Indien geen van de leden van de deelraad heeft gereageerd op een brief is de griffier gemachtigd de brief af te doen zoals is voorgesteld;

  • 3. De leden van de deelraad kunnen binnen een week na publicatie van de lijst via de griffier een alternatief afhandelvoorstel indienen. Een overzicht hiervan wordt voorgelegd aan de deelraad in zijn eerstvolgende vergadering. De deelraad beslist over het afhandelvoorstel;

  • 4. Wanneer een verzoek dat door minimaal een vijfde deel van de leden van de deelraad wordt gesteund, leidt tot het verzoek om inhoudelijke behandeling van het ingekomen stuk in een raadscommissie wordt dit verzoek neergelegd bij het presidium voorzien van een behandelvoorstel door minimaal de raadsfractie die het alternatieve afhandelvoorstel heeft gedaan. De afzender van het stuk wordt hiervan direct na de vergadering op de hoogte gesteld;

  • 5. Beantwoording van brieven vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen zes weken nadat ze zijn binnen gekomen;

  • 6. Van de antwoorden op de ingekomen stukken zal een afschrift aan de deelraadsleden worden toegezonden.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. De agenda met de bijbehorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep, bij de griffie en in het stadsdeelkantoor, de wijkcentra en de bibliotheek ter inzage gelegd.

  • 2. De stukken zijn voor het publiek ter inzage gedurende kantooruren van het stadsdeelkantoor.

Artikel 14 De notulen
  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, het maken van de notulen en de besluitenlijst van de vergadering.

  • 2. De notulen moeten inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de portefeuillehouders en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede leden die afwezig waren;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der leden die het woord voerden;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming;

    • e.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties en amendementen;

    • f.

      namen en hoedanigheid van personen die zich aan het begin van de raadsvergadering mondeling tot de raad gewend hebben.

  • 3. Aan de hand van het verslag wordt een besluitenlijst opgesteld. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt.

  • 4. Zo spoedig mogelijk na de vergadering worden de ontwerpnotulen aan de leden van de deelraad en aan anderen die het woord gevoerd hebben, toegezonden. Notulen worden geacht te zijn vastgesteld, tenzij een deelraadslid of iemand anders die in de betreffende vergadering het woord heeft gevoerd, uiterlijk zeven dagen na ontvangst van de notulen, bij de griffier, aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden met de vergaderstukken voor de eerstvolgende deelraadsvergadering aan de leden van de deelraad gestuurd.

  • 5. De voorgestelde wijzigingen worden besproken in de eerstvolgende deelraadsvergadering. Bij aanvang van de bespreking zijn slechts nog kleine wijzigingsvoorstellen mogelijk. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststellen van de betreffende notulen inclusief goedgekeurde wijzigingsvoorstellen plaats. Vastgestelde wijzigingsvoorstellen worden als bijlage opgenomen in het verslag.

Paragraaf 2 Orde der vergadering, spreken, beraadslagingen

Artikel 15 Presentie
  • 1. Ieder lid tekent vóór hij aan de vergadering deelneemt, de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt deze door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

  • 2. Afmeldingen dienen voor de aanvang van de vergadering aan de griffier te worden doorgegeven.

Artikel 16 Zitplaatsen
  • 1. De voorzitter, de leden van de deelraad en de griffier hebben een vaste zitplaats, door de voorzitter na overleg in het fractievoorzittersoverleg bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de deelraad aangewezen.

  • 2. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter de indeling herzien na overleg in het fractievoorzittersoverleg.

Artikel 17 Opening vergadering; quorum
  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van minimaal de helft van de deelraad blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.

Artikel 18 Spreekregels en volgorde sprekers
  • 1. De leden van de deelraad en overige aanwezigen zoals bedoeld in artikel 25 spreken vanaf hun plaats of de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2. Niemand voert het woord dan na het aan de voorzitter verzocht en van deze verkregen te hebben.

  • 3. De voorzitter verleent het woord in de volgorde waarin het is gevraagd.

  • 4. Van deze volgorde kan worden afgeweken, indien een lid het woord vraagt voor een persoonlijk feit of voor het indienen van een voorstel van orde.

