Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen, uitkeringen en toeslagen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Verordening begraafplaatsrechten 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1, onderdeel a en artikel 149 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-03-201101-01-201101-01-2012Nieuwe regeling

03-02-2011

Ons Eiland

Onbekend
17-12-2010Nieuwe regeling

02-12-2010

Ons Eiland, 09-12-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ;

gelet op artikel 149 en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten gemeente Middelharnis 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:a. begraafplaats: de begraafplaatsen te Middelharnis, Nieuwe-Tonge, Sommelsdijk en Stad aan 't Haringvliet;b. particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;c. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;d. particulier urnengraf: een plaats in de urnentuin, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen in urnen;e. particulier urnennis/urnenkelder: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon- het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;f. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;g. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;h. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;i. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;j. gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Tarieven en maatstaven van heffing

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2 Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.3 en 4.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in 4.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4 Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.3 en 4.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Verordening begraafplaatsrechten 2011’, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5 Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening begraafplaatsrechten 2011’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Middelharnis op 3 februari 2011.

De griffier,                                             De voorzitter,

mr. E. Hagens.                                    drs. P. Zevenbergen.

Tarieventabel, behorende bij de Verordening begraafplaatsrechten 2011 1

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor een termijn van dertig jaar wordt geheven€ 1.142,80  
1.2Voor een verlenging van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan een derde van het bedrag dat wordt gehe-ven voor het verlenen van het uitsluitend recht.
1.3Bij het begraven in een eigen graf waarvan de lopende uitgiftetermijn kleiner is dan de wettelijk voorgeschreven grafrust, wordt per ontbrekend jaar geheven een dertigste deel van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.
Hoofdstuk 2 Begraven
2.1Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven€ 104,00
2.2Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven€ 232,10
2.3Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt ge-heven€ 464,30
2.4Het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3, wordt verhoogd met € 176,10, wanneer het begraven geschiedt:a. buiten de vastgestelde tijden genoemd in artikel 9 van de Beheersverorde-ning Begraafplaatsen Middelharnis 1997;b. binnen de vastgestelde tijden genoemd in artikel 9 van de Beheersverorde-ning Begraafplaatsen Middelharnis 1997 op zaterdagen of algemeen erkende feestdagen. 
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen
3.1Voor het plaatsen/bijzetten van een asbus in of op een eigen graf of op een bestaand algemeen graf wordt geheven€ 232,10
3.2Voor het plaatsen/bijzetten van een asbus in een urnennis, in een daarvoor bestemde urnenmuur of op een plaats in de urnentuin wordt geheven
3.2.1voor een termijn van 20 jaar€ 665,00
3.2.2voor een verlenging met een termijn van 10 jaar€ 332,50
3.2.3voor een tweede asbus in een bestaande gesloten nis€ 232,10
3.3voor het verstrooien van as op de daartoe aangewezen plaats, wordt geheven€ 104,00
Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud
4.1Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen, herplaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 21 van de Beheersverordening Begraafplaatsen Middelharnis 1997, wordt geheven:
4.1.1voor het stichten van een grafkelder, per daarin te begraven lijk (exclusief de grafkelder)€ 1.344,10
4.1.2voor het plaatsen of herplaatsen van een gedenkteken, (enkele steen) per gedenkteken€ 267,10
4.1.3voor het plaatsen of herplaatsen van een gedenk teken, (dubbele steen) per gedenkteken€ 534,20
4.1.4voor het aanleggen van een graftuin of het aanbrengen van een beplanting:
4.1.4.1zonder dat gedenktekenen worden gesticht€ 145,50
4.1.4.2indien reeds gedenktekenen zijn gesticht, bedoeld in 4.1.2 en 4.1.3€ 69,00
4.1.5voor het plaatsen of herplaatsen van een gedenkteken, (enkele steen) met be-planting per gedenkteken€ 336,10
4.1.6voor het plaatsen of herplaatsen van een gedenkteken, (dubbele steen) met beplanting per gedenkteken€ 603,20
4.1.7Het recht, bedoeld in 4.1.2, 4.1,3, 4.1.5 en 4.1.6, wordt verhoogd indien een betonvoet wordt gesticht:
4.1.7.1voor een eigen graf€ 52,10
4.1.7.2voor een algemeen graf€ 34,50
4.2Bij het afnemen en weder plaatsen van gedenktekenen en beplantingen, zoals bedoeld in 4.1.2 tot en met 4.1.7 wordt het daargenoemde recht opnieuw geheven.
4.3Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in 4.1.1 tot en met 4.1.6 wordt geheven per jaar:
4.3.1voor een grafkelder, per daarin begraven of te begraven lijk€ 349,10
4.3.2voor gedenkteken (enkele steen), per gedenkteken€ 104,00
4.3.3voor gedenkteken (dubbele steen), per gedenkteken€ 208,00
4.3.4voor een gedenkteken (enkele steen) met beplanting€ 128,00
4.3.5voor een gedenkteken (dubbele steen) met beplanting€ 256,00
4.3.6voor een graftuin of een beplanting, zonder dat een gedenkteken is geplaatst€ 79,50
4.3.7voor een houten naambord€ 79,50
4.4De rechten als bedoeld in onderdeel 4.3 kunnen worden afgekocht:- voor onbepaalde tijd door voldoening van een afkoopsom van 30 maal het per kalenderjaar te heffen recht. In die gevallen is de gemeente tot blijvend onderhoud verplicht, zolang op de desbetreffende begraafplaats gelegenheid tot begraven bestaat;- voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor. De afkoopsom wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van vijftig eurocent .Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht | vermenigvuldigingsfactor10 | 930 | 22,5 
Hoofdstuk 5 Lijkschouwing
5.1Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven:€ 152,60
5.2Voor het schouwen van een lijk 's avonds, 's nachts of op zon- enfeestdagen wordt het recht bedoeld in 5.1 verhoogd met: € 152,60
Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen
6.1Voor het opgraven of opnieuw begraven van een lijk, asbus of urnen wordt geheven het bedrag dat ingeschakelde externe dienstverleners hiervoor aan de gemeente berekenen. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt een begroting van de kosten aan de aanvrager voorgelegd.
Hoofdstuk 7 Overige heffingen
7.1Voor het luiden van één der gemeentelijke torenklokken wordt geheven€ 48,10

 

Behorende bij raadsbesluit van 2 december 2010.

De griffier van de gemeente Middelharnis, mr. E. Hagens.