Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lemsterland

Verordening op het beheer, instandhouding en gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Lemsterland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lemsterland
Officiële naam regelingVerordening op het beheer, instandhouding en gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Lemsterland
CiteertitelBeheersverordening begraafplaatsen gemeente lemsterland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, artikel 35.
  2. Gemeentewet, artikel 149.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-200001-01-2013nieuwe regeling

30-11-2000

30-10-2000 ZuidFriesland

n.b.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer, instandhouding en gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Lemsterland

De raad van de gemeente Lemsterland;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik, de instandhouding en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de wet op de lijkbezorging en de

Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26-07-2000;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende

Verordening op het beheer, instandhouding en gebruik van de algemene begraafplaatsen in gemeente Lemsterland.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1

Begripsomschrijvingen. Deze verordening verstaat onder: a."begraafplaatsen" de bij de gemeente Lemsterland in beheer zijnde begraafplaatsen, te weten de algemene begraafplaatsen in Lemmer en Bantega;

b."administrateur" de administrateur van de begraafplaatsen die werkzaam is op de clusterBurgerzaken;

c."eigen graf" een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen begraven en begraven houden van lijken; het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; het doen verstrooien van as;

d. "eigen urnengraf' een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: -het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met zonder urnen; -het doen verstrooien van as;

e. “eigen urnennis” een nis waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

f. urn” een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

g. “asbus” een bus ter berging van as van een overledene;

h. “verstrooiingsplaats” een plaats waarop as wordt verstrooid;

i. “grafbedekking” gedenkteken op een graf;

j. “rechthebbende”de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2.

Uitbreiding begrip eigen graf.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt - voor zover van belang - onder "eigen" graf mede verstaan eigen urnengraf en eigen urnennis.

Artikel 3.

Beheer van de begraafplaats.

  • 1.

    Het beheer van de begraafplaats berust onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders bij het hoofd van de sector Openbare Werken, die daarin wordt bijgestaan door de onder hem gestelde ambtenaren en werklieden en door de administrateur.

  • 2.

    Inlichtingen over de begraafplaats worden verstrekt door de administrateur.

HOOFDSTUK II. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS.

Artikel 4.

Openstelling begraafplaatsen.

  • 1.

    De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk van 07.00 tot 17.00 uur.

  • 2.

    Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaar hebben zonder geleide van een volwassene geen toegang tot de begraafplaats.

  • 3.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 4.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 5.

    Het hoofd van de sector Openbare Werken kan afwijking van het in het eerste lid bepaalde toestaan.

Artikel 5.

Ordemaatregelen,

  • 1.

    Bezoekers en personen - die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten - zijn verplicht zich te houden aan de aanwijzingen van het dienstdoende personeel van de begraafplaats.

  • 2.

    Het is verboden gedurende een kwartier voor en tijdens een teraardebestelling op de begraafplaats werkzaamheden te verrichten of materialen en dergelijke op de begraafplaats te vervoeren.

Artikel 6.

Het is verboden op de begraafplaats:

  • a.

    te fietsen, of rijwielen aan de hand mee te nemen;

  • b.

    te rijden met een motorrijtuig of met bespannen rij- of voertuigen:

    • 1.

      elders dan op de daartoe aangegeven rijwegen anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • 11.

      sneller dan 10 kilometer per uur;

  • c.

    op de grasperken te zitten of te liggen, de beplanting de beschadigen of te vernielen;

  • d.

    op de zitbanken te liggen, te staan of deze op enigerlei wijze te beschadigen of te bevuilen;

  • e.

    honden, anders dan aangelijnd, mee te nemen;

  • f.

    verwelkte bloemen, onkruid e.d. anders dan in de daarvoor bestemd bak te deponeren;

  • g.

    bloemen of andere waren te koop aan te bieden of aanbiedingen te doen met betrekking tot grafbedekkingen of beplantingen;

  • h.

    de rust of de orde te verstoren dan wel iets te doen in strijd met de eerbied aan de nagedachtenis aan overledenen verschuldigd.

Artikel 7.

Personen die één of meer bepalingen van de artikelen 4 t/m 6 overtreden, kunnen van de begraafplaats worden verwijderd terwijl het college van burgemeester en wethouders hun de toegang tot de begraafplaats voor de toekomst kan ontzeggen.

Artikel 8.

1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden mogen niet op de begraafplaats worden gehouden dan nadat tijdig tevoren overleg met het hoofd van de sector Openbare Werken is gehouden over de datum en het tijdstip van de plechtigheid en over de wijze waarop deze plaats zal hebben.

2.De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van het hoofd van de sector Openbare Werken en de onder hem gestelde ambtenaren en werklieden.

Artikel 9.

Opgravingen en ruimen.

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 111. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING.

Artikel 10.

Kennisgeving van begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.