  • 5. De voorzitter stelt het lid dat het woord voor een persoonlijk feit verlangt, in de gelegenheid een beknopte aanduiding van het feit te geven.

  • 6. De voorzitter kan een interruptie nadrukkelijk of stilzwijgend toelaten.

Artikel 19 Spreektermijnen
  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de deelraad anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel. 

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op:

    • a.

      de rapporteur van een commissie of werkgroep van de deelraad;

    • b.

      het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd
  • 1. De deelraad kan regels stellen omtrent de spreektijd der leden.

  • 2. De voorzitter ziet toe op de uitvoering van de spreektijdregeling en bewaakt de spreektijd van de  leden.

Artikel 21 Handhaving van de orde
  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. Onder beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen worden in ieder geval begrepen uitingen of uitlatingen, in welke vorm dan ook, met een racistisch, seksistisch of anderszins discriminatoir karakter, dit ter beoordeling van de voorzitter.

Artikel 22 Schorsing vergadering

De voorzitter kan ter handhaving van de orde, de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 23 Beraadslagingen
  • 1. De deelraad kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de deelraad beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op verzoek van een lid van de deelraad of op voorstel van de voorzitter kan de deelraad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het dagelijks bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3. Wanneer de vastgestelde eindtijd is bereikt of geen der fracties nog beschikt over spreektijd, sluit de voorzitter de beraadslagingen.

  • 4. Indien de voorzitter oordeelt dat een onderwerp voldoende is toegelicht stelt hij de deelraad voor, de beraadslaging te sluiten. Zolang de vastgestelde eindtijd niet bereikt is en fracties nog beschikken over spreektijd, kan de deelraad besluiten de beraadslagingen voort te zetten.

  • 5. Nadat de beraadslagingen zijn gesloten, beslist de deelraad over verdere behandeling van het voorstel.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen
  • 1. De deelraad kan bepalen anderen dan raadsleden uit te nodigen deel te nemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een deelraadslid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

  • 3. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging, zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing.

Artikel 25 Spreekrecht derden
  • 1. Bij het begin van de vergadering kunnen anderen dan deelnemers aan de vergadering zoals bedoeld in artikel 23, het woord voeren over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen. Indien over een niet-geagendeerd onderwerp het woord wordt gevoerd, wijst de voorzitter twee leden van de deelraad aan die de spreker bij de verdere afhandeling van het onderwerp begeleiden. Zij brengen aan de raadscommissie waartoe het onderwerp hoort, verslag uit over het resultaat van de begeleiding.

  • 2. Sprekers onthouden zich van beledigende of onbehoorlijke uitingen of uitlatingen als bedoeld in dit reglement van orde.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken dient dit bij voorkeur tenminste voor 12.00 uur ‘s middags op de dag van de vergadering te melden aan de griffier onder opgave van naam, adres en onderwerp waarover men het woord wil voeren.

  • 4. Elke spreker krijgt maximaal drie minuten het woord. De voorzitter verdeelt de tijd evenredig over de sprekers als de totaal beschikbare tijd daartoe aanleiding geeft. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Naar oordeel van de voorzitter kan per onderwerp de spreektijd per persoon worden gelimiteerd.

  • 5. Het woord kan niet worden gevoerd:

    • a.

      over een besluit waartegen bezwaar of beroep bij de rechter open staat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

Hoofdstuk 4 Rechten van leden

Artikel 26 Voorstellen van orde
  • 1. De voorzitter en alle deelraadsleden kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een dergelijk verzoek kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de deelraad terstond.

Artikel 27 Initiatiefvoorstel
  • 1. Ieder lid heeft het recht voorstellen voor een ontwerpverordening of ontwerpbesluit aan de deelraad te doen, die buiten de agenda vallen.

  • 2. Elk voorstel dat uitgaat van een of meer leden, wordt schriftelijk, en door de voorsteller(s) ondertekend ingediend bij het presidium.

  • 3. Het presidium besluit over de wijze van behandeling van het initiatiefvoorstel.

  • 4. Als het presidium een verzoek niet, of onvoldoende honoreert, fungeert het fractievoorzitteroverleg voor de verzoeker zonodig als beroepsinstantie.

