Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsgewest Haaglanden

Nadere regels vulpunten voor groengas Haaglanden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsgewest Haaglanden
Officiële naam regelingNadere regels vulpunten voor groengas Haaglanden 2010
CiteertitelNadere regels vulpunten voor groengas Haaglanden 2012
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpgeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

datum in de citeertitel is gewijzigd

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, artikel 8

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-201411-07-2014art. 3

22-01-2014

Gemeentebladen d.d. 18 maart 2014

geen
29-12-201107-02-2014art. 3, 7, 11 en 14

21-12-2011

De Posthoorn d.d. 28 december 2011 e.a.

geen
16-12-201029-12-2011nieuwe regeling

13-10-2010

De Posthoorn d.d. 15 december 2010 e.a.

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels vulpunten voor groengas 2010

Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden;

gelet op artikel 8 van de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, vastgesteld op 30 juni 2010;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

NADERE REGELS VULPUNTEN VOOR GROENGAS 2010

behorende bij de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    aardgas: gas in gasvormige of vloeibare toestand dat in de gasvormige toestand bestaat uit ten minste 81,9 procent methaan (CH4) en ten minste een energetische waarde heeft van 31,65 MJ/m3;

  • b.

    vulpunt voor groengas: installatie op een tankstation, bestaande uit een (eventuele) bufferopslag, één of meerdere aflevertoestellen en een compressorinstallatie waarmee groen gas in gasvormige toestand met een minimale afleverdruk van 200 bar wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die groen gas als motorbrandstof gebruiken;

  • c.

    biogas: gas dat ontstaat bij zuurstofarme vergisting van (natte) biomassa en hoofdzakelijk bestaat uit 55-65% methaan en CO2;

  • d.

    exploitant: natuurlijke of rechtspersoon, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap voor wiens rekening en risico een of meer tankstations worden gedreven;

  • e.

    groengas: gas dat voldoet aan de omschrijving van aardgas en bestaat uit biogas dat is opgewerkt tot aardgaskwaliteit;

  • f.

    grote onderneming: onderneming die volgens bijlage I van de groepsvrijstellingsverordening geen kleine, middelgrote of micro-onderneming is (KMO);

  • g.

    groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 214/3);

  • h.

    in gebruik nemen vulpunt voor groengas: het vulpunt is opengesteld om groengas aan het publiek te leveren, beschikt over de benodigde vergunningen, ontheffingen en andere wettelijke toestemmingen en is goedgekeurd door een notified body;

  • i.

    notified body: een door het Rijk erkend keuringsinstituut;

  • j.

    tankstation: voor alle bestuurders van motorvoertuigen toegankelijke, op een goed bereikbare locatie gelegen inrichting voor het verkrijgen van motorbrandstof, waar kan worden betaald met in Nederland geaccepteerde wettige betaalmiddelen;

  • k.

    verordening: Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, vastgesteld door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op 30 juni 2010.

Artikel 2 Groepsvrijstellingsverordening

Deze nadere regels zijn in overeenstemming met de groepsvrijstellingsverordening.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 80.000,-- voor het grondgebied van de regio Haaglanden exclusief de gemeente Den Haag;

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt € 160.000,-- voor het grondgebied van de gemeente Den Haag;

  • 3. De subsidieaanvragen worden gerangschikt op datum van ontvangst van de volledig ingediende aanvraag;

  • 4. Bij gelijktijdige ontvangst van de volledige subsidieaanvraag vindt, in het geval het subsidieplafond wordt bereikt, de verlening van de subsidie plaats door middel van loting.

HOOFDSTUK 2: SUBSIDIEVERLENING EN -VASTSTELLING

Artikel 4 Aanvrager

Een subsidie kan, in afwijking van de in artikel 4, lid 1 van de verordening genoemde aanvragers, worden aangevraagd door:

  • a.

    privaatrechtelijke rechtspersonen en vennootschappen onder firma;

  • b.

    natuurlijke personen.

Artikel 5 Subsidiabele activiteit

  • 1. Een subsidie kan worden aangevraagd voor het oprichten van een groot of een klein vulpunt voor groengas op een bestaand of nog op te richten tankstation in de plusregio;

  • 2. Een vulpunt voor groengas op een tankstation waar reeds een aardgasvulpunt is gerealiseerd, komt niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 6 Technische eisen

  • 1. Een groot vulpunt voor groengas heeft voldoende capaciteit voor tenminste 50 personenauto’s per dag, tussen 06.30 en 18.30 uur, uitgaande van een tankbeurt van ten minste 20 kg groen gas per voertuig waarbij de vultijd de 5 minuten niet overschrijdt, alsmede voldoende capaciteit om een vrachtwagen binnen 10 minuten vol te tanken, uitgaande van een tankbeurt van 125 kg groen gas;

  • 2. Een klein vulpunt voor groengas heeft voldoende capaciteit voor tenminste 10 en maximaal 50 personenauto’s per dag, tussen 06.30 en 18.30 uur, uitgaande van een tankbeurt van ten minste 20 kg groen gas per voertuig waarbij de vultijd de 5 minuten niet overschrijdt.

