Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Verordening regelende de taak en bevoegdheden van het college aangaande de artikelen 19, eerste en tweede lid, 23, derde lid en 35 van de Wet inburgering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingVerordening regelende de taak en bevoegdheden van het college aangaande de artikelen 19, eerste en tweede lid, 23, derde lid en 35 van de Wet inburgering
CiteertitelVerordening Wet inburgering gemeente Vlist 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-02-201009-02-2011Nieuwe regeling

26-01-2010

De IJsselbode, 02-02-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet inburgering gemeente Vlist 2009

De raad van de gemeente Vlist;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2009;

kennis genomen hebbende van de besluiten van de bestuurscommissie educatie en inburgering Midden-Holland d.d.19 november 2008 en 11 maart 2009;

overwegende dat:

  • -

    de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het vaststellen van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening ten behoeve van inburgeringsplichtigen;

  • -

    de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld;

  • -

    dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

gelet op de Wet inburgering, de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en op de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden Holland zoals goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 10 oktober 1989;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening regelende de taak en bevoegdheden van het college aangaande de artikelen 19, eerste en tweede lid, 23, derde lid en 35 van de Wet inburgering

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlist;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

    • c.

      samenwerkingsverband: samenwerking vanuit Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) tussen de gemeenten Bergambacht, Bodegraven, Boskoop, Moordrecht, Nederlek, Nieuwerkerk a/d IJssel, Ouderkerk, Reeuwijk, Schoonhoven, Vlist, Waddinxveen en Zevenhuizen-Moerkapelle;

    • d.

      bestuurscommissie: de bestuurscommissie inburgering van het ISMH;

    • e.

      casemanager inburgering: de door het college aangewezen persoon die de contacten onderhoudt met de inburgeraar.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 Samenwerking
  • 1. De gemeenten van Midden-Holland werken samen op het gebied van inburgering binnen het samenwerkingsverband.

  • 2. De samenwerking vindt plaats via de bestuurscommissie inburgering Midden-Holland.

  • 3. Het de bestuurscommissie inburgering Midden-Holland verzorgt de regie van het inburgeringsproces in Midden-Holland. Daarnaast zijn de taken als bedoeld of voortvloeiend in of uit de artikelen 8 (stellen van regels omtrent informatievoorziening), 19 lid 5 en 6 (stellen van regels omtrent procedures en samenstelling inburgeringsvoorziening), 52 (collecteren en verantwoorden rijksbijdragen) en 65, 66, 67 (besteding reserves vanuit de Wet inburgering nieuwkomers) van de Wet inburgering overgedragen aan de bestuurscommissie inburgering.

  • 4. Het college volgt of voert de beslissingen uit die genomen worden in de bestuurscommissie inburgering aangaande de in voorgaande lid genoemde regie en artikelen.

  • 5. Het ISMH en de gemeenten dragen er zorg voor dat alle noodzakelijke informatie wordt uitgewisseld.

Artikel 3 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
  • 1. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      Het verstrekken van door het Rijk en ISMH voorbereidde voorlichtingsmateriaal;

    • b.

      Door het ISMH verzorgde inburgeringswebsite (link via gemeentelijke website);

    • c.

      Het inrichten van een informatie- en adviesfunctie bij de gemeente volgens de richtlijnen van de bestuurscommissie inburgering.

Hoofdstuk 2 Inburgeringsvoorzieningen

Artikel 4 Aanwijzen van de doelgroepen
  • 1. Het college doet overeenkomstig artikel 19, lid 1 en 2 van de Wet Inburgering een aanbod aan de geselecteerde inburgeringsplichtigen.

  • 2. Het college volgt de procedure die door de Bestuurscommissie inburgering is opgesteld aangaande het doen van een aanbod aan inburgeringsplichtigen. Het college volgt verder de door de bestuurscommissie inburgering vastgestelde regels en criteria, op basis waarvan het college de inburgeringsplichtigen aanwijst en voorziet van een inburgeringsvoorziening.

Artikel 5 Samenstelling van de inburgeringsvoorziening
  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, of de taalkennisvoorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3. Een inburgeringsvoorziening kan, naast hetgeen in de wet is geregeld, een of meer bijkomende onderdelen bevatten die specifiek gericht zijn op de behoefte van de betreffende inburgeringsplichtige.

Artikel 6 Inning eigen bijdrage
  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in beginsel in één keer en ten hoogste 18 termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van een inburgeringsvoorziening de termijnen en het tijdstip van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de bijstandsuitkering in het kader van de WWB, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 7 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen volgend uit artikel 23, derde lid van de Wet inburgering:

  • a.

    het deelnemen aan de aangeboden inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de casemanager inburgering;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door de casemanager inburgering wordt bepaald;

  • e.

    het per omgaande melden indien niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan (door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden);

  • f.

    bijzondere verplichtingen die het bereiken van het doel van de inburgeringscursus kunnen ondersteunen.

Hoofdstuk 3 Belonen van het resultaat

Artikel 8 Belonen van het resultaat

De inburgeringsplichtige die een eigen bijdrage in deze regio verschuldigd is en op het tijdstip bedoeld in artikel 7 lid d. deelneemt aan het daar genoemde examen en daarvoor slaagt, ontvangt een premie van € 270,00

Artikel 9 De inhoud van de beschikking
  • 1. Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

    • b.

      een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

    • c.

      de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

    • d.

      de termijnen en wijze van betaling; en

    • e.

      ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

  • 2. In door het college vast te stellen beleidsregels kunnen nadere regels over de in de beschikking op te nemen voorwaarden worden opgenomen.

Hoofdstuk 4 Handhaving

Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende boetes opleggen volgend uit artikel 35 van de Wet inburgering:

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 250,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 500,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7 van deze verordening.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 1.000,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 8, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 11 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedraagt € 250,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, bedraagt € 500,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt € 1.000,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van publicatie van het besluit.

Artikel 13 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Vlist 2009

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlist, gehouden op 26 januari 2010

De griffier De voorzitter,

Mw. mr. M.C. Bellaart A.Z. Evenhuis-Meppelink