Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2010 inclusief eerste wijziging

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2010 inclusief eerste wijziging
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2010 inclusief eerste wijziging
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 33, Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2, Algemene subsidieverordening gemeente Veghel 2008, art. 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-201401-01-2017artikel 11a toegevoegd

26-06-2014

CVOP

52.829

Tekst van de regeling

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    a. feitelijke informatie van geringe omvang;

    b. inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2. Indien de griffier twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onder deel a. of b., stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 3. Een raadslid wendt zich tot de griffier met het verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, kan de griffier de secretaris verzoeken een of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de secretaris ambtelijke bijstand, tenzij:

    a. het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    b. dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om ambtelijke bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij daarvan mededeling aan de griffier, die op zijn beurt hiervan melding maakt bij de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 6 Budget

  • 1. De fracties zoals bedoeld in artikel 2.2 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, ontvangen jaarlijks een financiele bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast bedrag voor alle fracties tezamen, waarbij elke fractie een gelijk deel toekomt. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag per raadszetel.

  • 3. De hoogte van de bijdragen bedoeld in het tweede lid wordt aan het begin van elke nieuwe raadsperiode door de raad vastgesteld.

Artikel 7 Doelstelling

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag slechts worden gebruikt voor opleiding, cursus of training indien die ten goede komt aan in het bijzonder de eigen fractie of de specifieke bijdrage van de fractie aan het raadswerk.

  • 3. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    a. uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    b. betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reele declaratie;

    c. giften;

    d. uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ten gevolge van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen.

Artikel 8 Verstrekking

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt op aanvraag door de raadsvoorzitter verleend. Een aanvraag voor een kalenderjaar wordt ingediend niet eerder dan op 1 december van het voorafgaande jaar en niet later dan op 31 januari van het betreffende kalenderjaar. Hiervoor wordt het aanvraagformulier gebruikt dat als bijlage 1 is toegevoegd aan deze verordening.

  • 2. Op volledig en correct ingediende aanvragen beslist de raadsvoorzitter binnen zes weken. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt als voorschot verstrekt.

  • 3. De raadsvoorzitter kan de verlening van de bijdragen mandateren aan de griffier.

  • 4. In een jaar waarin een raadsverkiezing plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezing plaatsvindt. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadernig van de nieuw gekozen raad plaatsvindt, wordt de aanvraag verricht voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 9 Splitsing

  • 1. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 6, tweede lid, verleende bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken raadsleden. De splitsing van een fractie werkt ook in de volgende jaren van de raadsperiode voor de overige fracties niet door in het vaste bedrag dat oorspronkelijk voor elke fractie gelijk was.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het eerste lid.

Artikel 10 Reserves

  • 1. Een fractie reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan de fractie ter besteding door die in volgende jaren.

  • 2. De reserve blijft na de raadsverkiezing beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken raadsleden.

Artikel 11 Verantwoording

  • 1. Elke fractie legt voor 1 april onder overlegging van een verslag aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning van het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2. Voor de in het eerste lid genoemde verantwoording wordt het formulier gebruikt dat als bijlage 2 is toegevoegd aan deze verordening. De verantwoording is tevens de aanvraag tot vaststelling van de bijdrage.

  • 3. Op volledig en correct ingediende aanvragen beslist de raadsvoorzitter binnen zes weken. Zo mogelijk geeft de raadsvoorzitter het fractievoorzittersoverleg gelegenheid om met betrekking tot de verantwoording van de fractie zijn gevoelen kenbaar te maken.

  • 4. Indien het vergaderschema van het fractievoorzittersoverleg daar reden toe geeft en/of indien vragen rijzen over de juistheid van de in een verantwoording opgevoerde posten of bedragen kan de raadsvoorzitter de beslistermijn met twee weken verlengen.

  • 5. De raadsvoorzitter kan de vaststelling van de bijdragen mandateren aan de griffier.

Artikel 11a

De termijnen genoemd in artikel 8, eerste lid, en artikel 11, eerste lid, zijn fatale termijnen. Aan een fractie die een termijn overschrijdt biedt de raadsvoorzitter en hersteltermijn van twee weken.

Artikel 12 Schakelbepalingen

  • 1. Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht behoudens afdeling 4.2.8 is van toepassing op deze paragraaf.

  • 2. De Algemene subsidieverordening gemeente Veghel 2008 is niet van toepassing op deze paragraaf.

Artikel 13 Bezwaar

  • 1. De delegatie van de bevoegdheid tot het verlenen en het vaststellen van de subsidie op grond van deze paragraaf houdt niet in de delegatie van de bevoegdheid tot het beslissen op bewaar.

  • 2. Naar aanleiding van een bij de raad ingediend bezwaarschrift worden belanghebbenden gehoord door de leden van de hoorcommissie, met uitzondering van de leden van de hoorcommissie die behoren tot een fractie die het betreffende bezwaar heeft ingediend en met uitzondering van de leden van de hoorcommissie die behoren tot een fractie die de geadresseerde was van het betwiste besluit.

