Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffen en reinigingsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffen en reinigingsrechten 2011
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, aanhef en onder a en b en artikel 15.33 Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-201001-12-2011nieuwe regeling

13-12-2010

Regiokrant, 22-12-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2011

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    Een afvalstoffenheffing;

  • b.

    Reinigingsrechten.

HOOFDSTUK II AFVALSTOFFENHEFFING

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
  • 1. Onder de naam "Afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting

    geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

    (Stb. 2002, 399).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daar-

    bij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen

    geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aan-

    zien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet

    milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoude-

    lijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht
  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan een kalenderhalfjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing
  • 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.2, 1.3 en 1.4 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat belastingtijdvak, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1, als er in dat belastingtijdvak, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8 Termijnen/tijdstip van betaling
  • 1. De aanslagen afvalstoffenheffing (volgend uit artikel 2) die per halfjaar worden opgelegd, moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat voor aanslagen die per halfjaar worden opgelegd (afvalstoffenheffing), in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 3 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Voor de tarieven in hoofdstuk 1.1. valt voor de hoogbouw (gebruik ondergrondse containers) per halfjaar het volgende onder de kwijtschelding:

vastrecht € 76,86 en 15 aanbiedingen bij een ondergrondse container met een vulopening van 60 liter, respectievelijk 30 aanbiedingen bij een ondergrondse container met een vulopening van 30 liter.

Voor de tarieven in hoofdstuk 1.1. valt voor de laagbouw (gebruik mini-containers) per halfjaar het volgende onder de kwijtschelding:

vastrecht € 76,86 en 6 ledigingen van de 240 liter container, respectievelijk 10 ledigingen voor de 140 liter container.

Voor de tarieven genoemd in hoofdstuk 1.2, 1.3 en 1.4 van de tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.

HOOFDSTUK III REINIGINGSRECHTEN

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende nota waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 15 Termijnen van betaling

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het verlenen van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen en moeten worden betaald binnen twee weken na de dagtekening van de nota.

Artikel 16 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten, volgens hoofdstuk 2 van de tarieventabel, wordt geen kwijtschelding verleend.

HOOFDSTUK IV AANVULLENDE BEPALINGEN

Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 18 Overgangsrecht

De "Verordening reinigingsheffingen 2010" van, 15 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 19
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 20
  • Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen 2011”.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2010.

    De Raad voornoemd,

    Mevr. Y.P. van Mastrigt, voorzitter.

    Mevr. C.A.M. Bodewes, raadsgriffier.

TARIEVENTABEL

behorende bij de "VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN 2011"

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1 Tarief afvalstoffenheffing

1.1.1. De belasting per perceel voor het periodiek verwijderen van huis-

houdelijke afvalstoffen bedraagt per belastingtijdvak (halfjaar)

voor het vaste deel: € 76,86

1.1.2 De belasting als bedoeld in 1.1.1 wordt vermeerderd voor het in

bruikleen hebben van een extra container van 240 liter, bestemd

voor de overige huishoudelijke afvalstoffen per extra container,

per belastingtijdvak (halfjaar) (= boven hetgeen standaard aan

het perceel is verstrekt) voor een vast deel: € 5,25

1.1.3 De belasting als bedoeld in 1.1.1 wordt voor laagbouw (gebruik makend van minicontainers) vermeerderd met:

Per lediging van een minicontainer van 240 liter € 6,96

Per lediging van een minicontainer van 140 liter € 4,06

1.1.4 De belasting als bedoeld in 1.1.1 wordt voor de hoogbouw (gebruik

makend van ondergrondse containers) vermeerderd met:

Per inworp van een vuilniszak van 60 liter € 1,74

Per inworp van een vuilniszak van 30 liter € 0,87

1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de be-

lasting voor het op aanvraag inzamelen (ophalen) van:

1.2.1.1 grof vuil, per big bag € 45,00

1.2.1.2 schoon puin, per big bag € 50,00

1.2.1.3 overig bouw- en sloopafval, per big bag € 90,00

1.3.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting

voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen, met

uitzondering van glas, papier, textiel, wit- en bruingoed, metaal, grof

tuinafval en Klein Gevaarlijk Afval (KGA, incl. asbest) op een

daartoe van gemeente-wege ter beschikking gestelde plaats

(Afval Aanbreng Punt),

1.3.1.1 basisbedrag per keer € 0,00

vermeerderd met:

1.3.1.2 per ton aangeboden afval per keer € 25,00

vermeerderd met verwerkingskosten voor:

1.3.1.3 afvalstoffen categorie II ‘Schoon’ gemengd puin € 10,00

afvalstoffen categorie IV Hout € 30,00

afvalstoffen categorie V Grof vuil € 125,00

afvalstoffen categorie VI Bouw- en sloopafval € 140,00

1.4.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1. bedraagt de belasting

Voor het inzamelen (aan huis ophalen) van GFT-afval met een

daar toe op aanvraag beschikbaar gestelde bruine 240 liter container

€ 50,00 Dit is het tarief voor 12 keer het ledigen van een minicontainer.

Door de gemeente worden ten minste 12 inzameldagen aangewezen

waarop deze GFT-afvalcontainer aangeboden kan worden.

Hoofdstuk 2 Maatstaf en tarieven reinigingsrechten

2.1 Het recht bedraagt voor:

2.1.1 het ledigen van een beerput of septictank en het verwijderen van

de daaruit komende stoffen:

met een inhoud van 0,5 m3 tot en met 4,5 m3 € 107,60

met een inhoud van meer dan 4,5 m3 tot en met 9,0 m3 € 211,00

met een inhoud van meer dan 9,0 m3 € 314,40

2.1.2 het ledigen van een zinkput € 32,10

2.1.3 het openen en weer sluiten van een put of tank en het verrichten

van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden, naast de onder

2.1.1 en 2.1.2 genoemde rechten, per werkman, per halfuur € 20,40

indien de diensten op zaterdagen, zon- en feestdagen worden verricht, wordt het tarief verhoogd met 25%

2.2 Het recht bedraagt voor:

2.2.1 de diensten, andere dan genoemd onder 2.1.3, voor een werkman,

per halfuur € 20,40

indien de diensten op zaterdagen, zon- en feestdagen worden verricht, wordt het tarief verhoogd met 25%

2.2.2 een kolkenzuiger, per halfuur € 32,10

2.2.3 de bestrijding van ratten en muizen, op terreinen en/of in gebouwen,

waarop of waarin bedrijfsuitoefening plaatsvindt, per keer € 108,10

indien deze werkzaamheden meer tijd in beslag nemen dan 4 manuren, worden daarnaast de meerdere manuren in rekening gebracht,

overeenkomstig het onder 2.2.1 genoemde tarief.

Behoort bij raadsbesluit van 13 december 2010.

De raadsgriffier van Hoogezand-Sappemeer,