Overheidsorganisatie | Gemeente Middelharnis |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Middelharnis |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Onderwijs |
Het 'Besluit tot vaststelling van de wijziging van de Verordeningleerlingenvervoer gemeente Middelharnis' is verwerkt in de tekst
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2003 | 10-04-2013 | Nieuwe regeling | 05-06-2003 | Besluitnummer: 9 |
De raad van de gemeente Middelharnis;
gelezen het voorstel van het presidium van 17 mei 2002;
gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra ende Wet op het voortgezet onderwijs;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende: Verordening leerlingenvervoer gemeente Middelharnis.
In deze verordening wordt verstaan ondera school:- een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op hetprimair onderwijs (Stb. 1998, 495);- een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ofvoortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb.1998, 496);- een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs(Stb. 1998, 512);- een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet ophet voortgezet onderwijs.b ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;c leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;d woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;e afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor deleerling voldoende begaanbare en veilige weg;f vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning danwel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde vande schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtigeleerling die aansluiting onmogelijk maakt;g openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregelingper trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;h aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;i eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;j reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang vande schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voorzoverde leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan hetschoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldagvolgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;k toegankelijke school:- voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschoolvan de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel deopenbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling isaangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting danwel de openbare school;- voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezetonderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van deverlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbareschool van de soort waarop de leerling is aangewezen;l inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215)vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaarvoorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskostenwordt gevraagd;n commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezagvan een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde eeninstelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentruminstandhouden.;o vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het collegenoodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;- de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodigdiens begeleider, of:- aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.p permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van deWet op het primair onderwijs;q samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wetop het primair onderwijs;r regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10 g van de Wet ophet voortgezet onderwijs;s opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid, Wetop het voortgezet onderwijs;t ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instellingals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatstop een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezetonderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zoudenzijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs; u commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van deWet op de expertisecentra.
1 Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeenteverblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming vanhet bepaalde in deze verordening.
2 Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij dat de ouders aan wieslechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen vanhet aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot tenhoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moetenbijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling vande in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.
3 De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de oudersvoor het schoolbezoek van hun kinderen.
4 Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraagverstrekt aan de leerling.
1 Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woningdan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzijvervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten metzich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
2 Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van eenschool, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald,terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijngelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als doorde ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen hetopenbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen,van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
3 Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoektgeldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissievoor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijnwoonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemdecommissie is verbonden.
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze enhet tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.
1 Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bijhet college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzienvan de op het formulier vermelde gegevens.
2 De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft,voor 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.
3 Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college deouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.
4 Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigdegegevens.
5 Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen.Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.
6 Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:a met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor 1 juni is ingediend;b met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurendehet schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop bekostiging wordtverstrekt niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.
1 De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostigingvan de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijldschriftelijk mede te delen aan het college.
2 Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervaltde aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging vande vervoerskosten.
3 Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijzigingals bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostigingis verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekthet college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
4 Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan welworden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van deleerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op eentoelage, voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kostenvan het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:a de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs inhet samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, ofb een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband,indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten metzich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeldonder a..
1 Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissingin acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerlingop een speciale school voor basisonderwijs.
2 Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventueleadviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van dieaanvraag van belang zijn.
1 Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijsbezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstandvan de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kmbedraagt.
2 Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijsbezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indiende afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meerdan vier km bedraagt.
3 In afwijking van het eerste en tweede lid verstrekt het college de ouders bekostiging opbasis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van hetcollege, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het collegetevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerlingjonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het collegegenoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaarvervoer of de fiets gebruik te maken.
2 Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kostenvan het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de oudersvan de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijsbezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, ena de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalfuur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van dereistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:b openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan nietonder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de oudersop aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
2 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het collegeaan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:a een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zoubestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;b een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van deReisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kostenvan aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
3 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het collegeaan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren,een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van deReisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
4 Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die vangemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleidvan de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
5 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewensttoestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoerper fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoedingvoor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
1 Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaalonderwijs, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien deafstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan vier kilometerbedraagt.
2 In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis vande kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeelvan het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoerper fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
1 Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op eenschool voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dienthet bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het adviesvan andere deskundigen te betrekken.