  • 3. Indien na de toepassing van de uitzonderingen volgens het tweede lid de resterende leden van de hoorcommissie behoren tot minder dan twee verschillende fracties, worden belanghebbenden gehoord door de raadsvoorzitter. Bij verhindering of ontstentenis van de raadsvoorzitter wordt artikel 77, eerste lid, niet toegepast; in dat geval worden belanghebbenden gehoord door de griffier.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking en is met ingang van dat moment ook van toepassing op bijdragen die eerder zijn verstrekt.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 28 oktober 2010

De raad voornoemd

De Griffier

dr.W Oosten

De Voorzitter

mr. I.R. Adema

Bijlage 1 Formulier voor het aanvragen van fractieondersteuning

Deze aanvraag van de verlening van fractieondersteuning heeft betrekking op het jaar ...

Fractie ...

Met instemming van de fractie ingevuld door: naam en functie ...

Datum ...

 

Het voorschot is over te maken op de volgende bankrekening: naam rekeninghouder, rekeningnummer, vestigingsplaats ...

 

Aldus naar waarheid ingevuld: handtekening ...

 

Bijlage 2 Formulier voor het afleggen van verantwoording en het aanvragen van de vaststelling van de verleende fractieondersteuning

Deze verantwoording en aanvraag van de vaststelling van fractieondersteuning heeft betrekking op het jaar ...

Fractie ...

Met instemming van de fractie ingevuld door: naam en functie ...

Datum ...

 

Inkomsten: fractieondersteuning, overige inkomsten ...

 

Uitgaven: administratiekosten (bijvoorbeeld bank, kamer van koophandel), salariskosten of vergoedingen fractieassistent, communicatie, facilitaire kosten bijeenkomsten buiten het stadhuis, representatiekosten, overige kosten (alstublieft toelichten) ...

 

Houdt er rekening mee dat de raadsvoorzitter inzage kan verlangen in de bescheiden waaruit uw kosten of betalingen blijken.

 

Reserve d.d. 1 januari ...

Reserve d.d. 31 december ...

 

Het verschil tussen inkomsten en uitgaven komt overeen met de mutatie van uw reserve.

 

Met deze verantwoording verklaart uw fractie de fractieondersteuning te hebben besteed volgens de bepalingen van artikel 7 Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2010.

 

Eventueel nadere opmerkingen of toelichting ...

Aldus naar waarheid ingevuld: handtekening ...

Toelichting

Toelichting op paragraaf 1. Ambtelijke bijstand

 

Met uitzondering van een hernummering bevat paragraaf 1 geen aanpassingen. 

 

Toelichting op paragraaf 2. Fractieondersteuning

 

Artikel 6 is niet inhoudelijk aangepast. Het derde lid houdt in dat de raad direct na een raadsverkiezing voor de nieuwe raadsperiode het subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststelt. Het ligt voor de hand dat vervolgens jaarlijks het college in de ontwerpbegroting en de raad in de begroting het bedoelde budget opnemen zodat de fractieondersteuning inderdaad uitbetaald kan worden.

 

Artikel 7 is aangevuld met een verduidelijking inzake educatieve activiteiten. Dat tweede lid hangt ermee samen dat de fractieondersteuning niet is bedoeld om educatieve activiteiten te bekostigen die ten goede komen van het fractieoverstijgende collectief van leden. In Veghel worden de fractieoverstijgende activiteiten georganiseerd door de gemeente. Om het met een voorbeeld concreet te maken: een fractie kan wel een training “socialistisch debatteren” of “liberaal debatteren” betalen, maar indien leden een algemene debattraining volgen wordt die georganiseerd door de gemeente.

 

Dat de fractieondersteuning wel mag worden gebruikt voor public relations of communicatie maar niet voor propaganda of verkiezingscampagnes is op het niveau van de doelstelling wel duidelijk aan te geven. In de praktijk is op het niveau van instrumenten, maatregelen of acties het onderscheid minder eenvoudig aan te brengen. Het is nog wel duidelijk dat de fractieondersteuning niet gebruikt mag worden om verkiezingsprogramma’s of -posters te laten drukken. Bij andere acties kan het onderscheid lastig zijn. Daarom kan het bijvoorbeeld verstandig zijn dat een fractie in de laatste twee maanden voor een raadsverkiezing haar nieuwsblad niet meer laat verschijnen en dat in die periode alleen de partij(afdeling) een nieuwsblad verspreidt. Verder is het bijvoorbeeld prudent dat een partij(afdeling) de fractie een factuur zendt voor dat deel van de website waarop informatie van de fractie wordt aangeboden, zodat duidelijk is dat de algemene verantwoordelijkheid voor de website berust bij die partij(afdeling) en niet bij de fractie.

 

In artikel 8 zijn twee aanpassingen opgenomen (vergelijk artikel 10 Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2002). Ten eerste is aangegeven dat de fractieondersteuning, in het kader van de Awb-subsidieregels, wordt verleend op aanvraag en voor die aanvraag wordt een formulier voorgeschreven. Ten tweede is aangegeven welk orgaan beslist over de aanvraag: de raad delegeert die bevoegdheid aan zijn voorzitter.

