Richtlijnen voor de aanwijzing van belastingplichtigen met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen, het rioolrecht, de milieuheffing en de hondenbelasting

Algemene richtlijn

Als er bij het heffen van een belasting of recht ter zake van het voorwerp van de heffing meer dan één belastingplichtige kan worden aangewezen, wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze volgorde van voorkeur is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige invordering. Daarbij wordt aan één van de belastingplichtigen de aanslag opgelegd.

De aanslag wordt in beginsel opgelegd ten name van die belastingplichtige van wie bij de gemeentelijke belastingadministratie bekend is dat deze hem op zijn of haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot mogelijke invorderingsproblemen. De aanslag wordt opgelegd ten name van de persoon die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen. Dit kan meebrengen dat ondanks de voorkeur van de belastingplichtigen aanleiding kan worden gevonden voor een andere keuze.

Ook bestaat de mogelijkheid dat op verzoek een andere keuze wordt gemaakt. De wijzigingen kunnen, indien de keuze niet tijdig aan de belastingadministratie is kenbaar gemaakt, pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingjaar.

Indien met betrekking tot de belastingheffing een machtiging is afgegeven om de belastingen en het recht automatisch te incasseren, worden binnen de begrenzing van de wetgeving en de vigerende belastingverordeningen de aanslagen gesteld ten name van de persoon die de machtiging heeft verleend.

Indien de eigen voorkeur van de betrokken belastingplichtigen bij de belastingadministratie niet bekend is, of leidt tot veronderstelde problemen met betrekking tot de invordering, wordt - indien en voor zover de gegevens bekend of te achterhalen zijn - de aanslag volgens de hierna vermelde richtlijnen tenaamgesteld. Zij zijn evenwel niet alles omvattend. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

De definitieve aanwijzing van de belastingplichtige vindt plaats door middel van de tenaamstelling van het aanslagbiljet.

Richtlijnen voor de aanwijzing van de belastingplichtige indien de belasting of het recht geheven wordt van de genothebbende krachtens eigendom of de genothebbende krachtens een beperkt recht

• 1. Indien er onder de genothebbenden één of meer personen zijn waarvan bekend is dat zij in Spijkenisse wonen of gevestigd zijn, dan wordt de aanslag in aflopende voorkeursvolgorde gesteld ten name van:

  • a.

    degene die in het gemeentelijke heffingenbestand reeds bekend is;

  • b.

    degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

  • c.

    een natuurlijk persoon boven een niet natuurlijk persoon;

  • d.

    de man bij gelijke aandelen tussen man en vrouw;

  • e.

    de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

• 2. Indien er bij de genothebbende geen personen zijn waarvan bekend is dat zij in Spijkenisse wonen of gevestigd zijn, maar wel één of meer personen die volgens de voorhanden zijnde informatie elders in Nederland wonen of gevestigd zijn, dan wordt de aanslag in aflopende voorkeursvolgorde gesteld ten name van:

  • a.

    degene die in het gemeentelijke heffingenbestand reeds bekend is;

  • b.

    degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

  • c.

    een natuurlijk persoon boven een niet natuurlijk persoon;

  • d.

    de man bij gelijke aandelen tussen man en vrouw;

  • e.

    de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

• 3. Indien er bij de genothebbende geen personen zijn waarvan bekend is dat zij in Spijkenisse wonen of gevestigd zijn, maar wel één of meer personen die volgens de voorhanden zijnde informatie in het buitenland wonen of gevestigd zijn, dan wordt aanslag in aflopende voorkeursvolgorde gesteld ten name van:

  • a.

    degene die in het gemeentelijke heffingenbestand reeds als belastingplichtige bekend is;

  • b.

    degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

  • c.

    de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

• 4. Indien er sprake is van een groep medegerechtigden die tezamen een onverdeeld aandeel hebben, dan wordt een belastingplichtige uit de groep gekozen overeenkomstig de richtlijnen genoemd onder 1 t/m 3.

Richtlijnen voor de aanwijzing van de belastingplichtige indien de belasting wordt geheven van de gebruiker van een onroerende zaak of een perceel

De aanslag wordt in aflopende voorkeursvolgorde gesteld ten name van:

• 1.

  degene die in het gemeentelijke heffingenbestand reeds als belastingplichtige bekend is;

• 2.

  degene die de onroerende zaak of het perceel het langst gebruikt;

• 3.

  bij gelijktijdige vestiging:

  • a.

    bij echtparen, met of zonder inwonende gezinsleden of familieleden: de man;

  • b.

    bij samenwoning van een man en een vrouw, met of zonder inwonende gezinsleden of familieleden: de man;

  • c.

    in alle andere dan de onder a en b genoemde gevallen: het oudste lid van het huishouden;

• 4.

  degene die het grootste deel van de onroerende zaak of het perceel gebruikt;

• 5.

  degene die op enige andere wijze als gebruiker naar voren treedt.

Richtlijnen voor de aanwijzing van de belastingplichtige met betrekking tot de hondenbelasting

De aanslag wordt gesteld ten name van:

• 1.

  degene die in het gemeentelijke heffingenbestand reeds als belastingplichtige bekend is;

• 2.

  bij echtparen, met of zonder inwonende gezinsleden of familieleden: de man;

• 3.

  bij samenwoning van een man en een vrouw, met of zonder inwonende gezinsleden of familieleden: de man;

• 4.

  in alle andere dan de onder 1 en 3 genoemde gevallen: het oudste lid van het huishouden.