Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen voor de onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de grafonderhoudsrechten en de toeristenbelasting

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen voor de onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de grafonderhoudsrechten en de toeristenbelasting
CiteertitelBeleidsregels ambtshalve verminderingen voor de onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de grafonderhoudsrechten en de toeristenbelasting van de gemeente Vlist
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet inzake rijksbelastingen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-200501-01-2017Nieuwe regeling

20-01-2005

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen voor de onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de grafonderhoudsrechten en de toeristenbelasting

De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar van Vlist, zijnde de directeur SVHW;

Gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen voor de onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de grafonderhoudsrechten en de toeristenbelasting

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1. Deze beleidsregels gelden bij de heffing van onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de grafonderhoudsrechten en de toeristenbelasting.

  • 2. Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op voet van hoofdstuk lV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.

  • 3. Voor toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder :

    • a.

      de ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet;

    • b.

      de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede-aansprakelijke heeft betaald;

    • c.

      de vijfjaarstermijn: de termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld of het verlenen van een teruggaaf de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag vervalt;

    • d.

      het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag;

    • e.

      de belastingaanslag: de aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

      • 1.

        de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde bedrag, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag, het nagevorderde bedrag;

      • 2.

        het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel 1. bedoelde bedrag;

    • f.

      de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebeid van gemeentelijke belastingen.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste € 9,00 per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de directeur SVHW ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien:

  • a.

    een bezwaarschrift of een verzoekschrift niet ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift dan wel om andere redenen van formele aard, of

  • b.

    uit enig feit blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld en deze aanslag bij afweging van de betrokken belangen niet gehandhaafd kan worden.

Artikel 3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 2 vindt geen toepassing indien:

  • a.

    ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel op het tijdstip waarop het in artikel 2, onder b, bedoelde feit ter kennis van de directeur SVHW komt, de vijfjaarstermijn is verstreken;

  • b.

    aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of een verzoekschrift ongebruikt heeft laten verstrijken.

Artikel 4 Jurisprudentie

  • 1. Een arrest van de Hoge Raad of een uitspraak van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop het arrest door de Hoge Raad of de uitspraak van het gerechtshof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 2. Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een arrest van de Hoge Raad of een uitspraak van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 5 Mededeling van afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift of een verzoekschrift bedoeld in artikel 2, onder a.

Artikel 6 Slotbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels ambtshalve vermindering voor de onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de grafonderhoudsrechten en de toeristenbelasting van de gemeente Vlist”.

Ondertekening

Klaaswaal, d.d. 20 januari 2005

De directeur SVHW,

P.Bervoets