Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Reeuwijk

Regeling verlof en werktijden 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Reeuwijk
Officiële naam regelingRegeling verlof en werktijden 2005
CiteertitelRegeling verlof en werktijden 2005
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpPersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR/UWO, art. 4:2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2011nieuwe regeling

08-02-2005

Onbekend

Punt 10, B&W-vergadering 08-02-2005

Tekst van de regeling

Burgemeester en wethouders van Reeuwijk;

gelet op het bepaalde in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) van de gemeente Reeuwijk;

rekening houdende met de instemming van de Ondernemingsraad;

B E S L U I T E N :

vast te stellen de navolgende:

“Regeling verlof en werktijden 2005”.

Begripsomschrijvingen

Bedrijfstijdde tijd gedurende welke de organisatie in principe zijn diensten aanbiedt.
Werktijdde periode tussen de vastgestelde tijdstippen (begin en eindtijd) gedurende welke door de medewerker arbeid moet worden verricht.
Teameen groep collega’s binnen een organisatie-eenheid die werkt aan eenzelfde product of aan min of meer met elkaar samenhangende producten.

Artikel 1.

  • 1. Onder verwijzing naar artikel 1:1 van de CAR/UWO bedraagt een volledige betrekking bij de gemeente Reeuwijk 1821 uur per jaar, welk urenaantal als volgt is opgebouwd:

    op het aantal van 1836 uur per jaar (art. 1:1 CAR/UWO) worden de uren voor Goede Vrijdag (4 uur x 7/7) en Bevrijdingsdag (8 uur x 5/7), 50% verlof op de vrijdag na Hemelvaart (2 uur x 7/7) en idem met vrijdagen na Nieuwjaarsdag (2 uur x 1/7), Koninginnedag (2 uur x 1/7), Bevrijdingsdag (2 uur 1/7) en Kerst (2 uur x 1/7) alsmede een uur verlof op Sinterklaas (1 uur x 5/7), Kerstavond (1 uur x 5/7) en Oudjaar (1 uur x 5/7), in totaal derhalve 15 uur per jaar, in mindering gebracht.

  • 2. Voor parttime medewerkers wordt dit aantal naar rato van hun dienstverhouding vastgesteld.

Artikel 2 - Verlofuren

  • 1.

    De hoeveelheid vakantie- en verlofuren wordt gerelateerd aan het bepaalde in artikel 6:2 CAR/UWO.

  • 2.

    a. Afhankelijk van de leeftijd, die in het kalenderjaar wordt bereikt, wordt het aantal te werken uren op

jaarbasis als bedoeld in artikel 1 verlaagd met:

Bij een leeftijd van:Verlaging met:
35 jaar t/m 39 jaar7,2 uur
40 jaar t/m 44 jaar14,4 uur
45 jaar t/m 49 jaar21,6 uur
50 jaar t/m 54 jaar28,8 uur
55 jaar t/m 59 jaar36,0 uur
  • b.

    Voor parttime medewerkers wordt dit aantal leeftijdverlofuren naar rato van hun betrekkingsomvang vastgesteld.

  • 3.

    Het totaal van deze uren wordt in mindering gebracht op de volgens artikel 1, lid 1 berekende productie-uren op jaarbasis.

  • 4.

    a. Een medewerker kan, voorzover de dienst dat naar oordeel van zijn leidinggevende toelaat,maximaal 4 weken aaneengesloten vakantie nemen.

    b. Van het gestelde onder a. kan alleen worden afgeweken indien er binnen het team waarin de medewerker werkt geen organisatorische c.q. bezettingsproblemen ontstaan en de leidinggevende van de betrokken medewerker met een langere vakantieperiode instemt.

Artikel 3. – Werkbare dagen

  • 1. De door de medewerker te werken uren worden gewerkt op de door de werkgever aangegeven werkbare dagen:

    • a.

      van maandag tot en met donderdag tussen 07:00 tot 19:00 uur

    • b.

      op vrijdag tussen 07:00 tot 13:00 uur.

  • 2. De dienst is gesloten op Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Paasmaandag, Koninginnedag, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, Bevrijdingsdag en de Kerstdagen.

  • 3. De dienst is gesloten op de vrijdagen aansluitend aan Nieuwjaarsdag, Koninginnedag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag en 2e Kerstdag.

