Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijefurd

Drank- en horecaverordening Nijefurd

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijefurd
Officiële naam regelingDrank- en horecaverordening Nijefurd
CiteertitelDrank- en horecaverordening Nijefurd
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Inwerkingtredingsdatum bij benadering

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Drank- en Horecawet
  2. Gemeentewet
  3. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-199201-01-2013Nieuwe regeling

21-12-1992

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemene wet bestuursrecht

Artikel 1.1
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Drank- en Horecawet;

    • b.

      horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a. van de wet;

    • c.

      horecawerkzaamheid: een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder c. van de wet;

    • d.

      lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid onder b. van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet.

  • 2. Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is overeenkomstig van toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordeningen.

Artikel 1.2

De artikelen 1 tot en met 4 van de algemene Termijnenwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Beperking verstrekking alkohol-houdende drank

Artikel 2.1

Het is verboden, anders dan om niet, alkoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse te verstrekken in inrichtingen welke zijn gelegen binnen de bebouwde kom, als bedoeld in artikel 8 van de Wegenverkeers¬wet.

Artikel 2.2

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting a. die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportor¬ganisaties of -instellingen; b. die, gelegen is op een kampeer- of caravanterrein; c. die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugd- organisaties of -instellingen; d. die, uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor het geven van onderwijs en e. waarin of een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten worden verkocht.

Artikel 2.3
  • 1. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de verboden gesteld in de artikelen 2.1 en 2.2.

  • 2. De burgemeester beslist binnen vier weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. De burgemeester dan de beslissing met ten hoogste vier weken verda¬gen.

  • 3. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Hoofdstuk 3 Het verstrekken van alkoholvrije drank

Artikel 3.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder de alkoholvrije drank mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15C voor minder dan 1½ volumeprocent uit alkohol bestaat.

Artikel 3.2
  • 1. Het is verboden zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfs¬matig alkoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Het in het eerste lid vervatte gebod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruik van consumpties;

    • c.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 3.3
  • 1. Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof genoemde lokaliteiten.

  • 2. De artikelen 3 en 11 van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet zij van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Voor het verkrijgen van een verlof moeten de bedrijfsleiders en beheerders de leeftijd van eenentwin¬tig jaar hebben bereikt en tevens voldoen aan de eisen die bij of krachtens artikel 5, tweede lid aanhef en letters a. en b. en derde lid van de wet voor het verkrijgen van en vergunning worden gesteld aan bedrijfsleiders en beheerders.

Artikel 3.4
  • 1. Het verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof kunnen voor¬schriften worden verbonden.

  • 2. De burgemeester kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.3 lid 2 en 3.

Artikel 3.5
  • 1. Behoudens ontheffing als bedoeld in artikel 3.4, lid 2, weigert de burgemeester het verlof indien niet wordt voldaan aan de in artikel 3.3 gestelde eisen.

  • 2. De burgemeester trekt het verlof in indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in artikel 3.3 gestelde eisen;

    • b.

      gedurende 6 maanden, anders dan wegens overmacht, geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;

    • c.

      zich in het bedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 3. De burgemeester kan het verlof intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 3.4, lid 1, gestelde beperkingen of voorschriften.

Artikel 3.6

Bij overlijden van een verlofhouder kan een verlofbedrijf door of namens een van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot drie maanden na het overlijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Hoofdstuk 4 Het verstrekken van etenswaren

Artikel 4.1
  • 1. Het is verboden zonder verlof van de burgemeester:

    • a.

      in een besloten ruimte bedrijfsmatig etenswaren voor gebruik ter plaatse te verstrekken;

    • b.

      vanuit een perceel bedrijfsmatig etenswaren te verstrekken, welke mede bestemd zijn om direkt gebruikt te worden.

  • 2. Het in het eerste lid aanhef en onder a. vervatte verbod is niet van toepassing indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet op het uitoefenen van een horecabedrijf op een verlof ingevolge artikel 3.2 lid 1.

Artikel 4.2
  • 1. Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof genoemde lokaliteiten.

  • 2. Voor het verkrijgen van een verlof moeten de bedrijfsleiders en beheerders de leeftijd van eenentwin¬tig jaar hebben bereikt en tevens voldoen aan de eisen die bij of krachtens artikel 5, tweede lid aanhef en letters a. en b. en derde lid van de wet voor het verkrijgen van een vergunning worden gesteld aan bedrijfsleiders en beheerders.

Artikel 4.3
  • 1. Het verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof kunnen voor¬schriften worden verbonden.

  • 2. De burgemeester kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 4.2 lid 2.

Artikel 4.4
  • 1. De burgemeester weigert het verlof indien niet wordt voldaan aan de in artikel 4.2 gestelde eisen.

  • 2. De burgemeester trekt het verlof in indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in artikel 4.2 gestelde eisen;

    • b.

      gedurende zes maanden, anders dan wegens overmacht, geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;

    • c.

      zich in het bedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 3. De burgemeester kan het verlof intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens 4.3, lid 1, gestelde beperkingen of voorschriften.

Artikel 4.5

Bij overlijden van de verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens een van zin rechtsopvolgers worden voortgezet tot drie maanden na het overlijden of, indien binnen die termijn ter zake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Hoofdstuk 5 Straf- en slotbepalingen

Artikel 5.1

Overtreding van de artikelen 3.2, 3.4, 4.1 en 4.3 en de krachtens die artikelen gegeven voorschriften en beperkingen worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 5.2
  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Drank- en Horecaverordening Nijefurd".

  • 2. Zij treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Alsdan vervalt de thans geldende "Drank- en horecaverordening Nijefurd", vastgesteld bij raadsbe¬sluit van 15 december 1992.