Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Inspraakverordening Stadsdeel Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingInspraakverordening Stadsdeel Zuid
CiteertitelInspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 12 van de Bijzondere verordening op de stadsdeelherinrichting 2010 geldt de Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006 per 1 mei 2010 voor stadsdeel Zuid.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201001-01-2013nieuwe regeling

01-05-2010

Stadsdeel Oud-Zuid: Stadsdeelkrant 01-07-08 Stadsdeel Zuid: Amsterdams stadsblad, jaargang 88, nummer 20, editie 5, 19 mei 2010

-

Tekst van de regeling

Artikelen versie 1-7-2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van beleid van het stadsdeel;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van het vaststellen of wijzigen van beleid.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleid;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bevoegde bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor dienstverlening door het stadsdeel en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van het stadsdeel voor kwetsbare groepen in de samenleving.

    • g.

      Voorzover het een bestemmingsplan betreft dat zijn grondslag vindt in een bouwaanvraag.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan bij het vaststellen van een inspraakprocedure als bedoeld in het vorige lid, in elk geval bepalen dat in afwijking van artikel 3:15 Algemene wet bestuursrecht, inspraakgerechtigden alleen schriftelijk hun zienswijze bij het bestuursorgaan naar voren kunnen brengen en dat in afwijking van artikel 3:16 Algemene wet bestuursrecht, de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen vier weken bedraagt.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het Dagelijks Bestuur een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur brengt het eindverslag onmiddellijk ter kennis van de insprekers en indien het beleidsvoornemen waarop de inspraak heeft plaatsgevonden een bevoegdheid van de stadsdeelraad betreft, eveneens van de stadsdeelraad.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Inspraakverordening Stadsdeel Zuid / de Pijp wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid 2006.