  • 4. De dienst is gesloten om 15:00 uur wanneer Sinterklaas, Kerstavond en/of Oudjaar op een maandag, dinsdag, woensdag of donderdag valt.

Artikel 4. – Rooster

  • 1. In overleg tussen leidinggevende, team en individuele medewerkers wordt een rooster opgesteld waarbij de invulling voor een zo lang mogelijke periode dient te geschieden, met een minimumperiode van een maand.

  • 2. Dit rooster betreft met name de urenverdeling van de medewerker over de roosterperiode.

  • 3. De inroostering mag, uitgaande van de betrekkingsomvang van de medewerker, variëren met 6 uur plus of min voor de medewerker met een betrekking van 24 tot 36 uur per week, met 4 uur plus of min voor de medewerker met een betrekking van 12 tot 24 uur per week en met 2 uur plus of min voor de medewerker met een betrekking kleiner dan 12 uur per week.

  • 4. Aanpassing van het rooster kan zowel op verzoek van de medewerker als op aangeven van de leidinggevende plaatsvinden. De roosteraanpassing dient in beginsel een maand voor aanvang bij de medewerker bekendgemaakt te zijn.

Artikel 5. – Variabel werken

  • 1.

    Met inachtneming van het volgens het rooster in een bepaalde periode te werken aantal uren en de in dit artikel en de navolgende artikelen gegeven kaders is de medewerker vrij om zijn werkuren binnen de in artikel 3, lid 1, gegeven werktijden te variëren.

  • 2.

    a. Dit variëren van de werktijden vindt plaats in samenspraak met de directe collega’s en – voorzoverde medewerkers binnen een team er niet in onderling overleg uitkomen – de leidinggevende, die daarin een beslissende stem heeft.

    b. De leidinggevende kan nadere richtlijnen geven voor de werktijdenbepaling van zijn medewerkers.

  • 3.

    Bij de afstemming van de onderlinge werktijden worden deze zodanig ingedeeld dat tijdens de bedrijfstijd van 09:00 – 12:30 uur en van 13:30 – 17:00 uur ieder team zodanig bezet is dat een adequate dienstverlening aan de klant en een goede voortgang van de werkzaamheden steeds gewaarborgd is.

  • 4.

    Voor de medewerkers van het team burgerzaken geldt in aanvulling op de in voorgaand lid beschreven bedrijfstijd een avondopenstelling op de dinsdagen van 17:00 – 20:00 uur.

  • 5.

    a. Van alle medewerkers wordt de bereidheid verwacht om in voorkomende gevallen buiten de bedrijfstijd en zo nodig buiten de reguliere werktijden hun klanten van dienst te zijn.

    b. Dienstverlening buiten de reguliere werktijden vindt bij voorkeur plaats tijdens de avondopenstelling van burgerzaken.

  • 6.

    Voor de bodes geldt dat zij verantwoordelijk zijn voor het voor aanvang en na afloop van de reguliere dagelijkse werktijd afsluiten van het gemeentehuis, alsmede voor het voorzover nodig begeleiden van vergaderingen, bijeenkomsten enz. buiten de reguliere werktijden.

  • 7.

    a. De grote mate van vrijheid die deze wijze van variabel werken aan de medewerker biedt vereist eenverantwoordelijke omgang met de binnen dit systeem geboden mogelijkheden.

    b. De leidinggevende kan, wanneer naar zijn oordeel een medewerker in onvoldoende mate met deze verantwoordelijkheid kan omgaan, aan deze medewerker tijdelijk of permanent beperkingen op deze variabele werktijdensystematiek opleggen.

Artikel 6. – Dagelijkse werktijd

  • 1. Behoudens in incidentele gevallen verleende toestemming van de leidinggevende bestaat een werkdag uit minimaal 3 uur.

  • 2. Behoudens overwerk mag er dagelijks maximaal 9 uur worden gewerkt.

  • 3. Eénmaal per week mag de dagelijkse werktijd op 10 uur worden gesteld.

Artikel 7 – Overwerk

Bij overwerk ('onvoorzien, incidenteel en niet-periodiek') gelden de volgende maxima:

  • a.

    tot maximaal 11 uur werktijd per dag

  • b.

    tot maximaal 54 uur werktijd per week

  • c.

    tot maximaal 45 uur werktijd per week over elke periode van 13 weken.