Artikel 28 Verzoek tot agendering
  • 1. Een lid van de deelraad kan bij het presidium een verzoek indienen tot het plaatsen van een onderwerp op de agenda voor een raadsvergadering.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid is voorzien van een schriftelijke inhoudelijke motivering en wordt door minimaal een vijfde van de leden van de deelraad ondersteund.

  • 3. Het presidium bepaalt datum, tijdstip en wijze waarop het onderwerp wordt behandeld.

  • 4. Als het presidium een verzoek niet, of onvoldoende honoreert, fungeert het fractievoorzitteroverleg voor de verzoeker zonodig als beroepsinstantie.

Artikel 29 Voorstel van het dagelijks bestuur
  • 1. Een voorstel voor vaststelling van een verordening of een ander voorstel van het dagelijks bestuur aan de deelraad, dat vermeld staat op de agenda van de vergadering van de deelraad, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de deelraad.

  • 2. Indien de deelraad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het dagelijks bestuur moet worden gezonden, doet het presidium een voorstel over het tijdstip en de verdere wijze van behandeling

Artikel 30 Interpellatie
  • 1. Een lid van de deelraad dat een interpellatie wil houden, vraagt dit bij de voorzitter aan.

  • 2. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste voor 12 uur 's middags op de dagvoorafgaande aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.

  • 3. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de deelraad en het dagelijks bestuur. Tijdens het vaststellen van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. Indien een vijfde van de leden van de deelraad met het verzoek instemt, wordt de interpellatie gehouden.

Artikel 31 Indienen van amendementen en subamendementen
  • 1. Ieder lid van de deelraad kan tot de aanvang van de stemmingen wijzigingen voorstellen op een voorgesteld besluit. Ook kan hij voorstellen, het voorgestelde besluit in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming kan plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de deelraad die de presentielijst hebben getekend en in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2. Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een subamendement in te dienen.

  • 3. Met inachtneming van het eerste lid moet elk (sub)amendement schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter worden ingediend.

  • 4. Intrekking door de indiener(s) van het (sub)amendement is mogelijk totdat besluitvorming door de deelraad heeft plaatsgevonden.

Artikel 32 Toelichten, wijzigen, intrekken amendementen
  • 1. Degene die een amendement indient, of een van de mede-indieners, is bevoegd de strekking daarvan beknopt mondeling toe te lichten, alvorens ondersteuning van het amendement wordt gevraagd.

  • 2. Indien een amendement door meer deelraadsleden is ondertekend, kan het slechts door de ondertekenaren samen worden gewijzigd of ingetrokken.

  • 3. Een medeondertekenaar van een amendement is te allen tijde bevoegd, zijn handtekening onder het amendement terug te nemen.

Artikel 33 Moties
  • 1. Ieder lid van de deelraad kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2. Een motie moet, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp vindt tegelijk met de beraadslaging daarover plaats.

  • 4. Moties over een niet op de agenda opgenomen onderwerp worden ingediend tijdens het agendapunt waar vaststelling van de agenda van de betreffende vergadering plaatsvindt. Behandeling vindt plaats tijdens het daartoe ingericht agendapunt.

Artikel 34 Toelichten, wijzigen, intrekken moties
  • 1. Degene die een motie indient, of een van de medeondertekenaren, is bevoegd, de strekking daarvan beknopt mondeling toe te lichten, alvorens ondersteuning van de motie wordt gevraagd.

  • 2. Een motie kan te allen tijde door degene(n) die de motie heeft (hebben) ingediend, worden gewijzigd of ingetrokken.

  • 3. Indien een motie door meer deelraadsleden is ondertekend, kan het slechts door de ondertekenaren samen worden gewijzigd of ingetrokken.

  • 4. Een medeondertekenaar van een motie is te allen tijde bevoegd, zijn handtekening onder de motie terug te nemen.

Artikel 35 Schriftelijke vragen
  • 1.Elk lid van de deelraad is bevoegd tot het dagelijks bestuur schriftelijk kort en duidelijk geformuleerde vragen te richten. Deze vragen kunnen over ieder onderwerp gaan en kunnen op ieder moment worden ingediend.