Artikel 7 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend met gebruikmaking van een door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier;

  • 2. Een aanvrager als bedoeld in artikel 4, onder a dient het volgende te overleggen:

    • a.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      een kopie van de statuten (met uitzondering van een vennootschap onder firma) en

    • c.

      een ondertekende de-minimisverklaring;

  • 3. Indien de aanvraag wordt ingediend door een ander dan de exploitant van het tankstation waar een vulpunt voor groengas wordt gebouwd, wordt bij de aanvraag een verklaring van geen bezwaar van die exploitant overgelegd.

Artikel 8 Uitvoeringsovereenkomst

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat een uitvoeringsovereenkomst in de zin van artikel 4:36 Awb wordt gesloten.

Artikel 9 Subsidiabele kosten en hoogte subsidie

  • 1. De subsidiabele kosten zijn de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn om een niveau van milieubescherming te bereiken dat het door de communautaire normen vereiste niveau overstijgt: het verschil in kostprijs tussen het oprichten van een benzinevulpunt en een vulpunt voor groengas;

  • 2. Voor het berekenen van de subsidiabele kosten van een groot vulpunt voor groengas dient gerefereerd te worden aan een groot benzinevulpunt en voor een klein vulpunt voor groengas aan een klein benzinevulpunt;

  • 3. De investeringskosten voor een groot benzinevulpunt bedragen € 50.000,-- en voor een klein benzinevulpunt € 25.000,--;

  • 4. Als geen sprake is van een overschrijding van het de-minimisplafond als bedoeld in artikel 10 van de verordening, bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 80.000,--;

  • 5. Als sprake is van een overschrijding van het de-minimisplafond als bedoeld in artikel 10 van de verordening, bedraagt de subsidie maximaal 35% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 80.000,--.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1. De subsidie kan, naast de in artikel 11 van de verordening genoemde gronden, worden geweigerd indien aan de aanvrager op grond van een andere regeling reeds subsidie is verstrekt voor dezelfde activiteit;

  • 2. De subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager in moeilijkheden verkeert als bedoeld in artikel 6, onder c en artikel 7 van de groepsvrijstellingsverordening;

    • b.

      de aanvrager een grote onderneming is, tenzij de betrokken onderneming bij de aanvraag schriftelijk aantoont dat zonder de subsidie niet voor het milieuvriendelijker alternatief zou zijn gekozen.

Artikel 11 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger overlegt vóór aanvang van de installatiewerkzaamheden een afschrift van de bouwvergunning;

  • 2. De subsidieontvanger overlegt binnen twee maanden na afronding van de installatiewerk-zaamheden een verklaring van de van toepassing zijnde notified body(s) dat het vulpunt voor groengas aan de in Nederland geldende (veiligheids)voorschriften en wettelijke regelgeving voldoet;

  • 3. Het vulpunt voor groengas dient op uiterlijk 31 december 2014 in gebruik te zijn genomen en gedurende vijf jaren ten minste zes dagen per week 12 uur per dag operationeel te zijn;

  • 4. De subsidieontvanger dient aan te kunnen tonen door middel van groengascertificaten van Vertogas dat op het groengasvulpunt groengas is verkocht.

Artikel 12 Overige verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht zijn roerende en onroerende zaken met betrekking tot het vulpunt voor groengas voldoende te verzekeren en verzekerd te houden op basis van herbouw of vervangingswaarde tegen schade als gevolg van brand, diefstal en overige schade;

  • 2. De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan het dagelijks bestuur zodra aannemelijk is dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend, niet of niet geheel zal plaatsvinden of niet of niet geheel aan de verplichtingen zal worden voldaan;

  • 3. De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan het dagelijks bestuur in geval van surceance van betaling, faillissement of ontbinding van de rechtspersoon.

Artikel 13 Aanvraag tot subsidievaststelling

De aanvraag tot subsidievaststelling, zoals bedoeld in artikel 14 van de verordening, kan worden ingediend als het vulpunt voor groengas in gebruik is genomen.

HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Nadere regels vulpunten voor groengas Haaglanden 2012.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van 13 oktober 2010,

de voorzitter, plv., mr. drs. G.A.A. VERKERK

de secretaris, drs. A. HARKES