Artikel 8 – Beeldschermwerk

Onder beeldschermwerk wordt uitsluitend gerekend de tijd die met het daadwerkelijk met de computer werken is gemoeid. Voor beeldschermwerk gelden de volgende maxima:

  • a.

    maximaal 2 uur achtereen zonder onderbreking (van tenminste 10 minuten); een onderbreking kan bestaan uit het verrichten van andere (niet-computer) werkzaamheden.

  • b.

    bij voorkeur niet meer dan 5 uur per dag, maximaal echter 6 uur per dag.

Artikel 9. – Pauzeregeling

  • 1. Er mag gedurende maximaal 5,5 uur aaneengesloten worden gewerkt zonder onderbreking met een pauze.

  • 2. Ten aanzien van het opnemen van pauzes worden de volgende regels in acht genomen:

    • a.

      bij een werktijd van 5,5 tot 8 uur op een dag wordt minimaal een half uur gepauzeerd

    • b.

      bij een werktijd van meer dan 8 tot 10 uur op een dag wordt minimaal drie kwartier gepauzeerd

    • c.

      bij een werktijd van meer dan 10 uur op een dag wordt minimaal een uur gepauzeerd

    • d.

      één van de dagelijks te nemen pauzes bedraagt ten minste een half uur aaneengesloten

    • e.

      pauzes beginnen niet eerder dan 2 uur na aanvang en eindigen niet later dan 2 uur voor het einde van de dagelijkse werktijd.

Artikel 10. – Ziekte, calamiteiten- en zorgverlof

  • 1. Bij ziekte, bij calamiteiten- en bij kortdurend zorgverlof schrijft de medewerker het aantal te werken uren af dat hij/zij volgens rooster gewerkt zou hebben.

  • 2. Bij ziekte langer dan een week of bij zwangerschapsverlof wordt bepaald dat na één week ziekte of zwangerschapsverlof de feitelijke arbeidsduur automatisch wordt omgezet in de formele arbeidsduur – dus de arbeidsduur volgens de aanstelling – per week.

  • 3. Medewerkers die weer terugkomen van ziekte, anders dan aan het begin van de week, dienen de niet gewerkte dagen in die week af te schrijven op basis van de feitelijke arbeidsduur (= ingeroosterde werkduur).

  • 4. In alle onder 1. t/m 3. genoemde gevallen mag het bruto te werken aantal uren op jaarbasis - zie artikel 1. - niet worden overschreden.

Artikel 11. – Bezoek van studiedagen, congressen, vergaderingen c.a.

  • 1. Medewerkers die congressen, beurzen, vergaderingen, zittingen en dergelijke buiten de gemeente moeten bijwonen/bezoeken, dienen de werkelijke uren als werkuren af te schrijven.

  • 2. Bij studieverlof schrijft de medewerker maximaal 7,2 uur af.

Artikel 12. – Urenregistratie/-verantwoording

Medewerk(st)ers zijn zelf verantwoordelijk voor een goede en juiste toepassing van de registratie en verantwoording van de door hen gewerkte uren. Deze registratie en verantwoording vormt periodiek onderwerp van overleg tussen het afdelingshoofd en de individuele medewerker.

Artikel 13. – Urensaldo aan het eind van het kalenderjaar

  • 1. Behoudens bijzondere toestemming van de leidinggevende mag de medewerker aan het eind van een kalenderjaar een saldo (positief of negatief) van maximaal tweemaal zijn wekelijkse betrekkingsomvang hebben staan.

  • 2. Dit saldo wordt verrekend met de in het volgende kalenderjaar te werken uren.

Artikel 14.– Buitendienst Gemeentewerken

De werktijden van de buitendienst Gemeentewerken zijn bij een afzonderlijk vastgesteld dienstrooster bepaald; de medewerkers van de buitendienst zijn daarom uitgezonderd van deze werktijdenregeling.

Artikel 15.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Regeling variabele werktijden 1997’ en de ‘Regeling vakantieverlof 2001’.

Ondertekening

Reeuwijk,

Burgemeester en wethouders van Reeuwijk,

de secretaris, de burgemeester,

z

H.Bruins J. Elzinga