  • 2. Deze vragen moeten worden ingediend bij de griffier. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de deelraad en het dagelijks bestuur worden gebracht.

  • 3. Beantwoording van schriftelijke vragen door het dagelijks bestuur vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen vier weken nadat de vragen bij het dagelijks bestuur zijn binnengekomen. Als beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het dagelijks bestuur de vragensteller hiervan gemotiveerd via de griffie in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.

  • 4. De antwoorden worden door het dagelijks bestuur aan de leden van de deelraad en in afschrift aan de griffier meegedeeld.

  • 5. De vragensteller kan na schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende vergadering,  nadere inlichtingen vragen omtrent het gegeven antwoord.

Artikel 36 Mondelinge vragen
  • 1. Elk lid van de deelraad is bevoegd in de vergadering aan het dagelijks bestuur mondeling een korte en duidelijk geformuleerde vraag te stellen.

  • 2. Een dergelijke vraag wordt schriftelijk bij de griffier ingediend uiterlijk tot12 uur ‘s middags de op van de vergadering.

  • 3. Mondelinge vragen worden voorgedragen tot plaatsing op de agenda.

  • 4. Per vraag heeft de vraagsteller maximaal drie minuten spreektijd tot zijn/haar beschikking. Bij meer dan tien vraagstellers wordt het aantal spreekminuten aangepast door de voorzitter. Voor de behandeling van mondelinge vragen is per vergadering maximaal 30 minuten beschikbaar.

  • 5. Bij de behandeling van de mondelinge vraag geldt als eerste termijn het stellen van de vraag en het antwoord daarop van één of meer leden van het dagelijks bestuur. De vraagsteller wordt in de tweede termijn in de gelegenheid gesteld om in maximaal twee minuten een reactie te geven op het antwoord of aanvullende vragen te stellen. Het stellen van een korte aanvullende vraag door ieder ander lid van de deelraad is daarna toegestaan.

Hoofdstuk 5 Begroting en rekening

Artikel 37 Procedure begroting

De deelraad stelt op voordracht van het fractievoorzitteroverleg de wijze vast waarop hij de ontwerpbegroting en de daarbij horende stukken voorbereidt, behandelt en vaststelt.

Artikel 38 Procedure jaarrekening & -verslag
  • 1. De ontwerprekening en verantwoording van de inkomsten en de uitgaven van het stadsdeel worden, met de bijbehorende bescheiden, alvorens in beraadslaging te worden gebracht, in handen gesteld van de rekeningencommissie teneinde beide te onderzoeken en de deelraad van de bevindingen te rapporteren.

  • 2. De deelraad stelt de jaarrekening & -verslag vast.

Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 39 Leden van de deelraad aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan       
  • 1. Een lid van de deelraad dat door de deelraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dient eenmaal per jaar - of vaker op een gemotiveerd verzoek van de deelraad - verslag te doen van over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Als de deelraad bespreking van dit verslag wenst, kan de voorzitter het presidium verzoeken dit voor een vergadering te agenderen.

  • 2. Ieder lid van de deelraad kan aan een lid van de deelraad als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld in artikel 36, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Wanneer een lid van de deelraad het deelraadslid als bedoeld in het eerste lid, ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de deelraad over het toestaan daarvan.

  • 4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties waarin de deelraad een van zijn leden heeft benoemd.

  • 5. Dit artikel is eveneens van overeenkomstige toepassing indien de in het eerste lid bedoelde aanwijzing betrekking heeft op de voorzitter van het dagelijks bestuur en de andere leden van het dagelijks bestuur.

Hoofdstuk 7 Stemmingen

Artikel 40 Beslissing
  • 1. Nadat de beraadslaging over een onderwerp is gesloten, vindt stemming plaats over het voorstel waarvan de deelraad dit voldoende voorbereid acht.

  • 2. Voordat de deelraad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.

Artikel 41 Stemming over zaken
  • 1. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 2. Stemming geschiedt door handopsteken, tenzij de voorzitter of één der leden hoofdelijke stemming vraagt. In dat geval vindt hoofdelijke stemming plaats. Over alle zaken wordt door handopsteken of hoofdelijk gestemd, behoudens bij benoemingen, voordrachten en aanbevelingen van personen - daarover wordt gestemd met gesloten en ongetekende briefjes.

