Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijefurd

Verordening op de heffing en de invordering van passagegeld 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijefurd
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van passagegeld 2010
Citeertitelpassagegeld 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011Nieuwe regeling

08-12-2009

Friso, 08-12-2009

Geen

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente NIjefurd,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet besluit vast te stellen de:

 

“Verordening op de heffing en de invordering van passagegelden 2010”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: een vaartuig: elk soort drijvend lichaam welk wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd, dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen en/of goederen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "passagegeld" wordt een recht geheven: 1. voor het van gemeentewege openen en geopend houden van de Nijhuizumerbrug te Nijhuizum, de Noorderbrug, de Beginebrug en de Kettingbrug te Workum en de Koebrug te Stavoren voor het doorlaten van vaartuigen; 2. voor de doorvaart met een vaartuig door het sluiscompleks te Workum en de “Oude Sluis” te Stavoren.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de gezagvoerder, de schipper, of bij afwezigheid daarvan, van een van de opvarenden van een vaartuig.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. Het recht bedraagt per vaartuig voor het openen en geopend houden van:

    • a.

      de Nijhuizumerbrug € 1,50;

    • b.

      de Noorderbrug € 0,70;

    • c.

      de Beginebrug € 0,70;

    • d.

      de Kettingbrug € 0,70;

    • e.

      de Koebrug € 2,00.

  • 2. Het recht bedraagt voor een doorvaart door het sluiscompleks te Workum, per vaartuig € 3,00.

  • 3. Het recht bedraagt voor een doorvaart door de “Oude Sluis” sluis te Stavoren, per vaartuig € 5,00.

  • 4. Het recht bedraagt voor het afgeven van een jaarabonnement voor de in het eerste en tweede lid bedoelde diensten:

    • a.

      voor de Noorderbrug, de Beginebrug, de Kettingbrug en het sluiskompleks te Workum € 96,00;

    • b.

      voor de Nijhuizumerbrug € 28,50.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de passagegelden die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

• Het passagegeld onder artikel 4, lid 1, a tot en met d, wordt geheven door het deponeren van het verschuldigde bedrag in een “klomp”;

• Het passagegeld onder artikel 4, lid 2, wordt geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur;

• Het passagegeld onder artikel 4, lid 4, a en b, wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht onder artikel 4, lid 4, a en b worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Vrijstellingen

Het passagegeld wordt niet geheven voor de doorvaart van volg- en bijboten, behorende tot de uitrusting van een vaartuig waaraan tegelijkertijd doorvaart wordt verleend.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het passagegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het passagegeld.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van liggelden 2009” van 9 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.