  • 1.

    Degene - die wil doen begraven - as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur, twee werkdagen voorafgaande aan de waarop de

    begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de administrateur.

    De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de administrateur zo spoedig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de Lijkbezorging.

    De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

Artikel 11.Werkzaamheden in verband met begraving of opgraving.
  • 1.

    Alle werkzaamheden aan een graf ten behoeve van een begraving, opgraving of een herbegraving, met uitzondering van:

    • a.

      het stichten van een grafkelder of van een gemetseld of uit beton vervaardigd graf;

    • b.

      Het leggen, lichten of opnieuw plaatsen van een grafzerk of grafsteen of van een dekplaat van een gemetseld of uit beton vervaardigd graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats.

      De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van het personeel van de begraafplaats geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur, twee werkdagen voorafgaande aan de begraving mondeling of schriftelijk aan de administrateur kenbaar maken.

      De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van het personeel van de begraafplaats op te volgen.

  • 2.

    Het leggen, lichten en opnieuw plaatsen van een grafzerk of -steen of van een dekplaat van een gemetseld of uit beton vervaardigd graf dient te geschieden door de zorg en op kosten van de rechthebbende.

  • 3.

    Ingeval er nog andere voorwerpen op een graf aanwezig zijn, zullen deze - voordat het graf geopend wordt - ook door de zorg en op kosten van de rechthebbende worden weggenomen. Zij kunnen naderhand door de rechthebbende - eveneens op zijn kosten - tot genoegen van het hoofd van de sector Openbare Werken opnieuw worden geplaatst.

  • 4.

    Degene - op wiens aanvraag de opgraving, overbrenging en herbegraving geschiedt, zorgt op zijn kosten voor de aanwezigheid van vier dragers.

Artikel 12.

Over te leggen stukken.

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overlegd aan de administrateur.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de administrateur te worden overlegd, ondertekend door de rechthebbende of - indien deze is overleden - door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de grafrusttermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of - indien deze is overleden - door één van de andere personen genoemd in artikel 22, lid 2.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde verlenging wordt naar boven toe afgerond op hele jaren.

  • 5.

    De administrateur onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken.

Artikel 13.

Tijden voor het begraven bestemd.

  • 1.

    De tijden voor het begraven en het bezorgen van as zijn:

    • -

      op werkdagen tussen 10.00 en 16.00 uur;

    • -

      op zaterdagen tussen 10.00 en 16.00 uur.*)

  • 2.

    Op hetzelfde tijdstip mag niet meer dan één teraardebestelling plaatshebben.

  • 3.

    Het kollege van burgemeester en wethouders kan in buitengewone omstandigheden.

    afwijking van het bepaalde in de vorige leden toestaan.

*) gewijzigd bij raadsbesluit van 27 mei 2004.

Artikel 14.
  • 1. Opgraving, overbrenging en herbegraving van een reeds begraven lijk vindt plaats buiten de tijden, genoemd in artikel 13 van deze verordening.

  • 2. Het tijdstip hiervoor wordt bepaald door het hoofd van de sector Openbare Werken.

Artikel 15.

Opening van het graf voorafgaand aan de begrafenis.

  • 1.

    Grafkelders mogen voor het daarin opnemen van lijken niet eerder dan 3 uren van tevoren worden geopend.

  • 2.

    Gemetselde of uit beton vervaardigde graven mogen niet voor de dag, op welke de begrafenis zal plaats hebben geopend worden, indien daarin al eerder begraven is. Een tot het opnemen van een lijk geopend graf moet in dit geval tot kort voor het tijdstip van begraving met een dekzeil afgedekt blijven.

  • 3.

    Graven en grafkelders, tot het opnemen van lijken geopend, moeten binnen een uur na de opneming gesloten worden.

  • 4.

    Eigen urnengraven, tot het opnemen van urnen en asbussen, moeten binnen een uur na de opneming gesloten worden.

HOOFDSTUK IV. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN. Artikel 16.

Register.

  • 1.

    Door de administrateur wordt een register van graven aangehouden, onder vermelding van de namen van de rechthebbenden van graven en van de overledenen.

  • 2.

    Het kollege van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen omtrent de inrichting van het register.

Artikel 17.

Indeling graven en asbezorging.

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven;

    • b.

      eigen urnennissen;

    • c.

      eigen urnengraven.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en uitgifteduur van de eigen graven. De uitgiftetermijn kan niet korter zijn dan de minimumtermijn in de Wet op de Lijkbezorging.

Artikel 18.

Volgorde van uitgifte.

  • 1.

    De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte.

Artikel 19.

Categorieën.

Het college van burgemeester en wethouders kan bij nader vast te stellen regels de eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en de oppervlakte.

Artikel 20.

Termijnen eigen graven.

