Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijefurd

Verordening Burgerinitiatief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijefurd
Officiële naam regelingVerordening Burgerinitiatief
Citeertitel Verordening Burgerinitiatief
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-09-200801-01-2013Nieuwe regeling

09-09-2008

Friso, 09-09-2008

Geen

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Nijefurd;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

  

Besluit: vast te stellen de Verordening indienen burgerinitiatief gemeente Nijefurd

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad van de gemeente Nijefurd te plaatsen.

Artikel 2

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn ingezetenen vanaf 16 jaar en organisaties die in Nijefurd een belang hebben.

  • 2. Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de algemeen beleidsbepalende bevoegdheid van de gemeenteraad;

    • b.

      een onderwerp dat uitsluitend een persoonlijk belang betreft;

    • c.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • d.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    • f.

      een onderwerp waarover korter dan een jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging kan leiden.

    • g.

      een onderwerp waarvan de behandeldatum in de gemeenteraadsvergadering al bekend is.

  • 2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, wordt door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van bestuursorgaan.

  • 3. Het college of de burgemeester behandelt een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het verzoek bevat tenminste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief, en

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de (minimaal 50) handtekening(en) van de initiatiefnemer(s) vanaf 16 jaar uit de gemeente Nijefurd, alsmede een kopie van een identiteitsbewijs.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruikgemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in deze verordening. Tevens wordt het college om een schriftelijke reactie gevraagd. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in de Nijs út Nijefurd of via de website.

  • 4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6. In geval van twijfel of het ingediende initiatief wel voldoet aan de vereisten van de verordening, wordt hierover in het commissiegedeelte een advies gegeven.

Artikel 7

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

  • 1. De verordening kan worden aangehaald als “verordening burgerinitiatief”.

  • 2. De verordening treedt inwerking met ingang van de dag volgend op de dag van bekendmaking.

  • 3. Deze verordening wordt uiterlijk 2 jaar na de inwerkingtreding geëvalueerd.

Toelichting

Toelichting bij de bepalingen

 

Artikel 1

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

 

Toelichting

In deze bepalingen is ervoor gekozen de term “burgerinitiatief ” te hanteren ter aanduiding van het voorstel (of onderwerp) dat door een burger bij de raad kan worden ingediend. Dit artikel gaat er niet alleen vanuit dat een burger bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad maar is ruimer. Het biedt de mogelijkheid dat burgers een onderwerp bij de raad aandragen, zonder dat een concreet voorstel is bijgevoegd. Het staat burgers vrij om een concreet voorstel in te dienen. Het is aan de raad om te beslissen of het onderwerp een nadere uitwerking door de indieners behoeft.

 

Artikel 2

  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is het verzoek dat:

    a. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    b. niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

 

Toelichting

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen als er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als

  • (a).

    het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en

  • (b).

    aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

 

Artikel 3

  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn ingezetenen vanaf 16 jaar en organisaties die in Nijefurd een belang hebben.

  • 2.

    Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

 

Toelichting

De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Belanghebbenden kunnen zijn: buurtorganisaties, een school, een zorginstelling etc. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken. Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde.

Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

 

Artikel 4

  • 1.

    Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    a. Een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad;

    b. een onderwerp dat uitsluitend een persoonlijk belang betreft;

    c. een vraag over het gemeentelijk beleid;

    d. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    e. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    f. een onderwerp waarover korter dan een jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging kan leiden.

    g. een onderwerp waarvan de behandeldatum in de gemeenteraadsvergadering al bekend is.

  • 2.

    Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, wordt door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van bestuursorgaan.

  • 3.

    Het college of de burgemeester behandelt een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 als ware het een burgerinitiatief.

 

Toelichting

Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar wordt vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatief-procedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij “er niet over gaat”. Binnen de bevoegdheden van de raad gaat het dan om de wat zwaardere bredere beleidsonderwerpen. Voor meer kleinere en/of individuele zaken kan gebruik worden gemaakt van andere instrumenten (gesprekken, brieven, afspraak).

Voorts moet worden uitgesloten dat iemand puur uit eigen belang de raad bestookt met onderwerpen die uitsluitend een persoonlijk belang betreffen (zie ook toelichting artikel 5). Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreekrecht of het spreekuur van een wethouder of de burgemeester. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent (voorstel 1 jaar) nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het initiatief een nieuw voorstel betreft dat nog geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest. Het derde lid is bedoeld om te voorkomen dat college of burgemeester een initiatief terzijde kan schuiven.

 

Artikel 5

  • 1.

    Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. De griffier begeleidt en adviseert de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure.

  • 2.

    Het verzoek bevat tenminste:

    a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    b. een toelichting op het burgerinitiatief, en

    c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de (minimaal 50) handtekening(en) van de initiatiefnemer(s), alsmede een kopie van een identiteitsbewijs.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruikgemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

 

Toelichting

Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat indiening van een burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaard-formulier. Op dit formulier moet de initiatiefnemer naast het voorstel en een toelichting in ieder geval zijn personalia aangeven. Ter voorkoming van fraude met namen kan gevraagd worden naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Op deze manier wordt voorkomen dat iemand uit puur persoonlijk belang initiatieven indient.

 

Artikel 6

  • 1.

    De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in deze verordening. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2.

    De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in de Nijs út Nijefurd of via de website.

  • 4.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5.

    De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6.

    In geval van twijfel of het ingediende initiatief wel voldoet aan de vereisten van de verordening, wordt hierover in het commissiegedeelte een advies gegeven.

 

Toelichting

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren. Zodra gebleken is dat het voorstel voldoet aan de in deze verordening opgenomen vereisten wordt het voorstel op de raadsagenda geplaatst. De griffier zal in overleg met het presidium van de raad het burgerinitiatief zo spoedig mogelijk agenderen voor een raadsvergadering. Tegelijkertijd zal de griffier het college om een reactie vragen. De reactie wordt bij de raadsstukken gevoegd, zodat de raad daarmee tijdens de behandeling rekening kan houden.

 

Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester. Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de indiener/initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. In deze bepalingen

is ervoor gekozen in het midden te laten hoe raad, college of burgemeester verder met het burgerinitiatief omgaat. Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De indiener/initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.

 

Artikel 7

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

 

Toelichting

De burgemeester brengt in zijn burgerjaarverslag de relatie met de burger al in beeld. Dit instrument van de burger past daar goed bij. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burger-initiatieven), en aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.