2 Als de commissie van onderzoek binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraaggeen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijnmet ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluitgenomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.
1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het collegetevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de oudersten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, geletop zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandigvan het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent,dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
3 Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kostenvan het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking
1 Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan deouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, indien voldaanwordt aan het afstandscriterium van artikel 15, ena de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijkeof zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaarvervoer gebruik te maken, of:b de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dananderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of mindervan de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:c openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al danniet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandiggebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent,dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de oudersop aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
2 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het collegeaan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:a een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zoubestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudenshet bepaalde in het vijfde lid;b een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van deReisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kostenvan aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
3 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het collegeaan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren,bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto,afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
4 Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die vangemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleidvan de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
5 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewensttoestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoerper fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedragop basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid vande Reisregeling binnenland.
1 Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepastvervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijsbezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voorde leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indienhet college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicapvan de leerling dat vereist.
2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijktoekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleidingof het advies van andere deskundigen te betrekken.
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan dein de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voorhem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgenshet bepaalde in deze Titel.
1 Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoervan de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of hetpleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzoverde weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
2 Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaalper schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of hetpleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzoverde vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
3 Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering vanartikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder b, artikel 18, tweede lid, enartikel 20.
1 Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, van wie hetinkomen tezamen meer bedraagt dan € 17.700,-, wordt slechts bekostiging verstrektvoorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoerover de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.
2 In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgtdan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voorbasisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan dekosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand,indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 17.700,-.
3 De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kostenvan openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerdop artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijszouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer ofhet daadwerkelijk gebruik ervan.
4 Het bedrag van € 17.700,-, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonenvan volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar enrekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt inplaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 17.700,-.
5 Dit artikel is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorzieningis verstrekt.
1 Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijsmeer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd meteen van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.
2 In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgtdan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijkeschool voor basisonderwijs meer dan20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdragetot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
3 De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in hettweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in dezin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:
Inkomen in € | Eigen bijdrage in € |
0 - 22.700 | Nihil |
22.700 - 27.200 | 80 |
27.200 - 31.800 | 340 |
31.800 - 36.300 | 635 |
36.300 - 40.800 | 930 |
40.800 - 45.400 | 1.225 |
€ 45.400,- en verder per € 4.500,- extra inkomen eigen bijdrage wordt steeds opgehoogdmet € 300,-.
4 De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassenwerknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar,en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
5 De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer vande reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichtevan 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoudvan € 5,-.
6 Dit artikel is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorzieningis verstrekt.
1 Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleidingaan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijsof een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die vanwege een lichamelijke,verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van eenspeciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent,dienen zij bij de beschikking het advies van de permanentecommissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van anderedeskundigen te betrekken.
3 Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kostenvan het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.
4 In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basisvan de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naarhet oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken vanhet vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer perbromfiets.
1 Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aande ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijsof een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indiena. de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijkeof zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - vanopenbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een specialeschool voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:b. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling metgebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalfuur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van dereistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:c. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoerontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onderbegeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandiggebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
2 Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent,dient het bij de beschikking het advies van de permanentecommissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.
1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de oudersop aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
2 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het collegeaan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:a een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer met begeleiding, indienaanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer,behoudens het bepaalde in het vijfde lid;b een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van deReisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kostenvan aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
3 Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het collegeaan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren,bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto,afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
4 Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die vangemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleidvan de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
5 Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewensttoestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoerper fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedragop basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid vande Reisregeling binnenland.
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordeningniet voorziet, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingenin deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissieleerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.
De verordening leerlingenvervoer gemeente Middelharnis, vastgesteld d.d. 6 mei 1999 enlaatstelijk gewijzigd d.d. 3 mei 2001, wordt ingetrokken.
1 Voor een leerling als bedoeld in Titel 6 voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens deWet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vormvan een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met eenleefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die deleerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.
2 Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in hetschooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaalvoortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc,blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc diede leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar deschool meer dan vier km bedraagt.
3 De bepalingen in Titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daaropbetrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen zoals luidend voorafgaand aande inwerkingtreding van deze verordening van toepassing.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn vanzes weken na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeenteMiddelharnis.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Middelharnis op 5 juni 2003.
De griffier, De voorzitter,