  • 3. Ieder lid is bevoegd, ingeval geen hoofdelijke stemming plaatsheeft, zonder opgave van redenen aantekening in de notulen te verzoeken dat hij of zij geacht wil worden te hebben tegengestemd.

  • 4. Indien op enig voorstel amendementen zijn ingediend gaat de stemming daarover aan die over het voorstel vooraf, waarbij het amendement met de verste strekking het eerst in stemming komt.

  • 5. Bij verschil van mening over de strekking van een amendement beslist de deelraad.

  • 6. De stemming over een subamendement vindt plaats voor die over het amendement waarop het betrekking heeft, met dien verstande dat voor de volgorde van de stemmingen over subamendementen dezelfde regels gelden als voor de amendementen zijn vastgesteld.

  • 7. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

  • 8. De voorzitter deelt de uitslag van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen.

Artikel 42 Geldigheid en staken der stemmen
  • 1. Een stemming is ongeldig, indien niet meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van meestemmen moet onthouden op grond van de Gemeentewet, aan de stemming heeft deelgenomen. De beslissing wordt in dat geval uitgesteld tot een volgende vergadering. De uitslag van de stemming in deze tweede vergadering is geldig, ongeacht het aantal leden dat daaraan heeft deelgenomen. De bepalingen genoemd in de leden 5, 6 en 7 blijven van toepassing.

  • 2. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden in het geval van een schriftelijke stemming die leden geacht geen stem te hebben uitgebracht, die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.

  • 3. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • a.

      een blanco ingevuld stembriefje;

    • b.

      een ondertekend stembriefje;

    • c.

      een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;

    • d.

      een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

    • e.

      een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 4. In geval van twijfel over de geldigheid van het stembiljet beslist de deelraad, op voorstel van de voorzitter.

  • 5. Bij staking van stemmen, wordt het nemen van het besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 6. In deze, en evenzo in een volgende vergadering, wordt, bij staken van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

Artikel 43 Hoofdelijke stemming
  • 1. Voor iedere te houden hoofdelijke stemming wordt door het lot bepaald welk lid het eerste stemt. De leden worden voor het uitbrengen van hun stem door de voorzitter of op zijn aanwijzing door de griffier afgeroepen, te beginnen met het door het lot aangewezen lid, in de volgorde waarin hun namen op de presentielijst voorkomen.

  • 2. De voorzitter bepaalt op welke wijze de in het eerste lid genoemde loting plaatsvindt.

  • 3. Wanneer een lid heeft gestemd mag een eerder afgeroepen lid niet meer stemmen of zijn of haar stem wijzigen. Het laatst afgeroepen lid mag niet meer stemmen of zijn of haar stem wijzigen, wanneer al begonnen is met het opmaken van de uitslag.

  • 4. Ieder lid is bevoegd terstond na een gehouden hoofdelijke stemming aantekening in de notulen te verzoeken dat hij of zij zich heeft vergist. Deze mededeling heeft geen invloed op de uitslag van de stemming.

  • 5. Behoudens in de gevallen waarin de leden zich op grond van de Gemeentewet van medestemming moeten onthouden, is ieder in de vergadering aanwezig lid verplicht bij hoofdelijke stemming zijn of haar stem uit te brengen met het woord "voor" of "tegen" zonder enige bijvoeging.

Artikel 44 Stemmen over personen  
  • 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau.

  • 2. Ieder ter vergadering aanwezig lid, dat zich niet op grond van de wet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De deelraad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.

  • 6. Bij twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de deelraad op voorstel van de voorzitter.

  • 7. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 45 Herstemming over personen
  • 1. Indien bij de stemming over personen geen van de kandidaten de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. Deze stemming vindt plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen hebben verkregen.

  • 2. Zijn bij de eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming moet plaatshebben

  • 3. Indien bij tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken beslist terstond het lot.

Artikel 46 Beslissing door het lot
  • 1. Indien als gevolg van het bepaalde in artikel 46 bij een stemming over personen loting vereist wordt, geschiedt deze loting door leden van het stembureau.

