Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening reclamebelasting

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening reclamebelasting
CiteertitelVerordening reclamebelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen, uitkeringen en toeslagen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Verordening reclamebelasting 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-12-201410-12-2014Vervallen verklaard

27-11-2014

Gemeenteblad, 73084

Z-14-30496/3274
17-12-201010-12-2014Nieuwe regeling

02-12-2010

Ons Eiland, 09-12-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 2010;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2011.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie openbare aankondiging wordt getroffen.

Artikel 3 Heffingsgrondslag en tarief

  • 1 De belasting wordt geheven naar één aankondiging per lichtmast.

  • 2 Het tarief bedraagt voor de per lichtmast aanwezige aankondiging, per belastingjaar € 396,00.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1 De ‘Verordening reclamebelasting 2010’, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4 De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting 2011’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Middelharnis op 2 december 2010.

De griffier,                                                              De voorzitter,

mr. E. Hagens.                                                     drs. P. Zevenbergen.