Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijefurd

Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften en klachten gemeente Nijefurd

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijefurd
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaar- en beroepschriften en klachten gemeente Nijefurd
Citeertitel Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften en klachten gemeente Nijefurd
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200012-05-2011Nieuwe regeling

30-05-2000

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Nijefurd, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2000, nummer 2000/1016;

 

overwegende dat het in verband met de in werking treding van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk is te voorzien in een regeling voor klachtenbehandeling in de gemeente Nijefurd;

 

dat daartoe wordt gekozen voor aansluiting bij de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften Nijefurd;

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

 

besluiten:

 

vast te stellen de volgende

 

VERORDENING BEHAN­DE­LING BE­ZWAAR- EN BEROEP­SCHRIF­TEN EN KLACHTEN IN DE GEMEENTE NIJE­FURD

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan

het gemeentelijk bestuursorgaan dat dient te beslis­sen op een beroepschrift;

  • b.

    verwerend orgaan

het bestuursorgaan, dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie

de vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroep­schriften en klachten;

  • d.

    wet

de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling
  • 1. Er is een commissie, zoals genoemd in artikel 7:13 van de wet, ter voorbe­reiding van de beslissing op gemaakte bezwa­ren. Deze commissie is tevens, zoals bedoeld in artikel 9:14 van de wet, belast met de behandeling van en de advisering over klachten.

  • 2. De commissie is mede bevoegd ten aanzien van ingestelde admini­stra­tieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 3. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaar- en beroepschrif­ten tegen:

    • a.

      besluiten ter uitvoering van de gemeentelijke belastingverordeningen;

    • b.

      besluiten op grond van de Regeling functioneringsgesprekken en personeelsbeoordeling.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie
  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden, die op aanbeveling van het college van burgemeester en wethouders worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 2. De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Onafhankelijke positie
  • 1. De commissie is, voor wat betreft de taakuitoefening, niet ondergeschikt aan enig gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 5 Secretaris/klachtencoördinator
  • 1. De secretaris van de commissie, tevens klachtencoördinator, is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervan­gers van de secretaris/klachtencoördinator aan.

Hoofdstuk 3 Behandeling bezwaar- en beroepschriften

Artikel 6 Ingediend bezwaar- of beroepschrift
  • 1. Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangete­kend.

  • 2. Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikel

-2:1, tweede lid;

-6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

-6:17, voorzover het betreft de verzending van stukken tijdens de behan­deling door de commissie;

-7:4, tweede lid;

-7:6, vierde lid;

-7.18, tweede en vijfde lid, en

-7:20, verde lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek
  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

    Indien daaraan kosten zijn verbonden hoger dan f.500,00, is vooraf machtiging van burge­meester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting
  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. Indien de commissie op grond van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet be­sluit van het horen af te zien, wordt hiervan mededeling gedaan aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan en,

    • c.

      in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting
  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerende orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroeps­orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsver­vanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie vervullen hun taak zonder vooringenomenheid.

Artikel 13 Openbaarheid zitting
  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging
  • 1. Het verslag, als bedoeld in artikel 7.7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanig­heid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebben­den respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opge­steld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commis­sie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalin­gen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies
  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebben­den en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwe­rend orgaan, een afschrift.

Hoofdstuk 3 Behandeling klachten

Artikel 18 Ingediende klacht
  • 1. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangete­kend.

  • 2. Onmiddellijk nadat geconcludeerd wordt dat de voor toepassing van artikel 9:5 van de wet voor Nijefurd geldende procedure om klachten in het voorportaal af te handelen niet heeft geleid tot een door de klager gewenst resultaat, wordt de klacht met de daarbij overgelegde stukken in handen van de commissie gesteld.

Artikel 19 Vooronderzoek
  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klacht bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

    Indien daaraan kosten zijn verbonden hoger dan f.500,00, is vooraf machtiging van burge­meester en wethouders vereist.

Artikel 20 Hoorzitting
  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. Indien de commissie op grond van de artikel 9:10 van de wet be­sluit van het horen af te zien, wordt hiervan mededeling gedaan aan de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 21 Uitnodiging zitting
  • 1. De voorzitter deelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 22 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsver­vanger, aanwezig is.

Artikel 23 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie vervullen hun taak zonder vooringenomenheid.

Artikel 24 Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 25 Uitbrengen advies
  • 1. Het rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen wordt, onder medezending van het verslag van de hoorzitting, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op de klacht dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 9:11, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een afschrift.

Hoofdstuk 4 Externe klachtenprocedure

Artikel 26 Nationale ombudsman
  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 2. Bij de kennisgeving, bedoeld in lid 1, wordt vermeld dat bij de Nationale Ombudsman vervolgens nog een klacht kan worden ingediend.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 27 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften en klachten gemeente Nijefurd".

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2000. Het bepaalde in artikel 26, lid 2, treedt daarentegen in werking op 1 januari 2001.

  • 3. Op 1 oktober 2000 vervalt de “Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeente Nijefurd”, vastgesteld op 23 april 1996, zoals nadien gewijzigd.