  • 2. Een van de leden van het stembureau schrijft de namen van de desbetreffende personen elk afzonderlijk op uiterlijk niet te onderscheiden briefjes.

  • 3. Een tweede lid van het stembureau controleert de briefjes zoals genoemd uit het tweede lid, vouwt deze in vieren en werpt de briefjes in een daartoe bestemde bus.

  • 4. Een derde lid van het stembureau trekt één van de briefjes uit de bus en leest de naam welke daarop staat, op.

  • 5. De voorzitter van het stembureau neemt daarna het (de) overblijvende briefje(s) uit de bus en ziet dit (deze) na. Bij het in orde bevinden, is degene van wie de naam het eerste uit de bus getrokken is, benoemd.

Hoofdstuk 8 Openbare vergadering en met gesloten deuren

Artikel 47 Openbaarheid / vergadering met gesloten deuren
  • 1. Alle vergaderingen van de deelraad zijn openbaar.

  • 2. Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 23 en 24 van de Gemeentewet kan de vergadering op elk moment worden onderbroken door een vergadering met gesloten deuren. Het verzoek tot sluiting der deuren geschiedt door de voorzitter of door tenminste 1/5 deel van de aanwezige leden.

  • 3. De voorzitter bepaalt wie anders dan de leden van de deelraad, de griffier of diens plaatsvervanger en de notulisten de besloten vergadering kunnen bijwonen.

  • 4. Op een besloten vergadering zijn dezelfde bepalingen van toepassing als voor de openbare vergadering zijn vastgesteld, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk is afgeweken in dit reglement.

Artikel 48 Notulen van besloten vergaderingen

De notulen van een besloten vergadering worden afzonderlijk gehouden. Voor de vaststelling geldt het bepaalde in artikel 14 van dit Reglement.

Artikel 49 Geheimhouding
  • 1. Voor de afloop van elke besloten vergadering beslist de deelraad in hoeverre geheimhouding wordt opgelegd omtrent hetgeen in die vergadering is behandeld en omtrent de inhoud van de daarop betrekking hebbende stukken.

  • 2. Geheimhouding ten aanzien van stukken die aan de raad of leden van de raad worden overlegd, kan eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur, de voorzitter van het dagelijks bestuur of een commissie. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. Volgens artikel 25, derde lid, van de Gemeentewet vervalt deze geheimhouding indien die niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering wordt bekrachtigd, of indien het orgaan dat de geheimhouding oplegt, deze opheft. Bekrachtiging geschiedt door een formeel raadsbesluit.

  • 3. De lijst met stukken waarop geheimhouding van toepassing is wordt minimaal één keer per kwartaal bij de behandeling van de termijnagenda, geëvalueerd om vast te stellen of de geheimhouding kan worden opgeheven.

Hoofdstuk 9 Toehoorders en pers

Artikel 50 Toehoorders en pers
  • 1. In de openbare vergaderingen van de deelraad worden op de voor het publiek gereserveerde tribune zoveel toehoorders toegelaten als de voorzitter bepaalt.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring is de toehoorders niet toegestaan. Zij mogen de orde en rust van de vergadering niet verstoren.

  • 3. De voorzitter zorgt voor de handhaving van het in het tweede lid bedoelde voorschrift. Zonodig kan de voorzitter in het kader van deze handhaving toehoorders uit de raadzaal laten verwijderen.

Artikel 51 Geluid- en beeldregistraties
  • 1. Degenen die in de vergaderzaal tijdens de deelraadsvergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken, doen hiervan melding aan de voorzitter. Zij gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 52 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de deelraad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 53 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking een dag na publicatie.

Artikel 54 Inwerkingtreding verordeningen

Met het in werking treden van deze verordening worden het ‘Reglement van Orde van stadsdeel Zuideramstel', vastgesteld door de deelraad op 16 december 2008 en het ‘Reglement van Orde voor de stadsdeelraad van Amsterdam Oud-Zuid', vastgesteld door de deelraad op 18 april 2006, ingetrokken.

Artikel 55 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als het ‘Reglement van Orde stadsdeel Zuid'.