1. Het college van burgemeester en wethouders verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hem in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 of 40 jaar, het recht op een eigen graf.

De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats za! zijn onttrokken.

  • 3.

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kans slecht aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 22, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daartoe gewichtige redenen bestaan.

Artikel 21.

Grafkelder.

Het college van burgemeester en wethouders kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 22.

Overschrijving van verleende rechten.

  • 1.

    Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant t/m de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van andere personen dan de vorengenoemde personen is mogelijk indien daarvoor zwaarwichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant t/m de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zijn bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college van burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het recht op een eigen graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 23.

Afstand doen van graven.

Zonder aanspraak te kunnen doen op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het kollege van burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 24.

Is ingevolge artikel 22, lid 3 of artikel 23 het recht op een grafruimte vervallen dan zal deze ruimte niet opnieuw worden uitgegeven, noch - onverminderd het bepaalde in artikel 29 - een daarop geplaatst gedenkteken, geplante bloemen, heesters en dergelijke worden verwijderd, zolang niet 10 jaren zijn verlopen sinds in deze grafruimte voor het laatst werd begraven.

Artikel 25.

Sluiting van graven.

  • 1.

    Op aanvraag van de rechthebbende kan het college van burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2.

    Het kollege van burgemeester en wethouders kan in overleg met de rechthebbende de periode bepalen waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Het stelt de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

HOOFDSTUK V. GRAFBEDEKKINGEN. Artikel 26.

Vergunning grafbedekking.

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen, kan het college van burgemeester en wethouders voor de verschillende begraafplaatsen nadere regels stellen.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de door hem vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5.

    Wanneer ten behoeve van de gemeente van het recht op een eigen graf afstand wordt gedaan of geacht wordt gedaan, alsmede bij het vervallen verklaren van zo'n recht, vervalt van rechtswege een ingevolge dit artikel voor het betreffende graf verleende vergunning.

Bij overboeking van het recht op een eigen graf ten name van een andere rechthebbende wordt een vergunning als bovenbedoeld, geacht van de datum van overboeking af te zijn verleend aan de nieuwe rechthebbende, die van dat tijdstip af aansprakelijk is voor de nakoming van de uit deze vergunning voortvloeiende verplichtingen.

Artikel 27.

Grafbeplanting.

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de onder het hoofd van de sector Openbare Werken gestelde ambtenaren worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen - wanneer zij verwelkt zijn - door de in de eerste zin van dit artikel genoemde ambtenaren worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 12 weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze tevoren een aanvraag heeft gedaan bij het hoofd van de sector Openbare Werken.

Artikel 28.

Verwijdering grafbedekking.

1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college van burgemeester en wethouders op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.

2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college van burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval deelt het college van burgemeester en wethouder hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het kollege van burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende 12 weken terbeschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 26 was verleend. De aanvraag kan warden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

- geen aanvraag op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen deze aanvraag had kunnen worden ingediend is verstreken;

- de grafbedekking niet binnen 12 weken nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 29.

Onderhoud door de rechthebbende.

1.De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking op zijn kosten doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende 12 weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling gebracht.

Artikel 30.

Onderhoud door de gemeente.

Het college van burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.

HOOFDSTUK VI. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN. Artikel 31.

Ruiming, bezorging van overblijfselen en as.

  • 1.

    Het voornemen van het college van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hem bekend is. In dat geval maakt het college hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op één van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een eigen graf kan bij het hoofd van de sector Openbare Werken een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen begraven.

    De rechthebbende op een eigen urnennis kan bij het hoofd van de sector Openbare Werken een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

HOOFDSTUK VII. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP. Artikel 32.

Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven.

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels vaststellen die afwijken van de regels krachtens artikel 26 van deze verordening.

  • 2.

    Het bestuur van het kerkgenootschap kan aan het college van burgemeester en wethouders vragen hem mede te delen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op één of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    Op grond van de in het tweede lid genoemde aanvraag maakt het college van burgemeester en wethouders aan het bestuur van kerkgenootschap bekend dat de grafbedekking van één of meer graven onderhoud en herstel behoeft.

De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders onverlet om aan de rechthebbende op de graven mede te delen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

HOOFDSTUK VIII. SLOTBEPALINGEN.

Artikel 33.

Overgangsbepaling.

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven, die voortvloeien uit de ingevolge artikel 35 ingetrokken verordeningen, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 34.

Strafbepaling.

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 35.

Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de vierde dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Alsdan vervalt de thans geldende verordening op de algemene begraafplaatsen in de gemeente Lemsterland vastgesteld bij raadsbesluit van 01 maart 1993.

Artikel 36

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Lemsterland”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lemsterland van 30 oktober 2000 en nadien gewijzigd bij raadsbesluit van 27 mei 2004.

De voorzitter De secretaris.