Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening commissie bezwaarschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOverheid en democratie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Regeling commissie bezwaarschriften 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 84
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-01-201309-01-2013intrekking

02-01-2013

Huis-aan-huiskrant Groot Goeree-Overflakkee, 08-01-2013

Z 13-00341
17-12-201009-01-2013Nieuwe regeling

02-12-2010

Ons Eiland, 16-12-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad, het college en de burgemeester;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van 5 oktober 2010;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de navolgende

Verordening commissie bezwaarschriften 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:a. ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 onder a, van de CAR-UWO,met inbegrip van de persoon als bedoeld in artikel 1:2, onder a en d, van de CAR-UWO;b. commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften;c. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluitenvan de raad, het college en de burgemeester. 

  • 2 De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften gericht tegen besluiten:a. als bedoeld in artikel 1:3 of 8:1, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht betreffendeaanstelling, ontslag, rechten of plichten voorvloeiend uit de arbeidsverhouding met een ambtenaar;b. inzake gemeentelijke belastingen en de Wet waardering onroerende zaken. 

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vier leden.

  • 2 De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3 De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Instellen kamers

  • 1 De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2 De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie ofcategorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld. 

  • 3 Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, te weten:a. een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;b. ten minste twee andere leden, door de commissie uit haar midden aangewezen. 

  • 4 De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en een tweede plaatsvervangeraan. 

  • 5 De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissiezal geschieden. 

  • 6 Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze regeling zo veel mogelijk vanovereenkomstige toepassing. 

Artikel 5 Secretaris

  • 1 De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezenambtenaar. 

  • 2 Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van deraad. 

  • 2 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3 De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functievervullen totdat in de opvolging is voorzien. 

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1 Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2 Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk inhanden van de commissie gesteld. 

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:a. artikel 2:1, lid 2;b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;c. artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling doorde commissie;d. artikel 7:4, lid 2;e. artikel 7:6, lid 4.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in tewinnen of te laten inwinnen. 

  • 2 Op verzoek van de voorzitter reageert het verwerend orgaan of zijn gemachtigde schriftelijkop het bezwaarschrift. In deze reactie wordt gemotiveerd aangegeven of het bezwaarschriftaanleiding is tot een standpuntwijziging, alsmede of beproefd is het geschil op een andere wijze op te lossen. De schriftelijke reactie wordt opgesteld volgens een door het college vast te stellen sjabloon. 

  • 3 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigenadvies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting teverschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het collegevereist. 

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2 De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3 Indien de voorzitter op grond van lid 2 besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1 De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie wekenvoor de hoorzitting schriftelijk uit. 

  • 2 Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaanonder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen. 

  • 3 De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstipvan de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld. 

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe testaan van de termijnen die genoemd zijn in lid 1 tot en met lid 3. 

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onderwie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is. 

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van eenbezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. 

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1 De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2 De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van deaanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoekdoet. 

  • 3 Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegenopenbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren. 

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 3 Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4 Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoekwenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere leden van de commissie dit onderzoek houden. 

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binneneen week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op het verzoek. 

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben opde hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

     

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2 a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheiddat verlangt. 

  • 3 Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar-schrift.

  • 4 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1 Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueeldoor de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebrachtaan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. 

  • 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, alsbedoeld in artikel 7:10, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen. 

  • 3 Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie doet jaarlijks schriftelijk verslag van haar werkzaamheden aan de raad, hetcollege en de burgemeester. Het verslag dient vóór 1 mei van het jaar volgend op het verslagjaarte zijn ontvangen. 

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De op 1 juni 2006 vastgestelde Regeling commissie bezwaarschriften 2006, vervalt op het moment van in werking treden. 

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3 Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening commissie bezwaarschriften 2010’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 5 oktober 2010.

De burgemeester,drs. P. Zevenbergen.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college op 5 oktober 2010.

De secretaris,                                                      De burgemeester,mr. H. Scholtens.                                                drs. P. Zevenbergen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 2 december 2010.

De griffier,                                                            De voorzitter,mr. E. Hagens.                                                   drs. P. Zevenbergen.