 

In artikel 9 is verduidelijkt dat de idee dat de splitsing van een fractie geen financieel nadeel met zich meebrengt voor de andere fracties niet alleen geldt voor het jaar waarin de splitsing zich voordoet maar voor de rest van de raadsperiode (vergelijk artikel 11 Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2002). In de raadsperiode 2006-2010 zijn de huidige bepalingen al zo opgevat en in die zin is deze toevoeging dus geen beleidswijziging.

 

Artikel 10 is niet inhoudelijk aangepast. Er wordt bijvoorbeeld geen grens gesteld aan de opbouw van reserves.

 

Artikel 11 is aangepast aan de Awb-subsidieregels (vergelijk artikel 13 Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2002). De fractieondersteuning wordt aan het begin van het jaar verleend en dan als voorschot uitbetaald. Na afloop van het jaar leggen de fracties verantwoording af. Op basis van die verantwoording wordt de verleende subsidie vastgesteld. Indien uitgaven of verantwoording niet correct waren, kan het betreffende bedrag in mindering worden gebracht: de subsidie wordt dan lager vastgesteld dan eerder verleend. In dat geval moet de betreffende fractie het betwiste bedrag terugbetalen of kan de gemeente dat bedrag verrekenen met het voorschot voor een volgend jaar. Hoewel met artikel 11 de bestaande praktijk wordt gerespecteerd dat de verantwoording van de fracties wordt besproken door het fractievoorzittersoverleg, is nu duidelijk aangegeven welk orgaan de subsidie uiteindelijk vaststelt: de raad delegeert die bevoegdheid aan zijn voorzitter.

 

Het verantwoordingsformulier is een eenvoudige lijst van inkomsten en uitgaven; er worden geen gedetailleerde verlies- en winstrekening en balans gevraagd. In praktisch opzicht kan de griffie met iedere fractie jaarlijks een afspraak maken om de verantwoording en de onderliggende stukken door te nemen, waarna de raadsvoorzitter in een vergadering van het fractievoorzittersoverleg de verantwoording, de controle en haar voorgenomen besluit bespreekt.

 

Met artikel 12 wordt buiten toepassing gelaten het zwaardere regime van per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen van afdeling 4.2.8 Algemene wet bestuursrecht. Het wordt namelijk niet nodig geacht om fracties te dwingen een stichting op te richten voor het beheer van de fractiegelden en het werkgeverschap of opdrachtgeverschap ten aanzien van de fractieassistenten. Het wordt evenmin nodig geacht om fracties te dwingen een accountant in te schakelen bij hun jaarlijkse verantwoording.

 

Met artikel 13 wordt aangegeven hoe een bezwaar wordt behandeld dat belanghebbenden volgens de Awb-regels tegen een beschikking kunnen indienen. De beslissing op bezwaar wordt genomen door de plenaire raad. Dat vormt een uitzondering op hetgeen gebruikelijk is bij delegatie, meer gebruikelijk zou zijn dat de raadsvoorzitter ook beslist op bezwaar. Een eerste reden om de delegatie aan de raadsvoorzitter te beperken is dat de raadsvoorzitter boven de partijen dient te blijven staan en dat dit moeilijk kan worden bij een conflict dat in wezen een conflict tussen fracties is. Een tweede reden om de raadsvoorzitter niet te laten beslissen op bezwaar is dat dit weinig inhoudelijke meerwaarde biedt. Het is namelijk zo dat de idee dat een bestuursorgaan zelf beslist op bezwaar mede is ingegeven door de praktijk dat het betwiste besluit ambtelijk tot stand is gekomen. Wanneer een ambtenaar in mandaat een besluit heeft genomen, kan het meerwaarde bieden dat het diensthoofd van die ambtenaar of het bestuursorgaan in persoon het bezwaarschrift daartegen behandelt. Nu zijn het aantal beschikkingen inzake fractieondersteuning en de afstand tussen de fracties en de raadsvoorzitter in Veghel zo klein dat het weinig meerwaarde biedt om de raadsvoorzitter te laten beslissen op bezwaar. Het betwiste besluit is immers niet ver weg, diep in de organisatie tot stand gekomen.

 Voorafgaand aan een beslissing op bezwaar wordt gehoord. Het is niet praktisch om de raad plenair belanghebbenden te laten horen. Daarom wordt volgens artikel 13, tweede lid, in principe gebruikgemaakt van de leden die de raad al heeft benoemd in de hoorcommissie. De leden van direct betrokken fracties mogen niet horen. Indien er op die manier te weinig verschillende leden in de hoorcommissie overblijven, hoort de raadsvoorzitter de belanghebbenden. In artikel 13, derde lid, is nog opgenomen dat wat dit betreft het raadsvoorzitterschap niet wordt vervuld door één van de raadsleden. Dat zou namelijk ten koste kunnen gaan van de onpartijdigheid. Kan de raadsvoorzitter niet zelf horen, dan wordt zij vervangen door de griffier of – indien de griffier direct betrokken was bij het betwiste besluit – door een plaatsvervangend griffier.