Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Vlist 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Vlist 2010
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Vlist 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2015Nieuwe regeling

26-01-2010

De IJsselbode, 09-02-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Vlist 2010

De raad van de gemeente Vlist;

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders;

gehoord hebbende de toezegging van de portefeuillehouder financiën, gedaan in de openbare vergadering van de raad van 26 januari 2010, dat aan artikel 5 van de Verordening wordt toegevoegd: “De raad stelt de kadernota vast.”

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Vlist 2010

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    team: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen, afgebakende verantwoordelijkheid.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Vlist en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Vlist.

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlist.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 3. Planning en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de bestuursrapportages, de kadernota en de begroting.

Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 5. Kadernota

Het college biedt uiterlijk op het in artikel 3 genoemde overzicht genoemde datum een nota aan de raad aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt de kadernota vast.

Artikel 6. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college in de eerstvolgende Bestuursrapportage aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 3. Investeringen worden ingedeeld volgens de A1, de A2 en de B-lijst. Investeringsbedragen volgens de A1 en A2-lijst komen direct bij vaststelling van de begroting beschikbaar voor het college. Investeringen volgens de B-lijst komen beschikbaar na afzonderlijke behandeling door de gemeenteraad.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel ter fiattering aan de raad voor.

  • 5. Het college neemt geen besluiten die leiden tot structurele uitgaven ten laste van de post voor onvoorziene uitgaven.

  • 6. Bij naderende overschrijding van investeringskredieten met meer dan 5%, wordt vooraf door middel van een raadsbesluit voorzien in de dekking hiervan.

  • 7. Investeringskredieten worden binnen zes maanden na de laatste feitelijke handeling afgesloten. In de bestuursrapportages wordt hiertoe een financiële en inhoudelijke verantwoording afgelegd.

  • 8. In afwijking van lid 4 staat de raad het college toe voor strategische aankopen van onroerend goed kleiner dan € 500.000 achteraf een investeringsvoorstel aan de raad voor te leggen.

Artikel 7. Bestuursrapportage

  • 1. Het college informeert de raad tweemaal per jaar en gelijkmatig verdeeld over het jaar door middel van bestuursrapportages over de voortgang van de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. De momenten en rapportageperioden worden per jaar aangegeven in het in artikel 3 bedoelde overzicht.

  • 3. De Bestuursrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van de baten en lasten.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

  • 2. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

  • 3. Op vaste activa wordt lineair afgeschreven tenzij voorschriften of inzichten een andere afschrijvingswijze noodzakelijk maken.

  • 4. Indien bij een vervangingsinvestering de te vervangen investering nog niet volledig is afgeschreven, wordt de restwaarde in één keer afgeboekt.

  • 5. Voor het afschrijven van vaste activa worden door het college nadere regels vastgesteld. Deze regels worden aan de raad kenbaar gemaakt.

  • 6. Bijdragen aan vaste activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd volgens de door het college vast te stellen nadere regels, indien:

    • a.

      er sprake is van een investering door een derde;

    • b.

      de investering bijdraagt aan de publieke taak;

    • c.

      de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen, en;

    • d.

      de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

  • 7. Indien een andere afschrijvingsmethodiek gehanteerd wordt dan in de door het college vastgestelde nadere regels is bepaald, dan zal dit door het college kenbaar worden gemaakt aan de raad.

Artikel 9. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast.

  • 2. De nota behandelt de vorming en besteding van reserves en voorzieningen, alsmede de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

Artikel 10. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

Artikel 11. Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rechten en heffingen.

Artikel 12. Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

  • a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

  • b. het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

  • c. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

  • d. het beperken van de interne verwervingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

  • a. het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een AA rating afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%;

  • b. overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is.

  • c. derivaten worden uitsluitend gebruikt voor het beperken van financiële risico’s;

  • d. voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan 1 jaar worden tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

  • e. overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro.

  • 3. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college, indien mogelijk, zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

  • 4. Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met het derde lid en legt deze regels alsmede de regels voor taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheidsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een besluit. Het college zendt dit besluit ter kennisgeving aan de raad.

Hoofdstuk 4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 13. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de teams;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de activa en passiva;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 14. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 15. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5. Financiële organisatie

Artikel 16. Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2010 en treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Vlist 2004” vastgesteld door de raad op 17 februari 2004.

Tegelijk met dit besluit wordt de “Financiële verordening gemeente Vlist 2004” , vastgesteld door de raad op 17 februari 2004,ingetrokken, met dien verstande dat deze verordening nog van kracht is voor de Jaarstukken 2009.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam Financiële verordening gemeente Vlist 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlist van 26 januari 2010.

De griffier, De voorzitter,

Mw. mr. C. Bellaart A.Z. Evenhuis - Meppelink