Overheidsorganisatie | Gemeente Nijefurd |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2009 |
Citeertitel | precariobelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Geen |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 23-12-2009 Friso, 23-12-2009 | Geen |
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2009;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
“Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010”
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder zomerseizoen: het aaneengesloten tijdvak tussen 1 april en 31 oktober daaraanvolgend.
Onder de naam “precariobelasting” wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
De belasting wordt geheven van degene van wie dan wel ten behoeve van wie één of meer voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond worden aangetroffen.
1. De belasting bedraagt voor het hebben van een terras, per zomerseizoen, per vierkante meter € 26,60.
2. Voor de berekening van de in het eerste lid bedoelde belasting wordt uitgegaan van de grootste buitenwerkse maten en wordt, indien meer dan één voorwerp door een zelfde belastingplichtige wordt gehouden en deze naar maatschappelijke opvattingen bij elkaar horen, voor de berekening van de belasting de tussenliggende ruimte mede in aanmerking genomen.
Het belastingtijdvak is gelijk aan het zomerseizoen.
De belasting wordt geheven door middel van een schriftelijk gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is belasting verschuldigd voor zoveel volle kalendermaanden als er na de aanvang van de belastingplicht in het belastingtijdvak overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat belastingtijdvak na het einde van de belastingplicht nog overblijven.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de nota of andere schriftuur.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
1. De “Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2009” van 9 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.